Regeling vervallen per 01-01-2019

Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek 2013

Geldend van 13-11-2013 t/m 31-12-2018

Intitulé

Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek 2013

De ondernemingsraad van de gemeente Leek;

B E S L U I T:

vast te stellen het Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek 2013.

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    ondernemer: de gemeente Leek;

  • b.

    onderneming: de bestuursdienst van de gemeente Leek met inbegrip van de medewerkers bij de gemeentelijke brandweer en de griffie van de gemeente Leek;

  • c.

    wet: de Wet op de ondernemingsraden;

  • d.

    bestuurder: de gemeentesecretaris van de gemeente Leek, mede namens de griffier van de gemeente Leek;

  • e.

    werknemersorganisaties: de verenigingen van werknemers bedoeld in artikel 9, lid 2, onder a van de wet;

  • f.

    ondernemingsraad: de gemeenschappelijke ondernemingsraad van de bestuursdienst en de griffie van de gemeente Leek;

  • g.

    ambtelijk secretaris: de door de bestuurder beschikbaar gestelde medewerker die de ondernemingsraad ondersteunt bij de uitvoering van haar taken, maar geen lid is van de ondernemingsraad.

Hoofdstuk II. Samenstelling en zittingsduur

Artikel 2

  • 1. De ondernemingsraad bestaat uit maximaal zeven leden en minimaal drie leden.

  • 2. De ondernemingsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter.

  • 3. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de ondernemingsraad in rechte.

Artikel 3

  • 1. De leden van de ondernemingsraad treden om de vier jaar tegelijk af.

  • 2. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar.

Hoofdstuk III. Voorbereiding van de verkiezing; actief en passief kiesrecht; kandidaatstelling

Artikel 4

  • 1. De organisatie van de verkiezing van de leden van de ondernemingsraad geschiedt onder verantwoordelijkheid van de ondernemingsraad.

  • 2. De ondernemingsraad kan de organisatie van de verkiezing opdragen aan een commissie.

Artikel 5

  • 1. Kiesgerechtigd zijn de personen die gedurende ten minste zes maanden in de onderneming werkzaam zijn. Het begrip 'werkzaam', zoals bedoeld is in dit lid, strekt zich tevens uit tot personen die geen direct dienstverband hebben met de gemeente.

  • 2. Verkiesbaar tot lid van de ondernemingsraad zijn de personen die gedurende ten minste zes maanden in de onderneming werkzaam zijn.

Artikel 6

  • 1. De ondernemingsraad bepaalt na overleg met de ondernemer de datum van de verkiezingen alsmede de tijdstippen van aanvang en einde van de stemming. De ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad doet van een en ander mededeling aan de ondernemer, aan de in de onderneming werkzame personen en aan de werknemersorganisaties. Tussen het doen van deze mededeling en de datum waarop de verkiezing wordt gehouden, liggen ten minste dertien weken.

  • 2. De datum van de verkiezing ligt niet eerder dan vier weken en niet later dan twee weken voor de afloop van de zittingsperiode van de aftredende leden van de ondernemingsraad.

  • 3. De ondernemingsraad of de door hem ingestelde verkiezingscommissie kan zich bij de verkiezingen laten bijstaan door een of meer stembureaus, die elk bestaan uit ten hoogste drie in de onderneming werkzame personen.

Artikel 7

  • 1. Uiterlijk negen weken voor de verkiezingsdatum stelt de ondernemingsraad een lijst op van de in de onderneming werkzame personen die op de verkiezingsdatum kiesgerechtigd, respectievelijk verkiesbaar zijn en maakt hij deze lijst in de onderneming bekend.

  • 2. Kandidaatstelling geschiedt door indiening van een lijst van een of meer kandidaten bij de ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad. Deze verstrekt een gedagtekend bewijs van ontvangst op naam van degene die de lijst heeft ingediend.

  • 3. Tot uiterlijk zes weken voor de verkiezingsdatum kunnen werknemersorganisaties kandidatenlijsten indienen.

  • 4. Tot uiterlijk drie weken voor de verkiezingsdatum kunnen kandidatenlijsten bij de ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad worden ingediend door iedere in de onderneming werkzame kiesgerechtigde persoon of groep van personen, die geen lid zijn van een werknemersorganisatie welke een kandidatenlijst heeft ingediend.

  • 5. Bij elke kandidatenlijst wordt van iedere daarop voorkomende kandidaat een schriftelijke verklaring overgelegd dat deze de kandidatuur aanvaardt.

  • 6. De naam van een kandidaat mag slechts op één kandidatenlijst voorkomen.

Artikel 8

  • 1. De ondernemingsraad onderzoekt of de ingediende kandidatenlijsten en de kandidaten die daarop voorkomen, voldoen aan de vereisten van de wet en van dit reglement.

  • 2. De ondernemingsraad verklaart een kandidatenlijst die niet voldoet aan de in het vorige lid bedoelde vereisten, ongeldig en doet hiervan onmiddellijk schriftelijk en met opgave van redenen mededeling aan degene(n) door wie de lijst is ingediend. Gedurende één week na deze mededeling bestaat de gelegenheid de lijst aan de gestelde vereisten aan te passen.

  • 3. De kandidatenlijsten worden uiterlijk twee weken voor de verkiezingsdatum door de ondernemingsraad aan de in de onderneming werkzame personen bekend gemaakt.

Artikel 9

Indien er niet meer kandidaten zijn gesteld dan er plaatsen in de ondernemingsraad zijn te vervullen, vindt er geen verkiezing plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen.

Hoofdstuk IV. Wijze van stemmen bij verkiezingen

Artikel 10

  • 1. De verkiezing geschiedt bij geheime schriftelijke stemming.

  • 2. Op de dag van de verkiezing wordt door of namens de ondernemingsraad, op de door hem daarvoor aangewezen plaatsen, aan iedere kiesgerechtigde persoon een gewaarmerkt stembiljet uitgereikt. Op dit stembiljet staan de kandidaten vermeld. Dadelijk na invulling deponeert de kiesgerechtigde persoon dit stembiljet in een daartoe bestemde bus, tenzij het stembiljet per post wordt verzonden.

  • 3. Iedere kiesgerechtigde persoon kan voor ten hoogste twee andere kiesgerechtigde personen een stembiljet invullen, mits hij door deze personen schriftelijk daartoe is gemachtigd.

Artikel 11

Iedere kiesgerechtigde persoon brengt één stem uit.

Artikel 12

  • 1. Na het einde van de stemming stelt de ondernemingsraad het aantal geldige stemmen vast dat op elke kandidatenlijst en elke daarop voorkomende kandidaat is uitgebracht.

  • 2. Ongeldig zijn de stembiljetten:

    • a.

      die niet door of namens de ondernemingsraad zijn gewaarmerkt,

    • b.

      waaruit niet duidelijk de keuze van de stemgerechtigde blijkt,

    • c.

      waarop meer dan één stem is uitgebracht,

    • d.

      waarop andere aantekeningen voorkomen dan de uitgebrachte stemmen.

Artikel 13

  • 1. Ter bepaling van de uitslag van de verkiezing berekent de ondernemingsraad in de eerste plaats de kiesdeler, door het aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal te bezetten zetels in de ondernemingsraad. Vervolgens worden aan iedere kandidatenlijst zoveel zetels toegewezen als de kiesdeler begrepen is in het aantal op die lijst uitgebrachte geldige stemmen. Zetels die op deze wijze niet kunnen worden vervuld, worden achtereenvolgens toegekend aan de lijsten met de meeste reststemmen. Stemmen uitgebracht op een lijst die de kiesdeler niet haalde, gelden – indien ten minste driekwart van de kiesdeler is gehaald – ook als reststemmen. Bij een gelijke hoeveelheid reststemmen van twee of meer lijsten beslist het lot welke lijst het eerst een restzetel krijgt. De zetels die aan een lijst zijn toegevallen, worden toegewezen aan de daarop staande kandidaten. Dit gebeurt in de volgorde waarop zij op de lijst voorkomen, met dien verstande dat een kandidaat die persoonlijk de kiesdeler heeft gehaald, in ieder geval is gekozen.

  • 2. De uitslag van de verkiezing wordt door de ondernemingsraad vastgesteld en volledig bekendgemaakt aan de ondernemer, aan de in de onderneming werkzame personen en aan de werknemersorganisaties die de kandidatenlijsten hebben ingediend.

Artikel 14

De gebruikte stembiljetten worden door de ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad in een gesloten envelop ten minste drie maanden bewaard.

Hoofdstuk V. Voorziening in tussentijdse vacatures

Artikel 15

  • 1. In geval van een tussentijdse vacature in de ondernemingsraad wijst de ondernemingsraad tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat die, staande op dezelfde kandidatenlijst als het lid wiens plaats hij inneemt, volgens de uitslag van de laatstgehouden verkiezing daarvoor als eerste in aanmerking komt.

  • 2. De aanwijzing geschiedt binnen een maand na het ontstaan van de vacature. Artikel 13, tweede lid, van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Indien er geen opvolger als bedoeld in het eerste lid aanwezig is en de ondernemingsraad heeft vastgesteld dat een verkiesbare persoon uit de onderneming belangstelling heeft om de vacature te vervullen, wordt in de vacature voorzien via een verkorte procedure.

  • 4. De verkiesbare persoon als bedoeld in lid 3 wordt als gekozen beschouwd, indien binnen een week na datering van de schriftelijke bekendmaking hiervan aan achtereenvolgens de bestuurder, de werknemersorganisaties en de in de onderneming werkzame personen geen bezwaren zijn ontvangen.

  • 5. Indien meerdere verkiesbare personen belangstelling hebben getoond om de tussentijdse vacature te vervullen, wordt in deze vacature voorzien door het houden van een tussentijdse verkiezing, tenzij binnen zes maanden een algemene verkiezing plaatsvindt.

Hoofdstuk VI. Bezwaarregeling

Artikel 16

  • 1. Iedere belanghebbende kan, binnen een week na de bekendmaking daarvan, bij de ondernemingsraad bezwaar maken tegen een besluit van de ondernemingsraad met betrekking tot:

    • a.

      de bepaling van de datum van de verkiezing en de tijdstippen van aanvang en einde van de stemming, zoals geregeld in artikel 6, lid 1;

    • b.

      de opstelling van de lijst van kiesgerechtigde en verkiesbare personen, zoals geregeld in artikel 7, lid 1;

    • c.

      de geldigheid van een kandidatenlijst, zoals geregeld in artikel 8;

    • d.

      de vaststelling van de uitslag van de verkiezing, zoals geregeld in artikel 13, lid 2;

    • e.

      de voorziening in een tussentijdse vacature, zoals geregeld in artikel 15.

  • 2. De ondernemingsraad beslist zo spoedig mogelijk op het bezwaar en treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn.

Hoofdstuk VII. Werkwijze en secretariaat van de ondernemingsraad

Artikel 17

  • 1. De ondernemingsraad komt in vergadering bijeen:

    • a.

      op verzoek van de voorzitter;

    • b.

      op gemotiveerd verzoek van ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering. Een vergadering op verzoek van leden van de ondernemingsraad wordt gehouden binnen veertien dagen nadat hun verzoek daartoe bij de voorzitter is ingekomen.

  • 3. De bijeenroeping geschiedt door de ambtelijk secretaris door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden van de ondernemingsraad. De bijeenroeping geschiedt ten minste zeven dagen voor de te houden vergadering, behoudens in spoedeisende gevallen.

  • 4. Een vergadering kan slechts plaatsvinden indien de meerderheid van de leden van de ondernemingsraad aanwezig is.

  • 5. Bij ontstentenis van de voorzitter en van diens plaatsvervanger kiest de ondernemingsraad uit de aanwezige leden een voorzitter voor de vergadering.

Artikel 18

  • 1. De ondernemingsraad belast de ambtelijk secretaris met secretaris taken.

  • 2. De ambtelijk secretaris is in ieder geval belast met het bijeenroepen van de ondernemingsraad, het opmaken van de agenda en het opstellen van het verslag van de vergadering, evenals met het voeren van de briefwisseling en het beheren van de voor de ondernemingsraad bestemde en van de ondernemingsraad uitgaande stukken.

Artikel 19

  • 1. De ambtelijk secretaris stelt in overleg met de voorzitter voor iedere vergadering een agenda op. Ieder lid van de ondernemingsraad kan de ambtelijk secretaris verzoeken een onderwerp op de agenda te plaatsen.

  • 2. De ambtelijk secretaris brengt de agenda ter kennis van de leden van de ondernemingsraad, alsook van de ondernemer en bevordert, zoveel als in zijn vermogen ligt, dat de in de onderneming werkzame personen van de agenda kunnen kennisnemen. Behoudens in spoedeisende gevallen geschiedt de bekendmaking van de agenda niet later dan zeven dagen vóór de vergadering van de ondernemingsraad.

Artikel 20

  • 1. De ondernemingsraad beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Voor de bepaling of aan dit voorschrift wordt voldaan, tellen de blanco stemmen niet mee.

  • 2. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd.

  • 3. Indien bij een besluit met betrekking tot de benoeming van een persoon geen van de kandidaten bij de eerste stemming de gewone meerderheid haalt, vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is degene die de meeste stemmen op zich heeft verenigd, gekozen. Indien de stemmen staken beslist het lot.

  • 4. Bij staking van stemmen over een voorstel tot een door de ondernemingsraad te nemen besluit dat geen betrekking heeft op een te benoemen persoon, wordt dit voorstel op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Artikel 21

  • 1. Zo spoedig mogelijk na iedere vergadering van de ondernemingsraad maakt de ambtelijk secretaris daarvan een verslag en zendt hij dit in concept toe aan de leden. De leden hebben de mogelijkheid – bij voorkeur gemotiveerd – bezwaar te maken tegen de inhoud van het verslag. De ondernemingsraad beslist over de inhoud van het verslag en stelt het vast in zijn eerstvolgende vergadering.

  • 2. De ambtelijk secretaris maakt na het verstrijken van zeven dagen na de toezending bedoeld in lid 1 het conceptverslag bekend aan de in de onderneming werkzame personen en aan de ondernemer. Het aan de in de onderneming werkzame personen bekend te maken verslag bevat geen gegevens waaromtrent ingevolge artikel 20 van de wet geheimhouding moet worden betracht.

  • 3. Indien een bezwaar als bedoeld in lid 1 van dit artikel is gemaakt, maakt de ambtelijk secretaris het verslag eerst bekend nadat de ondernemingsraad over het verslag heeft beslist.

Artikel 22

  • 1. De voorzitter maakt jaarlijks voor 1 april een verslag op van de werkzaamheden van de ondernemingsraad (en indien van toepassing van de commissies van de raad) in het afgelopen jaar. Dit verslag behoeft de goedkeuring van de ondernemingsraad.

  • 2. De ambtelijk secretaris maakt het jaarverslag na de goedkeuring van de ondernemingsraad bekend aan de ondernemer en aan de in de onderneming werkzame personen.

Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen

Artikel 23

  • 1. Dit reglement kan worden gewijzigd en aangevuld bij besluit van de ondernemingsraad.

  • 2. Alvorens de wijziging of aanvulling vast te stellen, stelt de ondernemingsraad de ondernemer in de gelegenheid daarover zijn standpunt kenbaar te maken.

  • 3. In de vergadering waarin wordt besloten het reglement te wijzigen of aan te vullen, dient ten minste tweederde van het aantal leden van de ondernemingsraad aanwezig te zijn.

  • 4. Een dergelijk besluit behoeft een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen. Voor de bepaling of aan dit voorschrift is voldaan, tellen de blanco stemmen niet mee.

  • 5. De ondernemingsraad maakt de wijziging of aanvulling bekend aan de in de onderneming werkzame personen en verstrekt een afschrift daarvan aan de ondernemer.

Artikel 24

  • 1. Dit reglement treedt in werking één dag na vaststelling.

  • 2. Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek 2013

  • 3. Met de inwerkingtreding van dit reglement komt het Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek 2011 te vervallen.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van de
Ondernemingsraad Gemeente Leek
d.d. 12 november 2013.
De voorzitter.