Marktverordening gemeente Landsmeer 2019

Geldend van 27-02-2019 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Landsmeer 2019

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    marktkraamhandelaar: een ondernemer die markthandel uitoefent;

  • c.

    standplaatshouder: een marktkraamhandelaar aan wie door het college toestemming is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • d.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een standplaatshouder;

  • f.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een standplaatshouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • g.

    anciënniteitlijst: de lijst van standplaatshouders van een vaste standplaats;

  • h.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college:

  • i.

    meeloopstandplaats: een standplaats die voor maximaal vier weken ter beschikking is gesteld aan een standplaatshouder om te onderzoeken of hij/zij in aanmerking wil komen voor een vaste standplaats.

Artikel 2: Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 3: Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Hoofdstuk 2: Bepalingen over standplaatsen

Artikel 4: Toestemming standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder toestemming van het college.

Artikel 5. Vereisten

  • 1. Voor toestemming voor het innemen van een meeloopstandplaats of een vaste standplaats komt uitsluitend een onderneming in aanmerking die een melding heeft ingediend bij het college.

  • 2. Voor toestemming voor het innemen van een dagplaats komen de volgende personen en/of organisaties in aanmerking indien zij een melding hebben ingediend bij het college:

    • a.

      een onderneming;

    • b.

      een ideële en/of niet commerciële organisatie;

Artikel 6: Weigeren toestemming te verlenen

Het college besluit geen toestemming te verlenen:

  • a.

    indien de melding niet volledig is ingediend;

  • b.

    indien er geen standplaatsen beschikbaar zijn op de markt;

  • c.

    indien er op de markt vergelijkbare producten worden verkocht door een standplaatshouder, dit ter beoordeling van de marktmeester;

  • d.

    voor een vaste standplaats indien een eerdere toestemming voor een vaste standplaats is ingetrokken op grond van artikel 10 van deze verordening;

  • e.

    voor een vaste marktstandplaats indien de marktkraamhandelaar uitgesloten is van toewijzing van een dagstandplaats als bedoeld in artikel 11, derde lid, van deze verordening;

  • f.

    voor een dagstandplaats indien de toestemming voor het innemen van een vaste marktstandplaats door de desbetreffende marktkraamhandelaar is ingetrokken of geschorst als bedoeld in artikel 10 van deze verordening.

Artikel 7: Intrekking toestemming vaste standplaats

  • 1. Het college trekt de toestemming van een vaste standplaats in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de standplaatshouder;

    • b.

      bij overlijden van de standplaatshouder, tenzij op grond van artikel 8 van deze verordening de toestemming wordt overgedragen.

  • 2. Het college kan de toestemming van een vaste standplaats intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de standplaatshouder niet meer voldoet aan de in artikel 5 genoemde vereisten.

    • c.

      indien een standplaatshouder vier achtereenvolgende marktdagen zonder afmelding afwezig is geweest

    • d.

      indien de verleende toestemming gebruik wordt voor ondermijnende activiteiten.

Artikel 8: Overschrijving toestemming vaste standplaats

  • 1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de standplaatshouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan toestemming voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de toestemming niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de standplaatshouder toestemming voor een vaste standplaats krijgen indien hij/zij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de standplaatshouder heeft gewerkt, gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd of de periode in loondienst en de periode als mede-eigenaar opgeteld drie jaar betreft.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de standplaatshouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4. In geval van echtscheiding waarbij bij rechtelijke uitspraak de desbetreffende standplaats wordt toegewezen aan degene die niet op de toestemming vermeld staat wordt de toestemming overschreven aan degene aan wie de standplaats is toegewezen bij rechtelijke uitspraak.

  • 5. Indien degene aan wie de toestemming wordt overgedragen reeds toestemming heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde toestemming ingetrokken.

Artikel 9: Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende toestemming, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de toestemming is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een toestemming is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 3: Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10: Intrekking en schorsing toestemming vaste standplaats

Onverminderd het bepaalde in artikel 6 kan het college de toestemming voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de standplaatshouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de nadere regels als bedoeld in artikel 2 overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde markgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 11: Uitsluiting toestemming dagplaats

  • 1. Het college kan een marktkraamhandelaar van de toestemming voor het innemen van een dagplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien de standplaatshouder of een persoon die hem bijstaat:

    • a.

      het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de nadere regels als bedoeld in artikel 2 overtreedt;

    • b.

      zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • c.

      niet of niet tijdig het verschuldigde markgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 2. Indien een marktkraamhandelaar binnen zes maanden na een uitsluiting als bedoeld in het eerste lid zich schuldig maakt aan gedragingen als bedoeld in onderdelen a, b en c van het eerste lid kan het college de marktkraamhandelaar van toewijzing van een dagplaats uitsluiten voor ten hoogste zes maanden.

  • 3. Indien een marktkraamhandelaar binnen zes maanden na een uitsluiting als bedoeld in het tweede lid zich schuldig maakt aan gedragingen als bedoeld in onderdelen a, b en c van het eerste lid kan het college de marktkraamhandelaar van toewijzing van een dagplaats uitsluiten voor onbepaalde tijd.

Artikel 12: Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een standplaatshouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij/zij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de nadere regels als bedoeld in artikel 2 overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 13: Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 14: Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 15: Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening gemeente Landsmeer 2008, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Landsmeer 2008 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 16: Evaluatie

Evaluatie van deze verordening vindt plaats 3 jaar na inwerkingtreding.

Artikel 17: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 18: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Landsmeer 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 januari 2019

De griffier,

De voorzitter,