Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017

Geldend van 18-01-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Meierijstad 2017 Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

- commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten

1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

a. voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

b. voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 3 Scholing

1. Raads- of commissieleden kunnen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid. Deze activiteiten zullen collectief of ten dienste van het collectief worden georganiseerd.

2. De griffier verzorgt de organisatie van de scholing in afstemming met het fractievoorzittersoverleg. In voorkomende gevallen van disputen of tegenstrijdigheden beslissen de fractievoorzitters bij meerderheid van stemmen.

Artikel 4 Digitaal hulpmiddel

1. Aan raads- en commissieleden wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. De tegemoetkoming bedraagt voor de duur van het raads- of commissielidmaatschap € 18,- per maand voor de aanschaf van een digitaal hulpmiddel ten behoeve van papierloos vergaderen. Dit bedrag is gebaseerd op 1/36e van de aanschafwaarde van een gemiddeld product (bijvoorbeeld een Ipad pro met wifi 32 GB).

2. Aan raads- en commissieleden wordt geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 6 Reiskosten woon-werkverkeer

1. Wethouders hebben geen aanspraak op een vergoeding van de reiskosten voor woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Zakelijke reis- en verblijfkosten

1. Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

2. Wethouders kunnen voor het reizen met het openbaar vervoer voor dienstreizen gebruik maken van een door de gemeente ter beschikking gestelde NS businesscard. De kosten hiervan komen ten laste van de gemeente.

Artikel 8 Dienstauto

1. Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto in de vorm van een door de gemeente ingehuurde auto (Greenwheel).

2. De dienstauto kan door de wethouders niet worden gebruikt voor het woon-werkverkeer. De dienstauto kan wel worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouders vervullen uit hoofde van het ambt.

3. Als de wethouders voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangen, wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 9 Digitaal hulpmiddel

1. Wethouders aan wie op aanvraag een laptop in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 10 Communicatieapparatuur

1. Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 11 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken, hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken, hebben aanspraak op een vergoeding van:

a. reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

b. dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 12 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de voormalige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel worden ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Meierijstad 2017.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 januari 2017.

Ondertekening

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

A.F.J. Franken M.A. Fränzel