Beleidsregels tijdelijke reclame-uitingen gemeente Leek 2012

Artikel 1 Begripsbepaling

Onder reclame-uitingen wordt in het kader van deze beleidsregels zowel commerciële reclame (handelsreclame) verstaan als ideële reclame (reclame voor een goed doel c.a.), tenzij uit de gebruikte bewoordingen blijkt dat oftewel (alleen) commerciële dan wel ideële reclame bedoeld wordt.

Artikel 2 Grondslag

De onderhavige beleidsregels zijn een nadere uitwerking van:

• a.

  artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening 1990 (APV) (voor wat betreft ideële reclame);

• b.

  artikel 4.4.2 APV (voor wat betreft commerciële reclame).

Artikel 3 Toegestane reclame-uitingen

Het is alleen toegestaan tijdelijke reclame-uitingen te plaatsen voor evenementen en activiteiten die plaatsvinden binnen gemeenten in het Westerkwartier, de gemeente Noordenveld en voor landelijke campagnes (collectes/acties) en voor onderwijsinstellingen.

Artikel 4 Plaatsing tijdelijke reclame-uitingen

Het plaatsen van tijdelijke reclame-uitingen is slechts onder de volgende voorwaarden toegestaan:

• a.

  reclame-uitingen mogen alleen plaatsvinden middels het plaatsen van zogenoemde sandwich- of driehoeksborden;

• b.

  de sandwich- of driehoeksborden mogen uitsluitend worden geplaatst aan een lantaarnpaal;

• c.

  er mag slechts één sandwich- of driehoeksbord per lantaarnpaal worden geplaatst,

• d.

  de sandwich- en driehoeksborden mogen niet groter zijn dan 1 m²;

• e.

  de sandwich- of driehoeksborden mogen de verkeersveiligheid op geen enkele wijze in gevaar brengen;

• f.

  de sandwich- of driehoeksborden zijn niet toegestaan in beschermde dorpsgezichten;

• g.

  de sandwich- en driehoeksborden mogen niet direct of indirect kunstmatig worden verlicht en ook niet van fluorescerend of reflecterend materiaal zijn voorzien;

• h.

  er dient gebruikgemaakt te worden van een sterk en weersbestendig materiaal;

• i.

  de sandwich- of driehoeksborden mogen maximaal twee weken op de aangegeven plek staan;

• j.

  de sandwich- of driehoeksborden moeten binnen twee dagen na het evenement of de activiteit verwijderd worden;

• k.

  voor eenzelfde activiteit mogen slechts een keer per kwartaal tijdelijke reclame-uitingen geplaatst worden.

Artikel 5 Spandoeken

In afwijking van het bepaalde onder 4, sub a, mag een reclame-uiting ook als spandoek worden geplaatst indien:

• a.

  het spandoek maximaal twee weken op de betreffende plaats aangebracht is;

• b.

  als het een spandoek betreft die over de openbare weg is geplaatst, dient de minimale hoogte in verband met de verkeersveiligheid 4,5 meter boven de weg te zijn;

• c.

  het bepaalde in 4 onder e tot en met k is van overeenkomstige toepassing op spandoeken.

Artikel 6 Verkiezingsborden

Het plaatsen van borden en dergelijke voor politieke verkiezingen blijft toegestaan.

Artikel 8 Doelmatigheidsbepaling

Het college kan toestaan dat wordt afgeweken van deze beleidsregels wanneer een strikte toepassing ervan in het belang van de openbare ruimte niet kan worden gerechtvaardigd of indien er anderszins geen onoverkomelijke bezwaren zijn om van deze beleidsregels af te wijken.

Artikel 9 Handhaving

Indien blijkt dat reclame-uitingen in strijd met deze beleidsregels geplaatst of opgehangen zijn dan krijgt degene die deze uitingen geplaatst of opgehangen heeft:

• a.

  een telefonische waarschuwing met het verzoek om de reclame-uitingen op zo kort mogelijke termijn, maar in ieder geval binnen 24 uur te verwijderen;

• b.

  als aan het onder a genoemde verzoek niet (tijdig) voldaan wordt, een aanschrijving dat de reclame-uitingen door het college op kosten van degene die ze geplaatst of opgehangen heeft, verwijderd zal worden (bestuursdwangaanschrijving ex artikel 125 Gemeentewet en artikel 5:21 e.v. Algemene wet bestuursrecht);

• c.

  indien de reclame-uitingen gevaar voor de verkeersveiligheid kunnen opleveren, dan kan het college besluiten bestuursdwang toe te passen zonder dat daar een aanschrijving aan vooraf gegaan is (procedure ex artikel 5:31 Algemene wet bestuursrecht).