Horecabeleid gemeente Leudal

Geldend van 25-02-2010 t/m heden

Intitulé

Horecabeleid gemeente Leudal

1.INLEIDING

1.1AANLEIDING EN DOELSTELLING

Per 1 januari 2007 is de nieuwe gemeente Leudal gevormd door de samenvoeging van de vier voormalige gemeenten Haelen, Hunsel, Heythuysen, Roggel en Neer.

Er heeft nog geen harmonisatie plaatsgevonden van het horecabeleid van de voormalige gemeenten. Het college van burgemeester en wethouders van Leudal en Koninklijke Horeca Nederland afdeling Leudal (KHN Leudal) achten het van belang dat een horecabeleid voor de gemeente Leudal tot stand komt waarbij een integrale benadering (alle aspecten in samenhang bezien) van belang wordt geacht.

De doelstelling van deze nota is te komen tot een helder en duidelijk (nieuw) horecabeleid vast te stellen voor de gemeente Leudal. Het beleid dienen draagvlak te hebben bij zowel horecaondernemers als ook bij de burgers.

Het horecabeleid is bedoeld voor de horeca-inrichtingen in de gemeente Leudal.

Van belang is dan ook om een inventarisatie te hebben van het aantal en de soorten horeca-inrichtingen in de gemeente Leudal. In hoofdstuk 2 zal hierop in worden gegaan.

Op het gebied van horeca is sprake van wettelijke regelgeving. Op een aantal terreinen heeft de gemeentelijke overheid daarbij een regulerende rol, vooral daar waar het gaat om zaken als openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Bepaalde taken zijn wettelijk vastgesteld, soms is er sprake van beleidsvrijheid voor de gemeente. In hoofdstuk 3 en 4 wordt op de invulling van de landelijke en plaatselijke regelgeving voor de gemeente Leudal ingegaan.

In het kader van de deregulering wordt daarbij gestreefd om te komen tot zo weinig mogelijk regels. Daar waar regels noodzakelijk zijn moeten deze regels controleerbaar en ook gecontroleerd en gesanctioneerd kunnen worden. In hoofdstuk 5 staat de handhaving centraal.

Zoals bij vele onderwerpen is ook op het horecagebied communicatie en overleg met alle betrokkenen van groot belang. In hoofdstuk 6 wordt de communicatie en de overlegstructuren nader toegelicht.

In hoofdstuk 7 geeft een samenvatting van deze nota.

Tenslotte zijn de bijlagen opgenomen waarnaar verwezen is in deze nota.

In bijlage 6 is een verzameling van de voorgestelde actiepunten opgenomen in een actiepuntenlijst. De nota dient naelijk niet als een statisch maar als een dynamisch stuk te worden gezien. Toekomstige in te nemen sandpunten en nieuwe vast te stellen beleidsregels dienen op termijn te worden toegevoegd aan het Horecabeleid.

1.2UITGANGSPUNTEN VOOR HET TE FORMULEREN BELEID

Om te komen tot een horecabeleid zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd. De uitgangspunten worden vervolgens puntsgewijs besproken.

  • Onder horeca wordt in deze nota verstaan: cafés, hotels, pensions, restaurants, eetgelegenheden alsmede overige inrichtingen die gricht zijn op commerciële exploitatie.

    In de paragraaf 3.1.3 mededinging zal specifiek op de paracommerciële inrichtingen worden ingegaan. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen zijn er beleidsregels opgesteld met betrekking tot paracommercialisme.

  • In deze nota zal worden ingegaan op horecagerelateerde evenementen. Dit zijn evenementen waarbij de tapinrichting een prominente plaats inneemt. Vaak is er ook sprake van muziek. Andere evenementen vallen buiten deze nota.

  • Het beleid in deze nota dient enerzijds recht te doen aan de maatschappelijke functie van de horeca en anderzijds aan het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca. Er dient gezocht te worden naar een goede balans.

  • Voor het beleid dient voldoende draagvlak te bestaan bij de horecaondernemers en de burgers.

  • Het beleid zoals opgenomen in deze nota dient helder en duidelijk te zijn en beperkt in omvang.

  • In het kader van de deregulering dienen de op te leggen regels beperkt te zijn.

  • Regels die noodzakelijk zijn moeten controleerbaar zijn en ook gecontroleerd worden. Indien nodig moet de gemeente Leudal handhavend optreden.

  • De administratieve lasten voor de ondernemers dienen beperkt te zijn.

  • Door de deregulering verschuift de verantwoordelijkheid voor de goede gang van zaken meer richting horecaondernemers. De verantwoordelijkheid dient daar te liggen waar deze thuishoort. De gemeente Leudal is aan zet waar ondernemers hun verantwoordelijkheid onvoldoende nemen.

  • Het uitgangspunt van deze nota is dat ingegaan wordt op alle aspecten rond de horeca zodat zicht ontstaat op het totale beleidsterrein. Dit bevordert een efficiënte en integrale afhandeling in het kader van de vergunningverlening.

  • Het vastgestelde beleid moet dienen als toetsingskader bij het verlenen van vergunningen en als instrument voor handhaving.

  • Deze nota dient niet als een statisch stuk te worden gezien. Nieuwe ontwikkelingen dienen aan de orde te kunnen komen en evaluatiemomenten zijn nodig.

1.3 WIJZE VAN TOTSTANDKOMING NOTA HORECABELEID

De horecanota is tot stand gekomen door medeadvisering van Koninklijke Hreca Nederland (KHN) afdeling Leudal en de consulent van Koninklijke Horeca Nederland. Tevens is de horecanota voorgelegd aan het Ondernemersplatform Leudal (OPL).

2.HORECA IN DE GEMEENTE LEUDAL

2.1 CIJFERS OVER HORECA IN DE GEMEENTE LEUDAL

Hieronder is een tabel opgenomen met een overzicht van de aard van de aanwezige horeca in de gemeente Leudal met als vergelijking het aantal van de betreffende bedrijven in de gemeente Maasgouw en het totaal van het aantal bedrijven in de Provincie Limburg. De betreffende gegevens zoals vermeld in de onderstaande tabel zijn afkomstig van het Bedrijfschap Horeca en Catering. (Er is overigens sprake van dubbeltellingen).

Soort bedrijfssector

Gemeente Leudal

Gemeente Maasgouw

Provincie Limburg

2008

2009

2008

2009

2008

2009

Horeca en cateringbedrijven*

126

121

99

99

4.295

4.055

Drankensector, totaal **

62

56

49

45

1.863

1.778

Fastfoodsector.totaal

24

28

19

21

1.007

1.021

Restaurantsector, totaal

27

26

19

20

808

824

Hotelsector, totaal

7

7

8

11

373

378

* Totaal van hotel-, restaurant-, fastfood-, dranken-, en cateringsector zoals ingeschreven bij hetbedrijfschap Horeca en Catering.

** Alles wat dranken verstrekt en ingeschreven staat bij het bedrijfschap Horeca en Catering.

3.INVULLING LANDELIJKE REGELGEVING

Er is landelijke wet- en regelgeving voor de horeca. Voor de gemeente van belang zijn de Drank- en Horecawet (3.1), de Wet BIBOB (3.2), de milieuwetgeving (3.3) en de regelgeving rond de brandveiligheid (3.4).

Per 1 juli 2008 geldt een rookverbod in de horeca-inrichtingen. Daar de gemeente geen wetgevende dan wel handhavende taakstelling heeft met betrekking tot dit rookverbod wordt in deze nota hierop niet nader

ingegaan. De wet- en regelgeving komt in de onderstaande hoofdstukken 3 en 4 aan de orde.

3.1 DRANK- EN HORECAWET

De overheid stelt al sinds lange tijd regels aan het verstrekken van drank. De huidige Drank- en Horecawet heeft als centrale doelstelling alcoholmatiging, in het bijzonder ter voorkoming van gezondheidsrisico's en maatschappelijke problemen door misbruik van alcoholhoudende drank. In de Drank- en Horecawet zijn randvoorwaarden vastgelegd voor lokaal te voeren beleid. Inmiddels is er een wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet in voorbereiding. De nieuwe Drank- en Horecawet zal op zijn vroegst medio 2011 van kracht zijn.

3.1.1 Vergunningverlening

Bestaand beleid

Op grond van de Drank- en Horecawet is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders drank te schenken tegen vergoeding. De drank- en horecawetvergunning wordt verleend als wordt voldaan aan de bepalingen van de Drank- en Horecawet en het Besluit Eisen Inrichtingen Drank- en Horecawet. Verder dient de aanvrager te beschikken over de vereiste verklaring van sociale hygiëne en te voldoen aan de eisen van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet (positief antecedentenonderzoek). In plaats van de toets ingevolge het Besluit eisen zedelijk gedrag wordt in het wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet overwogen een verklaring omtrent gedrag (VOG) te introduceren.

Nieuw beleid

De gemeente Leudal werkte aanvankelijk niet met een verkorte Drank- en Horecawetaanvraagprocedure voor het geval er sprake is van wijziging van de leidinggevende. Hiervoor dient een nieuwe drank- en horecawetvergunningaanvraag te worden ingediend.

Inmiddels wordt gewerkt met een verkorte, snellere procedure. Volstaan kan worden met d invulling van het formulier tot wijziging van de leidinggevende. Vervolgens wordt een nieuwe Drank- en Horecawetvergunning verleend. Hiermee wordt vooruitgelopen op het wetsvoorstel aangaande de Drank- en Horecawet waarbij voor leidinggevenden een meldingsplicht wordt voorgesteld.

3.1.2 Alcohol en jongeren

Bestaand beleid

De Voedsel en Warenautoriteit is belast met het toezicht op de naleving van onder andere de Drank- en Horecawet. De dienst controleert het verbod op het schenken van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar en het verbod op het schenken van sterke drank aan jongeren onder de 18 jaar (legitimatie). Primair ligt de verantwoordelijkheid voor het nuttigen van alcohol bij de klant zelf, bij de ouders maar ook bij de horecaondernemer. Voor de gemeente ligt er op dit moment voor wat betreft jeugd en alcohol vooral een rol in de preventie.

Het kabinet heeft in november 2007 een hoofdlijnenbrief alcoholbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief zijn de hoofdlijnen van het beleid ter voorkoming van schadelijk alcoholgebruik en de (uitwerking van) van initiatieven op dit punt opgenomen. In deze brief wordt verwezen naar de beleidsbrief Alcohol en Jongeren van 24 maart 2005 waarin twee belangrijke zorgwekkende trends worden benoemd: a. kinderen drinken steeds eerder (op jongere leeftijd) en b. jongeren drinken erg veel.

Erg actueel momenteel is het fenomeen jongerenketen. Het indrinken van jeugd in jongerenketen is echter geen nieuw fenomeen. Jeugdigen drinken al vanouds in alvorens ze op stap gaan. Dit indrinken gebeurt onder verantwoordelijkheid van de jeugdigen zelf en de ouders. Indrinken gebeurt door vriendengroepjes waarbij het verkopen van drank veelal niet aan de orde is.

Als er in hokken en keten alcohol tegen betaling ("anders dan om niet") wordt verstrekt vallen deze onder de reikwijdte van de Drank- en Horecawet. Ingevolge artikel 1 Drank- en Horecawet is een vergunning vereist als er "bedrijfsmatig of anders dan om niet" alcohol wordt verstrekt. Degenen die tegen betaling alcohol verstrekken en geen drank- en horecavergunning hebben, overtreden daarmee artikel 3 van de Drank- en Horecawet. Als een hok of keet feitelijk voor publiek geopend is, mag er ook geen alcoholhoudende drank aanwezig zijn (artikel 25 Drank- en Horecawet). Hokken en keten vallen onder de definitie van "een gebouw" zoals opgenomen in artikel 1 van de Woningwet en zijn daarmee doorgaans ook bouwvergunningplichtig. Een aanvraag om een reguliere bouwvergunning moet getoetst worden aan het Bouwbesluit, de bouwverordening, het bestemmingsplan, de welstandsvereisten en de leefmilieuverordening (artikel 44 Woningwet). Uit verkennend onderzoek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is gebleken dat veel keten niet voldoen aan bouwtechnische en brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit en ook niet aan het vigerende bestemmingsplan.

Er zijn geen gegevens bekend over het aantal keten in de gemeente Leudal. In samenwerking met de gemeente Nederweert en Weert wordt binnen de gemeente Leudal aandacht geschonken aan alcholpreventie op scholen en via publiciteitscamagnes. Zo hebben alle ouders/verzorgers van twaalfjarigen in de maand juli 2009 een brief en folder vanuit de gemeente ontvangen om hen te wijzen op de risico's van alcohol en de verantwoordelijkheid van de ouders.

Wetsvoorstel Drank- en Horecawet

Volgens de voorstellen die er nu liggen voor de nieuwe Drank- en Horecawet zouden gemeenten bevoegdheden krijgen om op lokaal niveau beter invulling te geven aan het alcoholbeleid, met name om het overmatig alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. Deze nieuwe wetgeving is nog geen uitgemaakte zaak is en er nogal wat kritiek op.

3.1.3 Mededinging vanuit vaste inrichtingen

Bestaand beleid

Van mededinging (paracommercie) is sprake als een vorm van oneerlijke concurrentie ontstaat door stichtingen en verenigingen die buiten hun hoofddoelstelling om horecadiensten aanbieden aan het publiek, waarbij gebruik gemaakt wordt van directe of indirecte voordelen zoals subsidiëring, fiscale vrijstellingen of het werken met vrijwilligers. Een aantal stichtingen en verenigingen in de gemeente Leudal verstrekt alcoholhoudende drank als nevenactiviteit. De inkomsten die gegenereerd worden uit de aangeboden horecadiensten zijn een extra bron van inkomsten. Gezocht moet worden naar een goede balans zodat ongewenste concurrentie wordt voorkomen maar er wel mogelijkheden liggen om de kas te versterken. De activiteiten moeten vallen binnen de doelstelling van de vereniging/stichting. Zowel de horeca als het verenigingsleven vervult een belangrijke functie voor de leefbaarheid van de kern. Bescherming van reguliere horeca tegen ongewenste concurrentie is grotendeels te voorkomen door preventief voorschriften en beperkingen op te nemen in de vergunning.

Artikel 4 lid 1 van de Drank- en Horecawet bepaalt dat burgemeester en wethouders één of meer voorschriften of beperkingen kunnen verbinden aan de horecavergunning van zogenaamde paracommerciële instellingen. Deze zijn nodig om mededinging door het verstrekken van alcoholhoudende drank te voorkomen wanneer dit uit het oogpunt van ordelijk economisch verkeer onwenselijk is. De bedoelde voorschriften en beperkingen kunnen op geen andere onderwerpen betrekking hebben dan op:

  • 1.

    de in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen ;

  • 2.

    het openlijk aanprijzen van de mogelijkheid tot het houden van dergelijke bijeenkomsten;

  • 3.

    de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

De gemeente Leudal hanteert zonodig, afhankelijk van de situatie, dergelijke bepalingen in de drank- en horecawetvergunningen. In de voormalige gemeente Heythuysen zijn daarnaast bovendien convenanten gesloten per kern met de commerciële en paracommerciële horeca-inrichtingen.

Het beleid dat ten grondslag ligt aan de convenanten is als gevolg van de wet Algemene rgels gemeenteljke herindeling (Wet Arhi) vervallen. Voor de convenanten geldt dit niet. Daar er geen evaluatie van de convenanten heeft plaatsgevonden is net uitdrukkelijk besloten de convenanten te beëindigen. De voor de gemeente Heyhuysen gesloten convenanten zijn nog rechtsgeldig. De convenanten zijn geldig totdat de gemeenteraa het accommodatiebeleid vaststelt dan wel de subsidierelatie door de gemeente met de betreffende instellingen wordt gewijzigd.

Nieuw beleid

De gemeente Leudal heeft gedurende het jaar 2009 regelmatig meldingen ontvangen van KHN afeling Leudal van lokale parcommerciële activiteiten die als oneerlijk concurrerend worden ervaen. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen is nieuw beleid nodig.

Als nieuw beleid voor de geeente Leudal worden de onderstaand voorschriften en beperkingen verbonden aan de op grond van artikel 4 Drank- en Horecawet (paracommerciële) te verlenen vergunningen ter voorkoming an oneerlijke concurrentie.

Voorschriften en beerkingen ter voorkomingvan oneerlijke concurrentie:

  • 1.

    “Het is verboden in de inrichting bijeenkomsten van persoonlijke aard te houden, waarbij alcoholhoudende dranken voor het gebruik ter plaatse worden verstrekt. Onder dergelijke bijeenkomsten van persoonlijke aard worden verstaan: bijeenkomsten die geen direct verband houden met de (statutair vastgelegde) doelstellingen en activiteiten. Hieronder vallen in elk geval bruiloften en partijen”.

 

Toelichting

Een uitgebreide nadere uitleg over het begrip bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen is te vinden in bijlage 1.

Om een indruk te geven van activiteiten die wel passen binnen de voorschriften is een lijst van activiteiten opgesteld zoals opgenomen in bijlage 2. Deze lijst is richtinggevend en niet limitatief.

 

  • 2.

    “Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard openlijk aan te prijzen, hiermee te adverteren of reclame te maken”.

 

Toelichting

Hiermee wordt niet alleen gedoeld op een artikel in een krant, tijdschrift, plaatselijk blad of d e website van de vereniging, maar ook op de verspreiding van bijvoorbeeld posters, folders of  brochures. Kanttekening hierbij is dat het inhoudelijk wel betrekking moet hebben op het onder  de aandacht brengen, dan wel aanprijzen van de mogelijkheid tot houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard in de betreffende inrichting waarbij alcoholhoudende drank verstrekt zal worden.

  • 3.

    “De vergunning geldt uitsluitend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse vanaf één uur voor, tijdens en twee uur na bijeenkomsten en activiteiten in verband met de statutaire doelstelling van de vergunninghouder”.

 

Toelichting

In de inrichting mogen alleen activiteiten plaatsvinden die direct verband houden met de activiteiten van de betreffende rechtspersoon en de statutaire hoofddoelstelling. Een overzicht van activiteiten die toch mogen worden georganiseerd door een paracommerciële instelling en waarbij tevens dranken worden verstrekt zoals eerder is aangeven, te vinden in bijlage 2.

Alcoholhoudende drank mag worden verstrekt vanaf één uur voor, tijdens, tot twee uur na een activiteit.

Verder dienen uiteraard de sluitingstijden voor horeca-inrichtingen op grond van de Algemene  plaatselijke verordening gemeente Leudal (APV) te  worden nageleefd. De sluitingstijden zoals opgenomen in de APV mogen niet overschreden worden.

Uitzonderingen:

Er zijn echter uitzonderingen. Aan de drank- en horecawetvergunning van een stichting of vereniging worden geen voorschriften verbonden ingevolge artikel 4 lid 1 Drank - en Horecawet indien de stichting of vereniging op gelijke wijze en onder gelijke voorwaarden als een regulier horecabedrijf op de markt opereert.

Hiervan is sprake indien:

  • 1.

    de instelling ingeschreven is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • 2.

    de instelling ingeschreven is bij het bedrijfschap Horeca en Catering;

  • 3.

    de CAO-Horeca volledig van toepassing is;

  • 4.

    alle sociale-verzekeringspremies en belastingen op het volledige loon van alle werknemers worden ingehouden en afgedragen;

  • 5.

    andere belastingen afgedragen worden en de instelling geen BTW-vrijstelling geniet;

  • 6.

    niet met vrijwilligers wordt gewerkt;

  • 7.

    geen overheidssubsidie, in welke vorm dan ook, wordt ontvangen;

  • 8.

    het ondernemen geschiedt voor rekening en risico van de instelling zelf;

  • 9.

    het ondernemen past in het bestemmingsplan;

  • 10.

    er een prijs is overeengekomen conform de marktwaarde, of er sprake van een aangepaste prijs in relatie tot het primaire doel van de exploitatie;

  • 11

    prijsniveau vergelijkbaar is met soortgelijke horeca-bedrijven ter plaatse of in de omgeving.

Tenslotte, indien aan een vergunning voorschriften of beperkingen zijn verbonden, kunnen burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, daarvan bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard ontheffing verlenen. Hierbij kan worden gedacht aan bijzondere festiviteiten, waardoor de vraag naar horecadiensten het bestaande aanbod overtreft.

Wetsvoorstel Drank- en Horecawet

Er wordt overwogen de huidige regelgeving in de Drank- en Horecawet ter voorkoming van ongewenste mededinging ten opzichte van de reguliere horeca te herzien. Nu is er een lappendeken aan mededingingsregelgeving: koepelovereenkomsten, regels van bestuursreglementen, gemeentelijke regels enz. Het plan is om bij gemeentelijke verordenng regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. De gmeente is het toegestaan bij een zodanige verordening rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon. De regels in de verordening hebben in elk geval betrekking op: a. de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt: b. in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; c. de in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van betreffende rechtspersonen betrokken zijn. De burgemeester kan overigens met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aangesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de gestelde regels.Volgens Koninklijke Horeca Nederland is een verordening voor paracommerciële rechtspersonen vragen om problemen. Er komt dan een te grote gemeentelijke beleidsvrijheid waartegen geen rechtsgang meer open staat. Bovendien draagt het niet bij aan het hoofddoel van de Drank- en Horecawet, namelijk een verantwoorde verstrekking van alcohol. Koninklijke Horeca Nederland stelt in de plaats hiervan concreet voor om in de wet duidelijke, uniforme landelijke regels voor paracommerciële instellingen vast te leggen, met vaste schenktijden voor leden en niet-leden alsmede gasten en een verbod op bijeenkomsten van persoonlijke aard.

Actiepunt

Bij wijziging van de Drank- en Horeawet een gemeentelijke verordening vaststellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging.

3.2WET BIBOB

Met de Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) wordt beoogd te voorkomen dat door het verlenen van onder andere vergunningen de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. Hiervoor is het noodzakelijk dat het bestuur van de gemeente beschikking krijgt over zodanige informatie dat voldoende kan worden beoordeeld of er sprake is van ernstig gevaar. Hiervoor is een landelijk Bureau BIBOB opgericht dat bestuursorganen desgevraagd adviseert over de mate van gevaar van misbruik van bijvoorbeeld vergunningen.

Bestaand beleid

Burgemeester en wethouders van Leudal hebben een BIBOB-beleidslijn voor vergunningen vastgesteld (zie bijlage 3) Omdat het gebruik van de wet BIBOB zwaar kan ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van personen en om willekeur te voorkomen, wordt in deze beleidslijn aangegeven op welke wijze van de Wet BIBOB gebruik zal worden bij de verlening van vergunningen voor onder meer de horeca.

Uit landelijk onderzoek is gebleken dat horeca- en de prostitutiebranche veelvuldig worden ingezet voor criminele activiteiten daarom is in de wet BIBOB de mogelijkheid opgenomen om aanvragen voor deze branches diepgaander te toetsen.

In de beleidslijn gaat het onder andere om de drank- en horecawetvergunning en de exploitatievergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV).

Bij een aanvraag om een drank- en horecavergunning en/of exploitatievergunning doet de gemeente onderzoek naar de integriteit van de aanvrager. Als het gemeentelijk onderzoek daar aanleiding toe geeft, kan een BIBOB-advies aangevraagd worden. Als een BIBOB-advies wordt aangevraagd zal de aanvrager/houder van de vergunning geïnformeerd worden door het bestuursorgaan (mededelingsplicht). Indien uit het onderzoek blijkt dat er gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt ter facilitering van criminele activiteiten kan de vergunning op grond van de Wt BOIBOB geweigerd worden. Ook is het mogelijk een al verstrekte de vergunning in te trekken als uit controle blijkt daar aanleiding toe bestaat.

3.3MILIEUREGELS

3.3.1 Algemene milieuregels

De milieuregelgeving is te vinden in de Wet Milieubeheer. Voor alle horecabedrijven golden van 1998 tot eind 2007 de milieuvoorschriften die waren vastgelegd in het "Besluit horeca-, sport -, en recreatie-inrichtingen milieubeheer" (AmvB Horeca). Dit besluit bevatte regels over alle milieuaspecten die voor horecabedrijven relevant waren.

Elf bestaande algemene besluiten (milieu-AmvB's ), waaronder ook het "Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer" zijn per 1 januari 2008 vervangen door het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). Het Barim wordt ook wel het Activiteitenbesluit genoemd. Door nagenoeg alle bedrijfstakken onder het systeem van algemene regels te brengen wordt gehoopt dat de lastendruk voor het bedrijfsleven wordt gereduceerd. Voor een aantal bedrijfsactiviteiten waarvan wordt verwacht dat deze weinig tot geen overlast voor de omgeving opleveren hoeft geen melding meer te worden ingediend. Wel dient te worden voldaan aan een beperkt aantal voorschriften uit het Activiteitenbesluit. Een kleine groep bedrijven blijft vergunningplichtig maar dient aan een aantal voorschriften uit het Activiteitenbesluit te voldoen. De voorschriften komen dan in de plaats van voorschriften die nu nog in de vergunningen worden opgenomen. Uitgangspunt blijft wel dat het milieu op een zelfde niveau wordt beschermd.

De bestaande horeca-inrichtingen hoeven geen nieuwe melding te doen. Een nieuwe melding voor bestaande bedrijven is alleen nodig indien de activiteiten of de werking van het bedrijf wordt gewijzigd.

3.3.2 Milieuregels geluid

Bestaand beleid

Het Activiteitenbesluit biedt bescherming tegen lawaai afkomstig van horeca-inrichtingen.

Voor wat betreft horeca en geluid kunnen er drie situatie worden onderscheiden.

1. Reguliere bedrijfssituatie bij vaste inrichtingen

Dit betreft de geluidsproductie van een horecabedrijf, wanneer dit bedrijf normaal in werking is. Bijvoorbeeld de achtergrondmuziek in een café of het geluid van de airconditioning van een restaurant. De geluidsnormen hiervoor zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. De gemeente kan gemotiveerd en onderbouwd technische voorschriften stellen aan een inrichting om aan de geldende geluidsnorm te voldoen. Ook heeft de gemeente de mogelijkheid om hogere of lagere geluidsnormen op te leggen voor de gehele inrichting of voor specifieke activiteiten, anders dan feestjes. Hierbij kunnen aanvullende eisen gesteld worden, zoals aan de duur van de activiteit, het treffen van maatregelen of het tijdstip van de activiteit.

Voor bestaande inrichtingen zijn in paragraaf 6.5 van het Activiteitenbesluit diverse overgangsregelingen opgenomen.

Een aantal geluidsbronnen vallen overigens niet onder de geluidsnormen van de horeca-inrichtingen zoals: - het stemgeluid van bezoekers; - piekgeluid van bezoekersverkeer; - het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van een inrichting; - onversterkte muziek binnen het bedrijf en op het terras.

2.Feesten, evenementen binnen bestaande vaste inrichtingen

Onder deze categorie vallen allerlei soorten optredens, feesten, evenementen en collectieve feestdagen zoals carnaval en de kermis. De gemeente kan voor deze activiteiten binnen horecabedrijven ruimere geluidsnormen toestaan dan de reguliere normen op grond van het Activiteitenbesluit. Voor incidentele festiviteiten kan dit maximaal twaalf keer per jaar per bedrijf. Hiervoor dient de ondernemer een kennisgevingsformulier in te dienen. Ingevolge artikel 4:2 Algemene plaatselijke verordening (APV) kunnen burgemeester en wethouders een apart besluit nemen ten behoeve van collectieve festiviteiten die gelden voor de gemeente Leudal. Hiervan kan de ondernemer gebruik maken zonder aparte toestemming. .[...]

3.Evenementen op een buitenlocatie

Het betreft grote evenementen met veel bezoekers op een locatie waar normaal gesproken geen horeca aanwezig is, te denken valt aan schuttersfeesten en tentfeesten. Speciaal voor het evenement worden voorzieningen zoals een feesttent en toiletgebouwen neergezet. Voor dergelijke evenementen verleent de gemeente een evenementenvergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening Leudal (APV). Veelvuldig (circa 100 per jaar) is dan ook een ontheffing ex artikel 35 Drank- en Horecawet nodig. Een dergelijke ontheffing kan worden verleend voor zeer bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. In de praktijk is het meestal een ontheffing voor één dag en soms voor twee dagen.

Knelpunten en kansen

Ad. 1 Reguliere bedrijfssituatie

De geluidsnormen van het Activiteitenbesluit zijn duidelijk voor zowel het bedrijfsleven als voor detoezichthouders van de gemeente.

Echter niet is bekend of de afzonderlijke lokaliteiten kunnen voldoen aan de gestelde normen.

De meeste klachten/meldingen die worden verkregen van de horeca betreffen namelijk geluidsoverlast. Ineerste instantie komt de klacht binnen bij de politie. Voor herhaalde klachten wordt door het team

handhaving geluidsmetingen uitgevoerd en vervolgens handhavend opgetreden.

Ad. 2 Feesten, evenementen en collectieve feestdagen

Klachten met betrekking tot geluidsoverlast komen beperkt voor. De geluidsoverlast voor feesten,geaccepteerd. evenementen en collectieve feestdagen wordt gelet op beperkte tijdsperiode van geluidsoverlast

Ad 3. Evenementen op een buitenlocatie

Een enkele keer is geluidsoverlast bij een evenement op een buitenlocatie een probleem.

Specifieke geluidsnormen worden niet gehanteerd. Wel worden eindtijden in de evenementenvergunning opgenomen en met betrekking tot het geluid is de organisator van het evenement gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om overmatige hinder voor de directe omgeving te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.

Herziene APV

Naar aanleiding van het Activiteitenbesluit is de Algemene plaatselijke verordening aangepast.

3.4 BRANDVEILIGHEID

Brandveiligheid is een onderdeel van nog al wat verschillende wetten en regelingen. Zo is brandveiligheid van bouwwerken op basis van de Woningwet geregeld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening. Eisen ten aanzien van de constructie, toe te passen bouwmaterialen (brandwerendheid), vluchtmogelijkheden bij brand zijn onder andere geregeld in het Bouwbesluit. De aanwezigheid en toestand van brandveiligheidinstallaties en het brandveilige gebruik van bouwwerken (ontruimingsplan) is in de bouwverordening geregeld.

Voor evenementen kan het bevoegde gezag op grond van de op de Gemeentewet gebaseerde APV en op grond van de Brandweerwet en de daarop gebaseerde Brandbeveiligingsverordening voorwaarden opleggen aan de organisator van een evenement met betrekking tot de brandveiligheid.

Bestaand beleid

Bij nieuwbouw of verbouw van woningen of bedrijfspanden worden bouwplannen op brandveiligheid getoetst aan het bouwbesluit en de bouwverordening. Ook een aanvraag voor een milieuvergunning of melding wordt op de brandveiligheid getoetst. Gebruiksvergunningen worden afgegeven. Dit gebeurt door de medewerkers van de Regionale brandweer Limburg Noord.

Voor evenementen waarvoor in het kader van de APV of brandbeveiligingsverordening een vergunning wordt aangevraagd wordt ook een brandbeveiligingsadvies afgegeven aan het Frontoffice Vergunningen. Vervolgens wordt de evenementenvergunning inclusief het advies aan de organisator van het evenement verstrekt.

Uit het oogpunt van deregulering worden er standaard brandpreventieve voorschriften gebruikt bij kleine, eenvoudige evenementen waarbij kan worden volstaan met een melding. Hiervoor worden de standaard voorschriften gebruikt die zijn opgenomen in het Handboek openbare orde en veiligheid van de Veiligheidsregio Limburg Noord. Voor de overige grotere evenementen worden er door de brandweer specifieke brandpreventieve voorschriften gemaakt die meegezonden worden met de evenementenvergunning.

4.INVULLING LOKALE REGELGEVING

Naast landelijke wetgeving worden een aantal onderwerpen op het terrein van de horeca lokaal ingevuld. Er is lokale beleidsvrijheid met betrekking tot horecabepalingen in de APV, op het terrein van evenementen, op het terrein van veiligheid, het ruimtelijk beleid, bed en breakfast en bewegwijzering.

4.1 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GEMEENTE LEUDAL (APV)

Bestaand beleid

In de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Leudal (APV) zijn onder andere regels opgenomen over het verlenen van een exploitatievergunning aan horecabedrijven, het organiseren van evenementen, openingstijden, aanwijzing van collectieve festiviteiten; de 12 dagen-regeling (incidentele festiviteiten) en het hebben van een terras.

Knelpunten en kansen

De tendens is Nederland is dat de regeldruk fors omlaag moet ten behoeve van een vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. In het kader van de deregulering is het noodzakelijk de regels en voorschriften met betrekking tot de horeca in de APV goed te bekijken en te heroverwegen of deze regels en voorschriften gehandhaafd moeten blijven. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is met eregulering bezig maar ook andere instanties zijn bezig met de deregulering zoals bijvoorbeeld het Ministerie van Economische Zaken en MKB Nederland. Deze hebben de "Ondernemersgerichte APV" ontworpen. De Kamer van Koophandel heeft de "12 Best Practices voor het reduceren van gemeentelijke Administratieve Lasten voor bedrijven" vervaardigd.

Actiepunt

Naar aanleiding van de dereguleringsvoorstellen van de VNG is de APV gewijzigd in de raadsvergadering van 29 januari 2008.

Vervolgens is de APV naar aanleiding van een aanvullend advies van de VNG in de radsvergadering van 7 april 2009 geheel herzie. Daarbij is aandach geschonken aan deregulering, maar ook aan beter taalgebruik, weghalen van overbodige bepalingen, optionele bepalingen en betere overzichtelijkheid. Verde is de APV ook aangepast aan de Europese Dienstenrichtlijn.

4.1.1 De exploitatievergunning

Bestaand beleid

Voor horecabedrijven wordt onderscheid gemaakt tussen een exploitatievergunning en een vergunning op basis van de Drank- en Horecawet. Een horecabedrijf kan alleen geëxploiteerd worden als de burgemeester op grond van de APV een exploitatievergunning (art. 2.28 APV) heeft verleend. Opgemerkt dient te worden dat in de voormalige gemeenten met de noodzaak van de exploitatievergunning op verschillende wijze is omgegaan met name bij bestaande inrichtingen. Als in het horecabedrijf alcoholhoudende drank wordt geschonken, dient de exploitant naast een exploitatievergunning in het bezit te zijn van een door burgemeester en wethouders te verlenen vergunning op basis van de Drank- en Horecawet.

De exploitatievergunning horeca strekt ter bescherming van de openbare orde en veiligheid, alsmede het woon- en leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf. De drank- en horecawetvergunning ziet toe op de sociaalhygiënische- en sociaaleconomische aspecten van het verstrekken van alcoholhoudende drank.

Naar aanleiding van de herziening van de APV is door het college van burgemeester en wethouders bekeken of het mogelijk is de exploitatievergunning af te schaffen. In diverse gemeenten is de exploitatievergunning afgeschaft.

Het ministerie van Economische Zaken en MKB Nederland geven in hun rapport “de Ondernemersgerichte APV” aan dat de exploitatievergunning in de APV kan worden geschrapt. Ook het rapport “12 Best Practices” van de Kamer van Koophandel geeft aan dat de exploitatievergunning kan worden afgeschaft. Bestemmingsplannen, bestaande wet-en regelgeving zouden de exploitatievergunning overbodig maken.

Er pleiten een aantal argumenten voor om de horeca-exploitatievergunning af te schaffen en niet af te schaffen.

De grootste struikelblok voor afschaffing van de horeca-exploitatievergunning is dat de wet Bibob niet van toepassing is op de droge horeca en dus geen integriteitstoets meer kan plaatsvinden voor de droge horeca. Vanuit het oogpunt van het handhaven van de openbare orde is derhalve door het college van burgemeester en wethouders besloten de horeca-exploitatievergunning niet af te schaffen en is geen voorstel aan de gemeenteraad gedaan om de APV op dit punt te wijzigen. Om de ondernemers toch enigszins tegemoet te komen is op voorstel van het college van burgemeester en wethouders in de gemeenteraadsvergadering van 12 mei 2009 besloten de legeskosten voor de exploitatievergunning te wijzigen ten gunste van de ondernemer.

4.1.2 De collectieve en incidentele festiviteiten (12 dagenregeling)

Bestaand beleid

In de APV is de mogelijkheid opgenomen tot het jaarlijks door burgemeester en wethouders aanwijzen van zogenaamde collectieve festiviteiten (art. 4.2 APV). [...]Een collectieve festiviteit is een festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden, zoals bijvoorbeeld kermis, carnaval. Voor de dagen die als collectieve festiviteit worden aangemerkt hoeft geen aparte vergunning voor het ten gehore brengen van geluid te worden aangevraagd. Verder zijn gedurende deze dagen bepaalde voorschriften met betrekking tot het ten gehore brengen van geluid niet van toepassing.

Daarnaast in de APV de zogenaamde 12 dagenregeling opgenomen. Deze regeling houdt in dat een horeca-inrichting bij incidentele festiviteiten maximaal 12 dagen per jaar een hoger geluidsniveau mag produceren. Dit dient tenminste twee weken voorafgaande aan de festiviteit schriftelijk gemeld te worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een kennisgevingsformulier.

Knelpunten en kansen

Er zijn geen specifieke knelpunten met de collectieve festiviteiten en rond de 12-dagen regeling. Wel dienen de horeca-exploitanten te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om overmatige hinder voor de directe omgeving te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.

Actiepunt

Jaarlijks worden de collectieve festiviteiten door burgemeester en wethouders vastgesteld.

4.1.3 Openingstijden voor horecabedrijven

Bestaand beleid

Horecabedrijven mogen gedurende alle dagen van de week geopend zijn van 07.00 uur tot 02.00 uur (artikel 2.29 lid 1 APV). Cafetaria's en snackbars mogen gedurende alle dagen van de week geopend zijn van 07.00 uur tot 03.00 uur (2.29 lid 2 APV).

Het terras is voor bezoekers gedurende alle dagen van de week geopend van 10.00 uur tot 00.00 uur (art. 2.29 lid 3 APV). In de raadsergadering van 7 april 2009 is op verzoek van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Leudal besloten dat de terrassen langer (tot 02:00 uur) eopend mogen blijven op vrijdag en zaterdag gedurende de zomervakantie van de basisscholen Regio Zuid en op de dag voorafgaande aan een (nationale) feestdag. Hiervoor is aan artikel 2:29 APV een nieuw vierde lid toegevoegd.

Ingevolge artikel 2.29 lid 5 kan de burgemeester door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk horecabedrijf of een daartoe behorend terras. In de voormalige gemeente Roggel en Neer zijn aparte beleidsregels vastgesteld voor verlengde openingstijd voor de horeca, (zie bijlage 5). Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt voor een aantal horecabedrijven die een zogenaamde nachtvergunning hebben in de voormalige gemeente Roggel en Neer.

De burgemeester kan op grond van artikel 2.30 APV in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.

Zo heeft de burgemeester besloten de openingstijden tijdens de jaarwisseling te verlengen tot 05.00 uur voor de gehele gemeente Leudal.

Knelpunten en kansen

Door hetzelfde sluitingsuur te hanteren voor alle horecagelegenheden moeten alle bezoekers gelijktijdig naar huis vertrekken. Dit kan gepaard gaan met de nodige overlast voor omwonenden. In diverse gemeenten wordt geëxperimenteerd met verruiming van de openingstijden of het loslaten van sluitingstijden. De verwachting is dat de kans op overlast afneemt als het geleidelijk vertrekken van de bezoekers wordt bevorderd.

Tegenover het voordeel van het loslaten van de sluitingstijden staat het nadeel dat overlast langer kan doorgaan. Overigens moet geconstateerd worden dat het probleem van massaal naar huis trekkende bezoekers van horecalokaliteiten binnen de gemeente Leudal nauwelijks speelt. De gemeente Leudal kent geen echte grootschalige horecalokaliteiten (disco's). Voor een disco/café en één café geldt een nachtvergunning.

Het hanteren van vrije openingstijden zou kunnen passen bij de dereguleringsvoorstellen. De verwachting is overigens dat veel lokaliteiten geen gebruik zullen maken van de verruiming van de openingstijden.

Het is wellicht aanbevelingswaardig te onderzoeken of de beleidsregels van de verlengde openingstijden van de voormalige gemeente Roggel en Neer kunnen worden vastgesteld voor de gemeente Leudal. Dan is het aan de horeca-ondernemer zelf of hij al dan niet een nachtvergunning wenst aan te vragen om langer open te kunnen zijn. De horca-ondernemer is uiteindelijk zelf verantwordelijk voor de gevolgen van de verlenging van de sluitingstijden.

Er zijn uiteraard voor- en nadelen verbonden aan deze verlenging van de openingstijden. Maar anders blijft er een oneerlijke situatie bestaan voor de horeca-ondernemers in vier voormalige gemeenten. Uiteraard dienen er voorschriften te worden verbonden aan de vergunningen dat de overlast beperkt dient te zijn.

Actiepunt

Beleidsregels van de verlengde openingstijden voor de horeca van de voormalige gemeente Roggel en Neer vaststellen voor de gemeente Leudal.

4.1.4 Terrassen

Bestaand beleid

De vergunning van een terras werd tot voor kort geregeld via de exploitatievergunning op grond van artikel  2:28 APV en via artikel 2:10 APV. Door de deregulering zijn deze APV-artikelen aangepast.

In artikel 2:28 APV is het terras vervallen en artikel 2:10 APV is zondanig aangepast dat geen terrasvergunning meer nodig is. In artikel 2:10 lid 1 APV is kortheidshalve opgenomen dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan als daarmee geen hinder of gevaar oplevert of ontsierend is.

Is dat wel het geval dan kan zo mogelijk een ontheffing door burgemeester en wethouders worden verleend.

Om enig inzicht te krijgen waar terrassen worden ingenomen dient de houder van een terras een melding(sformulier) in te dienen. Dit meldingsformulier wordt na controle per ommegaande meestal  geaccepteerd.

Knelpunten en kansen/ Nieuw beleid

Voor zover bekend doen zich rond terrassen geen noemenswaardige problemen voor. In de voormalige gemeente Hunsel mocht het terras jaarlijks gedurende een beperkte tijdsperiode geopend zijn, van 1 april tot 31 oktober. Met het oog op de verschuiving van de seizoenen en de harmonisering van de regels van voormalige gemeenten is dit standpunt losgelaten. Er kan gedurende het jaar onbeperkt gebruikt worden gemaakt van een terras.

In het verleden was het terras eerder gesloten dan de horeca-inrichting. Voor bezoekers van terrassen was soms niet duidelijk waarom zij het terras vroegtijdig dienden te verlaten. Vervolgens is door de gemeenteraad (in raadsvergadering van 7 april 2009) besloten om de sluitingstijden van het terras uit te breiden tot 02:00 uur gedurende de reguliere zomervakantie op de vrijdag en zaterdag én op de dag voorafgaande aan een (nationale) feestdag.

 Het terras dient ook zodanig te worden opgesteld dat er goede doorstroming moet kunnen plaatsvinden voor voetgangers maar ook voor rolstoelgebruikers en gebruikers van kinderwagens.

4.1.5 Kansspelen en speelautomaten

Bestaand beleid

In de Wet op de kansspelen zijn regels gesteld over allerlei vormen van kansspel. Onder speelautomaten vallen de kansspelautomaten (waarmee geld kan worden gewonnen) en de behendigheidsautomaten (waarmee spelletjes kunnen worden gespeeld maar geen geld kan worden gewonnen).

In hoogdrempelige inrichtingen, bijvoorbeeld een café of restaurant, zijn maximaal twee speelautomaten toegestaan. In laagdrempelige inrichtingen zoals bijvoorbeeld een cafetaria zijn twee behendigheidsautomaten toegestaan. In laagdrempelige inrichtingen die uitsluitend of in hoofdzaak worden gebruikt voor het geven van onderwijs, in gebruik zijn bij jeugdorganisaties/ -instellingen of sportorganisaties/- instellingen is één behendigheidsautomaat toegestaan (art. 2.40 APV).

Op grond van artikel 2.40 lid 5 APV kan de burgemeester in afwijking voor het bepaalde met betrekking tot de hoogdrempelige inrichting, welke gelegen is op een kampeerterrein, vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van meer dan twee behendigheidsautomaten.

De gemeente Leudal beschikt niet over een schriftelijk beleid met betrekking tot speelautomatenhallen en ook niet over een verordening die de exploitatie van speelautomatenhallen mogelijk maakt. Er wordt terughoudend beleid hiervoor gehanteerd.

4.2 EVENEMENTENBELEID

Gedurende het hele jaar vinden er binnen de gemeente Leudal tal van evenementen plaats. Een aantal hiervan vinden jaarlijks plaats. Daarnaast worden er ook incidenteel evenementen georganiseerd.

Het begrip evenement

Onder een evenement wordt een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak verstaan van tijdelijke aard waarbij bijvoorbeeld betogingen, samenkomsten, bioscoopvoorstellingen en dansscholen van deze begripsbeschrijving zijn uitgesloten. Een evenement vindt veelal plaats in de openlucht of in een tent of een combinatie van beide. Vaak is er bovendien sprake van muziek. Een meerdaags evenement wordt gezien als één evenement.

Ingevolge het Multidisciplinair Evenementenbeleid Openbare Orde en Veiligheid van de Regio Noord- en Midden-Limburg kan een evenement in drie klassen worden verdeeld.

  • -

    Klasse A: eenvoudige evenementen met een laag risico. Deze evenementen zijn veelal gering van omvang, vinden in de regel overdag plaats en veroorzaken een beperkte geluidsproductie. Voorbeelden zijn straat-, buurt- en verenigingsfeesten. Ingevolge de deregulering van de APV zijn voor verschillende van deze evenementen geen vergunningen meer nodig en kan worden volstaan met een melding.

  • -

    Klasse B: (grootschalige) evenementen met een gemiddeld risico. Het publiek is veelal afkomstig van binnen de gemeente. Voorbeelden zijn (tent)feesten en kermissen.

  • -

    Klasse C: (grootschalige) evenementen met een verhoogd risico. Het publiek is afkomstig van binnen de gemeente maar ook van daarbuiten. Gedacht kan worden aan grote popfestivals.

De werkgroep Multidisciplinair Evenementenbeleid heeft onlangs aangegeven dat de eerder door hen voorgestelde klasse indeling niet overeenkomt met landelijke indeling zoals beschreven in de leidraad Veiligheid publieksevenementen van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding  (NIBRA). In de landelijke leidraad wordt van Klasse A evenement gesproken van een grootschalig evenement met een hoog risico en een klasse C evenement een klein evenement met een laag risico. Het klasse B komt overeen en blijft hetzelfde. Met deze actualisatie zijn de klasse A en C evenementen dus met elkaar geruild. Dit brengt de nodige spraakverwarring met zich mee. Het wordt echter van groot belang geacht dat het regionale en plaatselijke beleid in overeenstemming zijn met het landelijke beleid. De nieuwe klasse indeling dient dan ook gehanteerd te worden.

Bestaand beleid

Op grond van de APV is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren (art. 2:24, 2:25, 2:25a APV).

De toetsingscriteria van de evenementenvergunning zijn ingevolge artikel 1.8 APV:

  • a.

    openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

Eindtijd geluid/eindtijd evenement

Om een geleidelijk vertrek van bezoekers mogelijk te maken, wordt een onderscheid gemaakt in de eindtijd van het geluid c.q. de muziek en eindtijd van het evenement bij evenementen in openlucht en feesttenten. De eindtijd van het evenement geeft aan op welk moment geen bezoekers meer aanwezig mogen zijn in de tent of op de locatie waar het evenement wordt gehouden. De volgende eindtijden worden gehanteerd.

Openlucht (incl. tent)

Aanvang geluid

Eindtijd geluid

Eindtijd evenement

Zondag

13:00 (tenzij ontheffing voor het eerder maken van geluid)

01:30 uur

02:00 uur

Maandag t/m donderdag

09:00 uur

01:30 uur

02:00 uur

Vrijdag, zaterdag en dagen vóór een officiële feestdag

09:00 uur

01:30 uur

02:00 uur

In een gebouw

Aanvang geluid

Eindtijd geluid

Eindtijd evenement

Zondag

13:00 (tenzij ontheffing voor het eerder maken van geluid)

02:00 uur

02:00 uur

Maandag t/m donderdag

07:00 uur

02:00 uur

02:00 uur

Vrijdag, zaterdag en dagen vóór een officiële feestdag

07:00 uur

02:00 uur

02:00 uur

Eerlijke mededinging

Centraal discussiepunt is in hoeverre de uitgangspunten betreffende eerlijke mededinging een rol moeten spelen bij het verlenen van evenementenvergunningen. Veel evenementen kunnen niet worden georganiseerd zonder de inzet van veel vrijwilligers. Beleid blijft dat de gemeente bij het beoordelen van de vergunningaanvraag geen onderscheid maakt tussen evenementen van ondernemers en evenementen van stichtingen en verenigingen. Het evenemententerrein, de lokaliteit en de aanvrager moeten in beide gevallen aan precies dezelfde eisen voldoen (toezicht, sanitair, vrije doorgang hulpdiensten, aansprakelijkheid). Evenementen worden soms georganiseerd door verenigingen/stichtingen, samen met een lokale horecaondernemer. Afgezien is van het verplicht opleggen van deze combinatie. Immers bij afgifte van een tijdelijke drankontheffing is een leidinggevende met een verklaring van sociale hygiëne voldoende.

Gebruik kunststof bekers of glaswerk

De in de gemeente Leudal georganiseerde evenementen en andere feesten hebben over het algemeen een vriendelijk karakter. Incidenten behoren gelukkig tot de uitzonderingen.

In de wetgeving is niets geregeld ten aanzien van het gebruik van glaswerk binnen de horeca-inrichting. Aan een evenementenvergunning kunnen met betrekking tot het gebruik van glaswerk en/of kunststof bekers nadere voorwaarden worden opgenomen. Met het oog op de veiligheid van evenementen kunnen kunststof bekers soms noodzakelijk zijn. Een afweging hiertoe blijft echter altijd een subjectieve afweging. De gemeente kan de organisator overigens te allen tijde wijzen op het belang van het gebruik van kunststof bekers bijvoorbeeld wanneer evenementen plaatsvinden op sportvelden.

Nieuw beleid

Met betrekking tot evenementen is een nota kaders van het evenementenbeleid door de gemeenteraad vastgesteld in de raadsvergadering van 7 oktober 2008. Deze nota is inmiddels geëvalueerd.In het evenementenbeleid dient uit gegaan te worden van de nieuwe voorgestelde landelijke klasse indeling van evenementen. (Wijziging klasse A en C evenement).

Knelpunten

De knelpunten van het evenementenbeleid worden specifiek omschreven in de evaluatienota evenementenbeleid

4.3VEILIG UITGAAN

Bestaand beleid

Veiligheid is een heel ruim begrip. Onder die noemer valt een groot aantal zaken, zaken die afzonderlijk vaak voor verschillende interpretaties vatbaar zijn. Wat de één "problematisch" vindt is voor de ander "normale gang van zaken."

Het beeld van de horeca in de gemeente Leudal wordt over het algemeen als plezierig en veilig ervaren. Problemen, als die er al zijn, zijn incidenteel van aard en worden ad hoc opgelost.

Deregulering zorgt voor minder regels maar vraagt ook het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het kan niet zo zijn dat verantwoordelijkheid voor de veiligheid enkel en alleen op het bordje van de overheid gelegd wordt. Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Knelpunten en kansen

Het is van belang om op het gebied van veiligheid in relatie met de horeca alert te blijven op ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld drugsgerelateerde overlast. Hiervoor is alertheid en verantwoordelijkheid nodig van politie, horeca en gemeente. Adequaat reageren is een must.

Overleg met Koninklijke Horeca Nederland (KHN), afdeling Leudal

Omdat veiligheid een belangrijke basisvoorwaarde is voor gezellig uitgaan, is een regelmatig overleg over dat aspect met KHN afdeling Leudal en ook de politie van belang tijdens het periodiek (halfjaarlijks) overleg. Als zaken daartoe aanleiding geven dienen maatregelen te worden genomen en gezamenlijk afspraken worden gemaakt.

Politietoezicht

De politie zal, als er concrete aanwijzingen zijn, een strafrechtelijk onderzoek kunnen instellen naar handel en gebruik van drugs in horecalokaliteiten en de eventuele betrokkenheid van de horeca-exploitant hierin. Herhaaldelijke overtreding zullen maatregelen tot ontzegging van de toegang c.q. sluiting van de lokaliteit tot gevolg kunnen hebben.

4.4RUIMTELIJK BELEID

De gemeente Leudal beschikt over enorm veel bestemmingsplannen, wel zo'n 180 in totaal. Deze bestemmingsplannen verschillen behoorlijk van elkaar. In sommige bestemmingsplannen is de bestemming horeca uitdrukkelijk opgenomen in andere bestemmingsplannen is dat het niet het geval.

De bestemmingsplannen van de kernen dienen geactualiseerd en gedigitaliseerd te worden. Ook het bestemmingsplan buitengebied dient te worden geactualiseerd.

De gemeente Leudal heeft een toekomstvisie geschreven voor de nieuwe gemeente waarin belangrijke keuzes zijn gemaakt voor de komende jaren. Deze toekomstvisie "Leven in Leudal" is op 11 december 2007 door de gemeenteraad vastgesteld en zal de komende jaren als leidraad gaan dienen. De gemeente Leudal kiest voor een toekomst met aandacht voor de groene koers, die optimaal gebruik maakt van de groene en ruimtelijke kwaliteiten van de gemeente. Maar ook een toekomst waarin ruimte is voor de noodzakelijke dynamiek in de samenleving, dus ruimte voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld agribusiness, zorg en toerisme en aandacht voor de vitaliteit en kracht van de kernen. Een groene parel met dynamiek! Voortbouwend op deze strategische overall-visie wordt aandacht geschonken aan het opstellen van een structuurvisie voor de gemeente Leudal. Met deze structuurvisie wordt in hoofdlijnen richting gegeven aan toekomstige wenselijke, ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente.

Knelpunten en kansen

Voor het buitengebied zijn de mogelijkheden voor de vestiging van horeca beperkt. Dit is lastig met het oog op recreatie en toerisme. Met name de agrarische sector kan dit kansen bieden. Echter in gebieden (zones) waar gestreefd wordt naar intensivering van de landbouwactiviteiten dient terughoudend te worden omgegaan met nieuwe horeca. In het kader van het opstellen van bestemmingsplannen voor de buitengebieden dienen hiervoor duidelijk kaders aangegeven te worden.

4.5 BED EN BREAKFAST

Onder Bed en Breakfast wordt in het algemeen taalgebruik verstaan kleinschalige logiesruimten met ontbijt geschikt voor een beperkt aantal gasten en waarvan de kamers doorgaans deel uitmaken van een woning. Dit kleinschalige concept van logiesverstrekking aan derden kan voor een extra variatie zorgen in het toeristische aanbod van verblijfsmogelijkheden binnen de gemeente Leudal.

KHN, afdeling Leudal heeft verzocht een apart beleid voor Bed en Breakfast inrichtingen te ontwikkelen, zodat duidelijk is wanneer er sprake is van een hotel en een Bed en Breakfast inrichting.Van belang is te komen tot een goede definitie van de Bed en Breakfast inrichtingen. Een dergelijke definitie dient in overleg met andere disciplines zoals Ruimtelijke Ordening, Toerisme en Recreatie tot stand te komen. Zodat duidelijk begrensd is wanneer sprake is van Bed en Breakfast inrichting.

Actiepunt

Voorgesteld wordt beleid te ontwikkelen in 2010 met betrekking tot de Bed en Breakfastinrichtingen.

4.6 BEWEGWIJZERING

In de gemeente Leudal staan diverse bewegwijzeringsbordjes, ledere voormalige gemeente is met de bewegwijzering van inrichtingen op verschillende wijze omgegaan in het verleden. Er bestaat dan ook onduidelijkheid over het aantal te plaatsen bordjes, de kosten enz.

Nieuw beleid/Actiepunt

Met betrekking tot de bewgwijzering is nieuwbeleid tot stand gekomen in de nota Richtlijnen toeristische bewegwijzering.

5.HANDHAVING

Bestaand beleid

In de gemeenteraadsvergadering van 19 mei 2009 is het Integraal Toezicht- en Handhavingsbeleid 2009-2012 en het Integraal toezicht- en handhavingsprogramma 2009 vastgesteld.

Om ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd, staan verschillende instrumenten ter beschikking. Daarbij gaat het niet alleen om instrumenten, waarmee daadwerkelijk handhavend kan worden opgetreden, maar ook om instrumenten en manieren, die eveneens tot het gewenste resultaat leiden zonder dat feitelijk handhavend optreden hoeft te worden aangewend.

In het integraal toezicht- en handhavingsprogramma, dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld, bevat de activiteiten die per programmajaar worden uitgevoerd en die moeten leiden tot realisatie van de gestelde doelen. Het programma wordt jaarlijks geëvalueerd door middel van een jaarverslag.De basis voor het opgestelde handhavingsprogramma vormt de uitgevoerde risicoanalyse. Op basis van de risicoanalyse zijn prioriteiten gesteld en zijn deze via kengetallen doorgerekend naar daarvoor benodigde personele capaciteit. Deze manier van werken maakt dat beschikbare menskracht zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Het programma bevat de handhavingsinspanningen op het gebied van milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, APV en bijzondere wetten die  jaarlijks worden uitgevoerd. Het belangrijkste criterium dat is gehanteerd bij de prioritering van de handhavingsactiviteiten is veiligheid.

Praktijk

De controle op de naleving van voorschriften zoals die voor de horeca en (de organisatoren van) evenementen gelden (openbare orde, veiligheid en milieu) wordt met name gedaan door de politie en  de ambtenaren die door burgemeester en wethouders zijn aangewezen als toezichthouders. Controles op het gebied van brandveiligheid liggen in handen van de regionale brandweer Limburg-Noord. Daarnaast zijn er ook rijksdiensten actief op dit gebied zoals de Voedsel en Warenautoriteit.

Klachten met betrekking tot de horeca kunnen worden doorgegeven bij het Meldpunt en bij de politie. Vaak hebben klachten betrekking op activiteiten in de avond- of nachtelijke uren. Als dan direct een melding wenst te worden gedaan dient contact te worden opgenomen met de politie. Indien de politie een overtreding constateert kan verbaliserend opgetreden worden (strafrechtelijke handhaving).

Verder kan bij de gemeente een verzoek om handhaving worden ingediend. Een onderzoek zal dan worden opgestart. Het onderzoeken van klachten achteraf blijft moeilijk. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zal worden bepaald of er al dan niet bestuursrechtelijke maatregelen genomen dienen te worden.

Uit de praktijk blijkt dat de meeste klachten betrekking hebben op: geluidsoverlast, en het niet naleven van de sluitingsuren.

Met betrekking tot de geluidsoverlastklachten komen deze in eerste instantie binnen bij de politie. Bij herhaalde klachten wordt een geluidsmeting gedaan en vervolgens, indien noodzakelijk, handhavend opgetreden.

Met betrekking tot de tweede soort klachten, het niet naleven van de sluitingsuren, kan door de politieworden ingegrepen.

Wetsvoorstel Drank- en Horecawet

Ingevolge het wetsvoorstel Drank- en Horecawet zal het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet door de gemeente gebeuren in plaats van de Voedsel- en Warenautoriteit. De bedoeling is dat het toezicht zal worden verscherpt. Gemeenten kunnen het toezicht efficiënter inzetten en vaker toezicht uitoefenen. Voor de gemeenten brengt dit extra uitvoeringskosten met zich mee en dienen de lokale toezichthouders aan bepaalde vereisten te voldoen.

6.COMMUNICATIE EN OVERLEGSTRUCTUREN

Deze nota dient niet gezien te worden als een statisch stuk. De samenleving, ook de gemeente Leudal, is voortdurend aan verandering onderhevig. Het is van belang op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Er dienen nog een aantal zaken zoals aangegeven in het overzicht van de actiepunten (bijlage 6) nader uitgewerkt te worden.

 

De KHN afdeling Leudal en de consulent van Koninklijke  Horeca Nederland hebben aangegeven behoefte te hebben aan regelmatig (halfjaarlijks), intensief overleg met burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal. Tijdens het halfjaarlijkse overleg is het van belang dat knelpunten, nieuwe ontwikkelingen aan de orde komen en dienen afspraken gemaakt te worden. Bovendien dient er gewaakt te worden over eerder gemaakte afspraken.

 

De één loket gedachte kan er toe bijdragen dat het klantproces zo doelmatig gaat verlopen. Dit loket dient de diverse kennisgebieden en vraagstukken te overzien, bijvoorbeeld vragen over de vergunningverlening, milieuvragen, belastingen, veiligheid en bouwplannen. Ook de nieuwe Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), die per zomer 2010 in werking zal treden gaat uit van één loket gedachte.

Bestaand beleid

Op dit moment vindt halfjaarlijks overleg plaats met de KHN afdeling Leudal, de afgevaardigde van Horeca Nederland en burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal. De Horecaondernemersvereniging Leudal zal twee weken voorafgaande aan de geplande datum van dit overleg een voorzet geven van de agenda. De agenda wordt vervolgens vastgesteld door de voorzitter van het overleg.

7.SAMENVATTING

In deze nota wordt ingegaan op het beleid voor de horeca en horecagerelateerde evenementen. Van een horecagerelateerd evenement is sprake als bij een evenement de tap een prominente plaats inneemt. Vaak is er bovendien sprake van muziek. Een meerdaags evenement wordt aangemerkt als één evenement.

Deze nota geeft een overzicht van het beleid met betrekking tot de horeca. Op een aantal punten wordt nieuw beleid voorgesteld. Hierbij hebben de uitgangspunten klantvriendelijkheid, deregulering, terugdringen administratieve lasten en handhaafbaarheid een rol gespeeld.

Deze nota is goedgekeurd door KHN afdeling Leudal, de consulent van Koninklijke Horeca Nederland  en voorgelegd aan het OPL. Hiermee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt om te zorgen voor draagvlak voor het beleid binnen de gemeente Leudal.

De horeca vervult een belangrijke sociale functie binnen de gemeente Leudal. Horecaondernemers zijn primair zelf verantwoordelijk voor de huisorde in hun bedrijf. Deze verantwoordelijkheid wordt voor een deel ingevuld op basis van wettelijke regelgeving. Op een aantal terreinen heeft de gemeentelijke overheid een regulerende rol, vooral als het gaat om openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Soms zijn taken wettelijk vastgelegd, soms bestaat er beleidsvrijheid voor de gemeente. Met het oog op de deregulering is gestreefd naar zo weinig mogelijk regels. Daar waar regels noodzakelijk zijn moeten de regels controleerbaar zijn en ook gecontroleerd en gesanctioneerd kunnen worden.

Deregulering betekent wel dat de verantwoordelijkheid voor een goede gang van zaken meer en meer doorschuift richting burgers en in dit geval horecaondernemers. De overheid is aan zet waar de verantwoordelijkheid onvoldoende opgepakt wordt.

Deze nota dient niet gezien te worden als een statisch stuk. De wettelijke en lokale regelgeving op horecagebied blijft in beweging. Nieuwe standpunten kunnen worden ingenomen en nieuwe beleidsregels kunnen worden vastgesteld. Deze nieuwe standpunten en beleidsregels dienen als onderdeel te worden gezien van het Horecabeleid. Het Horecabeleid wordt periodiek met de betrokken partijen besproken en waar nodig bijgesteld.

De actiepuntenlijst, die als bijlage 6 is bijgevoegd, vraagt inzet met betrekking een aantal onderwerpen voor de komende jaren.

 

 Heythuysen, november 2009

Bijlage 1

Nadere uitleg begrip ‘Bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen’.

 

Bijeenkomsten van persoonlijke aard zijn bijeenkomsten die geen direct verband houden met

de statutaire doelstellingen(en) en de daaruit voortvloeiende activiteiten van de rechtspersoon,

zoals:

 

a) Bijeenkomsten die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer, hetgeen wil zeggen dat

het gaat om de privé-situatie van een of meer natuurlijke personen. Voorbeelden:

bruiloften en partijen.

 

b) Bijeenkomsten, die in de instelling zelf houdt of voor het houden waarvan de vergunninghouder aan een andere rechtspersoon de gelegenheid geeft, en die betrekking hebben op de (bedrijfsmatige) activiteiten van een andere rechtspersoon dan de vergunninghouder.

Voorbeelden: bedrijfsfeesten en personeelsfeesten.

 

Bruiloften zijn bijeenkomsten ter viering van een huwelijkssluiting of -jubileum. Partijen zijn bijeenkomsten bij gelegenheid van een feit of gebeurtenis in de persoonlijke levenssfeer, zoals het houden van een receptie (ontvangst) ter gelegenheid van een (bijzondere) verjaardag, een religieuze gebeurtenis (doop, communie), een bedrijfs- of beroepsjubileum, een bedrijfs- of beroepsafscheid (pensioen). Ook een condoleancebijeenkomst behoort tot deze categorie.

Bijlage 2

Lijst van activiteiten (niet limitatief) die door een paracommerciële instelling mogen worden georganiseerd en waarbij tevens alcoholhoudende dranken mogen worden verstrekt

 

*  Sportieve instellingen/ Recreatieve instellingen:

 

- Jubileumfeest van het bestuur van de vereniging (maximaal 1 x per  5 jaar)

 

- Kampioenschap

 

- Afscheidsfeest van het bestuur/ een bestuurslid (maximaal 1 x per jaar)

 

- Feestavond voor vrijwilligers (max. 1 keer per jaar)

 

- Jaarfeest of afsluiting seizoen (max. 1 keer per jaar)

 

- Toernooi

 

- Overige strikt clubgerelateerde feesten voor leden

 

- Nieuwjaarsborrel (alleen voor leden)

 

 

 

*  Sociaal-culturele instellingen:

 

- Bijeenkomsten/ vergaderingen/ feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruik

maken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de leden)

 

- Sociaal-culturele evenementen (ook voor publiek toegankelijk)

 

- Jaarvergaderingen

 

- Koninginnedag-, sinterklaas- en kerstviering;

 

- Nieuwjaarsborrel

 

 

 

*  Educatieve instellingen:

 

- Lessen/ cursussen

 

- Afstudeerbijeenkomst/ diploma-uitreiking

 

- Schoolfeesten voor leerlingen

 

- Ouderavond

 

- Laatste schooldag

 

- Sportdag voor leerlingen en leraren

 

*  Instellingen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard:

 

- Alle activiteiten die te maken hebben met levensbeschouwelijke of godsdienstige zaken,

zoals bijeenkomsten, cursussen, kerstviering etc.

 

 

Deze lijst is richtinggevend en niet volledig. Een activiteit die niet is opgenomen in de lijst dient alsnog te worden voorgelegd aan de gemeente om te bepalen of de activiteit door de instelling kan worden georganiseerd.

Bijlage 3

Niet opgenomen

Bijlage 4

Niet opgenomen

Bijlage 5

BELEIDSREGELS VERLENGDE OPENINGSTIJD VOOR DE HORECA IN DE

GEMEENTE ROGGEL EN NEER.

Op 22 februari 2006 heeft de commissieie ABA van de gemeente Roggel en Neer na evaluatie ingestemd met een vergunningstelsel voor verlengde openingstijden voor horecagelegenheden.

De verlengde openingstijd beoogt de volgende doelen:

  • a)

    Het verminderen van de piekbelasting in de overlast voor de omgeving van horecagelegenheden.

  • b)

    Het verminderen van de overlast in het algemeen.

  • c)

    Minder geweldsincidenten en verstoringen van de openbare orde.

  • d)

    Een beter gereguleerd taxivervoer.

  • e)

    Aanpassen van de sluitingstijd aan de horecaconcentraties in Noord- en Midden Limburg.

Door de spreiding van het uitgaanspubliek in de nachtelijke uren wordt er naar gestreefd om deze doelen te bereiken waardoor er een veiliger uitgaansklimaat en minder ernstige overlast voor de omgeving ontstaat.

De sluitingstijd tot 02:00 uur wordt gehandhaafd, alleen wordt hier een vergun-ningsmogelijkheid aan toegevoegd. De horecagelegenheden die langer open willen zijn, moeten in het bezit zijn van een vergunning. Door deze constructie blijven de gelegenheden die om 02:00 uur sluiten en de gelegenheden die langer open blijven in beeld.

De vergunning wordt gebaseerd op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV). Aan deze vergunning worden voorwaarden verbonden.

De beleidsregels hebben betrekking op:

  • a.

    Juridisch kader

  • b.

    Sluitingstijd

  • c.

    Proefgebied

  • d.

    Proefperiode

  • e.

    Portiersverplichting

  • f.

    Deurbeleid

  • g.

    Handhavingsprotocol

  • h.

    Tussentijdse beëindiging proef j. Aanvraagtermijn nachtvergunning

  • k.

    Legeskosten

Juridisch kader

De sluitingstijden voor horecabedrijven in.onze gemeente zijn geregeld in artikel 2.3.1.4 van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 2.3.1.4 bepaalt dat:

  • 1.

    het is de houder van een horecabedrijf verboden deze voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op maandag tot en met zondag tussen 02.00 uur en 07.00 uur.

  • 2.

    het is de houder van horecabedrijven waar tegen vergoeding spijzen voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt verboden deze voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op maandag tot en met zondag tussen 03.00 en 07.00 uur.

  • 3.

    De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk horecabedrijf of een daartoe behorend terras.

  • 4.

    Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voorzover op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften van toepassing zijn.

Op grond van artikel 2.3.1.4 lid 3 van de APV kan de burgemeester door middel van een vergunningsvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen. Overeenkomstig het gestelde in artikel 1.4 APV kan de burgemeester voorschriften en beperkingen verbinden aan een ontheffing of vergunning.

Sluitingstijd

De vergunning voor verlengde openingstijd wordt verleend voor:

  • Zaterdag en zondag tot 05.00 uur.

  • Voor de nacht volgend op: eerste pinksterdag, eerste paasdag, tweede kerstdag, 31 december en 1 januari tot 05.00 uur.

Portiersverplichting

Horecabedrijven, niet zijnde frituren en snackbars, waar na 02.00 uur bezoekers verblijven of mogen verblijven dienen na 02.00 uur een gecertificeerde portier in dienst te hebben. Deze portier houdt in de directe omgeving van de horecaonder-neming toezicht op bezoekers die de horecaondememing hebben verlaten.

Deurbeleid

Na 02.30 uur mogen er in deze inrichtingen geen bezoekers meer worden toegelaten. Na 03.30 uur mogen er geen bezoekers meer worden toegelaten in snackbarsen frituren. Snackbars en frituren mogen na 2.30 uur geen alcoholhoudende dranken meer verkopen.

Handhavinqprotocol

Het handhavingprotocol bestaat uit:

  • het gedeelte dat betrekking heeft op het vaststellen van voorschriften: de voorschriften zijn erop gericht om een verstoring van de openbare orde, veiligheid en de overlast zoveel als mogelijk te voorkomen;

  • het gedeelte dat betrekking heeft op het sanctiebeleid indien niet wordt voldaan aan voorschriften van een nachtvergunning.

Voorschriften.

  • Uiterlijk om 04.30 uur kondigt de horecaondernemer de sluitingstijd aan door de volle verlichting te ontsteken en het volume van de muziek terug te brengen tot achtergrondmuziek.

  • Na 04.45 uur worden er geen consumpties meer verstrekt en wordt de achtergrondmuziek uitgezet.

  • Om 05.00 uur dienen alle bezoekers de horecaonderneming te hebben verlaten.

  • De horecaondernemer draagt er zorg voor dat het deurbeleid voor het inkomende publiek duidelijk kenbaar wordt gemaakt.

  • Eventuele aanwijzingen van de politie, gegeven in het belang van de

  • openbare orde of veiligheid, moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd.

  • De horecaondernemer is verplicht ervoor zorg te dragen dat functionarissen

  • van de politie en van de gemeente onmiddellijk en onbelemmerd toegang

  • hebben tot de inrichting:

    • °

      gedurende de tijd dat de inrichting voor bezoekers is geopend, dan wel;

    • °

      gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn en er bezoekers aanwezig zijn.

  • De horecaondernemer is verplicht alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om te voorkomen, dat de gemeente of anderen ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden.

  • De nachtvergunning is niet van toepassing op de bij het horecabedrijf behorende terras

  • De nachtvergunning is niet van toepassing op de bij het horecabedrijf behorende tijdelijke aanbouwsels zoals tenten, overkappingen e.d.

  • Ramen en deuren dienen gesloten te zijn. Toegangsdeuren mogen alleen geopend worden voor het direct in en uit laten van personen.

  • De nachtvergunning wordt niet verleend als de horeca-inrichting:

    • °

      niet in het bezit is van de juiste vergunningen;

    • °

      als blijkt dat niet voldaan wordt aan de geluidsnormen zoals vastgesteld in de Algemene maatregel van bestuur Horeca Sport- en Recreatie Inrichtingen dan wel voor de inrichting afgegeven vergunning op grond van de Wet'Milieubeheer.

  • Aanvullende voorschriften "laagdrempelige horeca"

    • °

      Na 02.30 uur mag geen alcoholhoudende drank meer worden verstrekt.

Sanctiebeleid

De politie en/of functionarissen van de gemeente controleren horecabedrijven onder andere op de naleving van de regelgeving. Ook zien zij toe op de naleving van de voorschriften van de nachtvergunning. Over de handhaving hiervan is het volgende sanctiebeleid vastgesteld:

  • 1.

    Bij een geconstateerde overtreding volgt, voor zover mogelijk, direct een mondelinge waarschuwing. Deze waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd door de gemeente.

  • 2.

    Als binnen zes maanden na de onder 1 vermelde constatering opnieuw een overtreding van de vergunningsvoorwaarden wordt geconstateerd wordt de vergunning tijdelijk voor een periode van een maand ingetrokken.

  • 3.

    Als er binnen zes maanden na de onder 2 vermelde constatering opnieuw een overtreding van de vergunningsvoorwaarden wordt geconstateerd kan de vergunning definitief worden ingetrokken of worden er andere passende maatregelen genomen.

Indien de vergunning wegens een overtreding van de voorschriften wordt ingetrokken voor een bepaalde periode, dient de horecaondernemer zich te houden aan de reguliere sluitingstijden.

Legeskosten.

De legeskosten voor het aanvragen van de vergunning verlengde openingstijd wordt vastgesteld op: € 80,--

Tot slot

De vergunning zoals hier bedoeld staat los van de mogelijkheid die horecagelegenheden hebben om voor incidentele gevallen ontheffing van sluitingsuur te vragen.

Bijlage 6 Actiepuntenlijst

 

De voorgestelde actiepunten zoals vermeld in het horecabeleid zijn verzameld en vermeld in het onderstaande overzicht.

 

 

Nr.

Onderwerp

Actiepunt

1.

Verordening ter voorkoming van oneerlijke mededinging

Na vaststelling nieuwe Drank- en Horecawet,  verordening vaststellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging

2.

Collectieve festiviteiten

Terugkerend jaarlijks actiepunt om collectieve festiviteiten vast te stellen

3.     

Verlengde openingstijden horeca

Beleidsregels van verlengde openingstijden voor de horeca van de voormalige gemeente Roggel en Neer vaststellen voor de gemeente Leudal

4.

Bed en Breakfast inrichtingen

Beleid ontwikkelen in 2010 met betrekking tot Bed en Breakfastinrichtingen