Regeling vervallen per 26-04-2019

Verordening naamgeving en adressering gemeente Leudal 2008

Geldend van 20-03-2008 t/m 25-04-2019

Intitulé

Verordening naamgeving en adressering gemeente Leudal 2008

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Leudal

Overwegende

  • ·

    dat de gemeente Leudal is ontstaan door samenvoeging per 1 januari 2007 van de voormalige gemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel & Neer;

  • ·

    dat de raden van de genoemde voormalige gemeenten verordeningen met betrekking tot straatnaamgeving en huisnummering hebben vastgesteld, welke verordeningen nog steeds rechtskracht hebben;

  • ·

    dat de aankomende Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (wet BAG) noopt tot aanpassing van de gemeentelijke regelgeving op het gebied van naamgeving en adressering;

  • ·

    dat het wenselijk\noodzakelijk derhalve wenselijk is te beschikken over één nieuwe, geactualiseerde verordening naamgeving en adressering voor het totale grondgebied van Leudal, afgestemd op de wet BAG;

Gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de navolgende

verordening naamgeving en adressering gemeente Leudal 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adres:

    een benaming, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding, die door het college is toegekend aan een als zodanig aangewezen adresseerbaar object.

  • b.

    Adresseerbaar object:

    een verblijfsobject, een aangewezen standplaats of een aangewezen ligplaats, gelegen op het gemeentelijk grondgebied.

  • c.

    Bouw- en kunstwerk:

    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • d.

    College:

    het college van burgemeester en wethouders.

  • e.

    Complex:

    een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, agrarisch complex, complex met vakantiehuisjes, jachthavencomplex etc.).

  • f.

    Gebouw:

    vrijstaande, overdekte en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte van enige omvang, die voor mensen toegankelijk is, direct of indirect met de grond is verbonden en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • g.

    Ligplaats:

    een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van het openbare water, dat bestemd is voor het permanent afmeren\aanleggen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden, voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • h.

    Nummeraanduiding:

    de door het college als zodanig toegekende aanduiding van een adresseerbaar object.

    Deze aanduiding vindt plaats door middels van een nummer, dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter, of combinatie van letters en Arabische cijfers.

  • i.

    Openbaar gebied:

    alle door het college aangewezen en voor het openbaar rijverkeer of andere verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.

  • j.

    Openbare ruimte:

    een door het college als zodanig aangewezen benaming van een binnen één woonplaats gelegen buitenruimte.

  • k.

    Rechthebbende:

    eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

  • l.

    Standplaats:

    een door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • m.

    Uitvoeringsvoorschriften:

    nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

  • n.

    Verblijfsobject:

    de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon -, bedrijfsmatige - of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van rechtshandelingen.

  • o.

    Woonplaats:

    een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat apart wordt onderscheiden en waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en openbare ruimten

  • 1. Het college stelt voor het grondgebied van de gemeente een of meer woonplaatsen vast. De (gezamenlijke) woonplaats(en) moet(en) het totale gemeentelijke grondgebied bedekken.

  • 2. Het college kan een woonplaats in wijken en/of buurten verdelen en zo nodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 3. Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden openbare ruimten en zo nodig aan bouw- en kunstwerken.

  • 4. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

  • 5. om advies te vragen. alles in het werk om daar waar enigszins mogelijk tijdig betrokken burgers en/of organisaties Het college stelt, alvorens te besluiten over het in lid 2.1. t/m 2.4. genoemde,

Artikel 3 Toekennen van adressen aan adresseerbare objecten

  • 1. Het college kent aan elk adresseerbaar object een adres toe, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding.

  • 2. Indien aan een adresseerbaar object meer dan één adres wordt toegekend, worden de adressen onderscheiden in hoofdadres en nevenadressen.

  • 3. Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummeraanduidingen aanbrengen

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat aan openbare ruimten toegekende namen middels naamdragers (naamborden) zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse worden aangebracht.

  • 2. Aan een adresseerbaar object dat een adres heeft gekregen, moet de nummeraanduiding op een doeltreffende wijze middels een nummerdrager (nummerbord) zijn aangebracht.

  • 3. Het is een ieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerdragers, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamdragers

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van openbare ruimten en/of verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerdragers aanbrengen

  • 1. Tenzij door het college anders is besloten, laat het college de nummeraanduiding, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden, aanbrengen binnen vier weken na kennisgeving van het besluit aan de rechthebbende.

  • 2. Indien het adresseerbaar object nog niet is voltooid, wordt de nummeraanduiding binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 3. Het college kan de in het eerste en tweede lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast de, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Zaken (ROEZ).

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag van openbare bekendmaking ervan.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening worden ingetrokken:

  • 1.

    de “Verordening straatnaamgeving en huisnummering”, vastgesteld bij besluit van de raad van de (voormalige) gemeente Haelen dd. 19 december 1995

  • 2.

    de “Huisnummerverordening der gemeente Heythuysen 1981”, vastgesteld bij besluit van de raad van de (voormalige) gemeente Heythuysen dd. 30 juni 1981;

  • 3.

    de “Verordening straatnaamgeving en huisnummering”, vastgesteld bij besluit van de raad van de (voormalige) gemeente Hunsel dd. 19 december 1995

  • 4.

    de “Verordening straatnaamgeving en huisnummering”, vastgesteld bij besluit van de raad van de (voormalige) gemeente Roggel en Neer dd. 23 mei 1995.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. Namen en adressen die op grond van de in artikel 10 genoemde verordeningen aan openbare ruimten en aan adresseerbare objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften toegekende namen en adressen en de daarbij aangebrachte nummerdragers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen, adressen en nummerdragers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het vervangen van een naam, adres en/of nummerdrager, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe adres gedurende een jaar na het besluit op grond van artikel 11 tweede lid mogen worden gebruikt op een nadere, bij dat besluit te bepalen wijze.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening met bijbehorende toelichting wordt aangehaald als:

“Verordening naamgeving en adressering gemeente Leudal2008” .

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal dd. 11 maart 2008.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen, A.H.M. Verhoeven MPM