NOTA RECLAME- EN BEWEGWIJZERINGSBELEID GEMEENTE LOSSER

Geldend van 15-04-2015 t/m heden

Intitulé

NOTA RECLAME- EN BEWEGWIJZERINGSBELEID GEMEENTE LOSSER

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast.

Algemeen

Tot op heden heeft de gemeente Losser nooit een expliciet reclame- en bewegwijzerings-beleid gekend. Dit leidde binnen de uitvoering soms tot dilemma's of ingewikkelde procedures. Deze beleidsnota moet daarvoor een oplossing bieden.

Doelstellingen van het gemeentelijk reclame- en bewegwijzeringsbeleid

De doelstellingen van het gemeentelijk reclame- en bewegwijzeringsbeleid bestaan eruit om het aangezicht van de dorpskernen, woongebieden, bedrijventerreinen, groengebieden en het buitengebied enerzijds te beschermen en anderzijds op een verantwoorde wijze te reguleren. De gemeente zet hiermee met name in op het behoud van het dorpskarakter van de verschillende kernen en het landelijk karakter van het buitengebied. Reclame en bewegwijzering horen weliswaar bij een gezond ondernemersklimaat, maar een wildgroei aan of excessen op het gebied van reclame en bewegwijzering kunnen de visuele beleving van de omgeving nadelig beïnvloeden.

Het belang van het gemeentelijk reclame- en bewegwijzeringsbeleid is tweeledig. Enerzijds bestaat het eruit dat er vooraf duidelijkheid wordt gecreëerd over reclame en bewegwijzering die wel of niet toelaatbaar zijn binnen de gemeente Losser. Anderzijds biedt het reclame- en bewegwijzeringsbeleid de gemeente handvatten om het vastgelegde beleid, indien noodzakelijk, te handhaven.

Concretisering van het beleid

Losser is een prachtige groene gemeente met een uniek landschap. En dat willen wij graag zo houden om aantrekkelijk te blijven voor inwoners, bedrijven, bezoekers en toeristen. Daarom is het belangrijk dat wij de hand kunnen houden aan ‘spontane’ reclame-uitingen bij rotondes, wegen en in het groen. Wij zien nu nog te vaak dat er te pas en te onpas borden, spandoeken, vlaggen e.d. worden geplaatst bij rotondes, langs invalswegen en in weilanden. Het nieuwe beleid stelt daar nu paal en perk aan. Het biedt daarnaast tevens de mogelijkheid om hierop te handhaven.

Dit betekent overigens niet dat er geen reclame meer mag worden gemaakt voor goederen, diensten, evenementen of activiteiten. Integendeel, het beleid biedt juist diverse mogelijk-heden om reclame te maken, van commerciële reclame, bogen over de weg, borden om lantaarnpalen tot spandoeken e.d. Bovendien stelt de gemeente, in samenwerking met de VVV, de welkomstborden beschikbaar om daarop evenementen of activiteiten aan te kondigen. Op deze wijze gebeurt dit dan gereguleerd, binnen de mogelijkheden van het beleid en de toepasselijke vergunning.

Door op deze manier samen afspraken te maken, houden wij de gemeente Losser mooi en aantrekkelijk voor iedereen. Indien er toch sprake is van bepaalde excessen dan kan de gemeente met dit beleid in de hand eventueel handhavend optreden en gepaste sancties opleggen.

Een kader voor vergunningverlening en handhaving

Het vastleggen van het reclame- en bewegwijzeringsbeleid biedt een noodzakelijk kader voor vergunningverlening dat momenteel deels ontbreekt. Slechts vanuit het welstandsbeleid bestaan er op dit moment enkele handvatten. Deze bieden echter onvoldoende houvast voor de huidige praktijk van vergunningverlening. Het toetsen aan het welstandsbeleid vormt daarnaast een arbeidsintensiever proces dan het toetsen aan een concreet vastgesteld reclame- en bewegwijzeringsbeleid. Bij gebrek aan relevante toetsingscriteria betekent dit tenslotte dat er weinig concrete mogelijkheden bestaan om een Wabo-vergunning, een evenementenvergunning of een doorlopende collectevergunning met betrekking tot een reclame-object, indien noodzakelijk, te weigeren. Tevens houdt dit in dat vooroverleg over reclame-objecten minder zinvol is, omdat er onvoldoende relevante toetsingscriteria bestaan.

 

Hoewel er in beginsel een beperkte capaciteit bestaat om het reclame- en bewegwijzerings-beleid te handhaven, is het vastleggen van het reclame- en bewegwijzeringsbeleid wel degelijk zinvol. Immers, bij het ontbreken van voldoende beleidsuitgangspunten kan er ook in het geval van individuele dossiers nauwelijks sprake zijn van handhaving. Het ontbreken van een beleidsmatige inbedding vraagt daar bovenop nog eens extra (onnodige) capaciteit, vanwege de dan benodigde motivering per individueel dossier. Zowel bij een handhavings-actie als bij een afwijzing van handhaving. Het onvoldoende vastleggen van beleidsuitgangs-punten leidt er dus toe dat de gemeente weinig tot geen mogelijkheden heeft om op te treden tegen zgn. excessen en/of andere ongewenste ontwikkelingen op het gebied van reclame en bewegwijzering. Bovendien wordt door het ontbreken van beleid de gemeenteraad de mogelijkheid onthouden om het college in praktische zin aan te spreken op (on)gewenste ontwikkelingen hetzij hierop te sturen.

Naar aanleiding van bovenstaande redenen bestaat er dus vanuit de praktijk van vergunningverlening en handhaving een duidelijke noodzaak om relevante uitgangspunten voor reclame- en bewegwijzering vast te leggen in een beleidsnota.

Opzet van het nieuwe beleid

Uitgangspunt van het reclame- en bewegwijzeringsbeleid vormt zoveel mogelijk een zgn. functionele benadering. Dit betekent dat zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met het wervend belang dat met de verschillende bestemmingen of activiteiten in relatie tot de omgeving wordt gediend. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan bepaalde maatschappelijke wensen en initiatieven. Daarnaast vormt met name het excessenbeleid een belangrijk onderdeel binnen het nieuwe beleid en zijn handhavingsstrategie.

 

 

Permanente reclame

De uitgangspunten voor permanente reclame zijn afgestemd op de verschillende bestemmingen en, daar waar noodzakelijk, opgehangen aan de omgeving. Daarmee altijd passend in de desbetreffende omgeving. Hiermee wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de functionele aspecten van de verschillende bestemmingen, de omgeving en hun wervend belang. De beleidsuitgangspunten sluiten bovendien nauw aan op hetgeen in Noordoost-Twente verband als toepasselijk wordt beschouwd.

 

Tijdelijke reclame

De uitgangspunten voor de tijdelijke reclame zijn voor het merendeel afgestemd op de verschillende activiteiten en hun wervend belang. Daarbij wordt voortgeborduurd op hetgeen vanuit de context van het evenementenbeleid en ander bestaand beleid reeds is geregeld. De 'verrommeling' met evenementenborden en spandoeken aan de invalswegen en rotondes is binnen dit beleid niet langer mogelijk.

Bewegwijzering

De uitgangspunten voor bewegwijzering worden opgehangen aan een drietal specifieke gebieden die functioneel geacht worden voor de verschillende vormen van bewegwijzering. Dit op grond van de door Openbare Werken gehanteerde werkwijze.

Het reclame- en bewegwijzeringsbeleid is deels vormgegeven langs de lijnen van de vigerende bestemmingsplannen en het vigerende welstandsbeleid. Op bepaalde onderdelen betreft dit beleid een aanvulling op het welstandsbeleid. De welstandsvrije gebieden overeenkomstig het welstandsbeleid worden binnen het onderdeel permanente reclame gerespecteerd. Tenslotte ligt er een link met de Algemene Plaatselijke Verordening. De vigerende bestemmingsplannen zijn in te zien via www.ruimtelijkeplannen.nl, het vigerende welstandsbeleid en de Algemene Plaatselijke Verordening via www.overheid.nl.

De nadere technische uitwerking van dit beleid wordt vormgegeven binnen het onderdeel 'Regels  &  voorschriften'.

Werkwijze

De praktisch toepassing van het reclamebeleid vertaalt zich in het onderstaande werkschema

afbeelding binnen de regeling

Regels  &  voorschriften

1. Randvoorwaarden reclame en bewegwijzering

1.1   Begrippenlijst

  • 1.

    Aankondigingsbord  (o.a. billboard, driehoeksbord, sandwichbord)

    Aankondigingsbord ten behoeve van reclame-uitingen dat aan, op of rondom lichtmasten of anderszins binnen de openbare ruimte is gesitueerd. Als zodanig te beschouwen als een reclame-object. Een driehoeksbord is driezijdig, een sandwichbord tweezijdig en een billboard éénzijdig, met de reclame naar buiten gericht.

  • 2.

    Achtererfgebied

    Erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant van het hoofdgebouw op meer dan 1 meter van de voorkant.

  • 3.

    Banierconstructie  (banier)

    Doek, gespannen tussen een boven- en onderbevestiging. In beginsel te beschouwen als een reclame-object.

  • 4.

    Beachflag

    Verplaatsbaar, over een frame gespannen, doek met verzwaarde voet of insteekpen. In beginsel te beschouwen als een reclame-object.

  • 5.

    Begane grondniveau

    Gedeelte van een bouwwerk welke zich bevindt onder de 1ste verdiepingsvloer (een eventuele kelder niet meegerekend).

  • 6.

    Bestemmingscategorie

    Verzameling van vigerende bestemmingen waarop een set van algemene hetzij specifieke reclamecriteria van toepassing is. Waarbij algemene reclamecriteria in beginsel algemeen geldend zijn voor een bestemmingscategorie, tenzij er voor het onderhavige gebied in combinatie met de bestemmingscategorie specifieke reclamecriteria van toepassing zijn.

  • 7.

    Bouwbord

    Bord dat functioneel is voor een bouw-, onderhouds- of sloopactiviteit, een tijdelijke werkzaamheid in de grond-, weg- of waterbouw of een tijdelijke werkzaamheid op land waarop het 'Besluit algemene regels milieu mijnbouw' van toepassing is, mits geplaatst op of in de onmiddellijke nabijheid van het terrein waarop die activiteit of werkzaamheid wordt uitgevoerd.

  • 8.

    Boxletters

    Op zichzelf staande of verbonden twee- of driedimensionale reclameletters, die geen geïntegreerd onderdeel uitmaken van een vlakvormige of doosvormige structuur. In beginsel te beschouwen als een reclame-object.

  • 9.

    Buitengebied

    Het gebied buiten de bebouwde kom(borden).

  • 10.

    Centrale evenemententerrein

    Een binnen de evenementenvergunning eventueel nader te definiëren centraal gedeelte van het evenemententerrein.

  • 11.

    Dorpskernen en woongebieden

    Het gebied binnen de bebouwde kom(borden), met uitzondering van bedrijventerreinen

  • 12.

    Erf

    Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

  • 13.

    Evenemententerrein

    Een evenemententerrein is een voor publiek toegankelijk terrein, speciaal voor een georganiseerde tijdelijke gebeurtenis (binnen of buiten) van recreatieve of commerciële aard. In beginsel wordt de omvang van het evenemententerrein aangegeven binnen de (aanvraag om) evenementenvergunning.

  • 14.

    Gevel(deel)

    De verzameling van geveldelen waarachter het bedrijf of de inwonende is gevestigd en welke naar eenzelfde zijde zijn gericht, met inbegrip van kozijninvullingen (o.a. ramen), zonneschermen en luifels. Het dak behoort niet tot de gevel.

    Voorbeeld bovenaanzicht:

    afbeelding binnen de regeling

  • 15.

    Gevelreclame

    Reclame die op of aan de gevel, een luifel, een zonnescherm of een ruit is aangebracht. Als zodanig te beschouwen als een reclame-object.

  • 16.

    Groengebieden

    Groengebieden bestaan uit de volgende toepasselijke bestemmingen: begraafplaatsen, beplantingsstroken, bossen, dagrecreatieve doeleinden, groen, groenvoorzieningen, natuur, parken, recreatiebestemmingen, volkstuinen, water. Voor groengebieden gelden de binnen dit beleid bepaalde specifieke reclamecriteria voor het buitengebied.

  • 17.

    Lichtreclame

    Reclame die van binnenuit of intern wordt verlicht in tegenstelling tot aangelichte of extern verlichte reclame. Als zodanig te beschouwen als een reclame-object.

  • 18.

    Luifel

    Een vaste constructie als een afdak of (platte) overkapping aan een gevel, die dient als bescherming tegen regen of zon.

  • 19.

    Openbaar toegankelijk gebied

    Een weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.

  • 20.

    Openbare weg

    Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

  • 21.

    Permanent reclame-object

    Een reclame-object dat voor een onbepaalde duur is of wordt geplaatst.

  • 22.

    Reclame-object

    Een voorwerp met een openbare aanprijzing van goederen, diensten, activiteiten of evenementen, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel of anderszins wervend belang te dienen.

  • 23.

    Reclame-voertuig / reclame-aanhanger

    Een op de openbare weg of binnen de openbare ruimte geparkeerd voertuig, dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.

  • 24.

    Spandoek

    Horizontaal gespannen doek. In beginsel te beschouwen als een reclame-object.

  • 25.

    Tijdelijk reclame-object

    Een reclame-object dat voor een bepaalde duur is of wordt geplaatst.

  • 26.

    Voorerfgebied

    Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

  • 27.

    Voorgevel

    De naar de weg gekeerde gevel. Bij meerdere naar de weg gekeerde gevels worden deze allen als voorgevel aangemerkt.

  • 28.

    Weilandbord

    Reclame-object dat is geplaatst op gronden behorend tot het buitengebied − of de hiermee binnen dit beleid qua reclamecriteria gelijkgestelde groengebieden − en dat zichtbaar is vanaf de weg. Het reclame-object staat niet op of aan de weg, maar er naast op private gronden.

  • 29.

    Welstandsvrij gebied

    Gebied dat welstandsvrij is verklaard op grond van het vigerende welstandsbeleid. De criteria voor permanente reclame zijn hier niet van toepassing. De criteria voor tijdelijke reclame zijn hier wel van toepassing.

1.2   Wijze van meten

De oppervlakte van reclame-objecten wordt gemeten langs de buitenomtrek. De achtergrond van het bord wordt hierbij inbegrepen. Een eventuele bevestigingsconstructie, niet zijnde het bord zelf, behoort hier niet onder, tenzij in het beleid anders wordt aangegeven. 

Voor het bepalen van de oppervlakte van losse letterreclame (boxletters) wordt buitenwerks gemeten. Hieronder is een voorbeeld gegeven hoe hiermee wordt omgegaan.

2. Reclamebeleid

Reclame, zeker ook lichtreclame, kan indien er daarvoor geen duidelijke richtlijnen bestaan, het karakter van de leefomgeving nadelig beïnvloeden. Het is dáárom dat de voorwaarden voor reclame beleidsmatig worden ingekaderd. Binnen het gemeentelijk reclamebeleid zijn er enkele algemeen geldende uitgangspunten, algemeen toegestane vormen van reclame-objecten en specifieke verboden = excessen van toepassing, welke hieronder worden weergegeven.

2.1  Algemeen geldende uitgangspunten reclame

  • -

    permanente reclame-objecten moeten in beginsel een ruimtelijke relatie onderhouden met de plek waarop de openbare aanprijzing van toepassing is. Dit houdt in dat er geen verwijzingen mogen zijn naar andere panden of erven;

  • -

    ruitreclame wordt gelijk gesteld aan gevelreclame;

  • -

    reclame op zonneschermen wordt gelijk gesteld aan gevelreclame;

  • -

    luifelreclame wordt gelijk gesteld aan gevelreclame;

  • -

    vlaggen en banieren aan de gevel, voorzien van reclame, worden gelijkgesteld aan reclame haaks op de gevel;

  • -

    vrijstaande banieren worden gelijkgesteld aan vlaggenmasten.

2.2 Algemeen toegestane vormen van reclame-objecten

  • -

    reclame-objecten op besloten sportterreinen zijn toegestaan, indien deze zich beperken tot en gericht zijn op het sportterrein zelf;

  • -

    reclame-objecten in abri´s, op gemeenteplattegronden en op gemeentelijke informatie-borden zijn toegestaan, mits deze worden uitgevoerd door een daartoe door het college bevoegd verklaarde onderneming.

2.3 Binnen de gemeente Losser zijn  niet  toegestaan (specifieke verboden = excessen)

  • -

    weilandborden;

  • -

    reclame-voertuigen en/of reclame-aanhangers;

  • -

    toeristisch-recreatieve verwijzingsborden in het buitengebied die niet voldoen aan de ‘Richtlijn toeristische bewegwijzering’, overeenkomstig CROW publicatie 262 (paragraaf 5.3);

  • -

    reclame-objecten binnen de openbare ruimte, voor zover niet in expliciete overeen-stemming met de paragrafen 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.11 of met de binnen deze paragraaf omschreven en deels uitgezonderde reclame-objecten aan, op of rondom lichtmasten binnen de openbare ruimte ÉN de paragrafen 1.3, 1.4;

  • -

    reclame-objecten aan, op of rondom lichtmasten binnen de openbare ruimte, voor zover niet in expliciete overeenstemming met de binnen deze paragraaf omschreven en deels uitgezonderde billboards, driehoeksborden of sandwichborden hetzij met de paragraaf Reclamedisplays (4.10);

  • -

    reclame-objecten aan, op of rondom verkeerstekens, bomen of andere objecten binnen de openbare ruimte;

  • -

    billboards, voor zover niet in expliciete overeenstemming met de paragrafen Charitatieve doeleinden (4.4) of Evenementen (4.3) slechts op het (centrale) evenemententerrein;

  • -

    driehoeksborden, voor zover niet in expliciete overeenstemming met de paragraaf Charitatieve doeleinden (4.4);

  • -

    sandwichborden, voor zover niet in expliciete overeenstemming met de paragrafen Charitatieve doeleinden (4.4) of Evenementen (4.3) slechts ten behoeve van circussen, kermissen en auto- of motorsport evenementen;

  • -

    spandoeken, voor zover niet in expliciete overeenstemming met de paragrafen Evenementen (4.3), Charitatieve doeleinden (4.4) of Niet-commerciële landelijke en regionale campagnes (4.5);

  • -

    reclame-objecten in groengebieden. Bedrijven of instellingen gelegen binnen groen-gebieden mogen op een gepaste wijze reclame-objecten plaatsen. De voorwaarden die hieraan gesteld worden, zijn afhankelijk van de bestemmingscategorie waartoe het bedrijf of de instelling behoort in overeenstemming met de paragraaf Buitengebied (3.5);

  • -

    reclame-objecten aan of op monumenten, voor zover niet in expliciete overeen-stemming met de Wabo en de 'Erfgoedverordening gemeente Losser';

  • -

    reclame-objecten met een wisselende reclametekst (o.a. led-schermen) voor zover niet in expliciete overeenstemming met de paragraaf Algemeen toegestane vormen van reclame-objecten (2.2);

  • -

    knipperende lichtreclame-objecten voor zover niet in expliciete overeenstemming met de paragraaf Algemeen toegestane vormen van reclame-objecten (2.2).

Daar waar dit beleid geen of onvoldoende specifiek toetsingskader biedt om de plaatsing van permanente of tijdelijke reclame af te wegen, gelden de algemene welstandscriteria in relatie tot de kwaliteit van de omgeving.

3. Permanente reclame

Het plaatsen van permanente reclame-objecten is in beginsel Wabo-vergunningplichtig, omdat het volgens de wet wordt beschouwd als bouwen. Voor het plaatsen van permanente reclame-objecten wordt onderscheid gemaakt naar bestemmingscategorie. Hiertoe worden voor verschillende bestemmingscategorieën algemene reclamecriteria gesteld. D.w.z. reclame-criteria die in beginsel algemeen geldend zijn voor een bestemmingscategorie, tenzij er voor het onderhavige gebied in combinatie met de bestemmingscategorie specifieke reclame-criteria van toepassing zijn. Op Bedrijventerreinen (paragraaf 3.4) en in het Buitengebied (paragraaf 3.5) worden voor bepaalde bestemmings-categorieën dergelijke specifieke reclamecriteria gesteld.

Voor groengebieden gelden de binnen dit beleid bepaalde specifieke reclamecriteria voor het buitengebied.

3.1 Welstandsvrije gebieden

De algemene of specifieke reclamecriteria voor permanente reclame zijn niet van toepassing op bestemmingscategorieën binnen de welstandsvrije gebieden. Binnen de welstandsvrije gebieden gelden dus überhaupt geen reclamecriteria voor het plaatsen van permanente reclame-objecten. Weliswaar gelden hier de reguliere criteria voor bouwwerken op grond van de Wabo en de vigerende bestemmingplannen. Het permanente karakter van reclame-objecten draagt naar verwachting voldoende bij aan de mate van zelfregulering binnen de welstandsvrije gebieden.

De welstandsvrije gebieden betreffen met name gebieden waar reclame enerzijds 'van nature' op een beperkte 'exposure' kan rekenen (bijv. in verschillende woongebieden) en anderzijds gebieden waar reclame 'van nature' deel uitmaakt van de bedrijfsmatige omgeving (bijv. op verschillende bedrijventerreinen).

3.2 Bestemmingscategorie 'bedrijf, winkel of horeca'  (algemene reclamecriteria)

Waaronder toepasselijke bestemmingen: bedrijfsbestemmingen, bedrijfsdoeleinden, centrum-bestemmingen, centrumdoeleinden, cultuur en ontspanning, detailhandel-bestemmingen, dienstverlening, garagebedrijven, gemengde bestemmingen, gemengde doeleinden, horeca, horecadoeleinden, kantoor, maatschappelijk, maatschappelijke doeleinden, nutsdoeleinden, opslagdoeleinden, parkeerterrein, sportbestemmingen, sportdoeleinden, verkooppunt motorbrand-stoffen.

 

 

In algemene zin wordt gesteld dat de reclame-objecten op begane grondniveau geplaatst moeten worden. Zo ontstaat er een logische relatie tussen de reclame en de bestemming. De mogelijkheden om reclame te maken, worden passend geacht bij de functionele bestemmingen.

Voor de bestemmingscategorie 'bedrijf, winkel of horeca' op bedrijventerreinen c.q. in het buitengebied gelden de binnen dit beleid bepaalde specifieke reclamecriteria voor bedrijven-terreinen (paragraaf 3.4.1) respectievelijk het buitengebied (paragraaf 3.5.2).

 

 

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de voorgevel

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van de reclame-objecten evenwijdig aan de voorgevel maximaal 40% van het geveldeel op begane grondniveau;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    uitsluitend op begane grondniveau;

  • -

    lichtreclame is toegestaan, slechts uitgevoerd als boxletters.

 

Haaks op de voorgevel

  • -

    oppervlakte maximaal 0,75 m² per reclame-object;

  • -

    maximaal 2 reclame-objecten;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    uitsluitend op begane grondniveau;

  • -

    minimaal 2,30 meter boven het maaiveld;

  • -

    lichtreclame is toegestaan.

 

 

Criteria vrijstaande reclame-objecten (incl. verplaatsbare reclame-objecten)

 

Vlaggenmasten

  • -

    maximaal 3 stuks;

  • -

    niet hoger dan 6 meter*.

Vrijstaande reclame-objecten

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame-objecten maximaal 3 m² (inclusief constructie) x;

  • -

    maximaal 3 beachflags;

  • -

    uitsluitend in voor- of achtererfgebied;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

 

* Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden.

× Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation is lichtreclame wel toegestaan en

geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

 

3.3   Bestemmingscategorie 'wonen' (algemene reclamecriteria)

Waaronder toepasselijke bestemmingen:  woonbestemmingen, recreatiewoning, tuin, garageboxen, verkeer – garages.

In algemene zin wordt gesteld dat de reclame-objecten op begane grondniveau geplaatst moeten worden. Zo ontstaat er een logische relatie tussen de reclame en de bestemming. De mogelijkheden om reclame te maken, zijn aan relatief strenge eisen gebonden in overeenstemming met de functionele bestemmingen.

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de voorgevel

  • -

    oppervlakte maximaal 0,50 m²;

  • -

    maximaal 1 reclame-object;

  • -

    banierconstructies, vaandels en wimpels zijn niet toegestaan;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    uitsluitend op begane grondniveau;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

 

Haaks op de gevel

  • -

    geen reclame-objecten toegestaan.

 

 

Criteria vrijstaande reclame

Vrijstaande reclame-objecten

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame-objecten maximaal 0,50 m²  (inclusief constructie);

  • -

    uitsluitend in voor- of achtererfgebied;

  • -

    aanlichting is niet toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan;

  • -

    verplaatsbare reclame-objecten zijn niet toegestaan;

  • -

    vlaggenmasten met reclame-uitingen zijn niet toegestaan;

  • -

    banierconstructies, vaandels en wimpels zijn niet toegestaan.

3.4   Bedrijventerreinen

In verschillende kernen is er sprake van een bedrijventerrein. De panden die op het bedrijventerrein zijn genummerd en daar hun hoofdingang hebben, worden geacht van het bedrijventerrein deel uit te maken. Daar waar er sprake is van meerdere ingangen is de hoofdingang maatgevend. Binnen bedrijventerreinen worden voor de onderstaande bestemmingscategorie specifieke reclamecriteria onderscheiden. Bedrijventerreinen hebben een bijzonder bedrijfsmatig karakter. De mogelijkheden om reclame te maken, zijn daarom in het algemeen ruimer dan elders binnen de gemeente.

 

Voor bestemmingen op bedrijventerreinen niet overeenkomende met de binnen deze paragraaf 3.4 benoemde specifieke bestemmingscategorie 'bedrijf, winkel of horeca' gelden de binnen dit beleid bepaalde algemene reclamecriteria voor de bestemmingscategorie 'wonen' (paragraaf 3.3), tenminste daar waar er geen sprake is van het algemene verbod op reclame-objecten in groengebieden (paragraaf 2.3).

3.4.1 Bestemmingscategorie 'bedrijf, winkel of horeca' (specifieke reclamecriteria bedrijventerreinen)

Waaronder toepasselijke bestemmingen: bedrijfsbestemmingen, bedrijfsdoeleinden, centrum-bestemmingen, centrumdoeleinden, cultuur en ontspanning, detailhandel-bestemmingen, dienstverlening, garagebedrijven, gemengde bestemmingen, gemengde doeleinden, horeca, horecadoeleinden, kantoor, maatschappelijk, maatschappelijke doeleinden, nutsdoeleinden, opslagdoeleinden, parkeerterrein, sportbestemmingen, sportdoeleinden, verkooppunt motorbrand-stoffen, agrarische bestemmingen, agrarische bedrijfsdoeleinden, agrarische doeleinden.

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de gevel

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van reclame-objecten per geveldeel maximaal 40%;

  • -

    maximaal aan 2 gevels reclame-objecten;

  • -

    uitsluitend binnen het gevelvlak;

  • -

    passende aanlichting en/of lichtreclame is slechts toegestaan bij de gevel met de toegang tot het bedrijf.

 

Haaks op de voorgevel

  • -

    oppervlakte maximaal 2,50 m² per reclame-object;

  • -

    maximaal 2 reclame-objecten;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    minimaal 2,30 meter boven het maaiveld;

  • -

    lichtreclame is toegestaan.

 

Criteria vrijstaande reclame (incl. verplaatsbare reclame-objecten)

 

Vlaggenmasten

  • -

    maximaal 3 stuks;

  • -

    niet hoger dan 6 meter *.

 

Vrijstaande reclame-objecten

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame-objecten maximaal 6 m² (inclusief constructie) x;

  • -

    maximaal 3 beachflags;

  • -

    uitsluitend in voor- of achtererfgebied;

  • -

    lichtreclame is toegestaan.

 

 

* Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden.

×  Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation is lichtreclame wel toegestaan en geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

 

3.5   Buitengebied

Buiten de bebouwde kom(borden) is er sprake van buitengebied. De panden die buiten de bebouwde kom(borden) zijn genummerd en daar hun hoofdingang hebben, worden geacht van het buitengebied deel uit te maken. Daar waar er sprake is van meerdere ingangen is de hoofdingang maatgevend. Binnen het buitengebied worden voor de onderstaande bestemmingscategorieën specifieke reclamecriteria onderscheiden. Het buitengebied heeft een landelijk en groen karakter. Om dit karakter te beschermen zijn de mogelijkheden om reclame te maken aan relatief strenge eisen gebonden.

Voor groengebieden gelden de binnen dit beleid bepaalde specifieke reclamecriteria voor het buitengebied.

Voor bestemmingen in het buitengebied niet overeenkomende met de binnen deze paragraaf 3.5 benoemde specifieke bestemmingscategorieën 'agrarisch' hetzij 'bedrijf, winkel of horeca' gelden de binnen dit beleid bepaalde algemene reclamecriteria voor de bestemmingscategorie 'wonen' (paragraaf 3.3), tenminste daar waar er geen sprake is van het algemene verbod op reclame-objecten in groengebieden (paragraaf 2.3). 

3.5.1 Bestemmingscategorie 'agrarisch' (specifieke reclamecriteria buitengebied)

Waaronder toepasselijke bestemmingen: agrarische bestemmingen, agrarische bedrijfsdoeleinden, agrarische doeleinden, agrarische doeleinden met landschappelijke waarde.

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de voorgevel

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van reclame-objecten evenwijdig aan de voorgevel maximaal 10% van het geveldeel;

  • -

    maximaal 1 reclame-object;

  • -

    banierconstructies, vaandels en wimpels zijn niet toegestaan;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

Haaks op de voorgevel

  • -

    geen reclame-objecten toegestaan.

 

Criteria vrijstaande reclame 

Vrijstaande reclame-objecten

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame-objecten maximaal 3 m²  (inclusief constructie);

  • -

    uitsluitend in voor- of achtererfgebied;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan;

  • -

    verplaatsbare reclame-objecten zijn niet toegestaan;

  • -

    vlaggenmasten met reclame-uitingen zijn niet toegestaan;

  • -

    banierconstructies, vaandels en wimpels zijn niet toegestaan.

3.5.2 Bestemmingscategorie 'bedrijf, winkel of horeca'  (specifieke reclamecriteria buitengebied)

Waaronder toepasselijke bestemmingen: bedrijfsbestemmingen, bedrijfsdoeleinden, centrum-bestemmingen, centrumdoeleinden, cultuur en ontspanning, detailhandel-bestemmingen, dienstverlening, garagebedrijven, gemengde bestemmingen, gemengde doeleinden, horeca, horecadoeleinden, kantoor, maatschappelijk, maatschappelijke doeleinden, nutsdoeleinden, opslagdoeleinden, parkeerterrein, sportbestemmingen, sportdoeleinden, verkooppunt motorbrand-stoffen.

Criteria gevelreclame

 

Evenwijdig aan de voorgevel

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van reclame-objecten evenwijdig aan de voorgevel maximaal 10% van het geveldeel;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    lichtreclame is toegestaan, slechts uitgevoerd als boxletters.

 

Haaks op de voorgevel

  • -

    oppervlakte maximaal 0,75 m² per reclame-object; 

  • -

    maximaal 2 reclame-objecten;

  • -

    uitsluitend aan de voorgevel, binnen het gevelvlak;

  • -

    minimaal 2,30 meter boven het maaiveld;

  • -

    lichtreclame is toegestaan.

 

Criteria vrijstaande reclame (incl. verplaatsbare reclame-objecten)

 

Vlaggenmasten

  • -

    maximaal 3 stuks;

  • -

    niet hoger dan 6 meter *.

 

Vrijstaande reclame-objecten

  • -

    gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame-objecten maximaal 3 m²  (inclusief constructie) ×;

  • -

    maximaal 3 beachflags;

  • -

    uitsluitend in voor- of achtererfgebied;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

 

* Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden. 

×  Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation is lichtreclame wel toegestaan en geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

 

 

4. Tijdelijke reclame

Het plaatsen van tijdelijke reclame-objecten is onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij, overeenkomstig de in de volgende alinea’s voorgeschreven criteria en uitgangspunten. Dit beginsel geldt niet als er vanwege specifieke verordeningen sprake is van een vergunning-plicht. Er kan in dit verband sprake zijn van een Wabo-vergunning, een evenementen-vergunning of een doorlopende collectevergunning.

Billboards, driehoeksborden, sandwichborden en spandoeken zijn aangemerkt als excessen om de 'verrommeling' van het straatbeeld tegen te gaan. Hierop gelden een beperkt aantal specifieke uitzonderingen met betrekking tot evenementen, charitatieve doeleinden en niet-commerciële landelijke en regionale campagnes. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan bepaalde maatschappelijke wensen en initiatieven.

4.1 Welstandsvrije gebieden

De criteria voor het plaatsen van tijdelijke reclame-objecten zijn wel van toepassing op de welstandsvrije gebieden. Het welstandsvrije karakter is dus slechts van toepassing op bouwwerken en permanente reclame-objecten. Het tijdelijke karakter van reclame-objecten draagt naar verwachting onvoldoende bij aan de mate van zelfregulering binnen de welstandsvrije gebieden.

4.2 Welkomstborden

Het aankondigen van activiteiten kan worden gedaan op de in totaal 14 welkomstportalen aan het begin van de kerkdorpen. Door het aanbrengen van verwisselbare stroken onder deze welkomstportalen kunnen evenementen worden aangekondigd.  

Evenementen die op deze wijze worden aangekondigd, moeten (de kostprijs) betalen voor hun eigen stroken. Het is aan de organisatie om te bepalen in welke kernen er stroken worden aangebracht. Er kunnen maximaal 5 evenementen tegelijkertijd op één portaal worden aangekondigd. De VVV verzorgt de coördinatie en bepaalt hoe vaak de stroken worden gewisseld en op welke manier er wordt gehandeld bij meer aanvragen dan beschikbare ruimte.

4.3  Evenementen

Voor het plaatsen van reclame-objecten ten behoeve van evenementen gelden de volgende voorwaarden:

Criteria billboards en spandoeken  (vergunningsvrij)

  • -

    uitsluitend op het (centrale) evenemententerrein;

  • -

    niet eerder dan 21 dagen vóór aanvang van het evenement;

  • -

    uiterlijk 2 dagen ná afloop van het evenement te verwijderen;

  • -

    driehoeksborden en sandwichborden zijn niet toegestaan;

  • -

    passende aanlichting is slechts toegestaan tijdens evenementen-uren;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

 

Criteria steiger- en vakwerkconstructies, vlaggen, vaandels, wimpels e.d.

  • -

    uitsluitend volgens evenementenvergunning;

  • -

    uitsluitend binnen de bebouwde kom(borden);

  • -

    niet eerder dan 21 dagen vóór aanvang van het evenement;

  • -

    uiterlijk 2 dagen ná afloop van het evenement te verwijderen;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan;

  • -

    In overleg met de vergunningverlener kan worden afgeweken van de bovenstaande termijnen voor het plaatsen en weghalen van steiger- en vakwerkconstructies. Dit wordt als voorschrift opgenomen in de evenementenvergunning;

Criteria reclame-objecten ten behoeve van sponsoren  (vergunningsvrij)

  • -

    met uitzondering van de steiger- en vakwerkconstructies volgens evenementenvergunning;

  • -

    uitsluitend op het (centrale) evenemententerrein;

  • -

    niet eerder dan met de opbouw van het evenement wordt begonnen;

  • -

    te verwijderen met de afbouw van het evenemententerrein;

  • -

    billboards zijn wel toegestaan;

  • -

    driehoeksborden en sandwichborden zijn niet toegestaan;

  • -

    passende aanlichting is slechts toegestaan tijdens evenementen-uren;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

 

 

Criteria aankondigingsborden ten behoeve van circussen, kermissen en auto- of motorsportevenementen

  • -

    uitsluitend volgens evenementenvergunning;

  • -

    uitsluitend binnen de bebouwde kom(borden);

  • -

    niet eerder dan 21 dagen vóór aanvang van het evenement;

  • -

    uiterlijk 2 dagen ná afloop van het evenement te verwijderen;

  • -

    sandwichborden zijn wel toegestaan;

  • -

    billboards en driehoeksborden zijn niet toegestaan;

  • -

    aanlichting is niet toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

4.4 Charitatieve doeleinden

Voor het plaatsen van reclame-objecten ten behoeve van charitatieve doeleinden gelden de volgende voorwaarden:

Criteria aankondigingsborden ten behoeve van charitatieve doeleinden

  • -

    uitsluitend volgens vergunning op grond van artikel 2:10 APV;

  • -

    uitsluitend binnen de bebouwde kom(borden);

  • -

    billboards, driehoeksborden, sandwichborden en spandoeken zijn wel toegestaan;

  • -

    aanlichting is niet toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

4.5 Niet-commerciële landelijke en regionale campagnes

Voor het plaatsen van reclame-objecten ten behoeve van niet-commerciële landelijke en regionale campagnes gelden de volgende voorwaarden:

Criteria spandoeken ten behoeve van niet-commerciële landelijke en regionale campagnes (vergunningsvrij)

  • -

    uitsluitend binnen de bebouwde kom(borden);

  • -

    slechts spandoeken zijn toegestaan;

  • -

    aanlichting is niet toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

4.6  Seizoensgebonden producten en diensten

Ten behoeve van het seizoensgebonden verkopen van lokale producten mogen voor een beperkte periode reclame-objecten worden geplaatst. De volgende voorwaarden gelden:

Criteria seizoensgebonden verwijs- en reclameborden (vergunningsvrij)

  • -

    maximale oppervlakte 0,50 m²  (inclusief constructie);

  • -

    maximaal 2 reclame-objecten;

  • -

    voor de duur van de verkoopperiode, maximaal gedurende 13 weken;

  • -

    passende aanlichting is toegestaan, uitgezonderd voor de bestemmingscategorie 'wonen' (paragraaf 3.3);

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan;

  • -

    onderlinge afstand tussen beide reclame-objecten minimaal 50 meter.

4.7  Aanprijzing onroerend goed

Ten behoeve van de aanprijzing van onroerend goed mogen onder de volgende voorwaarden reclame-objecten worden geplaatst:

Criteria makelaarsborden (vergunningsvrij)

  • -

    maximale oppervlakte 0,50 m² (inclusief constructie);

  • -

    maximaal 2 reclame-objecten;

  • -

    maximaal 1 reclame-object per gevel;

  • -

    locatie reclame-object moet overeenkomen met locaties onroerend goed;

  • -

    aanlichting is niet toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

4.8  Bouwborden

Bij projecten inzake bouw en aanleg worden vaak bouwborden geplaatst. Het gaat hier doorgaans om borden waarop de aard en naam van het project is aangegeven en wie bij de uitvoering daarvan betrokken is. Het plaatsen van bouwborden valt onder de reikwijdte van de Wabo. Onder voorwaarden mogen bouwborden krachtens deze wet vergunningsvrij worden geplaatst. Dat wil zeggen dat het plaatsen van bouwborden voor zover het welstand betreft, uitsluitend wordt gereguleerd door de Wabo. Dit beleid biedt geen aanvullende ruimte om (met omgevingsvergunning) van de vergunningsvrije voorwaarden af te wijken.

4.9 Aanprijzingsborden bouwprojecten

Ten behoeve van de aanprijzing van bouwprojecten mogen onder de volgende voorwaarden reclame-objecten worden geplaatst:

 

Criteria aanprijzingsborden bouwprojecten

  • -

    uitsluitend volgens vergunning op grond van de Wabo;

  • -

    oppervlakte van reclame-object maximaal 50 m² (inclusief constructie);

  • -

    maximaal 1 reclame-object;

  • -

    locatie reclame-object moet overeenkomen met locaties bouwproject;

  • -

    maximaal 12 maanden vóór aanvang van bouwproject;

  • -

    maximaal 2 maanden ná afloop van bouwproject;

  • -

    gedurende maximaal 36 maanden;

  • -

    aanlichting is niet toegestaan;

  • -

    lichtreclame is niet toegestaan.

4.10   Reclamedisplays

De gemeente Losser sluit met een exploitant van buitenreclame overeenkomsten voor het beheer en onderhoud van (licht)reclamedisplays. Ondernemers kunnen met de betreffende exploitant contact opnemen voor het plaatsen van reclame in de displays.

4.11 Verkiezingsborden

Voorafgaand aan de verkiezingen voor gemeenteraden, provinciale staten, de Eerste Kamer, de Tweede Kamer, het Europees Parlement en waterschappen plaatst de gemeente Losser op diverse plaatsen verkiezingsborden. Slechts politieke partijen ingeschreven op de kieslijst van de desbetreffende verkiezingen mogen uitsluitend hierop reclame maken met als doel de desbetreffende verkiezingen. Het aanplakken als zodanig wordt centraal gecoördineerd.

5. Bewegwijzeringsbeleid

Ten aanzien van bewegwijzering wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende gebieden:

5.1  Bedrijventerreinen (volgens toepasselijke bestemming)

5.2  Dorpskernen en woongebieden (volgens begrippenlijst, paragraaf 1.1)

5.3  Buitengebied (volgens begrippenlijst, paragraaf 1.1)

5.1 Bedrijventerreinen

Op bedrijventerreinen is uitsluitend uniforme bewegwijzering toegestaan, die aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • -

    binnen het frame moeten de toepasselijke straatnamen, in witte letters op een blauwe achtergrond, worden vermeld;

  • -

    binnen één frame moeten meerdere bedrijfsnamen, in zwarte letters op een witte achter-grond, worden vermeld;

  • -

    binnen het frame wordt (eventueel) doorverwezen naar overige frames in zwarte letters op een lichtgrijze achtergrond;

  • -

    de maatvoering van de letters moet duidelijk leesbaar zijn. De borden hebben de volgende afmetingen: hoogte 10 cm en breedte 125 cm;

  • -

    de straat- en bedrijfsnamen moeten in het donker eveneens goed zichtbaar zijn (i.c. reflecteren);

  • -

    slechts toegestaan voor bedrijven die positief bestemd zijn of niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan;

  • -

    andere vormen van verwijsborden zijn niet toegestaan.

afbeelding binnen de regeling

Deze borden worden door de particuliere bedrijfsverenigingen geplaatst, beheerd en onderhouden. Daarvoor moet een vergunning worden aangevraagd bij de gemeente.

5.2 Dorpskernen en woongebieden

Bewegwijzering in dorpskernen en woongebieden is primair bedoeld om verkeersdeelnemers vanaf vertrekpunten (haltes openbaar vervoer, parkeerplaatsen, e.d.) naar de verschillende lokale en toeristische bestemmingen te geleiden. Omdat hierbij de landelijke uniformiteit minder belangrijk is, kunnen verschillende kleursystemen voorkomen. Sportieve bestemmingen worden daarbij op donkergroene verwijsborden weergegeven, alle overige bestemmingen worden op donkerrode verwijsborden weergegeven. Afwijkingen van dit beleid zijn slechts mogelijk na een besluit van het college. Deze bevoegdheid kan niet worden gemandateerd.

afbeelding binnen de regeling

Deze borden worden door de gemeente geplaatst, beheerd en onderhouden. Voor deze vorm van bewegwijzering moet door de aanvragers worden betaald. Het plaatsen van dergelijke verwijzingsborden is slechts toegestaan voor bedrijven en instellingen die positief bestemd zijn of niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan. Uitsluitend de volgende functionele locaties komen voor bewegwijzering in aanmerking:

  • a.

    Openbare gebouwen

    Een voor een ieder vrij toegankelijk niet-commercieel en van algemeen nut zijnde gebouw of instelling.

 

  • b.

    Eerste lijns- en zorginstellingen

    Eerste lijns zorginstellingen, zoals huisartsen, fysiotherapeuten e.d., maar ook verpleeg- en verzorgingshuizen.

 

  • c.

    Levensbeschouwelijke instellingen

    Levensbeschouwelijke instellingen, waaronder kerkelijke instanties, met tenminste 50 leden.

  • d.

    Culturele instellingen en bezienswaardigheden

    Een voor een ieder toegankelijk theater, museum, evenementenruimte, tentoon-stellingsruimte, gemeenschapsruimte, publiek monument of natuurgebied.

 

  • e.

    Hotels en restaurants

    Hotels met een ondergrens van 9 bedden en restaurants met een ondergrens van 25 zitplaatsen.

 

  • f.

    Bedrijven

    Bedrijven komen in principe niet in aanmerking voor bewegwijzering in de dorpskernen, woon- en buitengebieden. Bedrijven op bedrijventerreinen kunnen gebruik maken van de bewegwijzeringmethode zoals genoemd in de paragraaf Bedrijventerreinen (5.1). Bedrijven binnen de toeristisch-recreatieve sector in het buitengebied kunnen gebruik maken van de bewegwijzeringmethode zoals genoemd in de paragraaf Buitengebied (5.3).

 

  • g.

    Sportparken en binnensportaccommodaties

    Sportparken en binnensportaccommodaties in zoverre deze als zodanig zijn bestemd in het ter plekke geldende bestemmingsplan.

5.3   Buitengebied

In het buitengebied worden slechts bedrijven en instellingen binnen de toeristisch-recreatieve sector verwezen. Dit gebeurt op grond van een uniform bewegwijzeringsysteem. Dit betekent dat de borden in een vaste vormgeving en kleurstelling worden uitgevoerd. Daarbij wordt toepassing gegeven aan de ‘Richtlijn toeristische bewegwijzering’, overeenkomstig CROW publicatie 262.

afbeelding binnen de regeling

Deze borden worden door de gemeente geplaatst, beheerd en onderhouden. Dit geldt eveneens voor de borden aan de provinciale wegen binnen de gemeente. Voor deze vorm van bewegwijzering moet door de aanvragers worden betaald. Het plaatsen van CROW-verwijzingsborden is slechts toegestaan voor bedrijven en instellingen die positief bestemd zijn of niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan.

5.4 Permanente bewegwijzering

Vormen van permanente bewegwijzering in het kader van verkeersregeling, verkeers-geleiding, wegaanduiding e.d. zijn toegestaan. Deze borden worden door de gemeente geplaatst, beheerd en onderhouden.

5.5 Tijdelijke bewegwijzering

Vormen van tijdelijke bewegwijzering in het kader van verkeersmaatregelen, omleidingen e.d. zijn toegestaan. Deze borden worden door de gemeente geplaatst, beheerd en onderhouden. 

6. Toezicht en handhaving

Als handhavend wordt opgetreden tegen reclame-objecten of bewegwijzering die niet aan de regels voldoen, wordt hierbij de Handhavings- en gedoogstrategie Overijssel toegepast (publiekrechtelijk). Daarnaast is er de weg van het privaatrechtelijk optreden, met name daar waar het gaat om het eigendomsrecht. De gemeente kan dan als rechtspersoon optreden. Dit is bijv. aan de orde, indien er zonder toestemming van de gemeente reclame-objecten of bewegwijzering op gemeentegrond zijn geplaatst. Toepassing van het privaatrecht wordt per geval afgewogen tegen de toepassing van het publiekrechtelijke instrumentarium.

6.1   Overgangsrecht

Overgangsrecht is noodzakelijk om bestaande reclame-objecten en bewegwijzering die vóór de inwerkingtreding van dit reclame- en bewegwijzeringsbeleid zijn geplaatst te beschermen. Het overgangsrecht houdt in dat bepaalde bestaande reclame-objecten en bewegwijzering geacht worden in overeenstemming te zijn met dit beleid. Dat geldt voor:

  • -

    vergunde reclame-objecten en vergunde bewegwijzering, en

  • -

    reclame-objecten en bewegwijzering die voor 15 april 2015 zijn geplaatst. Dit met uitzondering van de bepaalde specifieke verboden = excessen overeenkomstig paragraaf 2.3 van dit beleid.

 

Bij verandering of vernieuwing van reclame-objecten of bewegwijzering zijn deze beleidsregels onverkort van toepassing.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 24 maart 2015;
griffier, voorzitter,