Verordening raadscommissies Laarbeek 2014

Geldend van 17-04-2014 t/m heden

Intitulé

VERORDENING RAADSCOMMISSIES LAARBEEK 2014

De raad van de gemeente Laarbeek;

gezien het initiatiefvoorstel van het de fracties De Werkgroep, ABL, CDA en PvdA d.d. 4 april 2014;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

onder intrekking van de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Laarbeek 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april 2010, gewijzigd en geconsolideerd op 24 januari 2013;

vast te stellen de volgende

Verordening raadscommissies gemeente Laarbeek 2014

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    lid: lid van een raadscommissie of diens vervanger;

  • 2.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • 3.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • 4.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      de raadscommissie Algemene Zaken;

    • b.

      de raadscommissie Sociaal Domein;

    • c.

      de raadscommissie Ruimtelijk Domein.

  • 2. De raadscommissie Algemeen Bestuur adviseert en overlegt in ieder geval over openbare orde en veiligheid, algemeen beleidscoördinatie, bovengemeentelijke samenwerking, financieel beleid, voorlichting, representatie, personeel en organisatie.

  • 3. De raadscommissie Sociaal Domein adviseert en overlegt over alle taken die behoren tot het sociale domein, waaronder in ieder geval welzijn, onderwijs, leefbaarheid, zorg, particitpatie, jeugd-, jongeren- en ouderenbeleid, sport, cultuur, gezondheid, sociale zaken.

  • 4. De raadscommissie Ruimtelijk Domein adviseert en overlegt over alle taken die behoren tot het ruimelijk domein, waaronder in ieder geval ruimtelijke zaken, openbare werken, beheer openbare ruimte, verkeer en vervoer, economische zaken, toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, bouw- en milieuzaken.

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, bepaalt de inhoud van het onderwerp voor welke commissie dit geagendeerd wordt, tenzij het presidium anders beslist.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommiessie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2 genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigen beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2 genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit één lid per fractie met uitzondering van de fractie Partij Nieuw Laarbeek (PNL), die in de zittingsperiode 2014-2018 twee leden afvaardigt.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd met dien verstande, dat in de raadscommissie Algemene Zaken in elk geval de fractievoorzitters worden benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie.

  • 4. De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie ten minste één plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het derde lid genoemde vereisten.

  • 5. Indien zowel het lid als het plaatsvervangend lid van een fractie niet in de gelegenheid zijn aan de beraadslagingen van de commissie deel te nemen, kan de fractie een raadslid naar deze commissievergadering afvaardigen. De voorzitter doet hiervan aan het begin van de vergadering mededeling.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde en vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 4 of 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1. De griffier of diens vervanger ondersteunt de raadscommissies.

  • 2. De griffier of diens vervanger is in iedere vergadering aanwezig.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1. De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, meldt hij dit bij de voorzitter.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De vergaderingen van de raadscommissies vinden in de regel plaats op:

    • a.

      dinsdag voor de raadscommissie Sociaal Domein;

    • b.

      woensdag voor de raadscommissie Ruimtelijk Domein;

    • c.

      donderdag voor de raadscommissie Algemene Zaken,

      in een zesweekse cyclus, zoveel mogelijk met uitzondering van de maanden juli en augustus, vangen in de regel aan om 19.30 uur.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen in overleg met het presidium een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 10 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden verzonden.

Artikel 11 Agenda

  • 1. Voordat de oproep wordt verzonden, stelt het presidium de voorlopige agenda van de vergadering vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Daarbij komen de onderwerpen, waarbij gebruik gemaakt wordt van het in artikel 17 bedoelde spreekrecht, zo veel mogelijk als eerste aan de orde. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of aan de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Terinzagelegging van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken, in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a. de datum, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering;

  • b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Artikel 14 Digitale kennisgeving/terinzagelegging

De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien digitaal beschikbaar, op de gemeentelijke website geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en/of de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Tijdens de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    • d.

      onderwerpen vaarvoor in de Wet op de Ruimtelijke Ordening een inspraakprocedure is opgenomen.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord direct voorafgaande aan de behandeling van het agendapunt, waarvoor spreekrecht is gevraagd, en op volgorde van aanmelding, indien zich meerdere sprekers voor hetzelfde agendapunt hebben aangemeld.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Voorafgaand aan de tweede termijn geeft de voorzitter aan insprekers de gelegenheid tot korte reactie of aanvulling. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.

  • 7.

    De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18 Besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, het registreren van de vergadering via een geluidsopname en het opmaken van een besluitenlijst van de vergadering.

  • 2.

    De conceptbesluitenlijst en de op een geluidsdrager vastgelegde opname van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met oproep voor de volgende vergadering.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raadscommissie te doen, indien de concept-besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.

  • 4.

    De besluitenlijst bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, desecretaris, de burge-

      meester, de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de ledendie afwezig waren en de overige personen, als bedoeld in artikel 24, die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de standpunten vanalle fracties.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en –indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord- de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Advies; besluitvorming

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. Besluitvorming over het advies of over andere onderwerpen en voorstellen vindt plaats bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem uitbrengt. Bij staking van stemmen wordt het voorgestelde besluit geacht niet te zijn genomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Besluitenlijst

  • 1. De conceptbesluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. De conceptbesluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en degriffier ondertekend.

Artikel 28 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders, die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Laarbeek 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april 2010, gewijzigd en geconsolideerd op 24 januari 2013.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordeningraadscommissies Laarbeek 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Laarbeek op 17 april 2014.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,
M.L.M. van Heijnsbergen J.G.M.T. Ubachs