Algemene inspraakverordening

Geldend van 24-01-2017 t/m heden

Intitulé

Algemene inspraakverordening

De raad van de gemeente Meierijstad;

Gezien het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

Gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

B e s l u i t :

vast te stellen de:

Algemene inspraakverordening

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. beleidsvoornemen: het voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid, het besluit tot het vaststellen of wijzigen van algemeen verbindende voorschriften en het vaststellen van een besluit van algemene strekking;

b. inspraak: gelegenheid tot het naar voren brengen van zienswijzen naar aanleiding van een beleidsvoornemen van een bestuursorgaan;

c. insprekers: ingezetenen van de gemeente Meierijstad en anderen die belanghebbende zijn.

Artikel 2: Werkingssfeer verordening

  • 1.

    Inspraak wordt verleend door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

  • 2.

    Het bestuursorgaan verleent inspraak met betrekking tot een beleidsvoornemen. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing, met uitzondering van artikel 3.16, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht voor wat betreft spoedeisende gevallen bedoeld in artikel 5.

  • 3.

    Er wordt geen inspraak verleend, als het beleidsvoornemen:

a. bij of krachtens wettelijk voorschrift van inspraak is uitgesloten, of al bij of krachtens wettelijk voorschrift in een openbare voorbereidingsprocedure is voorzien;

b. is gebaseerd op hogere wet- en regelgeving die het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid biedt;

c. betrekking heeft op de begroting, de rekening, de tarieven voor gemeentelijke dienstverleningen belastingen als bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan besluiten van inspraak af te zien als:

a. de insprekers al op een andere manier in een vroeg stadium bij de voorbereiding van het beleidsvoornemen zijn betrokken en voldoende aannemelijk is dat het bestuursorgaan daardoor alle relevante belangen bij zijn afweging heeft kunnen betrekken;

b. het beleidsvoornemen rechtstreeks voortvloeit uit een beleidsvoornemen waarover al inspraak heeft plaatsgevonden;

c. het beleidsvoornemen van ondergeschikte betekenis is dan wel uitsluitend of hoofdzakelijk om juridisch-technische dan wel redactionele redenen plaatsvindt;

d. het beleidsvoornemen uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente;

e. het belang van de inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan voor kwetsbare groepen in de samenleving;

f. het beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat de uitkomst van de inspraak niet kan worden afgewacht.

Artikel 3: Inspraak voor een deel van gemeente

In gevallen waarbij een beleidsvoornemen slechts gevolgen heeft, of van belang is voor een deel van de gemeente, kunnen alleen de ingezetenen van dat deel inspreken.

Artikel 4: Vorm van inspraak

Insprekers kunnen hun zienswijzen mondeling (al dan niet telefonisch), schriftelijk en via elektronische weg naar voren brengen. Het bestuursorgaan kan daarnaast besluiten een bijeenkomst te organiseren waarbij er mondeling kan worden gereageerd.

Artikel 5: Spoedprocedure

In spoedeisende gevallen kan het bestuursorgaan de termijn van inspraak verkorten tot minimaal vier weken. Als een bijeenkomst wordt georganiseerd, wordt deze in dat geval niet eerder dan één week na de kennisgeving en één week voor het einde van de inspraaktermijn gehouden.

Artikel 6: Eindverslag inspraak

1. Na afloop van de inspraaktermijn stelt het bestuursorgaan een eindverslag vast. Dit bevat in elk geval:

a. een overzicht van de gevolgde procedure;

b. een weergave van de zienswijzen die schriftelijk en eventueel mondeling naar voren zijn gebracht;

c. een reactie op de zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen is overgegaan.

2. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 7: Slotbepalingen

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

2. Alsdan vervallen de volgende verordeningen:

a. Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening), vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Schijndel op 8 april 2004;

b. Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (inspraakverordening), vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Sint-Oedenrode op 27 oktober 2005;

c. Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening), vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Veghel op 11 november 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 januari 2017.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

A.F.J. Franken M.A. Fränzel