Verordening verstrekkingen basisregistratie personen

Geldend van 06-11-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 06-01-2014

Intitulé

Verordening verstrekkingen basisregistratie personen

De raad der gemeente Leidschendam-Voorburg

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 juli 2014 (verseonnr. 1144053 / 1158596)

Gelet op de:

  • *

    Artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen

  • *

    Wet bescherming persoonsgegevens

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de volgende Verordening: Verordening verstrekkingen basisregistratie personen

Artikel 1 Verstrekkingen aan een orgaan van de gemeente

Het college van burgemeester en wethouders geeft, met inachtneming van het besluit als bedoelt in artikel 3.2 van de Wet basisregistratie personen voor de gemeente Leidschendam-Voorburg, nadere invulling aan de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie aan organen van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Artikel 2 Verstrekkingen aan derden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op verzoek van een derde over een ingeschrevene die ingezetene is van de gemeente Leidschendam-Voorburg en over een overledene die op het moment van overlijden ingezetene van de gemeente Leidschendam-Voorburg was, gegevens uit de basisregistratie verstrekken aan derden, als de verstrekking voldoet aan het bepaalde in artikel 3.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan over een ingezetene van de gemeente Leidschendam-Voorburg gegevens uit de basisregistratie verstrekken aan een derde, die voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingezetene wiens gegevens worden verstrekt.

  • 3. De verstrekking als bedoeld in lid 1 van dit artikel vindt slechts plaats voor zover deze noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan.

  • 4. De verstrekking als bedoeld in dit artikel kan uitsluitend betrekking hebben op algemene gegevens over de naam, het geslacht, de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het adres, de bijhoudingsgemeente, de geboortedatum en de datum van overlijden.

Artikel 3 Aanwijzing gewichtige maatschappelijke belangen en categorieën derden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders wijst aan:

    • a.

      de werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt; en

    • b.

      de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie

  • 2. Als werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang worden slechts aangewezen de werkzaamheden die samenhangen met een overheidstaak, strekken tot het in stand houden van een voorziening voor burgers die onderwerp is van overheidszorg, of waarbij anderszins gelet op de overheidsbemoeienis met die werkzaamheden, ondersteuning daarvan door gegevensverstrekking uit de basisregistratie gerechtvaardigd is.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze Verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekenmaking en werkt terug tot en met 6 januari 2014.

  • 2. Deze Verordening kan worden aangehaald als: Verordening basisregistratie personen van de gemeente Leidschendam-Voorburg (Verordening BRP 2014 Leidschendam-Voorburg).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg d.d. 16 september 2014.
de griffier, de voorzitter,
mr. G.A. van Egmond, drs. J.W. van der Sluijs

TOELICHTING

Algemeen

Sinds 1 januari 2010 zijn alle overheidsorganen, waaronder de gemeenten en haar organisatieonderdelen, verplicht om bij de verwerking van persoonsgegevens, de basisgegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) te betrekken. Burgers hoeven sindsdien ook niet meer de bij de basisregistratie bekende gegevens opnieuw te verstrekken bij contact met de overheid.

De wetgever vervangt met ingang van 6 januari 2014 het wettelijk kader voor de GBA door de Wet basisregistratie personen (Wet Brp). Voor de zeer korte termijn heeft dit als gevolg, dat het bestaande gemeentelijk kader voor de GBA-systemen aangepast moet worden aan de nieuwe wet en dat landelijk gegevens beschikbaar komen van personen die een relatie hebben met de Nederlandse overheid en/of niet in Nederland woonachtig zijn.

Onder de GBA diende de gemeenteraad bij verordening kaders te stellen voor het gebruik van GBA-gegevens binnen de eigen organisatie en de verstrekking van gegevens aan bepaalde derden. Op grond van de Wet Brp is de gemeenteraad verplicht kaders te stellen voor het verstrekken van gegevens aan derden.

De wetgever laat het aan het inzicht van de gemeenteraad over, om dit al dan niet voor het intern gebruik van gegevens uit de basisregistratie te doen. Informatievoorziening, waaronder persoonsinformatie, heeft zich ontwikkeld tot een volwaardig bedrijfsmiddel, waarvan de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering volledig afhankelijk zijn geworden. Vanuit dat belang, is het noodzakelijk dat de gemeenteraad meer in het algemeen kaders stelt voor beleid, organisatie en beheer van de informatievoorziening, waarvan de persoonsinformatievoorziening deel uitmaakt. De onderhavige verordening voorziet er in dat het college van burgemeester en wethouders nadere invulling geeft aan de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen aan de organen van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Deze verordening voorziet daarnaast in de aanwijzing van door derden verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente en van de categorieën van derden die dergelijke werkzaamheden verrichten ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt. Daarmee voldoet de gemeente Leidschendam-Voorburg aan de vereisten zoals gesteld in de Wet Brp.

Begripsbepalingen

De begrippen uit de Wet Brp die relevant zijn voor de inhoud van deze Verordening, zijn integraal overgenomen van artikel 1 Wet Brp. Het betreft de begrippen basisregistratie, ingeschrevene, ingezetene en derde.

Basisregistratie

Juridisch gezien is sprake van één basisregistratie personen, die vooralsnog bestaat uit centrale door het rijk beheerde en lokale door de gemeenten beheerde voorzieningen. In de loop van de komende jaren zullen de lokale voorzieningen opgaan in één centrale voorziening.

Ingeschrevene en ingezetene

De ingeschrevene is een persoon van wie een persoonslijst is opgenomen in de basisregistratie. Dat kunnen personen zijn die niet in Nederland woonachtig zijn, maar wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid. De ingezetene is de ingeschrevene die zijn woonplaats heeft in de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Derde

Een derde is elke natuurlijke persoon niet zijnde een overheidsorgaan of een ingeschrevene en elke rechtspersoon die niet krachtens publiekrecht is ingesteld, noch met enig openbaar gezag is bekleed.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Verstrekking aan een orgaan van de gemeente

De minister van BZK verstrekt de gemeente voor de uitvoering van haar taken, gegevens van personen die wel in de BRP zijn ingeschreven, maar niet in de gemeente Leidschendam-Voorburg woonachtig zijn. Deze systematische verstrekking van gegevens aan de gemeente is gebaseerd op een autorisatiebesluit van de minister van BZK voor de gemeente Leidschendam-Voorburg op grond van artikel 3.2 Wet Brp.

Zolang de Wet Brp door de gemeente Leidschendam-Voorburg wordt uitgevoerd met behulp van de systemen die zij al gebruikte onder het regime van de wet GBA, is er met betrekking tot de eigen inwoners nog geen sprake van systematische verstrekking van persoonsgegevens door de minister van BZK. De gemeente Leidschendam-Voorburg beschikt immers nog over de persoonsgegevens van haar eigen inwoners.

Voor het gebruik van gegevens van personen die in de BRP zijn ingeschreven, maar niet in de gemeente Leidschendam-Voorburg woonachtig zijn, dient de gemeente Leidschendam-Voorburg het autorisatiebesluit van de minister van BZK in acht te nemen.

Artikelen 2 en 3. Gegevensverstrekking aan derden

Derden die werkzaamheden verrichten met gewichtig maatschappelijk belang

De wetgever heeft de verstrekking van gegevens uit de BRP aan een groot aantal derden al voorzien in de Wet Brp. Desondanks kunnen er lokale maatschappelijke belangen zijn, waarin de wetgever niet heeft voorzien. In die gevallen is de gemeenteraad bevoegd om werkzaamheden met een maatschappelijk belang, dat samenvalt met een gemeentebelang aan te wijzen als werkzaamheden waarvoor gegevens mogen worden verstrekt over inwoners van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Die gegevens mogen worden verstrekt aan nader te bepalen categorieën derden die die werkzaamheden uitvoeren. De aanwijzing van de hiervoor genoemde werkzaamheden en de categorieën van derden heeft de raad gedelegeerd aan burgemeester en wethouders op grond van zijn bevoegdheid genoemd in artikel 156 Gemeentewet.

Voor de aanwijzing van de werkzaamheden dienen burgemeester en wethouders de volgende criteria als uitgangspunt te nemen.

Het moet gaan om werkzaamheden

  • ·

    die samenhangen met een overheidstaak,

  • ·

    strekken tot het in stand houden van een voorziening voor burgers die onderwerp is van overheidszorg,

  • ·

    of waarbij anderszins gelet op de overheidsbemoeienis met die werkzaamheden, ondersteuning daarvan door gegevensverstrekking uit de basisregistratie gerechtvaardigd is.

Derden met schriftelijke toestemming

Naast de mogelijkheid tot het verstrekken van gegevens aan derden die werkzaamheden uitvoeren met een maatschappelijk belang, is het ook mogelijk gegevens te verstrekken aan een derde, wanneer deze voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verkregen van degene over wie gegevens worden gevraagd.

Beperkt set aan gegevens

Op grond van artikel 3.9, lid 4 van de Wet Brp kan de verstrekking uitsluitend betrekking hebben op algemene gegevens over de naam, het geslacht, de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het adres, de bijhoudingsgemeente, de geboortedatum en de datum van overlijden.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening BRP 2014 Leidschendam-Voorburg, waarmee deze verordening kan worden geciteerd, treedt in werking op de dag na haar bekendmaking. Gelet op de korte invoeringstermijn, is het noodzakelijk aan deze verordening terugwerkende kracht te verlenen tot het moment waarop de Wet Brp van kracht werd.