Regeling vervallen per 16-07-2019

Verordening voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie in de gemeente Leek 2014

Geldend van 16-04-2016 t/m 15-07-2019

Intitulé

Verordening voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie in de gemeente Leek 2014

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van het presidium van de raad van 7 februari 2014, registratienummer 2014000981;

gelet op artikel 81oa (hoofdstuk IVb) en 84 van de Gemeentewet;

mede gelet op het bestuursconvenant inzake de instelling en instandhouding van een gemeentelijke rekenkamercommissie in de vorm van een personele unie voor de gemeenten Grootegast, Marum, Leek en Zuidhorn;

B E S L U I T :

vast te stellen deVerordening voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie in de gemeente Leek 2014.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de raad van de gemeente Leek;

  • b.

    de commissie: de rekenkamercommissie die door de raad van de gemeente Leek is ingesteld;

  • c.

    de verordening: de Verordening voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie in de gemeente Leek;

  • d.

    doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt;

  • e.

    doelmatigheid: het streven met een zo gering mogelijke inzet van middelen een bepaald resultaat te bereiken dan wel met een bepaalde inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

  • f.

    rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving;

  • g.

    de voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • h.

    de griffier: de griffier van de gemeente waar de commissie zetelt;

  • i.

    raadsperiode: zittingsperiode van de raad.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. De commissie wordt ingesteld door de raad en heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente gevoerde bestuur.

  • 2. De commissie is verantwoordelijk voor een goede kwaliteit van onderzoeken en rapportages.

  • 3. Doelstelling van de onderzoeken is steeds het vaststellen of het uitvoeren van beleid goed gegaan is en of dat in de toekomst anders en beter kan. De onderzoeken zullen gericht zijn op structurele processen met als doel te leren van gedane zaken. Incidenten kunnen aanleiding zijn voor onderzoek maar het zwaartepunt moet liggen bij de structurele beleidsevaluatie waarbij het gaat om effectiviteit van beleid.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming commissie

  • 1. De commissie bestaat uit drie leden, te weten: een voorzitter en twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door de raad benoemd.

  • 3. Niet benoembaar tot voorzitter of lid van de commissie is:

    • a.

      een lid van het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      een lid van de raad;

    • c.

      een plaatsvervangend lid van de raadscommissie;

    • d.

      een bestuurder of persoon in dienst van de gemeente, een gemeenschappelijke regeling of een instelling of organisatie, die afhankelijk is van subsidie van de gemeente.

  • 4. De leden worden eerst benoemd voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad (raadsperiode) met maximale verlenging van twee raadsperiodes. De raad kan beargumenteerd besluiten (her)benoeming voor een kortere periode aan te gaan.

Artikel 4 Ontslag

  • 1. De leden van de commissie worden door de raad benoemd en ontslagen of op non-actief gesteld indien daartoe aanleiding is.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer de gemeenteraad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen;

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      bij het einde van de huidige raadsperiode, behoudens herbenoeming;

    • g.

      door beëindiging van het convenant of intrekking van deze verordening.

  • 3. De leden kunnen door de raad worden ontslagen:

    • a.

      wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen;

    • b.

      op voordracht van de commissie indien deze van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van commissielid te vervullen.

Artikel 5 Voorzitterschap rekenkamercommissie

  • 1. Een van de leden wordt door de raad benoemd in de functie van voorzitter van de commissie.

  • 2. De voorzitter is stemhebbend lid van de commissie.

  • 3. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

Artikel 6 Taak voorzitter

  • 1. De voorzitter zorgt, in overleg met de secretaris, voor het bijeenroepen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. De voorzitter leidt de vergaderingen, bewaakt de uitgangspunten, treedt op als woordvoerder namens de commissie en bevordert een zorgvuldige besluitvorming.

  • 3. De voorzitter voert regelmatig overleg met de secretaris, bedoeld in artikel 8, over de voortgang van de onderzoeken van de commissie.

Artikel 7 Eed en gedragscode

  • 1. Ten aanzien van de leden is artikel 81g van de Gemeentewet (eed of verklaring en belofte) van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Ten aanzien van de leden van de commissie is de gedragscode van toepassing zoals die is vastgesteld door de raad van de gemeente waar de commissie zetelt.

Artikel 8 Secretaris

  • 1. De griffier van de gemeente Zuidhorn benoemt de ambtelijke secretaris van de commissie, na overleg met de voorzitter van de commissie en de griffiers van de andere gemeenten.

  • 2. De secretaris ondersteunt de commissie bij de uitvoering van haar taken.

  • 3. De secretaris is bevoegd deel te nemen aan beraadslagingen binnen de commissie en heeft daarbij een adviserende stem.

  • 4. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht. De voorzitter bespreekt dit met de griffier.

  • 5. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van de dossiers.

Artikel 9 Inventarisatie en selectie van onderzoeksonderwerpen

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt. Per raadsperiode zullen zoveel onderzoeken worden gedaan als het budget toelaat met dien verstande dat het budget efficiënt ingezet zal worden.

  • 2. Conform artikel 182, lid 2 van de Gemeentewet kunnen gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek worden gedaan door de raad.

  • 3. Tevens verzoekt de commissie jaarlijks de inwoners van de gemeente onderwerpen voor onderzoek aan te dragen.

  • 4. Indien meerdere onderwerpen voor onderzoek in aanmerking komen, maakt de commissie daaruit een beargumenteerde keuze; ter bepaling van haar keuze kan de commissie een vooronderzoek laten verrichten.

  • 5. De commissie stelt jaarlijks zelfstandig, met inachtneming van lid 3 en 4 van dit artikel, voor 1 oktober een onderzoeksplan vast voor het daaropvolgende jaar en brengt dit ter kennis van de raad.

  • 6. Contact tussen de rekenkamercommissie en de raden vindt plaats via de griffier (wat betreft de onderzoeken) en de begeleidingscommissie (wat betreft het functioneren van de rekenkamercommissie).

  • 7. De commissie bericht de raad respectievelijk de inwoners binnen zes weken na ontvangst van de eventuele verzoeken, schriftelijk en gemotiveerd in hoeverre aan het verzoek tot onderzoek genoemd onder lid 2 respectievelijk lid 3 wordt voldaan.

Artikel 10 Taak en werkwijze commissie

  • 1. De wijze van werken van de commissie wordt vastgelegd in een door de commissie op te stellen reglement van orde alsmede een werkplan; het reglement en het werkplan worden direct na de vaststelling ter kennis gebracht aan de raad.

  • 2. De commissie stelt voor ieder te onderzoeken onderwerp een onderzoeksopzet vast en formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen.

  • 3. De voorzitter van de commissie is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het onderzoek.

  • 4. Voor de onderzoeksopzet, formulering van de onderzoeksvragen en probleemstellingen en de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, gebruik maken van (een) externe onderzoeker(s).

  • 5. De vergaderingen van de commissie, alsmede de bijeenkomsten waarin personen namens de commissie worden gehoord, zijn niet openbaar, tenzij de commissie, met inachtneming van het belang van de te horen personen, anders beslist.

Artikel 11 Bevoegdheden

  • 1. De commissie is bevoegd om in het kader van de door haar te verrichten onderzoeken personen op te roepen teneinde door of namens de commissie te worden gehoord. Raadsleden, leden van het college van burgemeester en wethouders en personen in dienst van de gemeente zijn verplicht aan een oproep gehoor te geven en naar vermogen de gevraagde inlichtingen te verstrekken.

  • 2. Het in de artikelen 183 en 184 van de Gemeentewet ten aanzien van de bevoegdheden van de rekenkamer bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de commissie.

  • 3. De secretaris en de door de commissie ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoeken zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.

Artikel 12 Jaarverslag

De commissie stelt elk jaar voor 1 maart een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar en stuurt dit ter kennisname naar de raad. Onderdeel van het jaarverslag is de verantwoording van de wijze waarop onderzoek is gedaan een de mate van efficiënte inzet van de budgetten.

Artikel 13 Rapportage onderzoeken

  • 1. De eindrapportage van de commissie is openbaar, met inachtneming van het bepaalde in artikel 185, eerste lid van de Gemeentewet. Minderheidsstandpunten van de commissie kunnen daarbij worden weergegeven.

  • 2. Elk verslag van de commissie bevat een verantwoording over de wijze waarop de commissie het onderzoek heeft verricht en waarop zij van haar bevoegdheden gebruik heeft gemaakt

  • 3. De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 4. De raad bepaalt de vervolgprocedure.

Artikel 14 Vergoedingen

  • 1. De leden en de voorzitter ontvangen een vaste vergoeding per maand. Tevens worden de reiskosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen geldende maatstaf van de gemeente waar de commissie zetelt.

  • 2. Indien de commissie van mening is dat de werkzaamheden die een lid in het kader van een onderzoek verricht van een dergelijke aard en omvang zijn dat een "vergadervergoeding" niet volstaat, heeft een commissielid recht op een aanvullende (vaste) vergoeding indien deze is aangewezen als opdrachtnemer/penvoerder voor de duur van een onderzoek binnen de commissie.

  • 3. De aanvullende vergoeding voor het doen van onderzoek dient gerelateerd te zijn aan de maandelijkse vergoeding van de leden van de commissie.

  • 4. De vergoeding genoemd in de vorige leden komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 15 Budget rekenkameronderzoek

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter, de leden en de ambtelijke secretaris;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 16 Voorziening en overige bepalingen

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet of wanneer een artikel voor meerdere uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist:

  • a.

    voor zover het de werkwijze van de commissie betreft: de voorzitter van de commissie;

  • b.

    voor zover het de bevoegdheden van de commissie betreft:

    • 1.

      de raad: op voorstel van het presidium;

    • 2.

      in naar het oordeel van de commissie spoedeisende gevallen: de commissie waarbij de genomen beslissing als voorlopige voorziening wordt aangemerkt. De voorlopige voorziening wordt in de eerstvolgende raadsvergadering ter bekrachtiging aan de raad voorgelegd.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2014.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de verordening Rekenkamerfunctie gemeente Leek, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2010, ingetrokken.

Artikel 18 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rekenkamerfunctie gemeente Leek 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 19 februari 2014.
B.C. Hoekstra, voorzitter
mevrouw F.M. Koop-Bouwman, waarnemend raadsgriffier