Regeling vervallen per 01-01-2021

Bomenverordening 2009

Geldend van 17-06-2009 t/m 31-12-2020

Intitulé

Bomenverordening 2009

a. Model Bomenverordening 2007 'Groene Kaart'

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In de gemeente Leerdam wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtig opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • b.

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, mogelijk onderdeel uitmakend van een boomzone of boomstructuur.

  • c.

    boomzone: begrensd gebied met houtopstanden die tezamen een functioneel geheel vormen.

  • d.

    boomstructuur: lijnvormige beplanting van houtopstanden dat een functioneel geheel vormt.

  • e.

    beschermde houtopstand: een houtopstand dat is vastgelegd op de Groene Kaart.

  • f.

    groene kaart: topografische kaart met daarop aangegeven boomzones, boomstructuren en solitaire bomen of boomgroepen, met bijbehorend register.

  • g.

    vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de boom ten gevolge kunnen hebben.

  • h.

    boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • i.

    bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

Artikel 2: Groene Kaart

Burgemeester en wethouders hebben een Groene Kaart met beschermde houtopstand vastgesteld. De kaart met bijbehorend register wordt elke vier jaar herzien.

De kaart en het bijbehorend register bevat een samenhangend geheel van de volgende houtopstanden:

  • Boomzones;

  • Boomstructuren;

  • Bomen uit het landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting en lokale- en toekomstige monumentale bomen;

  • Publieke houtopstanden.

  • De kaart bevat minimaal de volgende gegevens:

  • Eenduidige, maatvaste inmeting van de beschermde houtopstand;

  • Indeling naar categorieën beschermde houtopstand;

  • Legenda met toelichting.

Het bijbehorend register van beschermde houtopstand bevat minimaal de volgende gegevens:

  • Redengevende beschrijving;

  • Soort boom of bomen;

  • Standplaats;

  • Kadastrale gegevens;

  • Eigendomsgegevens;

De eigenaar van een beschermde houtopstand is verplicht Burgemeester en wethouders onmiddelijk schriftelijk mededeling te doen van:

  • eigendomsoverdracht van een beschermde houtopstand.

  • het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van een beschermde houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende ontheffing.

  • de dreiging dat de beschermde houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

Burgemeester en wethouders stellen een bijdrageregeling vast voor een tegemoetkoming in de kosten die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van een beschermde houtopstand in privaat eigendom.

Artikel 3: Kapverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders beschermde houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een beschermde houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van Burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van deze verordening.

Artikel 4: Aanvraag ontheffing

  • 1.

    De ontheffing moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd, onder verwijzing naar de redengevende beschrijving van de beschermde houtopstand op de Groene Kaart, door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de beschermde houtopstand te beschikken.

  • 2.

    Wanneer namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan Burgemeester en wethouders een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwen Burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een ontheffingsaanvraag.

Artikel 5: Criteria

Burgemeester en wethouders kunnen de ontheffing om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.

Een ontheffing voor het vellen van een beschermde houtopstand wordt slechts bij uitzondering verleend, indien:

  • een zwaarwegend maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde houtopstand.

  • alternatieven uitputtend zijn onderzocht.

  • naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

Artikel 6: Procedure

Van het besluit tot verlening of weigering van een ontheffing wordt onverwijld kennis gegeven in een huis-aan-huisblad onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de zienswijze- of bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden.

Artikel 7: Vervaltermijn ontheffing

De ontheffing tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de ontheffing gebruik is gemaakt.

In het geval het een ontheffing voor het vellen van meer dan één beschermde boom betreft, is de ontheffing voor alle beschermde bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één of enkele beschermde bomen al geveld zijn.

Artikel 8: Bijzondere ontheffingsvoorschriften

Aan de ontheffing kan het standaard voorschrift worden verbonden dat niet tot vellen mag worden overgegaan de dag nadat de bezwaartermijn is afgelopen. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar is ingediend, wordt de ontheffing pas van kracht één week nadat op dat bezwaar is beslist.

Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door Burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant.

Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan tot de aan een ontheffing tot vellen te verbinden voorschriften behoren het voorschrift dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijk herplantfonds.

In het voorschrift als bedoeld in het tweede lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 8 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 genoemde minimum maat.

Tot aan de ontheffing tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de beschermde boom op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere ontheffingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

Tot aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het opstellen en overleggen van een bomen effect analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 9: Herplant /instandhoudingsplicht

Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen Burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

Indien niet ter plaatse kan worden herplant wordt een financiële bijdrage gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 9 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimummaat.

Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen Burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;

een bomen effect analyse op te stellen en aan te bieden aan Burgemeester en wethouders.

Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 10: Schadevergoeding

Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een ontheffing tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.

Artikel 11: Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

Artikel 12: Bestrijding van boomziekten

Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van Burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door Burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

de boom te vellen.

conform richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig de behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 13: Bescherming publieke bomen

Het is verboden om bomen, die publiek eigendom zijn:

  • te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

  • daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

  • Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke boom aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens ontheffing van Burgemeester en wethouders.

Artikel 14: Strafbepaling

Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 2, vierde lid, artikel 5, eerste en tweede lid, artikel 7, eerste en tweede lid, artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, artikel 12, eerste, derde en vierde lid is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste, tweede, vierde, vijfde en zesde lid, is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

Hij die handelt in strijd met artikel 3, eerste lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, eerste en tweede lid, danwel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

Artikel 15: Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening 2007 ‘Groene Kaart’.

Zij treedt in werking met ingang van 17 juni 2009. Op datzelfde tijdstip vervalt de kapverordening zoals opgenomen in de APV 2004.

De ontheffingsaanvragen die zijn ingediend voor de in artikel lid 1 van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

b. Appendix: Bijdrageregeling Beschermde Houtopstand

Artikel 1: Bijdrageregeling beschermde houtopstand

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verlenen in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in standhouden van een beschermde boom of -bomen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verlenen voor een bepaalde beschermde boom mits deze boom een minimale waardering heeft van 45 punten. (Boomwaarderingssysteem Leerdam 2009)

  • 3.

    Onder duurzame maatregelen, als bedoeld in het eerste lid, zijn in elk geval begrepen:

    • het onderzoek naar de kwaliteit van de beschermde houtopstand en de groeiplaats;

    • structurele groeiplaatsverbetering;

    • bescherming van de groeiplaats;

    • kroonsnoei (herstel en stabilisatiesnoei);

    • kroonverankering;

  • 4.

    De bijdrage kan worden verleend aan:

  •  

    de eigenaar van de grond waarop zich de beschermde boom bevindt.

  •  

    een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijke gebruik heeft van de grond waarop zich de beschermde boom bevindt.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen, naast of in plaats van het in het eerste en tweede lid van dit artikel bepaalde, diensten (in natura) verlenen voor het onderhoud en de instandhouding van een beschermde boom. Desgewenst kunnen zij hiervoor een schriftelijke, meerjarige overeenkomst sluiten.

Artikel 2: Procedure bijdrageregeling beschermde houtopstand

  • 1.

    Een aanvraag om een bijdrage of dienstverlening als bedoeld in het eerste lid, respectievelijk vijfde lid van artikel 1 moet schriftelijk worden ingediend bij Burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag dient ondertekend te zijn door zowel de eigenaar als de gebruiker van de grond waarop zich de beschermde boom bevindt.

  • 3.

    De bijdrage wordt slechts verleend indien een begroting van de kosten, opgesteld door een deskundig boomverzorger dan wel door de gemeente, wordt bijgevoegd en vooraf door Burgemeester en wethouders is goedgekeurd.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen aan vorm en inhoud van de aanvraag en de aanvraagprocedure.

Artikel 4: Hoogte van de bijdrage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks de bijdragen vast voor de in artikel 1 bedoelde maatregelen. Zij kunnen een maximumbijdrage vaststellen voor de maatregelen ter verrichten aan één beschermde boom, één beschermde boomstructuur of één beschermde boomzone.

  • 2.

    De bijdrage wordt alleen toegekend voor de kosten, die vooraf door Burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd.

  • 3.

    De bijdrage wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  •  

    de maatregelen worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorger.

  •  

    de maatregelen binnen 1 jaar na toekenning worden uitgevoerd.

  •  

    de boom in alle opzichten behoorlijk in stand wordt gehouden en zich kan ontwikkelen.

  • 4.

    Aan het verlenen van de bijdrage kunnen door de Burgemeester en wethouders nadere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 5: Uitbetaling bijdrage

De bijdrage wordt uitbetaald indien:

Burgemeester en wethouders is gebleken dat de maatregelen naar behoren zijn getroffen.

Binnen 15 maanden na toekenning van de bijdrage de rekening van de boomverzorger is overgelegd.

Artikel 6: Het vervallen van de bijdrage

1. De toekenning van de bijdrage vervalt, zodra:

degene aan wie de bijdrage is toegekend ophoudt eigenaar te zijn of anderszins onbevoegd wordt over de beschermde houtopstand te beschikken.

de beschermde houtopstand teniet is gegaan.

niet wordt voldaan aan de bepalingen van deze bijdrageregeling.

niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij toekenning van de bijdrage.

de eigenaar een privaatrechtelijke rechtspersoon is, die ontbonden wordt.

Ingeval de eigendom van de beschermde houtopstand gedeeltelijk overgaat of gedeeltelijk teniet gaat, bepalen Burgemeester en wethouders of en in hoeverre voor het overblijvende deel van de beschermde houtopstand verdere verlening van de bijdrage plaatsvindt.