Regeling vervallen per 11-03-2021

Nadere regels jeugdhulp gemeente Landerd 2020

Geldend van 16-05-2020 t/m 10-03-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Nadere regels jeugdhulp gemeente Landerd 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd gelet op de artikelen 9, 10 en 12 Verordening Jeugdhulp Landerd 2020;

besluit vast te stellen de Nadere regels jeugdhulp gemeente Landerd 2020 bij de Verordening jeugdhulp gemeente Landerd 2020.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. De begrippen die in deze nadere regels gehanteerd worden hebben, tenzij anders aangegeven, de betekenis zoals omschreven in de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp 2020 gemeente Landerd. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      PGB-hulpverlener: personen die formele of informele hulp verlenen zoals toegelicht in artikel 11 Verordening Jeugdhulp 2020.

Artikel 2. Beoordeling aanvraag Enkelvoudige Ernstige Dyslexie (EED)

(artikel 4, lid 1 c Verordening Jeugdhulp gemeente Landerd 2020)

De diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) is pas toegankelijk voor de jeugdige nadat de EED-specialist van het verantwoordelijk samenwerkingsverband voor de uitvoering van Passend Onderwijs van de betreffende school voor primair onderwijs of voortgezet onderwijs op basis van het Protocol Dyslexie Diagnose en Behandeling 2.0. van oordeel is dat diagnostiek dan wel de behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie noodzakelijk is.

Artikel 3. Vervoersvoorziening in het kader van de Jeugdwet

(artikel 4 lid j. Verordening Jeugdhulp gemeente Landerd 2020)

  • 1. Een vervoersvoorziening wordt alleen verstrekt aan de jeugdige, zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet.

  • 2. Een vervoersvoorziening wordt alleen verstrekt ten behoeve van het vervoer van de jeugdige naar en van de locatie waar de jeugdhulp plaatsvindt.

  • 3. Het toekennen van een vervoersvoorziening geschiedt alleen aan de jeugdige wanneer aantoonbaar is gemaakt dat er een noodzaak bestaat tot het inzetten van deze voorziening en dat bij gebrek aan deze voorziening de toegang tot jeugdhulp wordt onthouden. De noodzaak van een vervoersvoorziening wordt aannemelijk gemaakt indien:

    • a.

      sprake is van een vervoersprobleem; en

    • b.

      aantoonbaar is gebleken dat op eigen kracht of met hulp van ouders of andere personen uit de naaste omgeving geen oplossing voor het vervoersprobleem kan worden gevonden; en

    • c.

      geen oplossing gevonden kan worden voor het vervoersprobleem door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening; en

    • d.

      sprake is van een medische noodzaak, omdat de jeugdige indien gebruik gemaakt van het openbaar vervoer of eigen vervoer, een beperking heeft met lopen, instappen of staan of indien er sprake is van desoriëntatie; of

    • e.

      sprake is van beperkingen in de zelfredzaamheid, omdat:

      • i.

        de leeftijd van de jeugdige het niet toe laat zelfstandig te reizen met openbaar vervoer, nadat is aangetoond dat ouders of andere personen in de naaste omgeving niet in staat kunnen worden geacht om zorg te dragen voor begeleiding, zoals bedoeld in artikel 10; of

      • ii.

        sprake is van ernstige gedragsproblemen welke reizen in het openbaar vervoer of eigen vervoer onmogelijk maken; of

      • iii.

        andere redenen van niet-medische aard, die het zelfstandig of onder begeleiding reizen in het openbaar vervoer of eigen vervoer onmogelijk maken; en

    • f.

      door een deskundige de medische beperkingen of beperkende omstandigheden bij de jeugdige die individueel vervoer vereisen, zijn vastgesteld; en

    • g.

      de jeugdige of diens vertegenwoordiger medewerking hebben verleend aan het college om aantoonbaar te maken dat er sprake is van een medische noodzaak of beperking in de zelfredzaamheid; en

    • h.

      sprake is van onvoldoende eigen kracht vanwege de financiële situatie.

  • 4. Een vervoersvoorziening in natura kan op verschillende manieren geleverd worden. Bijvoorbeeld door een taxibedrijf in te schakelen voor het vervoer van en naar de jeugdhulpaanbieder.

  • 5. Een vervoersvoorziening in de vorm van een PGB is mogelijk als de jeugdige/ouders dat wensen. Indien het vervoer, vervoer met een particuliere auto betreft, bedraagt de vergoeding € 0,19 per kilometer.

Artikel 4. Gebruikelijke hulp

(Artikel 9 Verordening Jeugdhulp gemeente Landerd 2020)

  • 1. Bij het definiëren van gebruikelijke hulp als genoemd in artikel 9 lid 1 sub a van de Verordening hanteert de gemeente Landerd hoofdstuk 6 van de Indicatiestelling voor de jeugd GGZ (werkinstructie januari 2014).

  • 2. Het college moet in elke individuele situatie een afweging maken of daadwerkelijk sprake is van gebruikelijke hulp waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden en eigen mogelijkheden van de jeugdige en/of zijn ouders.

Artikel 5. Aanvullende criteria PGB

(artikel 10 Verordening Jeugdhulp gemeente Landerd 2020)

  • 1. Algemene PGB criteria:

    • a.

      De jeugdhulp die met PGB wordt gefinancierd leidt in het geval van de aanvrager tot betere en effectievere ondersteuning en is aantoonbaar doelmatiger dan Zorg in natura;

    • b.

      Het beheer van het PGB mag niet worden neergelegd bij de PGB-hulpverlener;

    • c.

      De aanvrager van het PGB mag als vertegenwoordiger het PGB niet aan zichzelf uitkeren als de PGB-hulpverlener. Dit is niet van toepassing indien de PGB hulpverlener in de eerste graad tot de jeugdige staat;

    • d.

      De aanvrager van het PGB en de PGB-hulpverlener sluiten een zorgovereenkomst met daarin de afspraken over werktijden, de vergoeding en de wijze van declareren;

    • e.

      De PGB-hulpverlener zorgt voor verslaglegging van de resultaten en is bereid deze op verzoek van het college te tonen;

    • f.

      De PGB-hulpverlener biedt ondersteuning die voldoet aan de eisen van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en aan de criteria van de verantwoorde werktoedeling;

    • g.

      De PGB-hulpverlener kan de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden inschatten en aangeven wanneer specialistische ondersteuning gewenst is.

  • 2. PGB voorwaarden formele hulp:

    • a.

      De jeugdhulp die met PGB wordt gefinancierd is te vinden in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

    • b.

      De PGB-hulpverlener heeft een kwaliteitssysteem, ISO of HKZ of in het geval van zelfstandige zonder personeel (zzp) wordt er aantoonbaar gewerkt aan kwaliteitsverbetering (zoals bijscholing);

    • c.

      De PGB-hulpverlener beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor natuurlijke personen die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip, waarop de PGB-hulpverlener voor de instelling ging werken of als zelfstandige zonder personeel. En is bereid deze op verzoek van het college te tonen;

    • d.

      Onderaannemerschap is niet toegestaan;

    • e.

      De PGB-hulpverlener is aangemeld bij het Inspectieloket Sociaal Domein; of meldt zichzelf binnen 3 maanden na verstrekking van het PGB alsnog aan. Indien de PGB-aanbieder niet binnen drie maanden is geregistreerd vervalt het PGB.

    • f.

      Er wordt door de PGB-hulpverlener gebruik gemaakt van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden;

    • g.

      De PGB-hulpverlener houdt een klachtensysteem bij en neemt, indien nodig, aantoonbaar passende maatregelen;

  • 3. PGB voorwaarden informele hulp:

    • a.

      Er is sprake van langdurige, omvangrijke en frequente ondersteuningsvraag, en in alle redelijkheid en billijkheid kan niet verwacht worden dat dit binnen de eigen mogelijkheden wordt opgelost;

    • b.

      De kwaliteit van de hulp die de PGB-hulpverlener biedt, is passend en toereikend gelet op de problematiek en ontwikkelingsdoelen van de jeugdige;

    • c.

      De hulp leidt tot betere en effectievere ondersteuning, en is aantoonbaar doelmatiger dan formele hulp;

    • d.

      Bij de PGB-hulpverlener geen sprake is van dreigende overbelasting;

    • e.

      Als het college dit nodig acht in het kader van de veiligheid ten behoeve van het uitvoeren van de jeugdhulp, kan het college bepalen dat de PGB-hulpverlener beschikt over een VOG die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop deze PGB-hulpverlener is gestart met het bieden van de hulpverlening.

Artikel 6. Hoogte Persoonsgebonden budget (PGB)

(Artikel 14 Verordening Jeugdhulp gemeente Landerd 2020)

  • 1. In bijlage 2 is een lijst met de PGB-tarieven opgenomen.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze nadere regels, treden na vaststelling door het college, met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2020.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze nadere regels worden de oude nadere regels, de Nadere regels Jeugdhulp Landerd 2016, ingetrokken en vervallen deze.

  • 3. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels Jeugdhulp Landerd 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 januari 2020

Burgemeester en wethouders van Landerd,

de secretaris,

C.C. Boode

de burgemeester,

M.C. Bakermans

Bijlage 1 Minimumeisen formele hulp PGB

Minimumeisen personeel jeugd (algemeen)

  • 1.

    Het in te zetten Hbo en WO geschoold personeel van zorgaanbieder, welke beroepsmatig in contact kan komen met jeugdigen of verzorgers aan wie Jeugdhulp is geboden, is geregistreerd in het ´Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ)´ of ´Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)´ register. Het in te zetten ondersteunend Mbo-geschoold personeel werkt altijd onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional.

  • 2.

    De voorzieningen Ambulante (groepsgerichte) Behandeling J&O, J-LVG en vaktherapieën, dagbehandeling kunnen alleen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een regiebehandelaar. Onder regiebehandelaar verstaat gemeente (conform de brieven van Schippers respectievelijk van 2 juli en 2 september 2013 met kenmerk 129353-106301-CZ / 134895-107364-CZ):

    • -

      Psychiater

    • -

      Klinisch psycholoog

    • -

      Klinisch neuropsycholoog

    • -

      Psychotherapeut

    • -

      Verslavingsarts in profielregister KNMG

    • -

      Verpleegkundig specialist GGZ

    • -

      Gz-psycholoog

    • -

      Kinder- en Jeugdpsycholoog NIP (alleen in de GBGGZ)

    • -

      Orthopedagoog-generalist NVO (alleen in de GBGZZ)

  • De regiebehandelaar is een zorgverlener die bij de patiënt de diagnose stelt en door wie of onder wiens verantwoordelijkheid de behandeling plaatsvindt. Dit houdt in dat de regiebehandelaar verantwoordelijk is voor alle acties die in het kader van de behandeling van een patiënt gedurende het traject plaatsvinden.

    De regiebehandelaar heeft een afgeronde ggz-specifieke opleiding en is, met uitzondering van de orthopedagoog-generalist en kinder- en jeugdpsycholoog, BIG-geregistreerd. De orthopedagoog generalist is ingeschreven in het SKJ- en ´Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO)´-register. De kinder- en jeugdpsycholoog is ingeschreven in het register van het SKJ en ´Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)´- register. Er wordt van de beroepsgroepen kinder- en jeugdpsycholoog NIP en orthopedagoog-generalist NVO verwacht dat zij zich register in het BIG, zodra de mogelijkheid hiertoe ontstaat.

  • 3.

    De regiebehandelaar is in ieder geval aanwezig bij de diagnostiek, het maken van de behandelovereenkomst en de evaluatiegesprekken met de cliënt.

  • 4.

    De regiebehandelaar kan ondersteund worden door medebehandelaars. De medebehandelaar verricht, in het kader van een behandeltraject, zorgactiviteiten onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. De medebehandelaar is geregistreerd in het BIG en/of in het SKJ-register.

Minimumeisen personeel jeugd Reguliere Begeleiding (in een groep)

  • 5.

    De voorziening Reguliere Begeleiding wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorg gerelateerde Mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Voor het opstellen van het ondersteuningsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een SKJ-geregistreerde professional ingezet te worden met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

Minimumeisen personeel jeugd Specialistische Begeleiding (in een groep)

  • 6.

    De voorziening Specialistische Begeleiding wordt uitgevoerd door een SKJ-geregistreerde professional met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

Minimumeisen personeel jeugd Dagbesteding

  • 7.

    De voorziening Dagbesteding wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorg gerelateerde Mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een SKJ-geregistreerde professional met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

Minimumeisen personeel jeugd Dagbehandeling

  • 8.

    De voorziening Dagbehandeling wordt uitgevoerd door een SKJ-geregistreerde professional met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Deze voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar.

Minimumeisen personeel jeugd Ambulante (Groepsgerichte) Behandeling J&O, J-LVG en vaktherapie

  • 9.

    De voorziening Ambulante (Groepsgerichte) Behandeling wordt uitgevoerd door een SKJ-geregistreerde professional met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

  • 10.

    De voorziening Ambulante (Groepsgerichte) Behandeling J&O, J-LVG wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een de BIG-geregistreerde Gezondheidspsycholoog (GZ) of Arts Verstandelijke Gehandicapte (AVG) (conform beleidsregels NZA, richtlijnen NJI).

  • 11.

    De voorziening Ambulante(Groepsgerichte) Behandeling vaktherapie wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een BIG/NVO/NIP-geregistreerde regiebehandelaar of, in die gevallen waarin er sprake is van J&O of LVG-problematiek en geen sprake is van een psychische stoornis, een BIG-geregistreerde Arts Verstandelijke Gehandicapte. Of, als er geen sprake is van een complexe situatie, zoals bijvoorbeeld een combinatie van behandelingen of problemen op meerdere leefdomeinen, kan vaktherapie worden uitgevoerd door een vrijgevestigde vaktherapeut die geregistreerd staat in het Register Vaktherapie dat valt onder de Federatie Vaktherapeutische Beroepen.

Minimumeisen personeel jeugd Verzorging en Begeleiding

  • 12.

    De voorziening Verzorging en Begeleiding wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorg gerelateerde Mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een SKJ-geregistreerde professional met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

Minimumeisen personeel jeugd Kortdurend Verblijf

  • 13.

    Het toezicht tijdens het Kortdurend Verblijf wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorg gerelateerde Mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een SKJ-geregistreerde professional met een afgeronde zorg gerelateerde Hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.