Regeling vervallen per 18-10-2023

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

Geldend van 01-10-2012 t/m 17-10-2023

Intitulé

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

De raad van de gemeente Landerd;

gelet op de artikelen 155a tot en met 155f Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

b onderzoekscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2 Instellen van het onderzoek/onderzoekscommissie

1 Op voorstel van een of meer van zijn leden of van een door de raad uit zijn midden ingestelde voorbereidingscommissie kan de raad besluiten een onderzoek (raadsenquête) in te stellen.

2 Nadat het onder 1 bedoelde besluit genomen is stelt de raad uit zijn midden een onderzoekscommissie in van tenminste drie leden.

3 De raad bepaalt welk lid tevens als voorzitter fungeert en welk lid tevens als plaatsvervangend voorzitter.

4 Bij de instelling van de onderzoekscommissie stelt de raad nadere regels vast met betrekking tot de rapportage van de onderzoekscommissie aan de raad.

Artikel 3 Voorzitter/plaatsvervangend voorzitter

1 De door de gemeenteraad aangewezen (plaatsvervangend) voorzitter is belast met het voorzitterschap, en heeft tevens dezelfde taken en bevoegdheden als de leden van de onderzoekscommissie.

2 Het voorzitterschap houdt in:

a het leiden van de beraadslaging en zitting;

b het handhaven van de orde;

c het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

d hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 4 Beëindiging van het lidmaatschap

1 Het lidmaatschap van de onderzoekscommissie eindigt indien:

a de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

b een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

c de onderzoekscommissie besluit een lid van zijn commissie te horen;

d een lid ontslag neemt.

2 Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

3 In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 5 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie

1 De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

2 De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

3 De onderzoekscommissie kan, binnen het door de gemeenteraad gevoteerde krediet, besluiten externen in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

4 De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking. Van deze gesprekken worden geen verslagen gemaakt.

5 De onderzoekscommissie kan de in deze verordening genoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

6 De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen; als de stemmen staken worden de beraadslagingen heropend tot er een meerderheid is.

Artikel 6 Ambtelijke bijstand

1 De griffier ondersteunt de onderzoekscommissie. De griffier kan daarbij, in overleg met de gemeentesecretaris, een beroep doen op de loco-griffier en de ambtelijke organisatie. Voor zover de onderzoekscommissie behoefte heeft aan externe ondersteuning regelt de griffier dat binnen het door de raad gevoteerde krediet.

2 De griffier is bij iedere zitting aanwezig.

3 Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt zijn plaats ingenomen door de loco-griffier.

4 De verordening ambtelijke bijstand is niet van toepassing.

Artikel 7 Zittingen

1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die ter openbare kennis.

2 De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

3 Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

4 De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld.

Artikel 8 Toehoorders en de pers

1 De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

2 Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

3 De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken.

Artikel 9 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 10 Verslaglegging zitting

1 De griffier draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

2 Het verslag vermeldt:

  • a.

    de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang

  • b.

    het verloop van de zitting, waaronder een verwijzing naar de op de zitting overgelegde en aan het verslag (al dan niet digitaal) te hechten bescheiden

  • c.

    de digitale link waarop de geluidregistratie van de zitting is te beluisteren op de website van de gemeente Landerd, zulks voor zover het een openbare zitting betreft

4 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Artikel 11 Beraadslagingen

1 De onderzoekscommissie beraadslaagt indien de voorzitter of een lid dat nodig acht.

2 De onderzoekscommissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

3 Van de beraadslagingen worden niet-openbare afsprakenlijsten gemaakt die berusten bij de griffier.

Artikel 12 Afronding onderzoek

Na afronding van het onderzoek door de onderzoekscommissie worden haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen voorgelegd aan de raad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2012

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het onderzoeksrecht van de raad.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 september 2012

De griffier, De voorzitter,

J.A.G. Huijs W.C. Doorn-van der Houwen