Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent hinderlijke en gevaarlijke honden Beleidsregel hinderlijke en gevaarlijke honden gemeente Lingewaard

Geldend van 01-06-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel hinderlijke en gevaarlijke honden gemeente Lingewaard

De burgemeester van de gemeente Lingewaard;

Gelet op:

  • -

    Artikelen 4:81, eerste lid, 5:25 en 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikelen 160, eerste lid, en 172, tweede en derde lid van de Gemeentewet; en

  • -

    Artikel 2:59 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lingewaard 2018 (hierna APV);

 

Besluit vast te stellen de:

 

Beleidsregel hinderlijke en gevaarlijke honden gemeente Lingewaard

 

Artikel 1 begrippen

  • 1. Hinderlijke hond: een hond die schade veroorzaakt aan roerende of onroerende zaken óf een persoon bijt waarbij geen sprake is van lichamelijk letsel óf een ander dier bijt zonder ernstig letsel.

  • 2. Gevaarlijke hond: een hond die een persoon bijt waarbij sprake is van lichamelijk letsel óf een ander dier bijt waarbij sprake is van ernstig letsel; óf een hond die meerdere keren binnen een periode van twee jaar een persoon bijt, ook als daarbij geen sprake is van enig letsel of een ander dier zonder dat daarbij sprake is van ernstig letsel.

Artikel 2 Hinderlijke hond

  • 1. Een aanlijngebod als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid, van de APV kan door de burgemeester worden opgelegd voor de duur van 1 jaar aan de eigenaar of houder van een hinderlijke hond.

  • 2. De maatregel kan eerder worden opgeheven wanneer de eigenaar of houder aantoont dat het gedrag van de hond structureel is verbeterd.

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1. Een aanlijn- en muilkorfgebod, zoals bedoeld in artikel 2:59, eerste lid van de APV, kan door de burgemeester worden opgelegd aan de eigenaar of houder van een gevaarlijke hond.

  • 2. De burgemeester legt de eigenaar of houder van een gevaarlijke hond geen muilkorfgebod op indien het bijten van de hond verklaarbaar is gezien de situatie.

  • 3. De maatregelen worden opgelegd voor onbepaalde tijd.

  • 4. Het aanlijn- en muilkorfgebod kan worden opgeheven indien de uitslag van een risico-assessment zoals bedoeld in artikel 4 hiertoe aanleiding geeft.

  • 5. Wanneer sprake is van bijten met ernstig letsel bij personen of zeer ernstig letsel bij dieren kan de burgemeester in afwijking van lid 1 t/m 3 besluiten tot inbeslagname van de gevaarlijke hond.

  • 6. Inbeslagname vindt niet plaats indien de eigenaar of houder vrijwillig afstand doet van de hond.

  • 7. De kosten van vervoer, verblijf en eventueel laten euthanaseren van de hond komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

Artikel 4 Risico-assessment

  • 1. Een risico-assessment (gedragstest) dient te worden afgenomen door een professionele gedragsbeoordelaar.

  • 2. Dit risico-assessment vindt plaats voor rekening van de eigenaar of houder. Zowel de burgemeester als de eigenaar of houder kan opdracht geven voor een risico-assessment.

Artikel 5 Niet nakoming

Aan de eigenaar of houder die zich niet houdt aan een opgelegde maatregel zoals bedoeld in artikel 2 of 3 wordt een boete en/of een last onder dwangsom opgelegd. Deze mogelijkheid wordt in het aanlijn- dan wel aanlijn- en muilkorfgebod vermeld.

Artikel 6 Inwerkingtreden

De Beleidsregel hinderlijke en gevaarlijke honden gemeente Lingewaard zoals vastgesteld op 29 mei 2018 treedt in werking een dag na bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel hinderlijke en gevaarlijke honden gemeente Lingewaard’.

Toelichting bij de Beleidsregel hinderlijke en gevaarlijke honden gemeente Lingewaard

Artikel 1

Van ernstig letsel bij andere dieren is sprake wanneer diergeneeskundige behandeling noodzakelijk is. Een aanlijngebod en/of muilkorfgebod geldt zowel binnen als buiten de bebouwde kom en dus ook op alle hondenlosloopgebieden en uitlaatstroken.

Artikel 2

Een eigenaar of houder kan aantonen dat het gedrag van de hond structureel is verbeterd door bewijsstukken te overleggen van (honden)gedragstherapie of gerichte training welke is gevolgd nadat het hinderlijke gedrag heeft plaatsgevonden.

Gedragstherapie dient plaats te vinden door een gedragstherapeut die is aangesloten bij NVGH / Alpha (de vereniging van gedragstherapeuten).

De gedragstherapie of training dient expliciet gericht te zijn op het door de hond vertoonde hinderlijke gedrag.

Artikel 3

Van zeer ernstig letsel bij andere dieren is (in ieder geval) sprake als het bijten levensbedreigend is of leidt tot de dood van het dier.

Er kan sprake zijn van verklaarbaar bijten van de hond gezien de situatie wanneer de hond zelf door de persoon of het andere dier wordt aangevallen of wanneer de persoon zich mengt in een gevecht tussen 2 honden.

Inbeslagname zoals bedoeld in artikel 3 kan plaatsvinden op grond van artikel 5:31 lid 2 Awb juncto 172 lid 3 Gemeentewet. Inbeslagname op grond van de Awb betreft bestuursdwang, alle regels die daarvoor gelden, gelden uiteraard ook bij het in beslag nemen van een hond. Kosten die gemaakt worden kunnen verhaald worden.

Gebruikmaking van de lichte bevelsbevoegdheid van de burgemeester (inbeslagname op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet) kan alleen als er geen sprake is van een overtreding, dus als er nog geen aanlijn- of aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd. Deze kosten kunnen niet verhaald worden

Artikel 4

Een risico-assessment zoals bedoeld in artikel 4 is bijvoorbeeld een MAG-test (Maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag), agressietest (zoals ontwikkeld door de universiteit Utrecht) of een TOP-test (Toetsing Op Persoonlijkheid).

Een professionele gedragsbeoordelaar heeft de opleiding tot gedragskeurmeester of gedragsbeoordelaar met succes afgerond en beschikt over (voldoende recente) praktijkervaring, zoals door de Raad van Beheer op kynologisch gebied Nederland benoemde gedragskeurmeester.

Artikel 5

De boete en de last onder dwangsom kunnen naast elkaar worden opgelegd, omdat de boete gericht is op het verleden (wordt opgelegd vanwege de overtreding die is begaan) en de last onder dwangsom gericht is op de toekomst (voorkomen dat de overtreding nogmaals wordt begaan of blijft voortduren).

De boete voor de overtreding zoals genoemd in artikel 5 is opgenomen in het feitenboekje, feitnummers F150a en F150b (feitenboekje 2018).