Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening verhuis en herinrichting premies bij stads- en dorpsvernieuwing

Geldend van 03-10-1991 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening verhuis en herinrichting premies bij stads- en dorpsvernieuwing

De raad der gemeente Leerdam;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2991, nummer V.1991-153;

gelet op artikel 41 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

besluit:

vast te stellen de

VERORDENING VERHUIS- EN HERINRICHTINSPREMIES BIJ STADS- EN DORPSVERNIEUWINGSACTIVITEITEN 1991.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • 1.1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeente : de gemeente Leerdam;

    • b.

      burgemeester en wethouders : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

    • c.

      voorzieningen : maatregelen, in de kosten waarvan door de gemeente geldelijke steun is of wordt verleend op grnd van de regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 (RGSVH’87) en waarvan de kosten 22.689,01 euro of meer per woning bedragen;

    • d.

      huurder : degene die in een woning zijn hoofdverblijf heeft en krachtens een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 1584 van het Burgerlijk Wetboek, in het genot van de woning is;

    • e.

      bewoner : 1. huurder

    • 2. degene die in de woning zijn hoofdverblijf heeft en anders dan als huurder legaal in het genot van de woning is;

    • f.

      budget : het bedrag dat door de raad van de gemeente op grond van artikel 1.2 van de subsidieverordening stadsvernieuwing Leerdam 1989 voor het betreffende boekjaar is vastgesteld voor de toekenning van verhuis- en herinrichtingspremies;

    • g.

      premie : een bijdrage ineens in de verhuis- en/of herinrichtingskosten die bewoners maken als gevolg van stads- of dorpsvernieuwinsgactiviteiten;

    • h.

      investeringsbedrag : de door de gemeente aanvaarde kosten van de voorzieningen, als bedoeld in de regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987, zoals die nu luidt of in de toekomst zal luiden.

  • 1.2

    In deze verordening wordt onder “woning” mede verstaan:

    • a.

      een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd;

    • b.

      een tot bewoning bestemd gebouw dat:

      • -

        eenheden bevat die hoewel geen zelfstandige woning zijnde, bestemd zijn om afzonderlijk te worden bewoond, en

      • -

        gemeenschappelijke voorzieningen bevat ter compensatie van voorzieningen die in de eenheden ontbreken.

Artikel 2. Grondslag en werkingssfeer.

  • 2.1

    Aan de bewoner wordt een premie toegekend indien de bewoner moet verhuizen, hetzij tijdelijk dan wel definitief, in verband met:

    • a.

      het treffen van voorzieningen aan de woning, waarvoor ingevolge een besluit van de gemeente geldelijke steun is verleend op grond van de RGSVH’87;

    • b.

      het slopen van de woning ingevolge een besluit van burgemeester en wethouders in het kader van de stads- en dorpsvernieuwing;

    • c.

      een besluit van de gemeenteraad tot onbewoonbaarverklaring op grond van de artikelen 33 en volgende van de Woningwet en hij gedurende een tijdvak van tenminste één jaar onmiddellijk voorafgaande aan het besluit als bedoeld in a, b en c de woning heeft bewoond.

  • 2.2

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de bewoner een premie toekennen in verband met de uitvoering van voorzieningen aan de woning waarvan ingevolge een besluit van het gemeentebestuur geldelijke steun is verleend op grond van de RGSVH’87, terwijl de bewoner niet verhuist en hij gedurende een tijdvak van tenminste één jaar onmiddellijk voorafgaande aan het besluit de woning heeft bewoond.

  • 2.3

    Indien in de woning meerdere bewoners wonen kunnen burgemeester en wethouders de premie verdelen naar rato van het aantal bewoners.

  • 2.4

    Deze verordening is niet van toepassing op bewoners van:

    • a.

      woningen die niet geschikt of bestemd zijn om gedurende het gehele jaar door dezelfde persoon of personen te worden bewoond;

    • b.

      verzorgingstehuizen voor bejaarden;

    • c.

      woonwagens als bedoel in de Woonwagenwet;

    • d.

      woonschepen als bedoel in de Wet op de woonwagens en woonschepen;

    • e.

      particuliere eigen woningen;

    • f.

      ambts- of dienstwoningen.

Artikel 3. Andere steun.

  • 3.1

    Indien de aanvrager op grond van een andere regeling een bijdrage toegekend kan krijgen voor verhuizing en/of herinrichting kunnen burgemeester en wethouders die bijdrage in mindering brengen op de premie.

  • 3.2

    De premie wordt niet toegekend indien in verband met de stads- en dorpsvernieuwingsactiviteiten reeds eerder een premie voor verhuis- en herinrichting aan bewoners van de betreffende woning is toegekend.

Artikel 4. Voorschriften bij toekenning van de premie.

Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van een premie in het belang van de stads- en dorpsvernieuwing dan wel de volkshuisvesting voorschriften verbinden.

Artikel 5. Stopclausule.

  • 5.1

    Burgemeester en wethouders kennen slechts premis toe voor zover het voor het betreffende jaar vastgestelde budget toereikend is.

  • 5.2

    Indien voor het betreffende jaar een budget is vastgesteld van 0 euro worden aanvragen niet-ontvankelijk verklaard.

Artikel 6. Indiening aanvraag.

  • 6.1

    Aanvragen om toekenning van een premie ald bedoeld in artikel 2, eerste lid, kunnen worden ingediend vanaf het moment dat een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met c, is genomen tot uiterlijk 2 maanden na het tijdstip waarop de verhuizing heeft plaatsgevonden.

  • 6.2

    Aanvragen om toekenning van een premie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, kunnen worden ingediend vanaf het moment dat de gemeente het besluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, genomen heeft tot uiterlijk 2 maanden nadat de voorzieningen zijn getroffen.

  • 6.3

    Indien op het moment van indiening van de aanvraag het budget ontoereikend is, ald bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt de aanvraag geacht te zijn ingediend op 1 januari van het daaropvolgende jaar.

  • 6.4

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor de wijze waarop de premie moet worden aangevraagd.

  • 6.5

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen twee maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, onderscheidenlijk na de dag waarop de in artikel 6.6 bedoelde aanvulling of verbetering is ontvangen.

  • 6.6

    Indien de aanvraag naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet volledig is, dan wel verbetering behoeft, doen burgemeester en wethouders daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder opgave van hetgeen alsnog verlangd wordt.

  • 6.7

    Indien binnen 30 dagen na de mededeling als bedoeld in het zesde lid, de gevraagde aanvullende of verbeterde gegevens naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.

Artikel 7. Terugvordering

In geval van het verstrekken van onjuiste gegevens die van invloed zijn geweest op de toekenning van de premie is de gemeente gerechtigd tot terugvordering van de premie.

Artikel 8. Uitbetaling

  • 8.1

    De premie wordt uitbetaald aan de bewoner.

  • 8.2

    In afwijking van het eerste lid kan de premie door tussenkomst van de verhuurder worden aangevraagd en uitbetaald.

  • 8.3

    De premie, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt uitbetaald zodra de bewoner de woning heeft ontruimd en hij deze aan de verhuurder ter beschikking heeft gesteld.

  • 8.4

    De premie, als bedoeld in artikel 2, tweede lid wordt uitbetaald zodra de voorzieningen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, zijn getroffen.

Artikel 9. Hoogte van de premie en bijdrage

  • 9.1

    De premie bedraagt:

    • a.

      indien er voorzieningen worden getroffen en de bewoner tijdelijk elders wordt gehuisvest: 907,56 euro;

    • b.

      indien er voorzieningen worden getroffen en de bewoner verhuist definitief: 907,56 euro;

    • c.

      indien er voorzieningen worden getroffen en de bewoner verhuist niet: 226,89 euro;

    • d.

      indien de woning wordt gesloopt: 1.134,45 euro.

  • 9.2

    Indien de aanvrager een woning bewoont als bedoeld in artikel 1, tweede lid onder b, bedraagt de premie 50% van het bedrag als bedoeld in het eerste lid van dit artikel onder 1 tot en met d.

Artikel 10. Mandaat

Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van deze verordening opdragen aan een of meer door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening verhuis- en herinrichtingspremies bij stads- en dorpsvernieuwingsactiviteiten”.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van heden, onder gelijktijdige intrekking van de verordening tegemoetkoming in verhuis- en herinrichtingskosten bij stadsvernieuwingsactiviteiten 1985 zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 28 februari 1985.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 oktober 1991.
De secretaris, de voorzitter,