Regeling vervallen per 31-12-2020

UITVOERINGSREGELING HOOFDSTUK 3 CAR-UWO GEMEENTE LOPPERSUM 2016

Geldend van 16-02-2016 t/m 30-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

UITVOERINGSREGELING HOOFDSTUK 3 CAR-UWO GEMEENTE LOPPERSUM 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Loppersum

Gelezen het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

Gehoord de commissie voor het Georganiseerd Overleg d.d. 18 november 2015;

mede gelet op artikel 139 en 160 van de Gemeentewet, artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929 en hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

BESLUITEN

vast te stellen de hiernavolgende uitvoeringsregeling, met betrekking tot de regelruimte binnen hoofdstuk 3 van de CAR-UWO, regelende het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaren van de gemeente Loppersum.

“UITVOERINGSREGELING HOOFDSTUK 3 CAR-UWO GEMEENTE LOPPERSUM 2016”

in te trekken de “Bezoldigingsverordening Gemeente Loppersum 2010”

Preambule

Hoofdstuk 3 CAR-UWO heeft met ingang van 1 januari 2016 een standaardkarakter, wat betekent dat afwijkingen ten nadele of ten gunste van de ambtenaar niet zijn toegestaan. In een aantal artikelen is echter wel regelruimte voor het College bepaald. In deze beloningsverordening wordt datgene geregeld waar lokaal nog wel verdere invulling aan gegeven kan worden, dan wel daar waar bandbreedte bepalingen in het hoofdstuk zijn opgenomen.

Voor wat betreft deze uitvoeringsregeling worden de uitgangspunten, welke als aanleiding dienden voor de uniformering van hoofdstuk 3 van de CAR-UWO in acht genomen, te weten:

  • ·

    Het integreren van de lokale bezoldigingsverordening in hoofdstuk 3 van de CAR;

  • ·

    Het niet langer hanteren van het begrip bezoldiging;

  • ·

    Het laten vervallen van gedetailleerde aanwijzingen voor de uitvoering.

Artikel 1 - Vaststelling salaris

Voor de inschaling in de aanloop- en functieschaal, als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR-UWO, zijn de regels vastgelegd in de "richtlijnen beloningsbeleid 2010."

Artikel 2 - Salarisverhoging

Lid 1

Conform artikel 3:4 lid 1 en 4 CAR-UWO wordt het salaris van de ambtenaar jaarlijks per 1 januari verhoogd tot het naast hogere bedrag in de voor de ambtenaar geldende functieschaal.

Lid 2

Deze periodieke verhoging vindt plaats zolang het maximum van de functieschaal nog niet is bereikt en uit de beoordeling blijkt dat de ambtenaar zijn functie "op niveau" vervult.

Lid 3

Indien het functioneren van de ambtenaar lager wordt beoordeeld dan "op niveau" blijft toekenning van een periodieke verhoging, conform artikel 3:4 lid 1 en onder a CAR-UWO, achterwege.

Lid 4

Conform artikel 3:4 lid 2 CAR-UWO kan de werkgever bepalen dat niet kan worden vastgesteld of er sprake is van functioneren "op niveau", als bedoeld in bovengenoemd lid 2, wanneer er in het desbetreffende jaar minder dan 6 maanden arbeid is verricht. De volgende tijd wordt aangemerkt als het niet verrichten van arbeid:

  • a.

    Tijd doorgebracht met verlof zonder bezoldiging, indien het verlof is verleend uitsluitend in het belang van de ambtenaar, dan wel is verleend onder voorwaarde, dat de bedoelde tijd niet zal meetellen voor de vaststelling van de diensttijd.

  • b.

    Tijd doorgebracht met verlof (zonder) bezoldiging, voor zover deze een tijdvak van een half jaar te boven gaat.

  • c.

    Tijd doorgebracht wegens al dan niet verwijtbare arbeidsongeschiktheid.

  • d.

    Tijd gedurende welke de ambtenaar in uitoefening van zijn functie is geschorst;

  • e.

    Bij wijze van disciplinaire straf

  • f.

    Indiensttreding na 1 juli van het lopende kalenderjaar.

Lid 5

Het achterwege blijven van een periodieke verhoging als bedoeld in lid 3 wordt altijd schriftelijk aan betrokkene bevestigd door het College.

Artikel 3 – Extra periodieke salarisverhoging

Lid 1

Op basis van artikel 3:4 lid 3 CAR-UWO kan het College aan de ambtenaar die het maximum salaris voor de hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt een extra periodieke verhoging toegekend indien uit een beoordeling blijkt dat er sprake is van een beoordelingsfactor "boven niveau", conform de richtlijnen in paragraaf 4 van de richtlijnen beloningsbeleid 2010.

Lid 2

De extra periodieke verhoging wordt toegekend met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de datum van toekenning.

Lid 3

De toekenning van een extra periodieke verhoging wordt altijd schriftelijk aan betrokkene bevestigd door het College.

Artikel 4 – Inpassing in een hogere schaal

Indien de ambtenaar, conform artikel 3:6 CAR-UWO, wordt benoemd in een andere functie waaraan een schaal met een hoger maximum salaris is verbonden, of bij de overstap van de aanloopschaal naar de functieschaal, vindt de vaststelling van het salaris in de nieuwe functieschaal als volgt plaats:

  • 1.

    Het salaris van de medewerker wordt vastgesteld op het naast hogere bedrag in de hogere schaal ten opzichte van het huidige salaris

  • 2.

    De verhoging bedraagt tenminste 75% van een periodiek in de schaal waarin de medewerker was ingedeeld voor de overgang naar de hogere schaal.

  • 3.

    Indien en voor zover er sprake is van eerder toegekende salarisgaranties worden deze zoveel mogelijk bij de inschaling in de nieuwe schaal geïncorporeerd.

Artikel 5 – Uitloopschaal

Lid 1

De gemeente Loppersum kent een regeling met betrekking tot uitloopperiodieken, als bedoeld in artikel 3:7 CAR-UWO, de zogenoemde uitloopperiodieken B, C en D. Voor de toekenning van de uitloopperiodieken B, C en D zijn de regels vastgelegd in de "richtlijnen beloningsbeleid 2010."

Lid 2

De uitloopperiodieken B, C, en D, als bedoeld in lid 1, worden opgenomen in de salaristabel, welke als bijlage is opgenomen bij deze uitvoeringsregeling.

Artikel 6 - Arbeidsmarkttoelage

Aan de ambtenaar kan om redenen van werving en behoud, zoals bedoeld in artikel 3:9 CAR-UWO een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

Lid 1

De toelage kan worden toegekend in de volgende situaties:

  • a.

    Bij indiensttreding van een ambtenaar bij krapte op de arbeidsmarkt voor de specifieke functie die betrokkene gaat vervullen;

  • b.

    Indien bij vertrek van de ambtenaar de bedrijfsvoering ernstige hinder zal ondervinden en de functiewaardering van de functie die wordt vervuld sterk afwijkt van de situatie op de arbeidsmarkt.

Artikel 7 – Waarnemingstoelage

De hoogte van de waarnemingstoelage, als bedoeld in artikel 3:10 CAR-UWO, wordt bepaald door betrokken ambtenaar fictief in te schalen in de functieschaal van de functie die wordt waargenomen, op basis van de voorwaarden die in dit artikel verder zijn uitgewerkt. Waarbij de waarnemingstoelage het verschil is tussen de huidige inschaling en de fictieve inschaling.

De voorwaarden hiervoor zijn als volgt:

  • 1.

    Betrokken ambtenaar dient te zijn aangewezen door of namens het College een andere functie, voor een bepaalde periode, waar te nemen

  • 2.

    De waarnemingstoelage wordt alleen toegekend voor dat deel van de functie dat wordt waargenomen, als bedoeld in artikel 3:10 de leden 2 en 3 CAR-UWO.

  • 3.

    Voor het bepalen van de fictieve inschaling wordt verwezen naar artikel 4 van deze regeling, betreffende inpassing in een hogere schaal.

  • 4.

    De uitloopperiodieken als bedoeld in artikel 5 van deze regeling zijn, enkel en alleen in die gevallen dat er geen waarnemingstoelage ontstaat vanwege het feit dat betrokken ambtenaar in de eigen functie al ingeschaald is in één van deze uitloopperiodieken, ook van toepassing bij het bepalen van de waarnemingstoelage.

Artikel 8 - Inconveniëntentoelage

Er is binnen de gemeente Loppersum geen sprake van functies waarop een inconveniëntentoelage van toepassing is, als bedoeld in artikel 3:14 CAR-UWO.

Artikel 9 – Garantietoelage

Lid 1

Aan de ambtenaar aan wie op grond van een Sociaal Statuut een functie wordt opgedragen waaraan een lagere schaal is verbonden, ontvangt vanaf het moment dat deze functie ingaat, de daaraan verbonden lagere schaal.

Lid 2

Indien mogelijk vindt inschaling plaats in de lagere schaal in een salaris overeenkomstig het salaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaande aan de functiewijziging.

Lid 3

Als inschaling in een gelijk salaris niet mogelijk is, wordt de ambtenaar het naasthogere salaris toegekend in die schaal, voor zover dat mogelijk is in de nieuwe schaal.

Lid 4

Indien aan de ambtenaar als gevolg van de inschaling in een lagere schaal een lager salaris wordt toegekend, ontvangt de ambtenaar een garantietoelage.

Lid 5

De garantietoelage bedraagt het verschil tussen het nieuwe salaris en het salaris dat zou zijn ontvangen als de plaatsing in een lagere functie zich niet had voorgedaan.

Lid 6

De ambtenaar behoudt het recht op periodieke verhogingen tot het maximum van de functieschaal behorende bij de oude functie.

Lid 7

Indien de ambtenaar reeds geplaatst was in de voor hem geldende uitloopschaal (uitloopperiodiek), geldt de schaal en trede die hij op het moment van plaatsing in de lagere schaal had als maximum garantie.

Artikel 10 – Garantieregeling uitloopperiodieken (overgangsregeling)

In de bezoldigingsverordening gemeente Loppersum 2010 is een garantieregeling opgenomen met betrekking tot de uitloopperiodieken. Deze regeling is nog op een minimaal aantal ambtenaren van de buitendienst van toepassing. Op basis van het overgangsrecht en met als grondslag artikel 3:15 van de CAR-UWO blijft deze regeling van toepassing op basis van onderstaande voorwaarden.

  • 1.

    Aan de ambtenaar aan wie op grond van een oude Bezoldigingsregeling een hogere toelage uitloopperiodiek is toegekend, behoudt deze toelage tot het moment van plaatsing of benoeming in een andere functie waaraan een hoger maximum salaris is verbonden.

  • 2.

    Het nieuwe salaris bedoeld onder lid 1 wordt zodanig vastgesteld dat de toelage volledig wordt geïncorporeerd in het salaris.

  • 3.

    Indien de toelage samen met het oude salaris hoger is dan het maximum van de nieuwe schaal, wordt het meerdere toegekend als garantietoelage uitloopperiodiek, zoals omschreven in het volgende lid.

  • 4.

    Voor de garantietoelage uitloopperiodiek die is toegekend op grond van een oude Bezoldigingsregeling gelden de volgende regels:

    • a.

      De toelage is grondslag voor het pensioengevend inkomen;

    • b.

      De toelage valt onder het begrip Bezoldiging (nu: salaristoelagen) en is daarmee grondslag voor de berekening van de vakantietoelage;

    • c.

      De toelage is geen grondslag voor de berekening van de Eindejaarsuitkering, Levensloopbijdrage en de vaststelling van het uurloon;

    • d.

      De toelage wordt geïndexeerd met de algemene procentuele salarisverhoging van de sector gemeenten.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de toelage voor onbepaalde tijd intrekken of aanpassen op het moment dat de redenen voor de toekenning niet langer aanwezig zijn.

Artikel 11 – Overwerk

Conform artikel 3:18 lid 2, 3 en 4 van de CAR-UWO geldt specifiek voor de ambtenaren die belast zijn met de gladheidsbestrijding dat de gedeclareerde overuren in verband met de gladheidsbestrijding tot een maximum van 40 uur als verlof kan worden toegekend. Voor de overige uren bestaat de vergoeding, in verband met het dienstverband, uitsluitend uit een bedrag.

Artikel 12 – Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties.

Aan een beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties, als bedoeld in artikel 3:20 CAR-UWO wordt conform paragraaf 6 van de richtlijnen beoordelen en belonen uitvoering gegeven.

Artikel 13 – Reis- en verblijfskostenvergoeding

Voor wat betreft de declaratie van dienstreizen wordt verwezen naar de regeling reis- en verblijfskosten.

Artikel 14 – Reiskostenvergoeding woon-werk verkeer

Voor wat betreft de declaratie van reiskosten voor het woon-werk verkeer wordt verwezen naar de regeling reis en verblijfskosten.

Artikel 15 – Overgangs en slotbepaling

Lid 1

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking de dag na bekendmaking en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016 en wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3 CAR-UWO Gemeente Loppersum 2016”

Lid 2

Als bijlagen worden toegevoegd de salaristabel (bijlage 1) behorende bij deze Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3 CAR-UWO en de “Richtlijnen Beloningsbeleid 2010.

Lid 3

De Bezoldigingsregeling Gemeente Loppersum 2010 en de daarbij behorende bijlagen komt met ingang van de datum genoemd in het eerste lid te vervallen.

De Verordening inzake het toekennen van een consignatievergoeding aan bepaalde functionarissen in dienst van de gemeente Loppersum d.d. 11 mei 2000 vervalt met ingang van de datum genoemd in lid 1.

Artikel 16 - Beslissingsbevoegdheid

Indien omtrent de uitvoering van één of meerdere artikelen genoemd in deze Bezoldigingsregelingen verschil van inzicht bestaat, beslist het college van burgemeester en wethouders

Ondertekening

Loppersum, 1 december 2015
Burgemeester en wethouders voornoemd,
A.Rodenboog, burgemeester.
J.H. Bonnema, secretaris.