Regeling vervallen per 27-07-2022

Verordening regelende de instelling, de taak en de samenstelling van de audit commissie gemeente Landsmeer

Geldend van 02-05-2007 t/m 26-07-2022

Intitulé

Verordening regelende de instelling, de taak en de samenstelling van de audit commissie gemeente Landsmeer

De raad van de gemeente Landsmeer;

Gelezen het voorstel van het presidium van 28 maart 2007;

Gelet op het bepaalde in artikel 84 Gemeentewet juncto artikel 4, lid 3 van de Controleverordening gemeente Landsmeer 2006;

b e s l u i t:

Vast te stellen de volgende verordening regelende de instelling, de taak en de samenstelling van de audit commissie gemeente Landsmeer.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van Landsmeer;

  • b.

    de commissie: de audit commissie

  • c.

    een lid: een lid van de commissie;

  • d.

    de voorzitter: de voorzitter van de commissie of diens plaatsvervanger;

  • e.

    de accountant: de accountant benoemd door raad in overeenstemming met artikel 213, lid 2 Gemeentewet;

  • f.

    controleverordening: de Controleverordening gemeente Landsmeer 2006 ex artikel 213 Gemeentewet;

  • g.

    de griffier: de griffier van de gemeenteraad dan wel diens plaatsvervanger;

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie:

    • a.

      voert namens de raad het periodieke overleg met de accountant zoals bepaald in artikel 4 van de Controleverordening;

    • b.

      is het directe aanspreekpunt voor de door de raad aangewezen accountant;

    • c.

      adviseert de raad jaarlijks over het Controleprotocol voor de accountantscontrole waarin wordt opgenomen: de goedkeuringstoleranties;afzonderlijk te controleren deelwaarnemingen; een inrichtingsplan voor verslag van bevindingen; eventuele tussentijdse controles, de frequentie en inrichting daarvan; posten van de jaarrekening of deelcontroles en afwijkende rapporteringtoleranties;

    • d.

      adviseert de raad jaarlijks over de jaarrekening, mede aan de hand van de accountantsverklaring en het accountantsverslag;

    • e.

      adviseert de raad over het programma van eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole;

    • f.

      is belast met de voorbereiding van procedures tot selectie en benoeming van een accountant en het doen van een voordracht voor de keuze;

    • g.

      bespreekt de bevindingen van de accountant naar aanleiding van de interim controle en naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole;

    • h.

      formuleert een advies aan de raad over de wijze van behandeling van de rapportages van de accountant;

    • i.

      houdt toezicht op de kwaliteit van de interne en externe financiële rapportages en maakt zonodig afspraken met de portefeuillehouder financiën en de concerncontroller over de planning- en controlecyclus binnen de gemeente.

    • j.

      bespreekt periodiek de wijze waarop het college en de organisatie invulling geven aan de naleving van artikel 212 Gemeentewet.

  • 2. De raad kan de commissie aanwijzingen en opdrachten geven voor de uitoefening van haar taken en bevoegdheden.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit drie raadsleden.

  • 2. Een lid van de rekenkamercommissie kan geen lid van de commissie zijn.

  • 3. De commissie kan de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris, de concerncontroller verzoeken bij haar vergaderingen aanwezig te zijn.

  • 4. De accountant kan worden uitgenodigd deel te nemen aan beraadslagingen van de commissie, behoudens de beraadslaging over het genoemde in artikel 2 sub e en f.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De zittingsperiode van de leden in de commissie eindigt wanneer zij ophouden lid van de raad te zijn en in elk geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. De raad kan een raadslid als commissielid ontslaan.

  • 3. Een lid kan te allen tijde ontslag nemen.

Artikel 5 Vergaderingen

De vergaderingen zijn van de commissie zijn besloten.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1. De drie raadsleden bepalen onderling wie van hen voorzitter en vice-voorzitter is.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeen roepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en het bevorderen van een heldere besluitvorming.

  • 3. De voorzitter c.q. de vice-voorzitter vertegenwoordigt de commissie in raads- en commissievergaderingen.

Artikel 7 Informatievoorziening

  • 1. De commissie informeert de raad vroegtijdig en actief.

  • 2. De informatie omvat in ieder geval:

    • a.

      de besluitenlijst van de vergaderingen van de commissie;

    • b.

      het controleprotocol;

    • c.

      de tussentijdse rapportages en controles;

    • d.

      het accountantsrapport;

    • e.

      de accountantsselectie.

Artikel 8 Secretaris

De griffier fungeert als secretaris van de commissie.

Artikel 9 Evaluatiebepaling

De verordening wordt twee jaar na het inwerking treden geëvalueerd.

Artikel 10 Slotbepalingen

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening audit commissie gemeente Landsmeer 2007”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt inwerking één dag na de bekendmaking. Met dien verstande dat zij voor het eerst zal gelden voor het rekeningsjaar 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer op 24 april 2007.

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1

Op grond van de Controleverordening die voortvloeit uit artikel 213 Gemeentewet, vastgesteld bij besluit van 28 juni 2006, dient er periodiek afstemmingsoverleg plaats te vinden tussen de accountant, een vertegenwoordiging uit de raad van drie leden, een vertegenwoordiger van de rekenkamercommissie, de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris, de concerncontroller. Op grond van artikel 7 lid 4 dient de accountant voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken, het verslag van bevindingen met (een voor dit doel ingestelde vertegenwoordiging) van de raad te bespreken.

Artikel 2

Dit artikel regelt de verhouding tussen raad en commissie. Sinds de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur wordt de accountant door de raad aangewezen en niet meer door het college. De reguliere aansturing tijdens de interim en jaarrekeningcontrole kan dan ook niet langer door de portefeuillehouder plaatsvinden. Primaire taak van de commissie ligt dan ook op dit vlak, het vormen van een aanspreekpunt voor de accountant tijdens zijn controlewerkzaamheden en het daarbij aansturen van de accountant. Dit maakt een efficiënte aansturing mogelijk zonder dat steeds behandeling in de raadscommissie c.q. raad noodzakelijk is.

De commissie treedt op als deskundig en ondersteunend orgaan, niet als een politiek bestuurlijk orgaan.

De commissie bereidt de adviezen van de raad voor ten aanzien van het aanwijzen van de accountant en het vaststellen van de jaarrekening.

Samen met het college bereidt de commissie de selectieprocedure van de accountant voor.

Het 2e lid maakt de verhouding tussen raad en commissie volstrekt helder, de raad kan de commissie aanwijzingen en opdrachten geven ter uitoefening van haar taken en bevoegdheden.

Artikel 3

De gekozen samenstelling wijkt niet af van de eerder vastgestelde Controleverordening en de Verordening op de Rekenkamercommissie. In dit voorstel ligt de nadruk op het ondersteunend zijn aan de raad en bij de jaarrekening als onderzoekscommissie op te treden. Vandaar de keuze voor het op verzoek aanwezig zijn van de genoemde functionarissen.

Artikel 4

Het lidmaatschap is gekoppeld aan het raadslidmaatschap, op het moment dat men geen deel meer uitmaakt van de raad vervalt het lidmaatschap van deze commissie.

Artikel 5

Gelet op de taakstelling van de commissie moet zij haar werk in alle rust kunnen doen.

Artikel 6

Een logische consequentie voor het borgen van de terugkoppeling naar de raad.

Artikel 7

De commissie is ondersteunend aan de raad. Wil de raad zijn controlerende rol goed kunnen vervullen dan is het van belang dat men tijdig en adequaat geïnformeerd wordt.

Het 1e lid onderstreept dat belang.

Met het oog op de transparantie worden in het 2e lid verschillende zaken genoemd waarover de raad minimaal geïnformeerd dient te worden, maar het 1e lid onderstreept de bredere verantwoordelijkheid van de commissie dat zij de raad daar waar relevant tijding en pro-actief informeert.

De overige artikelen spreken voor zich.