Regeling vervallen per 01-01-2012

Brandbeveiligingsverordening gemeente Meerssen 2010

Geldend van 01-10-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening gemeente Meerssen 2010

De Raad der gemeente Meerssen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Meerssen d. d. 9 november 2010 tot het gewijzigd vaststellen van de Brandbeveiligingsverordening gemeente Meerssen 2010;

overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

gelet op de nota (de)regulering evenementen Meerssen 2010 en het advies van de Brandweer Zuid-Limburg d.d. 14 juni 2010;

mede gelet op artikel 147 van de Gemeentewet alsmede artikel 3 van de Wet veiligheids-regio’s en de aanpassing daarop ( Stb. 2010, 145 en 146 );

BESLUIT :

vast te stellen de “Brandbeveiligingsverordening gemeente Meerssen 2010”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een inrichting; een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

  • b.

    een bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Artikel 2 Beperking werkingssfeer

Deze verordening is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening, alsmede op tijdelijke bouwwerken die gebruikt worden in particuliere besloten sfeer ten behoeve van meldingsplichtige evenementen.

Artikel 3 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 5 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 5 en 6 van deze verordening.

  • 3.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 5 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken ( Stb. 2008, 327 ) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 6 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken ( Stb. 2008, 327 ) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 7 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de (regionale alarmcentrale van de) brandweer te melden.

Artikel 8 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 9 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 34, vierde lid, onder 1.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de “Brandbeveiligings-verordening 2008”, vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad op 18 december 2008, en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in de openbare vergadering van de gemeenteraad op 18 december 2008 vastgestelde “Brandbeveiligingsverordening 2008”, is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als “Brandbeveiligingsverordening gemeente Meerssen 2010”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 2.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s wordt de “Brandbeveiligingsverordening 2008”, vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad op 18 december 2008, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Meerssen, gehouden op 16 december 2010.
DE RAAD VOORNOEMD,
De voorzitter,
De griffier,