Regeling Commissie voor de erepenningen van de gemeente Laren

1 De commissie bestaat uit drie leden. De commissie benoemt uit zijn midden een voorzitter en een secretaris.

2 De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Na afloop van deze termijn, kunnen zij voor ten hoogste één termijn worden herbenoemd.

3 De commissie stelt voor zijn leden een rooster op volgens welke ieder jaar een lid van de commissie aftreedt, met dien verstande dat na drie jaar het eerste lid aftreedt en het tweede en derde lid na respectievelijk vier en vijf jaar.

4 De leden van de commissie worden door het college benoemd. Het college draagt er zorg voor dat de commissie qua samenstelling aan de volgende criteria voldoet:

* de te benoemen leden zijn bekend in het sociaal maatschappelijk of vrijwilligersleven van Laren;

• de te benoemen leden komen uit verschillende segmenten van de

samenleving;

• ten aanzien van de te benoemen leden dient er een evenwichtige spreiding te zijn over de verschillende segmenten van de Larense samenleving en een evenwichtige verdeling naar man/vrouw.

1 De commissie houdt bij het doen van een aanbeveling rekening met de volgende criteria:

• er moet sprake zijn van hoogwaardige en onderscheidende inzet voor de Larense gemeenschap; deze inzet mag zowel binnen als buiten Laren geprofileerd zijn;

• de inzet moet van importantie zijn voor de Larense gemeenschap waarbij de nadruk ligt op hoogwaardige inzet en niet op langdurige inzet;

• onder hoogwaardige inzet wordt verstaan beleidsmatige en/of vernieuwende inzet die de Larense gemeenschap ten goede komt;

• de inzet voor de Larense samenleving kan zijn betoond op een breed scala aan terreinen, zoals bijvoorbeeld cultuur, wetenschap, sport, welzijnswerk, gezondheidszorg of bevordering sociale cohesie;

2 De commissie draagt in principe niet meer dan twee personen of instellingen per jaar voor.

Het kan zijn dat er in enig jaar slechts één dan wel in het geheel geen erepenningen worden uitgereikt.

3 De erepenning wordt ten hoogste eenmaal aan een persoon of instelling uitgereikt. Dezelfde personen of instellingen kunnen niet voor een tweede keer worden aanbevolen.

4 De leden van de Commissie voor de erepenning van de gemeente Laren komen gedurende hun lidmaatschap van de commissie niet in aanmerking voor een erepenning.

1 De commissie kan op eigen initiatief personen of instellingen voordragen, maar ook andere personen of instellingen kunnen personen of instellingen bij de commissie voordragen. Voorstellen tot voordracht van bepaalde personen of instellingen dienen 3 maanden van te voren bij de commissie te zijn ingediend, hetzij via de website van de gemeente Laren, hetzij via het postadres van de gemeente Laren.

2 Ten aanzien van een voorgedragen persoon wordt een justitieel onderzoek ingesteld door de burgemeester. De commissie draagt de hiervoor benodigde gegevens zo spoedig mogelijk over aan de burgemeester, opdat het gevorderde onderzoek tijdig gereed kan zijn.

3 Indien een instelling voor de toekenning van de erepenning wordt voorgedragen, onderzoekt de commissie de jaarrekeningen met de accountantsverklaringen over de afgelopen vijf jaar.

4 De erepenningen worden in principe jaarlijks uitgereikt op 22 mei, tenzij er rondom de voorgedragen persoon/instelling een feestelijke bijeenkomst door derden wordt georganiseerd. In dat geval is de datum van voornoemde feestelijke bijeenkomst bepalend.

5 De commissie stelt de onderbouwing om de erepenning aan een bepaalde persoon of instelling uit te reiken op schrift. Nadat de erepenning is uitgereikt is dit geschrift openbaar en wordt het ter kennisneming toegezonden aan de gemeenteraad en gepubliceerd op de website van de gemeente Laren.

6 Totdat de erepenningen zijn uitgereikt, zijn de leden van de commissie, teneinde ervoor te zorgen dat de uitreiking van de erepenning een verrassing blijft voor de persoon of instelling, tot geheimhouding verplicht. Slechts aan het college of aan de kring van personen die zijn belast met de voorbereiding van de ceremoniële uitreiking kan informatie worden gegeven voor zover nodig voor een goede voorbereiding van de ceremoniële uitreiking. Deze personen zijn tevens tot geheimhouding verplicht.

7 Ook nadat de erepenning is uitgereikt zijn de leden van de commissie verplicht tot geheimhouding van die gegevens waarvan zij uit hoofde van hun werk voor de commissie kennis dragen en die niet in de onderbouwing openbaar zijn gemaakt en inbreuk (kunnen) maken op de persoonlijke levenssfeer van de aanbevolen personen of anderen.