Regeling vervallen per 15-06-2019

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008

Geldend van 26-10-2012 t/m 14-06-2019

Intitulé

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008

De raad van de gemeente ;

gelezen het desbetreffende voorstel van het college;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de ‘Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008’.

Artikel 1 - Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Beschermd gemeentelijk monument

    Monument dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Leidschendam-Voorburg of de latere Erfgoedverordening gemeente Leidschendam-Voorburg als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen en als zodanig is geregistreerd op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • b.

    Restauratie

    Het uitvoeren van werkzaamheden tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument.

  • c.

    Onderhoud

    Periodieke werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. in bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en restauraties te voorkomen of te verminderen.

  • d.

    Bouwconstructie

    De bouwconstructie is een onderdeel van een bouwwerk (het begrip bouwwerk als omschreven in de Woningwet) dat bestemd is om belasting te dragen.

  • e.

    Eigenaar

    De natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of van een ander zakelijk recht heeft op een monument.

  • f.

    Monumentensubsidiebudget

    Het door de gemeenteraad vastgestelde budget, waaruit de subsidies worden verleend.

  • g.

    Kosten van restauratie

    De door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van de restauratie die het herstel van de waardevolle (onder)delen van de gevels (conform de redengevende omschrijving) of de constructie van het monument tot doel heeft. Hiertoe behoren niet de werkzaamheden ten behoeve van het gebruik of die gericht zijn op verfraaiing. Een en ander wordt berekend aan de hand van de “Leidraad instandhouding gemeentelijke monumenten”.

  • h.

    Abonnement Monumentenwacht

    Een abonnement inhoudende een recht op een periodieke inspectie en rapportage ten aanzien van een bepaald monument, uitgevoerd door de Monumentenwacht Zuid-Holland, teneinde sneller kleine gebreken te ontdekken en vervolgschade te voorkomen.

  • i.

    Meerjaren Onderhouds Plan

    Een overzicht voor een periode van tenminste zes jaar van de aard en de omvang van voorgenomen werkzaamheden, een omschrijving van de beoogde resultaten (bestek, besteksparagraaf of werkomschrijving) en een meerjarenbegroting. Het plan moet gebaseerd zijn op een bouwkundig inspectierapport dat is opgesteld door bijvoorbeeld een architect of de Monumentenwacht. Het inspectierapport mag niet ouder zijn dan twee jaar.

Artikel 2 - Subsidieverlening

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlenen:

    • a.

      aan de eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument, niet gelegen binnen het beschermd dorpsgezicht ‘Oude dorpskern Voorburg’ of ‘Sluiscomplex en omgeving’ voor de kosten van restauratie en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhouds Plan;

    • b.

      aan een eigenaar van een (winkel)pand, al dan niet geregistreerd op de gemeentelijke monumentenlijst geen rijksmonument zijnde, gelegen in het rijksbeschermd dorpsgezicht ‘Oude dorpskern Voorburg’ of ‘Sluiscomplex en omgeving’ voor de kosten van restauratie van het pand voorzover dit bijdraagt aan de verbetering en de instandhouding van de beeldkwaliteit van het betreffende beschermde dorpsgezicht en mits het betreffende pand ouder is dan 50 jaar; en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhouds Plan;

    • c.

      aan kerkbesturen voor de kosten van restauratie van de uurwerken aan klokkentorens en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhouds Plan voor dit onderdeel.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verstrekt voor restauratiewerkzaamheden aan de gevels en de bouwconstructie van het monument.

  • 3. In geval van brandschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 4. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid onder a bedraagt voor de restauratie ten hoogste 60% van de subsidiabele kosten van die restauratie, met een maximum van € 3.000,00; indien de subsidiabele kosten voor de restauratie hoger zijn dan 1/6 van de WOZ-waarde van het betreffende pand bedraagt het maximum € 5.000,00 en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhouds Plan: de kosten van die vervaardiging, met een maximum van € 1.000,00.

  • 5. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid onder b bedraagt voor de restauratie ten hoogste 60% van de subsidiabele kosten van die restauratie met een maximum van € 5.000,00 ; en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhouds Plan: de kosten van die vervaardiging met een maximum van € 1.000,00.

  • 6. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid onder c bedraagt ten hoogste de subsidiabele kosten van die restauratie en voor het vervaardigen van een van een Meerjaren Onderhouds Plan, met een maximum van € 7.000,00.

Artikel 3 - Subsidiecriteria en uitsluitingen

  • 1. Subsidie als bedoeld in art. 2 eerste lid sub a wordt slechts verstrekt indien:

    • a.

      de eigenaar een abonnement heeft op de Monumentenwacht;

    • b.

      de eigenaar bij de aanvraag om subsidie een door burgemeester en wethouders goedgekeurd of nog goed te keuren Meerjaren Onderhouds Plan indient;

    • c.

      naar verwachting het beschermd gemeentelijk monument na het treffen van de restauratievoorzieningen uit oogpunt van monumentenzorg zal voldoen aan redelijke eisen;

    • d.

      de periode tussen het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2 en een eventueel eerder door burgemeester en wethouders verstrekte subsidie voor de kosten van restauratie van hetzelfde beschermd gemeentelijke monument, tenminste 24 maanden bedraagt, gerekend vanaf het moment van subsidievaststelling;

    • e.

      voor het treffen van een bepaalde voorziening, binnen 15 jaar voorafgaand aan de indiening van een subsidie als bedoeld in artikel 2, voor diezelfde voorziening geen geldelijke steun van de (niet-)gemeentelijke overheid is verleend.

  • 2. Subsidie als bedoeld in art. 2 eerste lid sub b wordt slechts verstrekt aan eigenaren indien zij voldoen aan het gestelde in het eerste lid sub b, c, d en e.

  • 3. Subsidie als bedoeld in art. 2 eerste lid sub c wordt slechts verstrekt aan kerkbesturen indien zij voldoen aan het gestelde in het eerste lid sub b en d.

  • 4. Subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub a en sub b, wordt aan een eigenaar slechts verstrekt voor één adres per beschermd gemeentelijk monument.

Artikel 4 - Subsidieplafond en verdeling

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en artikel 11, eerste lid. Burgemeester en wethouders kunnen het vast te stellen subsidieplafond onderverdelen in meerdere deelsubsidieplafonds.

  • 2. Burgemeester en wethouders verdelen de beschikbare subsidiebedragen in de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 3. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 5 - Verplichtingen en aanwijzingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht de voorzieningen, waarvoor subsidie is verleend, te treffen binnen 24 maanden na die verlening.

  • 2. De subsidieontvanger verstrekt alle gegevens en bescheiden die nodig zijn voor de vaststelling van de subsidie.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger bij de subsidieverlening andere dan de in artikel 4:37 Awb genoemde verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen te allen tijde voor en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden nadere aanwijzingen geven.

Artikel 6 - Subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij burgemeester en wethouders op een daartoe bestemd formulier.

  • 2. Vervallen.

  • 3. Een aanvraagformulier als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een werkomschrijving of bestek;

    • c.

      ingeval van een gemeentelijk monument: de monumentenvergunning; in geval van een pand geen gemeentelijk monument zijnde: de bouwvergunning;

    • d.

      in geval van een gemeentelijk monument: een afschrift van het abonnement op de Monumentenwacht;

    • e.

      een Meerjaren Onderhouds Plan.

  • 4. Het college kan nadere informatie vragen, indien dat voor een goede beoordeling van de aanvraag nodig is.

  • 5. Het college kan vrijstelling verlenen van de vereisten genoemd in het derde lid.

  • 6. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn eenmaal verdagen met ten hoogste acht weken.

Artikel 7 - Gereedmelding en subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger meldt de restauratie zo spoedig mogelijk na voltooiing van de werkzaamheden gereed bij burgemeester en wethouders.

  • 2. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie en geschiedt op een door burgemeester en wethouders vastgesteld, ingevuld gereedmeldingsformulier.

  • 3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van:

    • a.

      een gespecificeerde opgave van de kosten van de restauratie met alle daarop betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen;

    • b.

      een kopie van die rekeningen en betalingsbewijzen.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen binnen acht weken na gereedmelding de subsidie vast.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de onder lid 4 gestelde termijn eenmalig met vier weken verlengen.

  • 6. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bij de subsidieverlening toegekende bedrag.

Artikel 8 - Intrekken

Bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de bij of krachtens deze verordening opgelegde verplichtingen en gegeven aanwijzingen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van de subsidie en tot het terugvorderen van een eventueel reeds uitbetaald subsidiebedrag.

Artikel 9 - Uitbetaling

Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling uitbetaald.

Artikel 10 - Bijzondere bepalingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de betrokken raadscommissie, in bijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien het een gemeentelijk monument betreft en de restauratie in het belang van de instandhouding met spoed dient plaats te vinden, een bijdrage-ineens toekennen voor het doen uitvoeren van restauratiewerkzaamheden die de opheffing van de bouwtechnische gebreken tot doel hebben.

Artikel 11 Subsidie voor reclame-uitingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een pand gelegen in een beschermd stads- en dorpgezicht een subsidie verlenen voor een reclame-uiting op of aan dat pand.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor reclame-uitingen op markiezen, zonweringen of windschermen.

  • 3. De subsidie bedraagt 25% van de kosten voor het ontwerp, de fabricage en de plaatsing van de reclame-uiting, met een maximum van € 500,-.

  • 4. Subsidie wordt uitsluitend verleend indien de Welstands- en Monumentencommissie zich akkoord heeft verklaard met het ontwerp van de reclame-uiting.

  • 5. De aanvraag voor een subsidieverlening wordt ingediend bij burgemeester en wethouders op een daartoe bestemd aanvraagformulier. Het aanvraagformulier gaat vergezeld van:

    • a.

      een offerte met een specificatie van de kosten voor het maken van het ontwerp, de fabricage en de plaatsing van de reclame-uiting; en

    • b.

      een akkoordverklaring van de Welstands- en Monumentencommissie van het ontwerp van de reclame-uiting.

  • 6. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken op de aanvraag voor subsidieverlening . Zij kunnen deze beslistermijn eenmaal met ten hoogste vier weken verdagen.

  • 7. Na plaatsing van de reclame-uiting dient de aanvrager een aanvraag om vaststelling van de subsidie in op een daartoe bestemd aanvraagformulier. De aanvraag voor subsidievaststelling gaat vergezeld van:

    • a.

      een kopie van een factuur (of facturen) met daarop een specificatie van de kosten voor ontwerp, fabricage en plaatsing;

    • b.

      een of meer foto’s van de gerealiseerde reclame-uiting; en

    • c.

      een kopie van een bankafschrift of ander betalingsbewijs.

  • 8. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken op de aanvraag voor subsidievaststelling. Zij kunnen deze beslistermijn eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

  • 9. Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na subsidievaststelling uitbetaald door overmaking van het bedrag op het bankrekeningnummer van de aanvrager.

Artikel 12 - Toezicht op de naleving

Burgemeester en wethouders kunnen toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Awb aanwijzen, die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

Artikel 13 - Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening restauratie monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008”.

  • 2. De Subsidieverordening restauratie en onderhoud monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2004 wordt ingetrokken.

  • 3. Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in het tweede lid ingetrokken verordening.

  • 4. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De raad van de gemeente van 22 april 2008
de griffier, mr. G.A.van Egmond
de voorzitter, drs. J.W.van der Sluijs

Leidraad instandhouding gemeentelijke monumenten, als bedoeld in artikel 1 lid g van de 'Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Leidschendam-Voorburg 2008'

INLEIDING

De ‘Leidraad instandhouding gemeentelijke monumenten’ is een beleidsregel ten behoeve van de berekening van de subsidiabele kosten bij de restauratie van gemeentelijke monumenten in Leidschendam-Voorburg.

De leidraad is gekoppeld aan de subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2008. De bepalingen in de restauratieverordening zijn het eerste uitgangspunt voor het vaststellen of een eigenaar in aanmerking komt voor subsidie. In deze leidraad wordt uiteengezet welke activiteiten subsidiabel zijn.

Leeswijzer

De werkzaamheden die in de leidraad worden genoemd, zijn voor 100% subsidiabel tenzij anders vermeld. Van de totale som van de subsidiabele kosten, wordt maximaal 60% aan een monumenteneigenaar gesubsidieerd. Werkzaamheden die niet voorkomen in de leidraad worden niet vergoed. Eventuele nieuwe technieken of onvoorziene vondsten, die ten tijde van de vaststelling van deze leidraad nog niet in gebruik of bekend waren, kunnen na goedkeuring door burgemeester en wethouders alsnog in aanmerking komen voor restauratiesubsidie. De eigenaar dient hiervoor een subsidieverzoek in.

HOOFDSTUK 1. UITGANGSPUNTEN

Het onderscheid tussen restauratie en onderhoud wordt door burgemeester en wethouders als volgt opgevat. Onderhoud omvat alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in bestaande staat te houden (zoals preventieve werkzaamheden tegen water/vochtoverlast, het schilderen van kozijnen en incidentele reparaties aan gevelelementen zoals goten, houtwerk en dakpannen). Hiermee wordt groot onderhoud en restauratie voorkomen.

Restauratie is gericht op de structurele instandhouding van een pand met een grootschalige aanpak. De werkzaamheden, welke gewoon onderhoud te boven gaan, leiden tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken. De werkzaamheden zijn onderdeel van een meerjarenplan om de staat van onderhoud in goede staat te houden en de cultuurhistorische waarden te behouden.

Het monumentenbeleid van de gemeente Leidschendam-Voorburg is gericht op de eigen verantwoordelijkheid van monumenteneigenaren. Alle vastgoedeigenaren hebben een onderhoudsplicht ten aanzien van de instandhouding van een huis of ander gebouwd object. Dat geldt voor zowel monumenten als voor niet-monumentale panden. Burgemeester en wethouders hebben er om die reden voor gekozen de onderhoudsplicht bij de eigenaren te laten en alleen restauratiekosten (op basis van een meerjarenplan) te subsidiëren.

Restauratie of instandhouding van een monument heeft betrekking op het casco van een gebouw: de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen dragende muren, fundering, kelder en gewelven. Daarnaast valt het in stand houden of het terugbrengen van één of meerdere monumentale onderdelen (exterieur of parkonderdelen) onder de restauratiesubsidie.

Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen met dien verstande dat kosten uitsluitend subsidiabel zijn voorzover

  • -

    de werkzaamheden strekken tot instandhouding van het beschermde monument en zijn monumentale waarden, sober, doelmatig en technisch noodzakelijk zijn en gericht op maximaal behoud van aanwezige historische materialen en constructies;

  • -

    de werkzaamheden gericht zijn op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIABELE KOSTEN

00 KOSTEN TEN BEHOEVE VAN DE PLANONTWIKKELING – EN UITVOERING

00.01 Aannemerskosten

  • -

    Materiaalkosten op grond van deze leidraad

  • -

    Loonkosten van het aannemerspersoneel en werkzaamheden van onderaannemers

00.02 Doe het zelf kosten

  • -

    Materiaalkosten op basis van deze leidraad

  • -

    De afschrijving van huur van het benodigde materiaal (in de zin van gereedschappen, e.d.)

00.03 Architect-/plankosten:

  • -

    De kosten van het opstellen van een instandhoudingsplan met de daarbij behorende stukken (zoals plan, begroting, werkomschrijving en tekeningen) tot een maximum van € 1.000,00.

  • -

    De kosten voor ontwerpwerkzaamheden.

00.04 Overige kosten

  • -

    Bouw- en kleurhistorisch onderzoek, mits voorgeschreven dan wel vooraf goedgekeurd door burgemeester en wethouders.

  • -

    Specifieke onderzoeken, mits voorgeschreven of na goedkeuring door burgemeester en wethouders, zoals bouwfysisch onderzoek (naar zout- en vochtproblemen), constructie- en/of bouwtechnisch onderzoek en werktuigbouwkundig onderzoek.

  • -

    Specialistische werkzaamheden door derden, mits geadviseerd dan wel vooraf goedgekeurd door burgemeester en wethouders.

01 TEN BEHOEVE VAN DE UITVOERING

01.01 bouwplaatsvoorzieningen

  • -

    Het (tijdelijk) inzetten van groot materiaal (zoals damwanden, steigers, hijskranen, e.d.) ten behoeve van de instandhoudingswerkzaamheden.

01.02 saneringen, verwijderingen en stutwerk

  • -

    Het tijdelijk verwijderen van materialen c.q. onderdelen, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden inclusief het daarvoor in te zetten materiaal (zoals containers).

  • -

    Stut- en stempelwerk tijdens werkzaamheden.

  • -

    Beschermende voorzieningen voor monumentale onderdelen (zoals het bijvoorbeeld het voor en/of tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dichtleggen van een dak, afdekken van een vloer en inpakken van het orgel en meubilair)

Niet subsidiabel zijn:

  • -

    De kosten voor het saneren van asbest.

  • -

    Kosten voortvloeiend uit doorbreuken ten behoeve van comfortverbetering en veranderd gebruik.

02 TERREININRICHTING EN BIJBEHOREND

02.01 Grondwerken en terreinverharding

  • -

    Het schoon en op diepte houden van sloten en andere waterwerken voorzover dit aantoonbaar van belang is voor de instandhouding van het monument.

  • -

    Het aanbrengen van nieuwe beschoeiingen en vervangen van onderdelen daarvan indien nodig voor de instandhouding van de historische oeverlijn, voorzover deze deel uitmaakt van de redengevende omschrijving.

  • -

    De instandhouding van bestrating voorzover deze deel uitmaakt van het monument en de instandhouding ervan bijdraagt aan de esthetische waarde van het monument, voorzover deze deel uitmaakt van de redengevende omschrijving.

  • -

    Herstel van bestrating na herstelwerkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden met betrekking tot het monument, voorzover deze deel uitmaakt van het monument en de instandhouding ervan bijdraagt aan de esthetische waarde van het monument.

02.02 Terreininrichting

  • -

    Instandhouding of indien noodzakelijk vervanging van bouwkundige elementen zoals hekwerken, bruggetjes, tuinornamenten, voorzover omschreven in de redengevende omschrijving.

  • -

    De instandhouding van landschappelijke elementen die bijdragen aan het historische erf- of tuininrichting en voorzover deze bijdragen aan het behoud van het karakter van het monument en voorzover omschreven in de redengevende omschrijving.

03 CASCO GEBOUWD ERFGOED

03.01 Funderingen en damwanden

  • -

    De instandhouding van funderingsconstructies en/of damwanden (hout, beton, metselwerk of staal).

  • -

    De vervanging dan wel het aanbrengen van funderingsconstructies en/of damwanden (hout, beton, metselwerk of staal).

03.02 Beton

  • -

    Herstelwerkzaamheden aan betonwerken, zowel geveldetailleringen als constructies.

  • -

    Behandelen van betonwerk als gevolg van roestende bewapening, vocht en water voorzover drainage geen oplossing biedt. Dit laatste mits door burgemeester en wethouders goedgekeurd.

03.03 Metselwerk en bijbehorend

  • -

    De instandhouding van dragend metselwerk zoals gevels, wanden, gewelven, kolommen, molenrompen, fabrieksschoorstenen, tuinmuren en dergelijke.

  • -

    Herstellen van scheuren en het vervangen van kapotte stenen (inboeten).

  • -

    Het herstellen van voegwerk indien aantoonbaar dat de waterkerende werking van de gevel niet meer voldoet en de instandhouding van het monument wordt bedreigd. De voegen dienen conform de bestaande situatie te worden vervangen met een gelijk materiaal.

  • -

    Voor het maken van dilatatievoegen bij scheurend metselwerk.

  • -

    Het met water reinigen (onder lage druk zonder toevoegingen van chemicaliën of zand) van gevels voor de verwijdering van algen, mos en dergelijke, mits noodzakelijk voor het in stand houden van het monument.

  • -

    Het om bouwfysische redenen behandelen van metselwerk.

03.04 Houtconstructies

  • -

    Het in stand houden en vervangen van draag-, gewelf-, kap- en vakwerkconstructies zoals onder andere balken, gootconstructies, gordingen, hijsbalken, kapspanten, muurstijlen, windveren, dakmakelaars, dakbeschot, vloerdelen, gewelfbeschot, tengels, roeflatten, sporen en bijbehorende betimmeringen. Om zowel materiaal- als bouwtechnische redenen.

  • -

    Het gaande en staande werk van molens.

  • -

    Het vervangen van houten elementen/onderdelen aan het casco voorzover deze van belang zijn voor de instandhouding van het monument en de karakteristieke waarden van het monument.

  • -

    Behandelingen tegen houtaantasters als insecten, kevers, schimmels en zwammen.

  • -

    Bescherming tegen vocht.

03.05 Metaalconstructies

  • -

    Het vervangen van gietijzeren, smeedijzeren en/of stalen constructies.

  • -

    Roestwerende behandelingen van elementen die van belang zijn voor de instandhouding van het monument, dan wel van belang zijn voor het monumentale karakter.

03.06 Rookkanalen

  • -

    Het vervangen of in stand houden van schoorstenen en bijbehorende rookkanalen en sierelementen (roosters, kappen e.d.).

03.07 Kozijnen, ramen en deuren

  • -

    Het vervangen van kozijnen, ramen en deuren voorzover materiaaltechnisch dan wel constructief noodzakelijk en mits vervangen door een overeenkomstig exemplaar.

  • -

    Het vervangen van dakkoepels, lichtstraten, galmborden, dakluiken en dergelijke voorzover materiaaltechnisch dan wel constructief noodzakelijk en mits vervangen door een overeenkomstig exemplaar.

  • -

    Het in stand houden van historisch hang- en sluitwerk.

Niet subsidiabel: het inbraakwerend maken van ramen en deuren door bijvoorbeeld dievenklauwen.

03.08 Dakbedekking

  • -

    Het vervangen van dakbedekking (zoals onder andere riet, pannen, leien, lood, zink en bitumineuze dakbedekking).

  • -

    Het in stand houden en plaatselijk vervangen van rietdaken.

  • -

    Het vervangen van bedekkingen (zoals koper, lood, zink, leien en natuursteen) van onder andere gevels, zijwangen van dakkapellen, ornamenten, dakranden, daklijsten, balkons, luifels, galerijen, veranda’s en dergelijke.

04 INVULLING VAN HET CASCO

04.01 Beglazing

  • -

    Het in stand houden of vervangen van glas-in-loodramen, al dan niet gebrandschilderd.

  • -

    Het in stand houden van enkele beglazing.

  • -

    Het om materiaaltechnische of andere noodzakelijke redenen vervangen van de beglazing, mits geschied op een bijpassende wijze en een bij de stijl passende glassoort.

  • -

    Het aanbrengen van achter- of voorzetramen ten behoeve van de bescherming van glas-in-lood en gebrandschilderde ramen.

04.02 Natuursteen en kunststeen

  • -

    Het in stand houden en vervangen van natuursteen en kunststeen gevelonderdelen en ornamenten voorzover deze van belang zijn voor de karakteristieken van het monument.

  • -

    Het in stand houden en vervangen van natuursteen en kunststeen beeldhouwwerken aan of bij een monument voorzover deze van belang zijn voor de karakteristieken van een monument en voorzover omschreven in de redengevende omschrijving.

  • -

    Het behandelen van poreuze natuursteen of kunststeen ten behoeve van behoud van het betreffende element, mits toestemming van burgemeester en wethouders.

04.03 Stucwerken

  • -

    Het in stand houden of geheel vervangen, indien noodzakelijk om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen, van stucwerk buiten.

  • -

    Het in stand houden, repareren of , indien noodzakelijk om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen, geheel vervangen van stucwerkornamenten buiten.

04.04 Metaal- en kunststofwerken

  • -

    Het in stand houden of, indien noodzakelijk om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen, van metaalwerken (constructieve elementen).

  • -

    Het in stand houden en zonodig vervangen van decoratieve metalen ornamenten voorzover deze bepalend zijn voor het karakter van het monument (bol, haantjes, windvaan, wijzerplaat, e.d.).

  • -

    Het in stand houden en zonodig vervangen van decoratieve roosters (ontluchtings-, sneeuwroosters, e.d.).

  • -

    Het in stand houden en zonodig vervangen van hijswerken.

  • -

    Het in stand houden en zonodig vervangen van ankerwerken (gevelankers, ophangstangen, e.d.).

04.05 Hemelwaterafvoer en dakgoten

  • -

    De instandhouding en zonodig de vervanging van historische hemelwaterafvoeren, bestaande uit de dakgoten, de vergaarbak en de regenpijp.

05 UURWERKEN IN KERKTORENS

  • -

    De instandhouding van het uurwerk en zijn aandrijving (onder andere uurframe, gewichten, draden/kabels, kettingen, valkisten, slaghamers, e.d.).

  • -

    Schilder- en verguldwerk aan uurwerk en wijzerplaat (conservering of herstel op basis van historische gegevens).

  • -

    De functionele instandhouding van het instrument.

  • -

    Werkzaamheden aan wijzerplaat- en wijzerringverlichting.

06 RECONSTRUCTIE VAN VERLOREN ORNAMENTEN EN ONDERDELEN

Het terugbrengen van verloren onderdelen (zoals luiken, glas-in-lood, ornamenten) wordt alleen gesubsidieerd als aan de hand van historische bronnen aantoonbaar gemaakt kan worden dat deze er zijn geweest en de vorm op basis van de historische bronnen kan worden gereconstrueerd.