Regeling vervallen per 01-01-2020

wijziging arbeidsvoorwaardenregeling 050511

Geldend van 12-07-2011 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

wijziging arbeidsvoorwaardenregeling 050511

Besluit college van B en W de dato 12 juli 2011Onderwerp: Advies Ben W 1200 wijziging arbeidsvoorwaardenregeling 050511 

Registratienummer: Postboek 2011-1959Het college besluit om de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Maassluis, de CAR-UWO, overeenkomstig dewijzigingen die voortvloeien uit de in het advies genoemde circulaires van het LOGA van 14 december 2010, 22december 2010, 19 januari 2011 en 12 april 2011 aan te passen aan de landelijk overeengekomen wijzigingen. Dezewijzigingen vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, in werking te laten treden metingang van de in het advies genoemde data. Het genomen besluit bekend te maken in het gemeenteblad.

Artikel 1

Bestuurssamenvatting

Onderwerp: AdviesBen W wijziging arbeidsvoorwaardenregeling 050511Registratienummer: Postboek 2011-1959Het college besluit om de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Maassluis, de CAR-UWO, overeenkomstig de wijzigingen die voortvloeien uit de in het advies genoemde circulaires van het LOGA van 14 december 2010, 22 december 2010, 19 januari 2011 en 12 april 2011 aan te passenaan de landelijk overeengekomen wijzigingen. Deze wijzigingen vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, in werking te laten treden met ingang van de in het advies genoemde data. Het genomen besluit bekend te maken in het gemeenteblad.

Coalitieakkoord 2010-2014Deze paragraaf is niet van toepassing.

Eerder over dit onderwerp uitgebrachte adviezenMet dit advies worden tevens de Decosnummers Postboek 2010- 5343, Postboek 2010- 5361, Postboek 2011- 281 en Postboek 2011- 1583 afgehandeld.

Inhoud/toelichtingBinnen het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden {LOGA} zijn een aantal zaken overeengekomen die er toe leiden dat de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Maassluis, de CAR-UWO, moet worden aangepast. Naar aanleiding hiervan wordt u het volgende voorgesteld:

  • a.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 14 december 2010 CvA/U201002606 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel A zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

  • b.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 14 december 2010 CvA/U201002612 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel B zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

  • c.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 14 december 2010 CvA/U201002613 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel C zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

  • d.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 22 december 2010 CvA/U201002704 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel D zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

  • e.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 19 januari 2011 CvA/U201002283 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel E zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

  • f.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 19 januari 2011 CvA/U201100044 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel F zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

  • g.

    de wijzigingen in de CAR-UWO naar aanleiding van de circulaire van het LOGA van 12 april 2011 CvA/U201100617 en de toelichting bij de CAR-UWO overeenkomstig onderdeel G zoals bijgevoegd bij dit advies vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, per 1 april 2011 in werking te laten treden.

  • h.

    Het genomen besluit tot wijziging van de arbeidsvoorwaardenregeling bekend te maken inhet gemeenteblad.

Hieronder treft u per circulaire een korte beschrijving van de inhoud/de wijzigingen aan.

In de CAR wordt per 1 januari 2011 de (inhoud van de) verplichte aanstellingskeuring (Al<) en Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) keuring voor het repressief brandweerpersoneel, beroeps en vrijwilligers, in een functie van manschap A en Ben bevelvoerder, vastgelegd. Tevens wordt een fysieke test voor genoemd personeel in de CAR verankerd. Per 1 januari 2011 treedt de Sector CAO Ambulancezorg in werking. Bijlage VIla en Vllb van de CARUWO komen dan te vervallen. De Al< en het PPMO vervangen vanaf die datum de oude bijlagen VIlaen VI lb.

LOGA circulaire CvA/U201002612. d.d. 14-12-2010De Centrale Raad van Beroep heeft in de uitspraak van 22 juli 2010 met nummer 09/101 AW, 09/102 AW en 09/3949 AW bepaald dat, gelet op de tekst van artikel10a:4 CAR, de aanvullende en aansluitende uitkering moet stijgen met de voor de sector algemeen geldende bezoldigingswijziging per datum van die salarisstijging. De feitelijke werkwijze, te weten indexering per 1 januari en 1 juli van een jaar, is niet in een wettelijk voorschrift vastgelegd en mag daarom niet worden toegepast. De CAR wordt daarom aangepast aan de feitelijke werkwijze diegehanteerd wordt. Daarmee is wettelijke verankering hiervan geregeld. De praktijk verandert voor gemeenten dus niet.

LOGA circulaire CvA/U201002613. d.d. 14-12-2010In de CAO 2009-2011 is een structurele salarisverhoging van 0,5% overeengekomen, ingaande 1 januari 2011. De minimum vakantietoelage wordt door het wijzigen van de toelichting op artikel 6:3 lid 2 CAR-UWO evenredig verhoogd en bedraagt € 146,65 bruto per maand per 1 januari 2011.

LOGA circulaire CvA/U201002704. d.d. 22-12-2010Introductie recht op een eenmalige indicatie De inkoop van extra pensioen voor medewerkers die onder het FLO-overgangsrecht vallen en ineen bezwarende functie werken, geschied door een storting door de werkgever in ABP Extra Pensioen (AEP). Om al op een eerder moment vooruit te kijken naar de keuze voor een uittreedleeftijd is eerder inzicht nodig over het effect van de storting op de hoogte van het pensioen. In de CAR wordt daarom het recht van de medewerker op een eenmalige indicatie van het te verwachten storten bedrag vastgelegd.Wijziging artike/9b:11 en 9b:35 CAR De beslistermijn voor het opschuiven van de keuze voor de medewerker die een oude FLO-Ieeftijdhad van 59 of 60 jaar wordt verkort van één jaar naar zes maanden. Wijziging artikel 9e:8 en 9e:9 CAR Doel van deze werkgeversbijdragen levensloop is dat de medewerker bij het bereiken van de 59-jarige, respectievelijk 60-jarige leeftijd een tegoed heeft van 210%, respectievelijk 140% van de bezoldiging. Loyalis controleert in het halfjaar na het bereiken van de 59-jarige, respectievelijk 60-jarige leeftijd of dit tegoed bereikt is. Deze controletermijn was nog niet opgenomen in de CAR.

LOGA circulaire CvA/U201002283. d.d. 19-01-2011Aangezien gemeenten kunnen bepalen om met ingang van 1 januari 2011 de werkkostenregeling in werking te laten treden (de gemeente Maassluis werkt met ingang van 1 januari 2011 nog niet met de werkkosten regeling), leidt dit tot wijzigingen in de fiscale behandeling van vergoedingen aan de vrijwillige brandweer en politieke ambtsdragers. De toelichting op de CAR-UWO kende tot 1 januari 2011 uitleg over de fiscale behandeling van de vergoedingen aan de vrijwillige brandweer. Die toelichting klopt door de mogelijkheid om de werkkostenregeling in te voeren niet meer. Daarom wordt deze toelichting gewijzigd.

LOGA circulaire CvA/U201100044. d.d. 19-01-2011Het LOGA stelt de bedragen van de verplaatsingskostenregeling voor verhuisplichtige ambtenaren zelf vast en indexeert jaarlijks deze bedragen met de consumentenprijsindex (CP I) van 2 jaren daarvoor. De CPI 2009 bedraagt 1,20%. De vaststelling van de gewijzigde bedragen leidt tot een CAR-UWO wijziging per 1 januari 2011.

LOGA circulaire CvA/U201100617. d.d. 12-04-2011Het LOGA heeft de leeftijdsafhankelijke factor in het kader van het FLO-overgangsrecht gewijzigd. Deze factor wordt gebruikt voor het berekenen van de hoogte van de storting in het ABP Extra Pensioen van de medewerker. De werkgever stort dit bedrag op 53-jarige leeftijd van de medewerker in het kader van het FLO-overgangsrecht.

Financiële consequentiesLOGA circulaire CvA/U201002606. d.d.14-12-2010Normaal gesproken zou de invoering van een aanstellingskeuringen en periodieke keuringen extra kosten met zich meebrengen voor de gemeente, maar aangezien de gemeente Maassluis geen (groepen) medewerkers heeft die aanspraak kunnen maken op deze artikelen is dit voor onze gemeente niet het geval.LOGA circulaire CvA/U201002613. d.d. 14-12-2010De verhoging van de minimum vakantietoelage brengt financiele consequenties met zich mee. In de begroting personele lasten 2011 is met deze stijging rekening gehouden.LOGA circulaire CvA/U201100044. d.d. 19-01-2011De indexering i.v.m. verplaatsingskostenregeling brengt extra kosten met zich mee voor de gemeente, namelijk;- De tegemoetkoming voor dubbele woonkosten wordt als gevolg van indexering verhoogd van € 279,08 per maand naar € 282,43 per maand.- De tegemoetkoming voor alle andere uit de verhuizing voortvloeiende kosten wordt als gevolg van indexering verhoogd van maximaal € 5.581,13 naar maximaal € 5.648,10.Uit ervaringscijfers blijkt dat op deze regeling zelden een beroep wordt gedaan. Wanneer een werknemer aanspraak kan maken op deze regeling, dan zullen deze kosten opgevangen moeten worden binnen de begroting personele lasten.LOGA circulaire CvA/U201100617, d.d. 12-04-2011Normaal gesproken zou deze wijziging leiden tot een marginale kostenvermindering per jaar, maaraangezien de gemeente Maassluis geen (groepen) medewerkers heeft die aanspraak kunnen makenop deze artikelen is dit voor onze gemeente niet het geval.De wijzigingen naar aanleiding van de LOGA circulaires CvA/U201002612, CvA/U201002704 en CvA/U201002283 brengen geen financiele consequenties met zich mee.Inkoop en aanbestedingDeze paragraaf is niet van toepassing.Personele en organisatorische consequentiesDeze paragraaf is niet van toepassing.Juridische consequentiesOp grond van de statuten van de VNG en het reglement van het Cv A zijn de gemeenten gebonden aan de in het LOGA overeengekomen CAR-bepalingen en de wijzigingen daarin. Voor gemeenten die bij de UWO zijn aangesloten (zoals de gemeente Maassluis), geldt dat eveneens voor de zogenoemde UWO-artikelen.Op grond van artikel160 van de Gemeentewet is het college bevoegd de arbeidsvoorwaardenregelingen voor het gemeentepersoneel vast te stellen.De gemeentelijke rechtspositieregeling is een algemeen verbindend voorschrift. Dit besluit, en daarmee de besloten wijzigingen, zal dan ook (zoals in artikel139 van de Gemeentewet is bepaald) bekend worden gemaakt in het gemeenteblad.CommunicatieparagraafDit besluit zal bekend gemaakt worden bij de eerstvolgende mogelijkheid dat bekendmaking in het gemeenteblad plaats kan vinden. De wijzigingen in de CAR-UWO worden in de digitale tekst van de arbeidsvoorwaardenregeling verwerkt. De medewerkers worden op de hoogte gebracht van de wijzigingen via het intranet.Advies/voorstelHet college wordt geadviseerd om de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Maassluis, de CAR-UWO, overeenkomstig de wijzigingen die voortvloeien uit de in het advies genoemde circulaires van het LOGA van 14 december 2010, 22 december 2010, 19 januari 2011 en 12 april2011 aan te passen aan de landelijk overeengekomen wijzigingen. Deze wijzigingen vast te stellen per datum van besluit en, met terugwerkende kracht, in werking te laten treden met ingang van de in het advies genoemde data. Het genomen besluit bekend te maken in het gemeenteblad.BijlagenOnderdeel A: wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002606Onderdeel B: wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002612Onderdeel C: wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002613Onderdeel D: wijzigingen behorende bij ledenbrief U201 002704Onderdeel E: wijzigingen behorende bij ledenbrief U201 002283Onderdeel F: wijzigingen behorende bij ledenbrief U2011 00044Onderdeel G: wijzigingen behorende bij ledenbrief U2011006175

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002606 1

CAR-wijzigingen

  • a.

    In artikel 1:2, derde lid, worden tussen de woorden “hoofdstuk 19” en “van toepassing” de volgende woorden toegevoegd: en hoofdstuk 19a.In de toelichting op artikel 1:2, derde lid, wordt tussen de woorden “hoofdstuk 19” en “van de UWO” de volgende woorden toegevoegd: en hoofdstuk 19a toegevoegd.

  • b.

    Artikel 9a:3 komt te vervallen.De toelichting op artikel 9a:3 komt te vervallen.

  • c.

    In de toelichting op artikel 9a:5, lid 6, worden de woorden “Periodiek Arbeidsgeneeskundige Monitor (PAM)” vervangen door : Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO).In de toelichting op artikel 9a:5, lid 6, wordt het woord “PAM” vervangen door: PPMO.

  • d.

    In de toelichting op artikel 9a:9 wordt het woord “PAM” vervangen door: PPMO.

  • e.

    Artikel 19:7a komt te vervallen.De toelichting op artikel 19:7a komt te vervallen.

  • f.

    Artikel 19:10 komt te vervallen.De toelichting op artikel 19:10 komt te vervallen.

  • g.

    Na hoofdstuk 19 wordt een nieuw hoofdstuk 19a toegevoegd en komt als volgt te luiden:

19a Keuringen brandweerpersoneel AlgemeenArtikel 19a:1

  • 1.

    Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die bij de brandweer is aangesteld in de functie van bevelvoerder en manschap A en B zoals vermeld in het Besluit personeel veiligheidsregio‟s.

  • 2.

    Het college kan in aanvulling op het eerste lid andere functies bij de brandweer aanwijzen waarop dit hoofdstuk van toepassing is.

AanstellingskeuringArtikel 19a:2

  • 1.

    Aanstelling in een functie, bedoeld in artikel 19a:1, is alleen mogelijk als na een geneeskundig onderzoek gericht op de te bekleden functie blijkt dat tegen het bekleden van de functie uit medisch oogpunt geen bezwaren bestaan.

  • 2.

    Het geneeskundig onderzoek bestaat uit de onderdelen zoals opgenomen in de aanstellingskeuring in bijlage VIIa van de CAR.

  • 3.

    Het geneeskundig onderzoek wordt gedaan door geneeskundigen, die daartoe door het college zijn aangewezen.

  • 4.

    De kosten van het geneeskundig onderzoek komen ten laste van de gemeente.

Periodiek Preventief Medisch OnderzoekArtikel 19a:3

  • 1.

    Periodiek wordt de medische gezondheid van de ambtenaar, die is aangesteld in een functie, bedoeld in artikel 19a:1, getoetst conform het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO).

  • 2.

    Het PPMO bestaat uit de onderdelen, zoals opgenomen in bijlage VIIb van de CAR.

  • 3.

    Het geneeskundig onderzoek geschiedt voor de ambtenaar gelijktijdig of minimaal een half jaar na indiensttreding.

  • 4.

    Het geneeskundig onderzoek geschiedt voor de ambtenaar met een leeftijd van:a. jonger dan veertig één keer in de vier jaar;b. tussen de veertig en vijftig één keer per twee jaar;b. ouder dan vijftig jaar eens per jaar.

Fysieke testArtikel 19a:4Jaarlijks wordt de fysieke conditie van de ambtenaar, die is aangesteld in een functie bedoeld in artikel 19a:1, getoetst.Na de toelichting op hoofdstuk 19 wordt de toelichting op hoofdstuk 19a ingevoegd. Deze komt als volgt te luiden:AlgemeenIn dit hoofdstuk is de aanstellingskeuring en de periodieke medische keuring voor repressief brandweerpersoneel geregeld.Artikel 19a:1Omdat het werk in repressieve dienst bijzondere eisen stelt aan de medische geschiktheid van de medewerker en gevaren met zich mee kan brengen voor de medewerker zelf en voor derden die zijn betrokken bij zijn werkzaamheden, wordt de medewerker in repressieve dienst onderworpen aan een aanstellingskeuring en een periodiek medische keuring. De keuringen zijn verplicht voor medewerkers (beroeps en vrijwilligers) in een functie van manschap a en b of bevelvoerder zoals vermeld in het Besluit personeel veiligheidsregio‟s.Het college heeft de mogelijkheid andere functies aan te wijzen waarvoor de aanstellingskeuring en periodieke medische keuring wordt verplicht. Uitgangspunt hierbij moet wel zijn dat het uitoefenen van de functie belastend is voor de gezondheid van de medewerker, danwel risico‟s voor derden met zich meebrengt. Hierbij dient de Wet op de medische keuringen in acht te worden genomen.Artikel 19a:2Al het brandweerpersoneel dat in dienst treedt in een functie van manschap A en B of bevelvoerder moet gekeurd worden. Dit zijn de functies binnen de brandweer waarbij aan medewerkers bijzondere eisen aan de medische geschiktheid worden gesteld. Dit geldt zowel voor beroepspersoneel als voor vrijwilligers. Lokaal kan worden vastgesteld bij welke andere functies ook gekeurd moet worden.Hierbij moet rekening worden gehouden met de Wet op de medische keuringen. Deze staat een aanstellingskeuring alleen toe als aan de vervulling van de functie, waarop de aanstelling betrekking heeft, bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid moeten worden gesteld. Onder medische geschiktheid voor de functie wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en veiligheid van degene die gekeurd wordt en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid.De inhoud van de aanstellingskeuring is vastgelegd in bijlage VIIa van de CAR. Deze aanstellingskeuring is in opdracht van het LOGA door het Coronel instituut ontwikkeld.19a:3Lid 1Vanwege bescherming van de gezondheid en veiligheid van de brandweermedewerker en vanwege de bescherming van de gezondheid en veiligheid van derden bij de uitvoering van de arbeid is het noodzakelijk om de medische geschiktheid van de medewerker ook na aanstelling te blijven toetsen. Daarom zijn regels gesteld over het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO). Uit het PPMO volgt een oordeel over de medische geschiktheid van de medewerker voor de uitoefening van zijn functie. Het PPMO geeft daarnaast een prognose over de belastbaarheid van de medewerker in de nabije toekomst.Lid 2De inhoud van het PPMO is ontwikkeld door het Coronel Instituut in samenwerking met de sociale partners en mensen uit de brandweerbranche. Het PPMO geeft inzicht in de ontwikkeling van de belastbaarheid. Met de keuring is beoogd in te schatten of de medewerker voldoet aan de bijzondere eisen aan medische geschiktheid die de functie vereist. Dit ter bescherming van de gezondheid van de medewerker en ter bescherming van derden die betrokken zijn bij het werk van de medewerkers.Als uit het PPMO blijkt dat de medewerker nu of op termijn zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren dan ondernemen de werkgever en de medewerker gezamenlijk actie. Doel hierbij is de medewerker klaar te stomen voor een andere functie. Het LOGA zal in overleg met de NVBR een handreiking maken over hoe omgegaan kan worden met keuringresultaten en welke stappen er genomen kunnen worden. Naar verwachting is deze handreiking in het voorjaar van 2011 gereed.Lid 3 en 4De frequentie van het PPMO is gekoppeld aan de leeftijd van de medewerker. Bij indiensttreding wordt het PPMO afgenomen als nulmeting. Vervolgens wordt iedere medewerker die jonger is dan 40 jaar eenmaal per 4 jaar getest. Medewerkers tussen de 40 en 50 jaar, eens per twee jaar en medewerkers ouder dan 50 worden ieder jaar getest. Met deze frequentie is aangesloten bij het oude besluit brandweerpersoneel en dus bij de frequenties van de oude medische testen.19a:4De functie van manschap a en b en bevelvoerder stelt bijzondere eisen aan de fysieke conditie van de medewerker. Jaarlijks wordt de fysieke conditie daarom getoetst. De functiespecifieke test van het PPMO kan hiervoor gebruikt worden.H Bijlage VIIa wordt vervangen en komt als volgt te luiden:Bijlage VIIA Aanstellingskeuring brandweerpersoneelOnderstaand schema geeft per bijzondere functie-eis aan welke signaalvragen, screeningsinstrumenten en functionele tests bij de aanstellingskeuring gebruikt dienen te worden. De uitwerking van onderstaande onderdelen is vastgelegd in de aanstellingskeuring zoals die is ontwikkeld door het Coronel Instituut. Deze uitwerking is te vinden op vng.nl.

Bijzondere functie-eis:

Aspect van de belastbaarheid opgenomen mag worden in keuring:

1. Waakzaamheid en oordeelsvermogen:

2. Emotionele piekbelasting:

3. Energetische piekbelasting:

4. Goed gezichtsvermogen

5. Goed gehoorsvermogen

6. Risico op expositie aan stof, rook, gas of dampen:

Signaalvraag (mondeling of schriftelijk) naar:- overgevoeligheid huid / huidige huidaandoening- overgevoeligheid longen / huidige klachten luchtweg/longenInzet gevalideerde test ter detectie van de huidige aanwezigheid van:- mogelijke huidaandoening op armen/handen (eczeem/atopie)- mogelijke longaandoening (astma/atopie)

7. Risico op (verspreiding van) infectieziekten:

Signaalvraag (mondeling of schriftelijk) naar:- geldige inentingen- huidige aanwezigheid infectieziekten(Hepatitis, Difterie, Tetanus, Tuberculose, HIV)

8. Tillen/dragen

9. Knielen/hurken

10.Klimmen/klauteren/traplopen

11.Houdingen en krachtleverantie met rug

Signaalvraag (mondeling of schriftelijk) naar:- huidige rugklachten

Kort NA aanstelling worden als intredekeuring de volgende basismetingen verricht om latere effecten van mogelijke blootstelling aan factoren van het werk te kunnen aantonen:

- longfunctiebepaling met behulp van spirometrie

- audiogram afname

I Bijlage VIIb wordt vervangen en komt als volgt te luiden:

Bijlage VIIb Periodiek Preventief Medisch OnderzoekOnderstaand schema geeft per bijzondere functie-eis aan welke signaalvragen, screeningsinstrumenten en functionele tests bij het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek gebruikt dienen te worden. De uitwerking van onderstaande onderdelen is vastgelegd in het PPMO zoals die is ontwikkeld door het Coronel Instituut. Deze uitwerking is te vinden op vng.nl.

Bijzondere functie-eis:

Aspect van de belastbaarheid wat opgenomen mag worden in keuring:

1. Waakzaamheid en oordeelsvermogen:

2. Emotionele piekbelasting:

Bijzondere functie-eis:

Aspect van de belastbaarheid wat opgenomen mag worden in keuring:

3. Energetische piekbelasting:

4. Goed gezichtsvermogen

5. Goed gehoorsvermogen

Bijzondere functie-eis:

Aspect van de belastbaarheid wat opgenomen mag worden in keuring:

6. Risico op expositie aan stof, rook, gas of dampen:

7. Risico op (verspreiding van) infectieziekten:

Signaalvraag (mondeling of schriftelijk) naar:- huidige aanwezigheid infectieziekten die een gevaar voor anderen kunnen opleveren

8. Tillen/dragen

9. Knielen/hurken

10.Klimmen/klauteren/traplopen

11.Houdingen en krachtleverantie met rug

Signaalvraag (mondeling of schriftelijk) naar:- huidige rugklachten

1-11 met als doel signalering voor begeleiding

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002612 2

CAR-wijzigingArtikel 10a:4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

1. De berekeningsgrondslag van de aanvullende uitkering wordt per 1 januari en 1 juli van een jaar geïndexeerd op een volgens LOGA-partijen vastgestelde wijze.2. Het LOGA maakt bekend met welk percentage de berekeningsgrondslag van de aanvullende uitkering wijzigt.

De toelichting op artikel 10a:4 vervalt.

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002613 3

CAR-wijzigingDe laatste zin van de toelichting op lid 2 van artikel 6:3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: De minimum vakantietoelage bedraagt € 146,65 per maand.

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002704 4

Wijzigingen CAR-artikelen

A In artikel 9b:11, vijfde lid, worden de woorden "één jaar" gewijzigd in: zeskalendermaanden.

B Aan artikel 9b:22 wordt een nieuw zesde lid toegevoegd en komt als volgt te luiden:

6. De ambtenaar kan zijn werkgever eenmalig verzoeken om een indicatie van hetverwachte te storten bedrag. Het college bepaalt, in overleg met de ambtenaar, hetgeschikte moment voor deze indicatie.

Aan de toelichting op artikel 9b:22 wordt een toelichting op lid 6 toegevoegd:

Lid 6

De medewerker kan de wens hebben eerder dan op 54-jarige leeftijd te weten wat het effect is van het bedrag dat op 53-jarige leeftijd in ABP Extra Pensioen is gestort. Hiermee kan hij eerder anticiperen op de vraag of hij zijn keuzemoment wil uitstellen. Daarom kan de medewerker zijn werkgever eenmalig verzoeken om een indicatie te geven van het verwachte stortingsbedrag. Met een rekentool op abp.nl kan de medewerker dan berekenen wat dit bedrag zou betekenen voor de verwachte hoogte van zijn pensioen. Het college bepaalt in overleg met de medewerker het geschikte moment voor de eenmalige indicatie. Hierbij wordt geadviseerd rekening te houden met mogelijke carrièrestappen van de medewerker. Als die nog  worden verwacht dan is het geven van een indicatie niet zinvol. De berekening van dat bedrag is namelijk gebaseerd op de huidige situatie en houdt met eventuele carrièrestappen geen rekening.

C In artikel 9b:35, vijfde lid, worden de woorden "één jaar" gewijzigd in: zes kalendermaanden.

D Aan artikel 9b:45 wordt een nieuw tiende lid toegevoegd en komt als volgt te luiden:

10. De ambtenaar kan zijn werkgever eenmalig verzoeken om een indicatie van het verwachte te storten bedrag. Het college bepaalt, in overleg met de ambtenaar, het geschikte moment voor deze indicatie.

Aan de toelichting op 9b:45 wordt een toelichting op lid 10 toegevoegd:

Lid 10De medewerker kan de wens hebben eerder dan op 54-jarige leeftijd te weten wat het effect is van het bedrag dat op 53-jarige leeftijd in ABP Extra Pensioen is gestort. Hiermee kan hij eerder anticiperen op de vraag of hij moment van minder gaan werken wil uitstellen. Daarom kan de medewerker zijn werkgever eenmalig verzoeken om een indicatie te geven van het verwachte stortingsbedrag. Met een rekentool op abp.nl kan de medewerker dan berekenen wat dit bedrag zou betekenen voor de verwachte hoogte vanzijn pensioen.Het college bepaalt in overleg met de medewerker het geschikte moment voor de eenmalige indicatie. Hierbij wordt geadviseerd rekening te houden met mogelijke carrièrestappen van de medewerker. Als die nog worden verwacht dan is het geven van een indicatie niet zinvol. De berekening van dat bedrag is namelijk gebaseerd op de huidige situatie en houdt met eventuele carrièrestappen geen rekening.

E Aan artikel 9e:8, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:

De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

Aan artikel 9e:8, derde lid, wordt de volgende zin toegevoegd:

De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

Aan de toelichting op artikel 9e:8, lid 1, 2 en 3 wordt de volgende paragraaf toegevoegd:

Mogelijke nabetaling na de leeftijd van 59 of 60 jaarIn het halfjaar nadat de ambtenaar 59 jaar is geworden controleert Loyalis of op de leeftijd van 59 jaar daadwerkelijk voldoende tegoed op Loyalis levensloop Brandweer & Ambulance staat, uitgaande van de aanname dat de medewerker het LOGA-pad heeft gevolgd. Deze controle is nodig omdat in de periode na de vaststelling van het laatste maatwerkpercentage de rendementen mogelijk lager zijn geweest dan de verwachte rendementen ten tijde van de vaststelling van het laatste maatwerkpercentage of de bezoldigingsontwikkeling mogelijk groter is dan de verwachte bezoldigingsontwikkeling ten tijde van de vaststelling van het l laatste maatwerkpercentage.Wanneer blijkt dat er onvoldoende tegoed op Loyalis levensloop Brandweer & Ambulance staat, uitgaande van de aanname dat de medewerker het LOGA-pad heeft gevolgd, verstrekt de werkgever een nabetaling waarmee dit tekort wordt opgeheven.

Eenzelfde controle en mogelijke nabetaling vindt plaats in het halfjaar nadat de ambtenaar60 jaar is geworden, wanneer een oud FLO-leeftijd van 60 jaar was vastgesteld.

F Aan artikel 9e:9, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:

De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

Aan artikel 9e:9, derde lid, wordt de volgende zin toegevoegd:

De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

Voor de toelichting op artikel 9e:9, lid 4 en 5, wordt een toelichting op lid 2 en 3 toegevoegd:

Lid 2 en 3Mogelijke nabetaling na de leeftijd van 59 of 60 jaarIn het halfjaar nadat de ambtenaar 59 jaar is geworden controleert Loyalis of op de leeftijd van 59 jaar daadwerkelijk voldoende tegoed op Loyalis levensloop Brandweer & Ambulance staat, uitgaande van de aanname dat de medewerker het LOGA-pad heeft gevolgd. Deze controle is nodig omdat in de periode na de vaststelling van het laatste maatwerkpercentage de rendementen mogelijk lager zijn geweest dan de verwachte rendementen ten tijde van de vaststelling van het laatste maatwerkpercentage of de bezoldigingsontwikkeling mogelijk groter is dan de verwachte bezoldigingsontwikkeling ten tijde van de vaststelling van het laatste maatwerkpercentage.Wanneer blijkt dat er onvoldoende tegoed op Loyalis levensloop Brandweer & Ambulancestaat, uitgaande van de aanname dat de medewerker het LOGA-pad heeft gevolgd, verstrekt de werkgever een nabetaling waarmee dit tekort wordt opgeheven.Eenzelfde controle en mogelijke nabetaling vind plaats in het halfjaar nadat de ambtenaar 60 jaar is geworden, wanneer een oud FLO-leeftijd van 60 jaar was vastgesteld.

Aan de toelichting op artikel 9e:9, lid 7, wordt de volgende zin toegevoegd:

Hetgeenvermeld is in de toelichting op lid 2 en 3 is hierop van overeenkomstige toepassing.

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201002283 5

CAR-UWO-wijziging per 1 januari 2011

De toelichting op artikel 19:15 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

In deze paragraaf worden de vergoedingen geregeld. De vergoeding valt uiteen in een jaarvergoeding en een aantal vergoedingen per activiteit. De hoogte van de vergoeding verschilt per functie en per activiteit.

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201100044 6

Wijzigingen UWO

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari 2011

A. Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

1. De tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit:

a. een bedrag voor de kosten van transport van de bagage en van de inboedel van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken;

b. een bedrag voor dubbele woonkosten, gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maximum van € 283,42 per maand met dien verstande dat de tegemoetkoming ten hoogste voor vier maanden wordt verleend;

c. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, met een maximum van € 5.648.10.

B. Artikel 18:1:7, tweede en derde lid, worden gewijzigd en komen als volgt te luiden:

2. De vergoeding die plaatsvindt op basis van het eerste lid is, voor dat deel dat gebruik wordt gemaakt van de trein, gemaximeerd op het bedrag van € 3.503 per jaar.

3. De betrokkene die met de trein reist en van de woning of het pension met het ander (aansluitend) openbaar vervoer naar het eerst mogelijke station kan reizen maar van dit openbaar vervoer geen gebruik maakt en in plaats daarvan met eigen vervoer naar dat station reist, ontvangt een tegemoetkoming van € 94,40 op jaarbasis.

Wijzigingen behorende bij ledenbrief U201100617 7

 

CAR-wijziging per 1 april 2011

A Artikel 9b:22a, tweede lid, wordt vervangen door

2 De leeftijdsafhankelijke factor bedraagt

leeftijd

factor

 

leeftijd

factor

 

leeftijd

factor

18

0,280

 

33

0,436

 

48

0,680

19

0,288

 

34

0,449

 

49

0,700

20

0,297

 

35

0,463

 

50

0,721

21

0,306

 

36

0,477

 

51

0,743

22

0,315

 

37

0,491

 

52

0,765

23

0,325

 

38

0,506

 

53

0,788

24

0,334

 

39

0,521

 

54

0,811

25

0,344

 

40

0,536

 

55

0,836

26

0,355

 

41

0,553

 

56

0,861

27

0,365

 

42

0,569

 

57

0,887

28

0,376

 

43

0,586

 

58

0,913

29

0,388

 

44

0,604

 

59

0,941

30

0,399

 

45

0,622

 

60

0,969

31

0,411

 

46

0,641

 

61

0,998

32

0,423

 

47

0,660

 

 

 

In de toelichting wordt de passage „Vanaf 2010 hanteert ABP een tarief van 3,25% voor OP/NP en 3,0% voor ABP Extra Pensioen. Hieruit vloeit een leeftijdsafhankelijke factor op leeftijd 53 jaar voort van 0.791.‟ verwijderd.

In de toelichting wordt de passage „Stel dat op leeftijd…. € 10.000 is.‟ vervangen door „Stel dat op de leeftijd van 62 jaar een bedrag gegenereerd moet zijn van € 10.000 (fictief bedrag). Om dit te bereiken moet, bij de rendementen die ABP verwacht op de leeftijd van 53 jaar een bedrag van € 7.880 gestort worden (€ 10.000 x 0,788). Als er op een later moment dan op 53-jarige wordt gestort, dan wordt het te storten bedrag ieder jaar hoger.‟

B Artikel 9b:45a, tweede lid, wordt vervangen door

2 De leeftijdsafhankelijke factor bedraagt

leeftijd

factor

 

leeftijd

factor

 

leeftijd

factor

18

0,280

 

33

0,436

 

48

0,680

19

0,288

 

34

0,449

 

49

0,700

20

0,297

 

35

0,463

 

50

0,721

21

0,306

 

36

0,477

 

51

0,743

22

0,315

 

37

0,491

 

52

0,765

23

0,325

 

38

0,506

 

53

0,788

24

0,334

 

39

0,521

 

54

0,811

25

0,344

 

40

0,536

 

55

0,836

26

0,355

 

41

0,553

 

56

0,861

27

0,365

 

42

0,569

 

57

0,887

28

0,376

 

43

0,586

 

58

0,913

29

0,388

 

44

0,604

 

59

0,941

30

0,399

 

45

0,622

 

60

0,969

31

0,411

 

46

0,641

 

61

0,998

32

0,423

 

47

0,660

 

 

 

In de toelichting wordt de passage „Vanaf 2010 hanteert ABP een tarief van 3,25% voor OP/NP en 3,0% voor ABP Extra Pensioen. Hieruit vloeit een leeftijdsafhankelijke factor op leeftijd 53 jaar voort van 0.791.‟ verwijderd.

In de toelichting wordt de passage „Stel dat op leeftijd…. € 10.000 is.‟ vervangen door „Stel dat op de leeftijd van 62 jaar een bedrag gegenereerd moet zijn van € 10.000 (fictief bedrag). Om dit te bereiken moet, bij de rendementen die ABP verwacht op de leeftijd van 53 jaar een bedrag van € 7.880 gestort worden (€ 10.000 x 0,788). Als er op een later moment dan op 53-jarige wordt gestort, dan wordt het te storten bedrag ieder jaar hoger.‟