Instructie gebruik van voertuigencommunicatiesysteem Gemeente Leiden

Geldend van 27-04-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Instructie gebruik van voertuigencommunicatiesysteem Gemeente Leiden

Instructie gebruik voertuigencommunicatiesysteem Gemeente Leiden

Artikel 1 Definities

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a.

    Voertuigencommunicatiesysteem: een in het voertuig ingebouwd systeem dat gegevens van het voertuig elektronisch registreert en verzendt naar een server binnen de gemeente;

  • b.

    college: Burgemeester en Wethouders van Leiden;

  • c.

    gemandateerde: door middel van een mandaatbesluit door het college aangewezen ambtenaar, submandaat is niet mogelijk;

  • d.

    gebeurtenissen: bewegingen en/of signalen van de op de voertuig geplaatste systemen en voorzieningen;

  • e.

    AVR: Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • f.

    Wbp: Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2 Doel van de instructie

Het doel van de instructie is:

  • a.

    Voldoen aan de door de belastingdienst gestelde eisen;

  • b.

    Rechtmatige, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering bij de inzet van dienstvoertuigen;

  • c.

    Afhandeling van bekeuringen en klachten en meldingen van burgers.

Artikel 3 Gebruik van de gemeentelijke voertuigen

De ambtenaar dient op redelijke en verantwoorde wijze gebruik te maken van de gemeentelijke voertuigen.

Artikel 4 Verwerking gegevens

  • 1. Een gemeentelijk voertuig kan een voertuigcommunicatiesysteem bevatten;

  • 2. Door middel van het voertuigencommunicatiesysteem worden de navolgende gegevens verwerkt:

    • a.

      gegevens betreffende positie, gebeurtenissen, snelheid, afstand en route van het voertuig;

    • b.

      ID-key van de chauffeur;

    • c.

      datum en tijdgegevens.

Artikel 5 Verantwoordelijkheden en beheer

  • 1. Het college of de gemandateerde treft de nodige maatregelen, opdat persoonsgegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn.

  • 2. Het college of de gemandateerde treft passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking.

  • 3. Het college of de gemandateerde wijst één of meerdere systeembeheerders aan die belast zijn met het beheer van het (de) bestand(en). Deze systeembeheerders zijn, op grond van artikel 125 a, derde lid, Ambtenarenwet, verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennisnemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 6 Verstrekken gegevens

Vanuit de verwerking kunnen gegevens worden verstrekt aan:

  • a.

    de belastingdienst;

  • b.

    het college of de gemandateerde ten behoeve van beleidsontwikkeling of verbetermaatregelen, voor zover de gegevens niet tot individuele personen herleidbaar zijn.

  • c.

    anderen voor zover dit noodzakelijk is op basis van een wettelijk voorschrift of ten behoeve van een gerechtelijke procedure.

Artikel 7 Voorkomen van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik

  • 1. Het college neemt zo veel mogelijk maatregelen ter voorkoming van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de dienstvoertuigen.

  • 2. De omvang van de controle ter voorkoming van onrechtmatig gebruik, dan wel misbruik van de dienstvoertuigen moet in redelijke verhouding staan tot het doel waarvoor deze wordt aangewend.

Artikel 8 Instructie voor leidinggevenden

  • 1. Ingeval opgelegde verkeersboeten en van ernstige vermoedens dat een ambtenaar het dienstvoertuig gebruikt op een wijze die niet in overeenstemming is met het doel ervan, waaronder begrepen het zich met het dienstvoertuig begeven op plaatsen, waarvoor door de leidinggevende geen toestemming is verleend, kan de gemandateerde de systeembeheerder schriftelijk opdracht geven hem inzage te verlenen in de geregistreerde gegevens, voor zover die gegevens niet ouder zijn dan zes maanden.

  • 2. Een opdracht als bedoeld onder 1. bevat de redenen die aan het besluit ten grondslag liggen.

  • 3. Het inzagerecht als bedoeld onder 1. geldt in beginsel niet voor leden van de Ondernemingsraad, de door haar ingestelde commissies, de vertrouwenspersonen, de bedrijfsmaatschappelijk werker en de bedrijfsarts.

Artikel 9 Sancties

  • 1. Overtreding van deze instructie kan voor ambtenaren in dienst van de gemeente resulteren in disciplinaire maatregelen als bedoeld in de AVR van de gemeente.

  • 2. Overtreding van deze instructie kan voor personen die werkzaamheden voor de gemeente verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband, resulteren in maatregelen waardoor deze personen worden verplicht, de door de gemeente geleden schade te vergoeden of al dan niet tijdelijk, geen beschikking meer te hebben over een dienstvoertuig, danwel dat de werkzaamheden worden beëindigd.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze instructie niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van deze instructie beslist het college.

Artikel 11Openbaarmaking en inwerkingtreding

Deze instructie wordt verwerkt en ter beschikking gesteld aan degenen die, direct of indirect, de beschikking krijgen over dienstvoertuigen. De instructie treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2011.