Regeling vervallen per 01-05-2012

Beleidsregel samenscholing en ongeregeldheden

Geldend van 21-05-2009 t/m 30-04-2012

Intitulé

Beleidsregel samenscholing en ongeregeldheden

Beleidsregels handhavend optreden vanwege samenscholing als bedoeld in de artikel 2.1.1.1 van de APV.

Het samenscholingsverbod is van kracht in kwetsbare gebieden. Dit zijn gebieden waar sprake is van ernstige en structurele problemen ten aanzien van openbare orde en overlast ;

Het samenscholingsverbod geldt voor een specifieke groep;

Overige middelen die ingezet kunnen worden te weinig effect sorteren;

Er moet sprake zijn van een breder plan van aanpak dat gericht is op de aanpak van het openbare orde probleem;

Handhavend optreden vindt plaats na overleg in de driehoek (gemeente, Openbaar Ministerie en politie);

De begrenzing van het gebied moet zijn vastgelegd door middel van een tekening die is voorzien van een handtekening van de burgemeester;

Het handhavingsbeleid wordt beperkt in periode en/of beperkt in tijd;

Het handhavingsbeleid wordt tussentijds, na afloop van de vastgestelde periode en voorafgaand aan een eventuele verlenging geëvalueerd;

Handhavend optreden op basis van het verbod zoals genoemd in artikel 2.1.1.1 van de APV betreft alleen het samenscholen van vier of meer personen;

Het samenscholingsverbod moet bekend gemaakt worden;

Overtreding van het samenscholingsverbod wordt bestraft volgens het lik op stuk beleid.

Toelichting

Er bestaat behoefte om het samenscholingsverbod nadrukkelijk te handhaven voor bepaalde groepen overlastveroorzakers of openbare orde verstoorders. De groepen houden zich vaak op in gebieden die reeds kwetsbaar zijn als het gaat om openbare orde. De overlast wordt vaak al langere tijd ervaren en neemt veelal toe, wordt structureel en neemt ernstiger vormen aan. Deze groepen, de sleutelfiguren daarin en de eventuele randfiguren of meelopers zijn veelal bekend bij de politie, maar soms moeilijk grijpbaar op individueel overtredend gedrag binnen de groep. Leden van deze groepen zijn veelal verantwoordelijk voor het veroorzaken van overlast en het verstoren van de openbare orde. V aak gaat dit ook gepaard met vormen van criminaliteit en neigt het steeds meer naar straat- of buurtterreur. Groepsoverlast of verstoring van de openbare orde wordt regelmatig en structureel in het gebied ervaren. Het gevolg van dit alles is dat er gevoelens van onveiligheid bij bewoners/bezoeker van het gebied waarin deze groepen opereren ontstaan, soms zodanig dat men vertrekt uit het gebied (verhuizing). Verloedering slaat toe met alle gevolgen van dien. Bewoners en bezoekers gaan zich na verloop van tijd al onveilig voelen door enkel de aanwezigheid van dergelijke groepjes, waardoor de groep/groepjes zich nog meer heer en meester van de straat voelen.

De beheersbaarheid van de handhaving van de openbare orde in een dergelijk gebied is zonder meer in het geding. Een samenscholingsverbod specifiek gericht op de doelgroep die bekend staat als de (mede)veroorzakers van de overlast is dan ook een proportionele maatregel. Met een gericht samenscholingsverbod kan ook groepsvorming worden voorkomen, waardoor het zich laten meeslepen door de groep een halt kan worden toegeroepen. Een dergelijk samenscholingsverbod kan echter nooit een doel op zich zijn, maar moet in een breder beleidskader worden geplaatst en samengaan met andere maatregelen om de problemen aan te pakken, bijvoorbeeld in een plan van aanpak waarvan het gerichte samenscholingsverbod een onderdeel vormt. Er kan gedacht worden aan preventieve maatregelen zoals het aanbieden van activiteiten of preventief fouilleren waarmee de overlast of kan op wanordelijkheden kan worden verkleind.

Toelichting op de beleidsregels

Ad 1 Het bestaan van de ernstige overlast en openbare orde problematiek moet kunnen blijken uit meldingen bij Meldpunt Overlast, rapportages bij de politie, of signalen vanuit maatschappelijke instanties;

Ad 2 Het moet gaan om een herkenbare en/of aanwijsbare groep, bijvoorbeeld jongeren, alcoholverslaafden, drugsdealers, voetbalsupporters, e.d.;

Ad 4 Het moet duidelijk zijn welke aanvullende maatregelen er worden genomen of welk flankerend beleid er wordt ingezet. Bijvoorbeeld op het gebied van hulpverlening, wijkaanpak, e.d.;

Ad 6 De tekening geeft duidelijk de territoriale begrenzing van het samenscholingsverbod aan;

Ad 7 Er wordt intensief gehandhaafd bijvoorbeeld voor een periode van een half jaar of op die tijdstippen of dagdelen waarop de overlast zich veelal voordoet;

Ad 8 Tussentijds de vastgestelde periode wordt geëvalueerd om te beoordelen of eventuele bijstelling noodzakelijk zijn. Na afloop van de gehele periode wordt de effectiviteit van het handhavend optreden beoordeeld. Voorafgaand aan een eventuele verlenging van de periode wordt geëvalueerd om te kunnen beoordelen of een verlenging noodzakelijk is;

Ad 10 Bekendmaking geschiedt door publicatie in Huis aan Huis;