Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Maasgouw 2012

Geldend van 05-01-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Maasgouw 2012

  De raad van de gemeente Maasgouw,   gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders;   gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;   besluit vast te stellen de volgende verordening:   Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Maasgouw 2012;

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  In deze verordening wordt verstaan onder: begraafplaatsen/verstrooiingsplaatsen: De begraafplaats “Senserhove” Beegden, gelegen aan de Baexemerweg op het perceel kadastraal bekend  Beegden, sectie E nr.1325; de begraafplaats “Krietheuvel” Wessem gelegen aan de Oude Thornerweg, op het perceel kadastraal bekend Wessem, sectie D nr. 1059; de begraafplaats Linne aan de Bergerkampweg op het perceel kadastraal bekend Linne, sectie E nr. 559; de begraafplaats Maasbracht aan de Veerweg op het perceel plaatselijk bekend  Maasbracht, sectie G, nr. 344 (ged.); de begraafplaats Stevensweert aan de Maasdijk op het perceel plaatselijk bekend  Stevensweert, sectie A nr. 2623 (ged.); de begraafplaats Thorn aan de Beekstraat op het perceel plaatselijk bekend Thorn, sectie A 4003 (ged.). de verstrooiingsplaatsen: de nader daartoe door het college aan te wijzen gedeelten van de begraafplaatsen. b.  eigen graf is eigen/particulier graf: zijnde een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. c.  eigen urnengraf is eigen/particulier urnengraf: zijnde een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as. d.  eigen urnennis is eigen/particuliere urnennis zijnde: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; e.  asbus: een bus ter berging van as van een overledene; f.  verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; g.  grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats; h.  beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt; I.   rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een eigen/eigen/particulier graf, een eigen/eigen/particulier urnengraf of een eigen/eigen/particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; m. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; n.  urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; o.  uitvoeringsbesluit: door het college vast te stellen regels voor de graven, asbezorging, gedenkplaten en openstelling begraafplaatsen.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen/particulier graf

  Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'eigen/particulier graf' mede verstaan: eigen/particulier urnengraf, eigen/particuliere urnennis en eigen/particuliere gedenkplaats.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafsplaats(en)

  1.  De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. 2.  Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3.  Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  1.  Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 2.  De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen. 3.  Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur. 4.  Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5 Plechtigheden

  1.  Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld. 2.  De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

  Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast. Opgravingen vinden op de algemene begraafplaats te Wessem alleen in de periode juni t/m september plaats.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  1.   Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2.  Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  1.  Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 2.  Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen/particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3.  Begraving of bijzetting in een eigen/particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 14, tweede lid. 4.  De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5.  De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  1.  De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 09.00 tot 16.00 uur en op zaterdag van 09.00 tot 16.00 uur. 2.  Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  1.  Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: a. eigen/particuliere graven en eigen/particuliere urnengraven; b. eigen/particuliere urnennissen; c. eigen/particuliere gedenkplaatsen. 2.  Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen/particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de eigen/particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen/particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 11 Volgorde van uitgifte

  1.  De eigen/particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. 2.  Het college kan een eigen/particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 12 Categorieën

  Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen/particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 13 Termijnen eigen/particuliere graven/urnennissen

  1.  Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien of twintig jaar recht op een eigen/particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen/particuliere graf is uitgegeven. 2.  Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten

  1.  Het recht op een eigen/particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. 2.  Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het eigen/particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. 3.  Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het eigen/particuliere graf te doen vervallen. 4.  Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het eigen/particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen/particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 15 Afstand doen van graven

  Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen/particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en gedenkteken

Artikel 16 Grafbedekking en gedenkteken

  1.  Voor grafbedekking en gedenktekens dient te worden voldaan aan de in het uitvoeringsbesluit 2012 opgenomen richtlijnen;. 2.  Het college kan het gedenkteken verwijderen indien niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels. 3.  Het bepaalde in artikel 19, lid 4, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Niet blijvende grafbeplanting

  Niet blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 18 Onderhoud door gemeente

  De gemeente voorziet in het onderhoud van de begraafplaats

Artikel 19 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  1.  Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker. 2.  De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. 3.  De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. 4.  Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 5.  Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 20 Niet-blijvende grafbeplanting

  Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 21 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  De grafbedekking wordt  na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.  

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  1.  De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd. 2.  De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en). 3.  De rechthebbende op een eigen/particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen/particulier urnengraf of eigen/particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 23 Intrekking oude regeling

  De beheersverordening openbare begraafplaatsen gemeente Maasgouw 2009, vastgesteld op 18 december 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 24 Overgangsbepaling

  1.  Besluiten die genomen zijn krachtens de oude verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2.  Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 25 Strafbepaling

  Hij die handelt in strijd met deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van uitgifte van Maasgouwnieuws waarin zij is geplaatst.

Artikel 27 Citeertitel

  Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening openbare begraafplaatsen gemeente Maasgouw 2012.

Ondertekening

  Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw, d.d. 6 oktober 2011.     De raad voornoemd;   De griffier, De voorzitter,                 S.B.J. Backus S.H.M. Strous  

Bijlage Bijlagen

Uitvoeringsbesluit openbare begraafplaatsen