Delegatieregeling

Geldend van 24-01-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Delegatieregeling

De raad van de gemeente Meierijstad;

overwegende, dat het in het belang van een snelle besluitvorming wenselijk is bevoegdheden die hem door de wetgever zijn toegekend te delegeren dan wel -waar delegatie wettelijk niet mogelijk is- te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders c.q de werkgeverscommissie;

gelezen het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

gelet op het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet en Titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

Verordening, regelende de delegatie en mandatering van bevoegdheden van de raad aan het college van burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie (Delegatieregeling).

Artikel 1

De bevoegdheden genoemd in artikel 2 worden overgedragen c.q. opgedragen aan het college van burgemeester en wethouders dan wel de werkgeverscommissie.

Het college van burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie oefenen deze gedelegeerde c.q. gemandateerde bevoegdheden met inachtneming van de wettelijke voorschriften en het geldend beleid.

Het college en de werkgeverscommissie zijn bevoegd de gedelegeerde bevoegdheden te mandateren en te laten ondermandateren.

Artikel 2

  • 1.

    Aan het college van burgemeester en wethouders worden de hierna genoemde bevoegdheden gedelegeerd:

    • a.

      De bevoegdheden opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en overige wetgeving met soortgelijke bevoegdheden met betrekking tot voorbereiding van besluiten en besluiten op bezwaar- en beroep (voor zover dit niet reeds valt onder de algemene bevoegdheid van het college tot voorbereiding van besluiten van de raad c.q. het voeren van rechtsgedingen e.d., als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet of de bevoegdheid van de van de Commissie rechtsbescherming). Onder deze bevoegdheden zijn in ieder geval begrepen:

      • 1.

        het doorzenden van geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is;

      • 2.

        het bieden van de gelegenheid tot het herstel van vormverzuim (aanvulling aanvraag/motivering e.d.);

      • 3.

        het horen van aanvrager en belanghebbenden om hun zienswijze naar voren te brengen;

      • 4.

        het verdagen van een beslissing op aanvraag of op een bezwaarschrift;

      • 5.

        het besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb;

      • 6.

        overige niet nader genoemde voorbereidingshandelingen

    • b.

      Besluiten op verzoeken in het kader van artikel 4:18 Algemene wet bestuursrecht (dwangsom bij niet tijdig beslissen) waarbij de raad als bestuursorgaan betrokken is.

    • c.

      Besluiten met betrekking tot verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur.

    • d.

      Besluiten tot het aanwijzen van trouwlocaties als huis der gemeente als bedoeld in artikel 1:63 Burgerlijk Wetboek en artikel 1 Besluit burgerlijke stand voor het voltrekken van huwelijken en partnerschapsregistraties.

    • e.

      Besluiten als bedoeld in artikel 9 en 11 van de Wegenwet (onttrekken weg aan de openbaarheid);

    • f.

      Besluiten tot het vaststellen van grenzen van de bebouwde kom of kommen als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

    • g.

      Besluiten tot het vaststellen van grenzen van de bebouwde kom of kommen als bedoeld in de Wet natuurbescherming

      • 2.

        Aan de door de gemeenteraad ingestelde werkgeverscommissie worden de bevoegdheden gedelegeerd die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet, de op deze wet gebaseerde en door de raad vastgestelde rechtspositionele voorschriften en de artikelen 107 tot en met 107e Gemeentewet, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 107 (benoemen, schorsen als disciplinaire maatregel en ontslaan van de griffier), 107a, tweede lid (instructie van de griffier), 107d, eerste lid (vervanging van de griffier) en 107e, eerste lid (vaststelling en wijziging van de organisatie van de griffie) van de Gemeentewet behoudens het vaststellen en wijzigen van de arbeidsvoorwaardenregeling;

      • 3.

        Aan het college van burgemeester en wethouders wordt de bevoegdheid gemandateerd tot afwijzing van aanvragen tot vaststelling van een bestemmingsplan.

Artikel 3

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Delegatieregeling Meierijstad".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 januari 2017. De bevoegdheden worden geacht op die datum te zijn overgedragen c.q. opgedragen.

  • 3.

    Op de dag van inwerkingtreding van deze regeling vervallen:

    • a.

      de Verordening, regelende de delegatie van bevoegdheden van de raad aan het college van burgemeester en wethouders (Delegatieregeling), vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Veghel op 19 februari 2004;

    • b.

      het delegatiebesluit van de raad van de gemeente Schijndel van 10 april 2003.

Toelichting

Delegatie betreft de overdacht van bevoegdheden van een bestuursorgaan (i.c. de raad) aan een ander bestuursorgaan. (i.c. het college). Na de overdracht is de raad niet meer bevoegd te besluiten. Wel kan het delegatiebesluit worden ingetrokken, waarna de raad weer zelf bevoegd is.

In het besluit zijn de gebruikelijke bevoegdheden opgenomen.

Bij mandaat is sprake van een opdracht van een bestuursorgaan aan een ander. Meestal wordt mandaat gebruikt in de zijn dat het college of de burgemeester de uitoefening van taken opdraagt aan de ambtelijke organisatie. In artikel 2, lid 3 van deze regeling is de uitzondering op deze regel opgenomen: de daar genoemde bevoegdheid wordt opgedragen aan het college. Delegatie van deze bevoegdheid is wettelijk namelijk niet mogelijk. Mandatering wel: dat is uitdrukkelijk door de ABRvS uitgesproken (ECLI:NL:RVS:2013:BZ9764).

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

Van 2 januari 2017

De griffier,

A.F.J. Franken

De voorzitter,

M.A. Fränzel, MSc