Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette

Geldend van 17-12-2009 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette

De raad van de gemeente Leudal heeft in de openbare vergadering van 29 januari 2008 het besluit genomen tot wijziging en vaststelling van de aangepaste

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam

Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette

De hierna vermelde gemeenten:

De gemeente Beesel, gevestigd te Reuver, Nederland;

De gemeente Echt-Susteren, gevestigd te Echt, Nederland;

De gemeente Leudal, gevestigd te Heythuysen, Nederland;

De gemeente Maasgouw, gevestigd te Heel, Nederland;

De gemeente Roerdalen, gevestigd te St. Odiliënberg, Nederland;

De gemeente Roermond, gevestigd te Roermond, Nederland;

De gemeente Venlo, gevestigd te Venlo, Nederland

en

Het Algemeen Bestuur van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette, gevestigd te Viersen, Bondsrepubliek Duitsland,

Gelet op artikel 3 van het Verdrag van Anholt van 23 mei 1991 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten;

Gelet op betreffende bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Gelet op betreffende bepalingen van de Gemeentewet;

Overwegende

  • -

    dat het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette een gebied van bijna 800 km² langs de Duits-Nederlandse grens beslaat en in de afgelopen jaren dit grenspark zich tot een belangrijk natuur- en recreatiegebied alsmede een cultureel ontmoetingscentrum heeft ontwikkeld;

  • -

    dat naast de grensoverschrijdende fiets- en wandelwegen en de drie informatie- en ontmoetings-centra in Wachtendonk, Herkenbosch en Brüggen er ook belangrijke ecologische projecten zoals het Nationaal Park De Meinweg in Nederland en het natuur- en recreatiegebied Schwalm-Nette aan Duitse zijde in ontwikkeling zijn;

  • -

    dat deze ontwikkelingen het resultaat zijn van talrijke door de afzonderlijke gemeenten en Kreise geleverde inspanningen en met name mogelijk gemaakt werden door de subsidies van de deelstaat Nordrhein-Westfalen en de Nederlandse overheidsinstanties en in de laatste jaren in toenemende mate ook door het gemeenschappelijk benutten van de door de Europese Unie (EU) geboden subsidiemogelijkheden;

  • -

    dat door de opname van de Nederlandse gemeenten Beesel en Venlo het gebied van het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette aanzienlijk is uitgebreid;

  • -

    dat in het kader van subsidieprogramma’s van de EU nieuwe informatiecentra zijn ingericht;

  • -

    dat zowel de uitbreiding van het gebied als de toegenomen activiteiten een verdere belangrijke stap in de richting van een geïntegreerd samenwerkingsverband mogelijk maakt;

  • -

    dat na 20 jaar veeleer nationaal georiënteerde samenwerking in het kader van het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette thans de eerste aanzetten geboden worden om in het kader van een gemeenschappelijke organisatie ook een grensoverschrijdende regionale identiteit te creëren, zonder de organisaties die hun waarde bij grensoverschrijdende samenwerking bewezen hebben in hun voortbestaan te bedreigen;

  • -

    dat de weg is vrijgemaakt voor nieuwe initiatieven;

  • -

    dat de deelnemende gemeenten en het Zweckverband te kennen hebben gegeven, dat zij de grensoverschrijdende samenwerking die reeds in gang was gezet bij de Overeenkomst van 30 maart 1976 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Duitse Deelstaat Noordrijnland-Westfalen, Traktaat 16 juni 1976, Trbl. 1976, nr. 76 waarbij een Adviescommissie voor het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette in het leven werd geroepen, verder gestalte willen geven en verwezenlijken conform de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, het Land Niedersachsen en het Land Noordrijn-Westfalen inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten van 23 mei 1991, Trbl. 1991, nr. 102 en Trbl. 1992, nr. 207, bekend als "Het Verdrag van Anholt";

  • -

    dat de deelnemende gemeenten zich bewust zijn van de uit de grensoverschrijdende samen-werking voortvloeiende voordelen zoals omschreven in de op 21 mei 1980 te Madrid gesloten kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeen-schappen of autoriteiten;

b e s l u i t e n :

een openbaar lichaam in te stellen waarvan de regeling luidt als volgt:

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1: Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Regeling: de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam

    Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette;

  • b.

    Verdrag: de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, het land Nedersaksen en het land Noordrijn-Westfalen inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, overeengekomen te lsselburg-Anholt op 23 mei 1991;

  • c.

    Maas-Swalm-Nette: het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark

    Maas-Swalm-Nette;

  • d.

    Algemeen Bestuur: Algemeen Bestuur Maas-Swalm-Nette;

  • e.

    Dagelijks Bestuur: Dagelijks Bestuur Maas-Swalm-Nette;

  • f.

    Voorzitter: Voorzitter van het Algemeen Bestuur en Voorzitter van het Dagelijks bestuur Maas-Swalm-Nette;

  • g.

    Werkgroep: adviesorgaan van en ingesteld door Algemeen Bestuur;

  • h.

    Secretaris: Hoofd van het secretariaat van Maas-Swalm-Nette als nader omschreven in artikel 21;

  • i.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, gevestigd te

    Maastricht, Nederland;

  • j.

    deelnemers: de gemeenteraden van de gemeenten, Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond,en Venlo en het Algemeen Bestuur van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette;

  • k.

    toezichthoudend Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg,

    orgaan: gevestigd te Maastricht, Nederland en het ministerie van Binnenlandse Zaken van het Land Noordrijn-Westfalen, gevestigd te Düsseldorf, Bondsrepubliek Duitsland, of het door haar aangewezen orgaan.

Artikel 2: Naam

Het openbaar lichaam is genaamd "Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette" c.q. "Zweckverband Deutsch-Niederländischer Naturpark Maas-Schwalm-Nette", verder te noemen "openbaar lichaam".

Artikel 3: Duur

Het openbaar lichaam wordt opgericht voor onbepaalde tijd, startende op het moment dat de regeling van kracht wordt.

Artikel 4: Rechtspersoonlijkheid

  • 1. Het openbaar lichaam bezit rechtspersoonlijkheid.

  • 2. De rechtsbevoegdheid komt het openbaar lichaam slechts toe voorzover zulks noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taken en de verwezenlijking van zijn doelstellingen, zoals omschreven in artikel 7 van deze regeling.

Artikel 5: Ambtsgebied

Het ambtsgebied van het openbaar lichaam omvat in de Bondsrepubliek Duitsland het werkgebied van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette en in Nederland het gehele of gedeeltelijke grondgebied van de deelnemende gemeenten. De exacte begrenzing van het ambtsgebied is op bijlage 1 op kaart aangegeven. Deze kaart maakt van de regeling een onlosmakelijk deel uit.

Artikel 6: Zetel

De zetel van het openbaar lichaam is gevestigd te Roermond, Nederland.

Artikel 7: Doel, taken en bevoegdheden

  • Doel

  • 1. Het openbaar lichaam heeft tot doel de gezamenlijke belangen in grensoverschrijdende zin te behartigen, waarbij de meerwaarde van de grensoverschrijdende samenwerking gericht is op het behoud en de ontwikkeling van het natuurlijk landschap, de schoonheid, de wezenskenmerken en de verzorging en ordening daarvan, met inachtneming van belangen van economische, culturele en sociale aard.

  • Taken

  • 2. Het openbaar lichaam heeft in het kader van de toegekende bevoegdheden, die de deelnemers aan het openbaar lichaam naar binnenlands recht hebben, de taak de grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers aan het openbaar lichaam te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren op de in artikel 7, lid 3 vermelde gebieden. Het openbaar lichaam voert binnen deze taak projecten uit. Zij vraagt aan, ontvangt en beheert financiële middelen van derden, waaronder Europese en nationale subsidies. Zij verleent financiële middelen aan derden. Zij verzorgt voor de in lid 3 vermelde gebieden doelmatige public relations. Zij adviseert de deelnemers aan het openbaar lichaam, overheden en instellingen bij grensoverschrijdende activiteiten en problemen.

  • 3. Grensoverschrijdende samenwerking vindt in het kader van de toegekende bevoegdheden naar binnenlands recht, op de volgende gebieden plaats:

    • a.

      behoud en ontwikkeling van bos, natuur en landschap;

    • b.

      benutten en ontwikkeling van de mogelijkheden van recreatief medegebruik van bos, natuur en landschap;

    • c.

      educatie en voorlichting over bos, natuur en landschap inclusief de cultuurhistorie;

  • 4. Het openbaar lichaam neemt de taken van de Adviescommissie voor het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette over, zoals deze op grond van de overeenkomst van 30 maart 1976 voorzien waren., zodra de overeeneenkomst in die zin gewijzigd is.

  • 5. Naast de in lid 3 vermelde gebieden, kunnen de daartoe bevoegde organen van de deelnemers aan het openbaar lichaam in het kader van de volgens het binnenlands recht aan de deelnemers aan het openbaar lichaam toekomende bevoegdheden, andere gebieden aanwijzen waar samenwerking eveneens zinvol wordt geacht.

  • Bevoegdheden

  • 6. Het openbaar lichaam is bevoegd tot voorbereiding van gezamenlijk beleid c.q. beleidsvoorstellen betrekking hebbend op een of meer in dit artikel, leden 3, 4 en 5 vermelde gebieden.

  • 7. De deelnemers aan het openbaar lichaam stellen het door het openbaar lichaam ontwikkelde beleid, zoals vermeld in het vorige lid 6, vast via eensluidende besluiten.

  • 8. Het openbaar lichaam is vervolgens bevoegd om namens de deelnemers aan het openbaar lichaam uitvoering te geven aan het in het vorige lid 7 vermelde en door de deelnemers aan het openbaar lichaam vastgestelde beleid, alsmede bevoegd in het licht daarvan nadere besluiten te nemen.

Artikel 8: De bestuurs- en beheersorganen

  • 1 De bestuurs- en beheersorganen van het openbaar lichaam zijn:

    • a.

      het Algemeen Bestuur

    • b.

      het Dagelijks Bestuur

  • 2. Besluiten worden in meerderheid genomen voorzover deze regeling niet anders bepaalt.

Paragraaf 2 Algemeen Bestuur

Artikel 9: De samenstelling.

  • Algemeen

  • 1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 10 stemgerechtigde vertegenwoordigers van de deelnemers aan het openbaar lichaam samen. Het Algemeen Bestuur is paritair samengesteld.

  • 2. Het Algemeen Bestuur wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter is tevens voorzitter van het Dagelijks Bestuur. Bij de aanwijzing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter neemt het Algemeen Bestuur als uitgangspunt dat als de voorzitter de Duitse nationaliteit heeft, de plaatsvervangend voorzitter de Nederlandse nationaliteit dient te hebben en andersom. De functie van voorzitter wordt maximaal vier jaar aaneengesloten door leden van gelijke nationaliteit vervuld.

  • 3. In afwijking van het vorige lid zal gedurende de eerste vier jaar het Algemeen Bestuur onder voorzitterschap staan van de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette.

  • 4. Bepalingen van de regeling, geldend voor de leden van het Algemeen Bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangende leden. Het plaatsvervangend lidmaatschap biedt geen mogelijkheid tot vervanging van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur.

  • 5. Het zijn van ambtenaar in dienst van een deelnemer aan deze regeling is onverenigbaar met het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur.

  • 6. De leden van het Algemeen Bestuur worden aangewezen voor een periode van vier jaar, tenzij uit de regeling een andere termijn voortvloeit.

  • 7. Verlies van de kwaliteit op grond waarvan men lid van het Algemeen Bestuur is, doet het lidmaatschap van dat bestuur van rechtswege ophouden.

  • 8. Het Algemeen Bestuur laat zich in zijn vergaderingen bijstaan door adviseurs die geen stemrecht hebben. Als adviseur zullen optreden: het Ministerium für Umwelt, Naturschutz, Landwirtschaft und Verbraucherschutz van het Land Noordrijn-Westfalen, de Bezirksregierung Düsseldorf, de ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Provincie Limburg.

  • Vertegenwoordigers namens het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette

  • 9. Het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette benoemt uit zijn midden tot maximaal 5 leden en hun plaatsvervangers voor het Algemeen Bestuur.

  • 10. Aan een lid van het Algemeen Bestuur kan door het Algemeen Bestuur van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette dat hem heeft aangewezen, ontslag worden verleend indien deze niet langer lid is van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette.

  • Vertegenwoordigers namens deelnemende gemeenten

  • 11. De deelnemende gemeenten kunnen samen vijf leden van het Algemeen Bestuur aanwijzen.

  • 12. De raden van de deelnemende gemeenten wijzen met inachtneming van het binnenlands recht, uit hun midden vijf leden en hun plaatsvervangers aan voor het Algemeen Bestuur.

  • 13. Zij treden af met ingang van de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.

  • 14. De gemeenteraden wijzen zo spoedig mogelijk na de aanvang van de nieuwe zittingsperiode van de raad opnieuw de leden van het Algemeen Bestuur aan. Aftredende leden kunnen opnieuw worden aangewezen.

  • 15. De leden van het Algemeen Bestuur, aftredend ingevolge het bepaalde in lid 13, blijven als zodanig fungeren, totdat de in lid 14 bedoelde aanwijzingen zullen hebben plaatsgehad. In vergaderingen van het Algemeen Bestuur, onder deze omstandigheden gehouden, kunnen geen besluiten genomen worden over onderwerpen bedoeld in artikel 12, lid 6.

  • 16. Indien tussentijds een plaats van een lid van het Algemeen Bestuur vacant wordt, wijst de raad van de betrokken gemeente ten spoedigste, doch in elk geval binnen twee maanden, een nieuw lid aan.

  • 17. Hij die ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het Algemeen Bestuur wordt aangewezen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen, zou hebben moeten aftreden.

  • 18. Aan een lid van het Algemeen Bestuur kan door de gemeenteraad die hem heeft aangewezen, ontslag worden verleend indien deze het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit.

  • 19. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10: Besluitvorming

  • 1. De vergadering van het Algemeen Bestuur wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is, evenwel met dien verstande, dat het aantal aanwezigen de deelnemers bij deze regeling naar evenredigheid dient te vertegenwoordigen, zulks ter beoordeling van de voorzitter.

  • 2. Indien ingevolge lid 1 de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter binnen veertien dagen, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering. In de uitnodiging wordt uitdrukkelijk gewezen op de omstandigheid dat het Algemeen Bestuur in deze vergadering besluiten kan nemen zonder rekening te houden met lid 1 van dit artikel.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in lid 2, is lid 1 niet van toepassing.

  • 4. Beraadslaging en besluitvorming over andere aangelegenheden dan die, die voortvloeien uit de krachtens lid 1 niet geopende vergadering, kunnen enkel plaatsvinden indien voldaan wordt aan het gestelde in lid 1.

  • 5. Ieder lid van het Algemeen Bestuur heeft één stem.

  • 6. Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen, uitgebracht door de aanwezige leden.

  • 7. Wijziging van de regeling, in het bijzonder de bepalingen over toetreden en uittreden van deelnemers aan het openbaar lichaam alsmede de ontbinding van het openbaar lichaam vereisen een twee/derde meerderheid in het Algemeen Bestuur. Tot wijziging van de regeling voor wat betreft de taken van het openbaar lichaam kan slechts bij eenparigheid van stemmen besloten worden.

Artikel 11: De bevoegdheden

  • 1. Aan het Algemeen Bestuur behoren, binnen het kader van deze regeling, alle bevoegdheden die niet expliciet aan het Dagelijks Bestuur zijn opgedragen.

  • 2. Het Algemeen Bestuur neemt met name de besluiten over:

    • a.

      het opstellen van het huishoudelijk reglement en het vaststellen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de jaarrekening en het verlenen van décharge aan het Dagelijks Bestuur;

    • c.

      het kiezen en déchargeren van de voorzitter;

    • d.

      de benoeming en het ontslag van de secretaris, op voorstel van de voorzitter.

    • e.

      over alle zaken voorzover de regeling hierin niet voorziet.

  • 3. De voorzitter en de secretaris tekenen de stukken die van het Algemeen Bestuur uitgaan.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte. Verplichtingen worden alleen schriftelijk aangegaan.

Artikel 12: De werkwijze

  • 1. Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo vaak de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig acht of tenminste een/vijfde van het aantal leden van het Algemeen Bestuur dit schriftelijk onder opgaaf van redenen verzoekt.

  • 2. De secretaris nodigt namens de voorzitter met inachtneming van een termijn van twee weken onder toezending van de agenda de leden van het Algemeen Bestuur uit voor de vergadering. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld zowel in de Duitse als de Nederlandse taal. Het verslag bevat tenminste een zakelijke weergave van de door het Algemeen Bestuur genomen besluiten en wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 3. Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergadering een reglement van orde vast waarin nadere bepalingen kunnen worden opgenomen.

  • 4. In het reglement van orde kunnen ook regels worden gegeven omtrent het horen van belanghebbenden ten aanzien van door het Algemeen Bestuur te nemen besluiten.

  • 5. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn als regel openbaar. Hiervan kan slechts dan afgeweken worden als een lid van het Algemeen Bestuur daarvoor een schriftelijk verzoek indient in verband met een bepaald agendapunt.

  • 6. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd, noch een besluit genomen over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;

    • b.

      de benoeming en het ontslag van leden van het Dagelijks Bestuur en van een werkgroep;

    • c.

      het wijzigen van deze regeling overeenkomstig artikel 30;

    • d.

      het toetreden tot deze regeling overeenkomstig artikel 31;

    • e.

      het uittreden uit deze regeling overeenkomstig artikel 32.

Artikel 13: Inlichtingen en verantwoording

  • 1. De door de deelnemers aan het openbaar lichaam aangewezen leden van het Algemeen Bestuur:

    • a.

      verstrekken mondeling en zo nodig schriftelijk de door één of meer leden van de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen, gevraagde inlichtingen;

    • b.

      kunnen mondeling en zonodig schriftelijk door de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hen gevoerde beleid in het Algemeen Bestuur;

    • c.

      kunnen door de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen worden ontslagen als zij het vertrouwen van de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen niet meer bezitten.

  • 2. Een verzoek om inlichtingen wordt bij voorkeur schriftelijk ingediend.

  • 3. Indien het verstrekken van de gevraagde inlichtingen in strijd is met het openbaar belang, wordt de verzoeker hiervan in kennis gesteld onder vermelding van de bezwaren.

  • 4. Bestaan de in lid 3 bedoelde bezwaren niet dan zijn de leden van het Algemeen Bestuur gehouden de inlichtingen zo spoedig mogelijk te verstrekken.

  • 5. De leden van het Algemeen Bestuur tot wie het verzoek om inlichtingen is gericht dragen er zorg voor dat het verzoek, alsmede het antwoord of de kennisgeving, bedoeld in lid 3, ter kennis wordt gebracht van de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen.

Artikel 14: Verhouding Algemeen Bestuur - Raden deelnemende gemeenten en het Zweckverband Schwalm-Nette

  • 1. Het Algemeen Bestuur verstrekt aan deelnemers aan het openbaar lichaam uiterlijk vóór 1 juli volledig verslag van de activiteiten van het openbaar lichaam gedurende het voorgaande jaar.

  • 2. Het Algemeen Bestuur doet uiterlijk twee weken voor een vergadering van het Algemeen Bestuur aan de deelnemers aan het openbaar lichaam mededeling van de agenda van de komende vergadering alsmede van de voor die vergadering bestemde documenten.

  • 3. Het Algemeen Bestuur verstrekt aan de deelnemers aan het openbaar lichaam de door leden van die deelnemers gevraagde inlichtingen.

Paragraaf 3 Dagelijks Bestuur

Artikel 15: De samenstelling

  • 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter van het Algemeen Bestuur en een plaatsvervangend voorzitter, door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aan te wijzen.

  • 2. Bij de aanwijzing van de plaatsvervangend voorzitter van het Dagelijks Bestuur neemt het Algemeen Bestuur als uitgangspunt dat als de voorzitter de Duitse nationaliteit heeft, de plaatsvervangend voorzitter de Nederlandse nationaliteit moet hebben en andersom. De functie van voorzitter wordt maximaal vier jaar aaneengesloten door leden met gelijke nationaliteit vervuld.

  • 3. Het Algemeen Bestuur wijst in de eerste vergadering van elke zittingsperiode de leden van het Dagelijks Bestuur aan.

  • 4. De leden van het Dagelijks Bestuur treden als lid van dat Dagelijks Bestuur af op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen Bestuur afloopt.

  • 5. De leden van het Dagelijks Bestuur, aftredend als lid van het Algemeen Bestuur ingevolge het bepaalde in artikel 9, lid 13, blijven als zodanig fungeren totdat de in lid 1 van dit artikel bedoelde benoemingen zullen hebben plaatsgehad. Ten aanzien van vergaderingen onder deze omstandigheden gehouden, leidt het bepaalde in artikel 56, lid 1, van de Gemeentewet uitzondering.

  • 6. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur vacant komt benoemt het Algemeen Bestuur een nieuw lid.

  • 7. Gaat het openvallen van een plaats in het Dagelijks Bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur dan zal het Algemeen Bestuur het benoemen van een nieuw lid van het Dagelijks Bestuur uitstellen totdat de opengevallen plaats in het Algemeen Bestuur weer is bezet.

  • 8. In afwijking van het voorgaande lid kan het Algemeen Bestuur tot benoeming van een nieuw lid van het Dagelijks Bestuur overgaan indien de opengevallen plaats in het Algemeen Bestuur langer dan drie maanden vacant is gebleven.

  • 9. Hij die tussentijds ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn.

Artikel 16: De werkwijze

  • 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of het andere lid dit nodig oordeelt. De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen vast waarin nader bepalingen kunnen worden opgenomen. Het Dagelijks Bestuur deelt het Algemeen Bestuur dit reglement mede.

  • 3. Van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt in de Duitse en Nederlandse taal opgesteld en bevat tenminste een zakelijke weergave van de door het Dagelijks Bestuur genomen besluiten. De verslagen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 4. De artikelen 56, 57, 58 en 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17: Besluitvorming

  • 1. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien beide leden aanwezig zijn.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan slechts met eenparigheid van stemmen besluiten nemen.

Artikel 18: Bevoegdheden

Aan het Dagelijks Bestuur is opgedragen:

  • a.

    het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd;

  • b.

    het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur;

  • c.

    het beheer van de activa en passiva van het openbaar lichaam;

  • d.

    de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor het geldelijk beheer en de boekhouding alsmede de controle daarop;

  • e.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;

  • f.

    het benoemen c.q. schorsen en ontslaan van personeel in dienst van het openbaar lichaam, een en ander behoudens het bepaalde in artikel 11, lid 2 onder d. en verder voor zover het Algemeen Bestuur zich de desbetreffende bevoegdheid niet heeft voorbehouden;

  • g.

    De voorzitter tekent de stukken die van het Dagelijks Bestuur uitgaan.

Artikel 19: Inlichtingen en verantwoording

  • 1. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden zijn voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid verantwoording verschuldigd aan het Algemeen Bestuur en geven hem te dien aanzien alle verlangde inlichtingen, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet.

  • 2. Het Algemeen Bestuur treft in het Reglement van Orde, als bedoeld in artikel 12 lid 3, een nadere regeling met betrekking tot het afleggen van verantwoording en het verstrekken van inlichtingen door het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.

Artikel 20: Verhouding Algemeen Bestuur - Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het Algemeen Bestuur mondeling en zo nodig schriftelijk binnen vier weken de door één of meer leden van het Algemeen Bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het Algemeen Bestuur mondeling en zo nodig schriftelijk verantwoording af over het door het Dagelijks Bestuur of een der leden gevoerde beleid.

Paragraaf 4 Het secretariaat

Artikel 21: Secretariaat

  • 1. Het secretariaat wordt geleid door een secretaris. Het Algemeen Bestuur beslist over benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris. De secretaris wordt benoemd uit een door de voorzitter van het Algemeen Bestuur in te dienen voordracht van tenminste twee personen. De secretaris kan niet gelijktijdig in dienstverband staan bij een der deelnemers aan het openbaar lichaam. De secretaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het Algemeen Bestuur te bepalen wijze. De secretaris vertegenwoordigt het openbaar lichaam in alle bestuurlijke aangelegenheden binnen de kaders van het door het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur vastgestelde beleid.

  • 2. De secretaris bereidt de besluiten van het Dagelijks Bestuur voor en voert ze uit, voorzover hij daarmee belast is. Daarnaast is hij belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het Algemeen Bestuur, voorzover het Dagelijks Bestuur hem daarmee heeft belast. In het bijzonder is de secretaris belast met het initiëren en coördineren van projecten en het verwerven van gelden uit internationale en Europese fondsen voor projecten ter realisering van de taken van het openbaar lichaam. Hij voert daarover het vaktechnische en financiële beheer.

  • 3. De secretaris ressorteert rechtstreeks onder het Dagelijks Bestuur.

  • 4. De secretaris geeft leiding aan andere medewerkers die ten behoeve van het openbaar lichaam te verrichten werkzaamheden worden ingezet.

  • 5. Het Algemeen Bestuur stelt nadere bepalingen op met betrekking tot het secretariaat.

Artikel 22: Werkgroepen

  • 1. Het Algemeen Bestuur kan voor bepaalde taakgebieden werkgroepen instellen die optreden als adviseur voor het Algemeen Bestuur.

  • 2. Het Algemeen Bestuur wijst een voorzitter voor de werkgroep aan.

Paragraaf 5 De rechtspositie van het personeel

Artikel 23: Rechtspositie personeel

  • 1. Het Algemeen Bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris en de overige ambtenaren van het Openbaar Lichaam alsmede van het personeel van het Openbaar Lichaam, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

  • 2. Het Algemeen Bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet de rechtspositie van de secretaris en het overige personeel van het Openbaar Lichaam.

Paragraaf 6 Financiële bepalingen

Artikel 24: Algemeen

  • 1. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van het openbaar lichaam, alsmede met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van het openbaar lichaam.

  • 2. De artikelen 212, 213 en 214 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25: Begroting

  • 1. Het Dagelijks Bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op, voorzien van een toelichting en zendt dit ontwerp uiterlijk op 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft, toe aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.

  • 2. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de deelnemers aan het openbaar lichaam voor eenieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld.

  • 3. De deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen binnen zes weken na de datum van toezending omtrent de ontwerpbegroting aan het Dagelijks Bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting en biedt het ontwerp aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling aan.

  • 4. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting uiterlijk op 1 juli van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt, vast.

  • 5. Nadat de begroting is vastgesteld zendt het Algemeen Bestuur deze met alle daarbij behorende stukken vóór 15 juli aan de toezichthouders en voorts ter kennisneming aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.

  • 6. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

Artikel 26: Jaarrekening

  • 1. Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks uiterlijk op 1 mei de ontwerprekening met betrekking tot het afgelopen boekjaar aan de deelnemers aan het openbaar lichaam, vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door een door het Algemeen Bestuur aangewezen deskundige, die niet in dienst van het openbaar lichaam mag zijn.

  • 2. De deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen binnen zes weken na datum van toezending bij het Dagelijks Bestuur bezwaren indienen. Het Dagelijks Bestuur voegt de ontvangen bezwaarschriften bij de ontwerprekening en biedt deze aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling aan.

  • 3. Het Algemeen Bestuur stelt de rekening vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur zendt de vastgestelde rekening vóór 15 juli toe aan de toezichthouders en voorts ter kennisneming aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.

Artikel 27: Boekhouding en boekjaar

  • 1. De boekhouding en het kasbeheer beantwoorden aan de eisen, overeenkomstig het Nederlands recht.

  • 2. Het boekjaar stemt overeen met het burgerlijk kalenderjaar. Het eerste boekjaar begint evenwel op de datum van oprichting en eindigt op 31 december van datzelfde jaar.

Artikel 28: Geldmiddelen

De geldmiddelen van het openbaar lichaam bestaan uit:

  • a.

    bijdragen van de Deelstaat Noordrijn-Westfalen,

  • b.

    bijdragen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Provincie Limburg, waarbij deze samen ongeveer gelijk zijn aan de bijdragen van de Deelstaat Noordrijn-Westfalen;

  • c.

    bijdragen van de deelnemers aan het openbaar lichaam, waarvoor de Duitse en Nederlandse leden ieder ongeveer de helft voor hun rekening nemen;

  • d.

    subsidies;

  • e.

    overige inkomsten.

Paragraaf 7 Archief

Artikel 29: Archief

  • 1. De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover deze betrekking hebben op de archiefbescheiden van gemeenten, zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur wijst de functionaris aan die belast is met het beheer van de archiefbescheiden, overeenkomstig de regels die hiervoor bij de gemeente Roermond gelden.

  • 4. De gemeentearchivaris van de gemeente Roermond oefent overeenkomstig de voor hem vastgestelde regels toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze bescheiden niet zijn overgebracht naar de in lid 5 bedoelde archiefbewaarplaats.

  • 5. De archiefbescheiden, bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Archiefwet 1995, worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Roermond.

  • 6. Bij opheffing van het openbaar lichaam worden alle archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Roermond.

Paragraaf 8 Slotbepalingen

Artikel 30: Wijziging regeling

  • 1. Het Dagelijks Bestuur en deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen aan het Algemeen Bestuur voorstellen doen toekomen tot wijziging van deze regeling.

  • 2. Indien het Algemeen Bestuur de wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur een daartoe strekkend voorstel van het Algemeen Bestuur toekomen aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.

  • 3. Een voorstel tot wijziging van de regeling is slechts rechtsgeldig tot stand gekomen indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Voor wijziging van de taken van het openbaar lichaam geldt dat een daartoe strekkend besluit met eenparigheid van stemmen wordt genomen.

Artikel 31: Toetreding

  • 1. Toetreding tot het openbaar lichaam door andere gemeenten of instellingen kan plaatsvinden bij schriftelijk verzoek van de daartoe bevoegde organen van die gemeenten of instellingen.

  • 2. Toetreding door andere gemeenten of instellingen kan slechts plaatsvinden wanneer het Algemeen Bestuur daarin bewilligt bij besluit, vastgesteld met een meerderheid van ten minste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 3. In een besluit van het Algemeen Bestuur als bedoeld in lid 2 kan de toetreding afhankelijk gesteld worden van het voldoen aan bepaalde voorwaarden door de betrokken gemeente of instelling.

  • 4. Indien het Algemeen Bestuur de toetreding tot het openbaar lichaam door andere gemeenten of instellingen wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur een daartoe strekkend voorstel van het Algemeen Bestuur toekomen aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.

  • 5. Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de toetreding van nieuwe leden.

  • 6. De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot toetreding is opgenomen in het register als bedoeld in artikel 27, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 32: Uittreding

  • 1. Een deelnemer aan deze regeling kan uit het openbaar lichaam treden door een daartoe strekkend besluit van de daartoe bevoegde organen van die deelnemer aan deze regeling.

  • 2. Het in lid 1 vermelde besluit dient aan het Algemeen Bestuur te worden toegezonden. Uittreding kan niet eerder geschieden dan één jaar na toezending van het in het vorige lid bedoelde besluit tot uittreding.

  • 3. Het Algemeen Bestuur regelt de voorwaarden en de gevolgen van de uittreding.

Artikel 33: Ontbinding en vereffening

  • 1. Het openbaar lichaam kan worden ontbonden hetzij bij toepassing van artikel 14, lid 4 van bovengenoemd Verdrag van Anholt, hetzij ingevolge een beslissing van het Algemeen Bestuur.

  • 2. De beslissing van het Algemeen Bestuur houdende de ontbinding van het openbaar lichaam is slechts geldig indien dit besluit genomen wordt in een speciaal daartoe bijeen geroepen buitengewone vergadering van het Algemeen Bestuur die tenminste twee maanden van te voren wordt aangekondigd en waarin het besluit tot ontbinding genomen wordt met een twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 3. Bij het besluit tot ontbinding van het openbaar lichaam zoals in het vorige lid bedoeld wordt door het Algemeen Bestuur tevens over de wijze van vereffening besloten. Indien niet anders wordt besloten vormt het Algemeen Bestuur zelf een college van bevoegde vereffenaars. Het Algemeen Bestuur kan bepalen dat het secretariaat met de afwikkeling van de vereffening wordt belast.

  • 4. De deelnemers aan het openbaar lichaam zijn verplicht om naar rato van hun bijdrage aan het openbaar lichaam bij te dragen aan openstaande verplichtingen van het openbaar lichaam die bij vereffening blijken. Als verplichting gelden ook aanspraken van derden die personeel aan het openbaar lichaam ter beschikking gesteld hebben waarvan tengevolge van de opheffing van het openbaar lichaam het dienstverband beëindigd moet worden.

Artikel 34: Toezendingsplicht

De gemeente Roermond, gevestigd te Nederland, respectievelijk het Zweckverband Schwalm-Nette gevestigd te Viersen in de Bondsrepubliek Duitsland zenden deze regeling, besluiten tot wijziging van de regeling, besluiten tot toetreding en uittreding alsook besluiten tot opheffing, toe aan de respectievelijke toezichthouders.

Artikel 35: Evaluatie

Binnen een termijn van drie jaar na inwerkingtreding van deze regeling zoals bedoeld in artikel 3 worden de bepalingen welke zijn neergelegd in de artikelen 7 en 28 geëvalueerd. Van betreffende evaluatie wordt een schriftelijk verslag opgemaakt en door het Algemeen Bestuur vastgesteld en vervolgens aan de deelnemers aan het openbaar lichaam toegezonden.

Artikel 36: Inwerkingtreding

Met inachtneming van het gestelde in artikel 34, treedt deze regeling, na goedkeuring door de respectievelijke toezichthouders alsmede na bekendmaking van de regeling, in werking met ingang van de eerste dag van de eerste maand na opname in het register van Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 27 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 37

Deze regeling wordt aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Leudal d.d. 29 januari 2008.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM

Bijlage 1: Kaart ambtsgebied Openbaar Lichaam Duits-Nederlands

Grenspark Maas-Swalm-Nette

Anlage 1: Karte des Verbandsgebietes Zweckverband Deutsch-NiederländischerNaturpark Maas-Schwalm-Nette

bijlage 1