Regeling vervallen per 01-01-2024

Nadere regels subsidiëring Kunst en Cultuur 2019 - 2022

Geldend van 01-01-2019 t/m 25-11-2019

Intitulé

Nadere regels subsidiëring Kunst en Cultuur 2019 - 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad;

Overwegende,

dat hun college op grond van de artikelen 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11,12,13, 17, 18, 19, 20 21 en 22 van de Algemene Subsidieverordening Meierijstad 2018 nadere regels kan stellen met betrekking tot:

  • a.

    de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten, de doelgroepen die voor subsidie in aanmerking komen, de berekening van de subsidie en de uitbetaling van de subsidie;

  • b.

    de afwijking van de regels van de verordening voor zover dat nodig is ten behoeve van het voldoen aan Europese steunkaders;

  • c.

    de wijze van verdeling van subsidies waarvoor een subsidieplafond is vastgesteld ;

  • d.

    de eventuele afwijking van de in de verordening opgenomen indexering;

  • e.

    de eventuele afwijking van de regel dat een subsidieaanvraag schriftelijk bij het college moet worden ingediend en van de voorschriften met betrekking tot de bij de aanvraag te overleggen gegevens;

  • f.

    de aanvraagtermijn;

  • g.

    de beslistermijn;

  • h.

    de weigering van een subsidie;

  • i.

    de verantwoording van de besteding van de subsidie en de daarbij te overleggen gegevens;

  • j.

    de berekeningswijze van uurtarieven, voor zover daarvan gebruik gemaakt wordt bij de bepaling van de subsidiabele kosten;

  • k.

    de definiëring van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven;

  • l.

    bijzondere omstandigheden die nopen tot afwijking van de nadere regels.

dat herziening van bestaande regelgeving m.b.t. de subsidiering van activiteiten op het terrein van kunst en cultuur noodzakelijk is in verband met:

  • a.

    de noodzakelijke harmonisatie van (subsidie)beleid op grond van de Wet administratieve herindeling gemeenten (Arhi);

  • b.

    gewenste aanpassingen in het kader van de rechtmatigheid;

  • c.

    wijzigingen van stichtingsnamen van instellingen en het toevoegen van nieuwe stichtingen;

  • d.

    wijzigingen en toevoegen van subsidievoorwaarden;

gelet op bovengenoemde artikelen van de “Algemene Subsidieverordening Meierijstad 2018 (ASV 2018)”;

gelet op titel 4.2 en 4.3. van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de navolgende nadere regels:

Nadere regels subsidiëring Kunst en Cultuur 2019 - 2022

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Amateuristische Kunstbeoefening: Deelname aan kunst- en cultuuractiviteiten zonder beroepsmatig karakter.

Bibliotheek: Een voorziening, die op grond van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen voor het publiek wordt ingevuld op basis van de waarden onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, pluriformiteit en authenticiteit.

Budgetsubsidie: Een structurele subsidie voor een periode van telkens maximaal vier jaren, waarvan het bedrag per jaar alleen wijzigt als gevolg van toepassing van de index, tenzij tot wijziging van het subsidievolume op basis van een separaat besluit door het college of gemeenteraad wordt besloten.

College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad.

Cultuureducatie: De verzameling van activiteiten met het doel de culturele vorming van de burgers in Meierijstad te bevorderen door het organiseren van een breed gestructureerd programma-aanbod met de disciplines muziek, dans, beeldend en theater.

Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK): Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit, die wordt uitgevoerd door Kunstloc Brabant en waarmee scholen tot een groter en breder aanbod kunnen komen op het gebied van cultuureducatie.

Culturele instelling: Een instelling die op lokaal niveau inwoners uit de gemeente Meierijstad receptief of actief laat deelnemen aan cultuuractiviteiten.

Cultuurkade Meierijstad: De marktplaats voor kunst- en cultuureducatie (inclusief erfgoededucatie) waar de vraag vanuit het onderwijs en het aanbod van instellingen op elkaar wordt afgestemd.

Index: Gemiddelde prijs- en loonindex zoals opgenomen in de Septembercirculaire uitkering gemeentefonds.

Kunstloc Brabant De provinciale steunfunctieorganisatie voor onder andere de uitvoering van kunst- en cultuureducatie en cultuurparticipatie in Brabant.

Professionele Podiumkunsten: Activiteiten met het doel de inwoners uit de gemeente Meierijstad in aanraking te laten komen met theater en andere kunstuitingen, uitgevoerd door professionals.

Stuurgroep Cultuurkade Meierijstad: De stuurgroep, die vraag en aanbod op het gebied van cultuureducatie tussen de scholen en de aanbieders regisseert. Daarnaast begeleidt zij de coördinatoren en dient de stuurgroep als inhoudelijk klankbord.

Verordening: De Algemene subsidieverordening gemeente Meierijstad 2018.

Hoofdstuk 2 Subsidieregels

Paragraaf 1: Cultuureducatie

Stichting Phoenix Cultuureducatie Meierijstad

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Alle cursussen, workshops en projecten, die gerelateerd zijn aan het aanbieden van cultuureducatie in geheel Meierijstad door de stichting Phoenix cultuur.

Artikel 3 Wijze van aanvragen

Onderdeel van de subsidieaanvraag is een separaat inhoudelijk hoofdstuk over Cultuurkade Meierijstad/CmK met bijbehorende begroting en programma.

Artikel 4 Subsidiegrondslag Phoenix Cultuureducatie regulier programma

  • 1.

    Voor de activiteiten uit het regulier programma kan door het college een budgetsubsidie worden verleend op basis een vooraf overeengekomen periode van maximaal vier jaar.

  • 2.

    De budgetsubsidie 2019-2022 is gebaseerd op de businesscase ‘Phoenix cultuureducatie in Meierijstad’.

Artikel 5 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    De stichting organiseert de activiteiten geografisch gezien zoveel als mogelijk in de kernen en dorpen van Meierijstad, zodat deze toegankelijk zijn voor alle inwoners.

  • 2.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 3.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting zo snel mogelijk een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 4.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 5.

    De stichting draagt zorg voor bestemmingsreserves, zodat o.a. vervangingen van inventaris, instrumenten en gereedschappen binnen de exploitatie kunnen plaats vinden.

  • 6.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, vergezeld van een:

    • a.

      inhoudelijk verslag, waarin tenminste de volgende gegevens worden opgenomen:

    • b.

      het totaal aantal deelnemers per gemeente.

    • c.

      het aantal deelnemers per cursus/activiteit, te splitsen in jeugd t/m 18 en volwassenen.

    • d.

      het programma-aanbod gespecificeerd.

    • e.

      deelnemers aan HaFa-aanbod gespecifieerd in jeugd t/m/ 18 en volwassenen.

    • f.

      deelnemers aan HaFa-aanbod afkomstig uit de gemeente Meierijstad.

    • g.

      overzicht van de organisatie in FTE en medewerkers.

    • h.

      jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring opgemaakt door een onafhankelijk accountant. De baten en lasten, de activa en passiva en de reserves van Cultuurkade Meierijstad worden separaat opgenomen in het financieel jaarverslag.

  • 7.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting. Het bepaalde in het derde lid is van toepassing.

Artikel 6 Subsidiegrondslag activiteiten Phoenix Cultuureducatie Meierijstad voor Cultuurkade Meierijstad/Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK)

  • 1.

    Voor de activiteiten uit het regulier programma kan door het college een budgetsubsidie worden verleend op basis een vooraf overeengekomen periode van maximaal vier jaar.

  • 2.

    De budgetsubsidie is gebaseerd op de businesscase ‘Phoenix cultuureducatie in Meierijstad’, voor de periode 2019-2022.

  • 3.

    De budgetsubsidie bestaat uit het onderdeel regulier en uit de uitvoering van de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. De uitvoering van de CmK en daarmee de subsidie kent een looptijd tot en met 2020.

  • 4.

    De subsidie voor uitvoering van de CmK, aandeel Kunstloc, wordt niet geïndexeerd.

Artikel 7 Specifieke subsidievoorwaarden Cultuurkade Meierijstad/uitvoering CmK

  • 1.

    De begroting en de jaarrekening worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Stuurgroep Cultuurkade Meierijstad en worden voorbereid door Stichting Phoenix Cultuur.

  • 2.

    Stichting Phoenix Cultuur is formeel werkgever van het personeel van Cultuurkade Meierijstad. De Stuurgroep is inhoudelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma.

  • 3.

    De subsidievoorwaarden van Kunstloc zijn onverkort van toepassing.

  • 4.

    De aanvraag tot vaststelling wordt telkens uiterlijk 1 juni volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, ingediend en gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin naast de in artikel 5, lid 6 genoemde bescheiden separaat de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

      • Het totaal deelnemende leerlingen aan activiteiten.

      • Het aantal deelnemende scholen aan projecten en activiteiten.

      • Inzicht in de zogenaamde voorloop- en volgscholen

      • Het programma-aanbod gespecificeerd.

      • Gegevens, die moeten worden aangeleverd voor de verantwoording aan Kunstloc zoals genoemd in de protocollen van Kunstloc.

    • b.

      een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring opgemaakt door een onafhankelijk accountant. De baten en lasten, de activa en passiva en de reserves van Cultuurkade Meierijstad worden separaat opgenomen in het financieel jaarverslag.

  • 5.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de bestemmingsreserve van Cultuurkade Meierijstad. Het bepaalde in artikel 5, lid 3 is van toepassing.

Stichting Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB).

Artikel 8 Subsidiabele activiteiten

Alle activiteiten, die worden uitgevoerd op grond van de Wet stelselherziening openbaar bibliotheekwerk en gerelateerd zijn aan de vijf functies/taken. Dit zijn:

  • a.

    Ter beschikking stellen van kennis en informatie.

  • b.

    Bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie.

  • c.

    Bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur.

  • d.

    Organiseren van ontmoeting en debat.

  • e.

    Inwoners kennis laten is maken met kunst en cultuur.

Artikel 9 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Voor de activiteiten, zoals genoemd in artikel 8, kan door het college een budgetsubsidie worden verleend op basis een vooraf overeengekomen periode van maximaal vier jaar.

  • 2.

    De budgetsubsidie is naast de wet- en regelgeving gebaseerd op de business case ‘Toekomst bibliotheekwerk Meierijstad, 2019-2022”.

  • 3.

    Het subsidiebudget bestaat uit twee onderdelen:

    • a.

      een subsidie voor de organisatie van de bibliotheek en het uitvoeren van het inhoudelijk programma;

    • b.

      een accommodatiesubsidie van 100% in de huurkosten van de accommodaties, waarin de bibliotheek is gehuisvest.

  • 4.

    De exploitatie van het UITpunt maakt integraal onderdeel uit van het subsidiebudget.

Artikel 10 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 2.

    De bibliotheek dient uitvoering te geven aan de wettelijke taken zoals genoemd in artikel 8 en de business case “Toekomst bibliotheekwerk Meierijstad, 2019-2022”.

  • 3.

    Eenmaal per jaar vindt een bestuurlijk overleg plaats tussen NOBB en de deelnemende gemeenten.

  • 4.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, vergezeld van:

    • 1.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin separaat de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

      • f.

        Leden uit de gemeente Meierijstad, gesplitst in jongeren en andere leeftijdsgroepen;

      • g.

        Leden uit de gemeente Meierijstad, gesplitst in het bereik in de kern en de kerkdorpen;

      • h.

        Bereik van de scholen in de gemeente Meierijstad;

      • i.

        Overzicht van de activiteiten met kwantitatieve gegevens over deelname, die hebben

      • j.

        plaatsgevonden op het gebied van cultuureducatie, recreatie en toerisme en andere activiteiten;

      • k.

        Bezoekers van het UITpunt, gespecificeerd in kwantitatieve gegevens.

      • l.

        een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring, opgemaakt door een onafhankelijk accountant. De baten en lasten, de activa en passiva en de reserves van Cultuurkade Meierijstad worden separaat opgenomen in het financieel jaarverslag.

    • 1.

      een separaat financieel overzicht ingediend met de financiële gegevens van de Bibliotheek Meierijstad (NOBB).

  • 5.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 6.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 7.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van bestemmingsreserves, zodat o.a. vervangingen van en onderhoud aan inventaris en materialen binnen de exploitatie kunnen plaatsvinden.

  • 8.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting. Het bepaalde in lid 5 is van toepassing.

Paragraaf 2: Podiumkunsten

Theater de Blauwe Kei

Artikel 11 Subsidiabele activiteiten

De programmering van professionele theaterprogramma’s en het faciliteren van de amateurorganisaties, die een podium behoeven voor de uitvoering van hun activiteiten.

Artikel 12 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Voor de activiteiten, zoals genoemd in artikel 11, kan door het college een budgetsubsidie worden verleend op basis een vooraf overeengekomen periode van maximaal vier jaar.

  • 2.

    De budgetsubsidie voor 2019-2022 is gebaseerd op de businesscase ‘Begroting toekomst theater Meierijstad aan de Noordkade’.

  • 3.

    M.i.v. 2019 wordt een subsidie verleend voor de organisatie en het theaterprogramma, waarvan de hoogte is gebaseerd op de subsidieverlening voor 2018.

  • 4.

    Het subsidiebudget is gebaseerd op een programma met minimaal 90 voorstellingen in de middenzaal, 35 voorstellingen in de kleine zalen en voorstellingen in andere ruimten op de Noordkade, niet zijnde de reguliere zalen.

Artikel 13 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, vergezeld van:

    • 1.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin separaat de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

      • a.

        Het aantal bezoekers;

      • b.

        Het theaterbezoek in relatie tot het verspreidingsgebied;

      • c.

        De zaalbezetting;

      • d.

        Het aantal verenigingen en deelnemers aan sociaal cultureel werk;

      • e.

        De personele organisatie in fte.

    • 2.

      een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring, opgemaakt door een onafhankelijk accountant. De baten en lasten, de activa en passiva en de reserves van Theater De Blauwe Kei worden separaat opgenomen in het financieel jaarverslag.

  • 3.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 4.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 5.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van bestemmingsreserves, zodat o.a. vervangingen van en onderhoud aan inventaris en gebouwen binnen de exploitatie kunnen plaatsvinden.

  • 6.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting. Het bepaalde in lid 3 is van toepassing.

Toneel- en theaterproductieverenigingen

Artikel 14 Subsidiabele activiteiten

Het maken van een productie met één of meerdere voorstellingen voor het publiek in accommodaties, die zich in Meierijstad bevinden.

Artikel 15 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Per productie met meerdere voorstellingen kan door het college een subsidie worden verleend.

  • 2.

    De subsidie bestaat uit de volgende grondslagen:

Bezoekers-capaciteit zaal of locatie

Subsidie-bedrag per productie

Aanvullend subsidie-bedrag bij productie in meer dan 1 kern

Aanvullend subsidie-bedrag aantal voorstellingen tot en met 4

Aanvullend subsidiebedrag aantal voorstellingen boven 4

Aanvullend subsidie-bedrag deelname jeugd t/m 18 jaar anaf 10 personen)

Te behalen eigen inkomsten t.o.v. totale baten

tot en met 249

€ 250

€ 250

€ 250

€ 500

€ 750

20%

250 tot en met 400

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 2.000

€ 750

40%

401 tot en met 500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 5.000

€ 750

60%

501 en groter

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 10.000

€ 750

80%

Artikel 16 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Een productie bestaat uit minimaal één of meerdere voorstellingen.

  • 2.

    Per jaar zijn maximaal twee producties subsidiabel.

  • 3.

    De productie is alleen subsidiabel indien deze in Meierijstad plaatsvindt.

  • 4.

    Indien een productie in verschillende zalen of op verschillende locaties wordt opgevoerd, geldt de capaciteit van de grootste zaal/locaties.

  • 5.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats, nadat de productie heeft plaatsgevonden.

  • 6.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, binnen drie maanden na de laatste voorstelling, vergezeld van:

    • 1.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin separaat de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

      • a.

        Het aantal bezoekers uit Meierijstad.

      • b.

        De zaalbezetting.

    • 2.

      afhankelijk van de hoogte van de subsidie een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring, opgemaakt door een onafhankelijk accountant. De baten en lasten, de activa en passiva en de reserves van Theater De Blauwe Kei worden separaat opgenomen in het financieel jaarverslag.

  • 7.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 8.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 9.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting. Het bepaalde in lid 10 is van toepassing.

Artikel 17 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt per subsidiejaar € 45.000.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst, waarbij organisaties die in een voorgaand jaar subsidie hebben ontvangen voorrang krijgen.

Paragraaf 3: Festivals

Festivalorganisaties

Artikel 18 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een subsidie voor een bepaalde periode kan door het college worden verleend op basis van de begroting en het programma.

  • 2.

    Het subsidiebudget wordt verleend de periode 2019-2022.

  • 3.

    Het subsidiebudget bestaat uit de volgende grondslagen.

Subsidiegrondslagen festivals

A

Aantal bezoekers:

2.500 - 5.000

5.001 – 10.000

10.001 – 25.000

25.001– 50.000

> 50.000

€2.500

€ 5.000

€ 10.000

€ 20.000

€ 40.000

B

Aantal deelnemende organisaties uit Meierijstad (participatie/leefbaarheid)

10 -25

26 - 50

> 50

€ 1.000

€ 5.000

€ 10.000

C

Educatief programma / deelname jeugd en/of scholen

€ 5.000

D

Opbrengst sponsoring

< 5.000

< 10.000

< 15.000

< 25.000

< 50.000

< 100.000

< 200.000

> 200.000

Subsidiebedrag

€ 500

€ 1.000

€ 1.500

€ 2.500

€ 5.000

€ 10.000

€ 20.000

€ 50.000

Artikel 19 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting.

  • 2.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 3.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 4.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van bestemmingsreserves, zodat o.a. vervangingen van inventaris en materialen kunnen plaats vinden binnen de exploitatie.

  • 5.

    In het inhoudelijk jaarverslag wordt ten minste ingegaan op:

    • a.

      Het aantal bezoekers;

    • b.

      Het aantal deelnemers en podiumactiviteiten;

    • c.

      Het bezoek in relatie tot het verspreidingsgebied;

    • d.

      Het aantal deelnemende scholen en leerlingen;

    • e.

      De aantoonbare inspanning een duurzaam festival te realiseren.

  • 6.

    Indien sprake is van een subsidie voor het festival groter dan € 50.000 dient het financieel jaarverslag en de jaarrekening te worden voorzien van een samenstellingsverklaring opgemaakt door een onafhankelijk accountant.

  • 7.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

Artikel 20 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt per subsidiejaar € 83.000.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst, waarbij organisaties die in een voorgaand jaar subsidie hebben ontvangen voorrang krijgen.

Paragraaf 4 Amateurkunst

Harmonieën, Fanfares en Majorettes

Artikel 21 Subsidiabele activiteiten

Het stimuleren van de inwoners uit Meierijstad om actief deel te nemen aan het bespelen van een muziekinstrument en/of aanverwante activiteiten in een muziekgezelschap. Deelgenomen kan worden aan openbare optredens, concerten en concoursen.

Artikel 22 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Er wordt gedurende deze subsidieperiode geen indexering toegepast, met uitzondering van vaste huurkosten.

  • 2.

    De subsidie bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a.

      Een basissubsidie voor muziekkorpsen van € 2.000;

    • b.

      Een aanvullend bedrag van € 135 voor elk jeugdlid van de harmonie, fanfare of drumband, dat een instrument bespeelt, met dien verstande dat de leden in Meierijstad wonen;

    • c.

      Een aanvullend bedrag van € 65 voor elk volwassen lid van de harmonie, fanfare of drumband, dat een instrument bespeelt en in Meierijstad woont;

    • d.

      Een aanvullend bedrag van € 50 voor elk jeugdlid van de majorettes of de twirlgroep, dat aan de activiteit deelneemt, met dien verstande dat de leden in Meierijstad wonen;

    • e.

      100% subsidie in de vaste huurkosten van een gemeentelijke accommodatie, tenzij deze in een bepaalde kern niet aanwezig is tot een maximum.

Artikel 23 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Het muziekkorps treedt, op verzoek van het college, op bij bijzondere gemeentelijke activiteiten. Hiervoor wordt geen aanvullende financiële vergoeding beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Een lid zoals bedoeld in artikel 15, lid 2, kan slechts voor één afzonderlijk verenigingsonderdeel meetellen.

  • 3.

    Ereleden, donateurs en andere leden die geen instrument bespelen worden niet meegeteld bij de berekening van de subsidie.

  • 4.

    In het inhoudelijk jaarverslag wordt ten minste ingegaan op:

    • a.

      Het aantal leden per categorie;

    • b.

      De uitgevoerde muzikale en andere (sponsor) activiteiten en optredens;

    • c.

      De jaarrekening met balans en de begroting voor een daaropvolgend jaar.

Artikel 24 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 25 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt per subsidiejaar € 120.000.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst, waarbij organisaties die in een voorgaand jaar subsidie hebben ontvangen voorrang krijgen.

Paragraaf 5 Erfgoed en musea

Heemkundeverenigingen en erfgoedverenigingen

Artikel 26 Subsidiabele activiteiten

Het organiseren van heem- en erfgoedactiviteiten met het doel de inwoners uit Meierijstad in aanraking te laten komen met het verleden.

Artikel 27 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een subsidie bestaat uit:

    • a.

      Een genormeerde subsidie van € 1.500 per jaar voor de uitvoering van de activiteiten, zoals bijvoorbeeld lezingen, exposities en heemmanifestaties;

    • b.

      Een accommodatiesubsidie van 100% in de huurkosten van de gemeentelijke accommodatie, waarin de heemkundevereniging is gehuisvest.

  • 2.

    Er wordt gedurende deze subsidieperiode geen indexering toegepast met uitzondering van de vaste huurkosten. Deze index is gelijk met de index, welke op de huur van het vastgoed wordt toegepast.

Artikel 28 Specifieke voorwaarden

Bij de subsidieaanvraag wordt een jaarverslag ingediend van het voorafgaande jaar, waarin inzicht wordt verschaft in:

  • a.

    Het aantal leden;

  • b.

    De uitgevoerde activiteiten.

Artikel 29 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 30 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt per subsidiejaar € 46.000.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst, waarbij organisaties die in een voorgaand jaar subsidie hebben ontvangen voorrang krijgen.

Stichting Paulus Gasthuisjes

Artikel 31 Subsidiabele activiteiten

Het beheren en het exploiteren van het museum van Brabantse mutsen en poffers, zijnde de Paulus Gasthuisjes.

Artikel 32 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een subsidie bestaat uit:

    • a.

      Een genormeerde subsidie van € 2.500 per jaar voor de uitvoering van de activiteiten.

    • b.

      Een accommodatiesubsidie van 100% in de huurkosten van de gemeentelijke accommodatie, waarin de heemkundevereniging is gehuisvest.

  • 2.

    Er wordt gedurende deze subsidieperiode geen indexering toegepast met uitzondering van de vaste huurkosten. Deze index is gelijk met de index, welke op de huur van het vastgoed wordt toegepast.

Artikel 33 Specifieke voorwaarden

Bij de subsidieaanvraag wordt een jaarverslag ingediend van het voorafgaande jaar, waarin inzicht wordt verschaft in:

  • a.

    De uitgevoerde activiteiten en het aantal bezoekers.

  • b.

    De jaarrekening met balans en de begroting voor een daaropvolgend jaar.

Artikel 34 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Cultureel Platform Sint-Oedenrode

Artikel 35 Subsidiabele activiteiten

De activiteiten bestaan uit het organiseren van lezingen, exposities, advisering aan derden en manifestaties op het gebied van cultureel erfgoed van Sint-Oedenrode.

Artikel 36 Subsidiegrondslag

Een genormeerde subsidie van € 1.500 per jaar voor de uitvoering van de activiteiten, zoals lezingen, exposities en manifestaties.

Artikel 37 Specifieke voorwaarden

Bij de subsidieaanvraag wordt een jaarverslag ingediend van het voorafgaande jaar, waarin inzicht wordt verschaft in:

  • a.

    De uitgevoerde activiteiten.

  • b.

    De jaarrekening met balans en de begroting voor een daaropvolgend jaar.

Artikel 38 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Paragraaf 6: Volksfeesten

Carnavalsorganisaties

Artikel 39 Subsidiabele activiteiten

De activiteiten bestaan uit het organiseren van de carnavalsoptocht, jeugdcarnaval en activiteiten voor specifieke doelgroepen.

Artikel 40 Subsidiegrondslag

Een subsidie is gebaseerd op een genormeerd bedrag en is gerelateerd aan het aantal inwoners per kern. De hoogte van de subsidies is als volgt bepaald.

Subsidiegrondslag

Bedrag

Kern tot 2.500 inwoners

€ 500

Kern tot 5.000 inwoners

€ 1.000

Kern tot 15.000 inwoners

€ 2.500

Kern boven 15.000 inwoners

€ 3.500

Artikel 41 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    De subsidie dient bestemd te worden aan de organisatie van de carnavalsoptocht, kindercarnaval en activiteiten voor aandachtsgroepen.

  • 2.

    Per kern of kerkdorp wordt slechts één organisatie gesubsidieerd.

Artikel 42 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Sinterklaasintocht

Artikel 43 Subsidiabele activiteiten

De activiteiten bestaan uit het organiseren van de Sinterklaasintocht.

Artikel 44 Subsidiegrondslag

Een subsidie is gebaseerd op een genormeerd bedrag en is gerelateerd aan het aantal inwoners per kern. De hoogte van de subsidies is als volgt bepaald.

Subsidiegrondslag

Bedrag

Kern tot 2.500 inwoners

€ 850

Kern tot 5.000 inwoners

€ 1.250

Kern tot 15.000 inwoners

€ 1.500

Kern boven 15.000 inwoners

€ 2.000

Artikel 45 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    De subsidie dient bestemd te worden aan de organisatie van de Sint-Nicolaasintocht in de kernen en dorpen van Meierijstad.

  • 2.

    Per kern of kerkdorp wordt slechts één organisatie gesubsidieerd.

Artikel 46 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Oranje-organisaties

Artikel 47 Subsidiabele activiteiten

De activiteiten bestaan uit het organiseren van activiteiten op Konings- en bevrijdingsdag.

Artikel 48 Subsidiegrondslag

Een subsidie is gebaseerd op een genormeerd bedrag en is gerelateerd aan het aantal inwoners per kern. De hoogte van de subsidies is als volgt bepaald.

Subsidiegrondslag

Bedrag

Kern tot 2.500 inwoners

€ 650

Kern tot 5.000 inwoners

€ 1.250

Kern tot 15.000 inwoners

€ 2.500

Kern boven 15.000 inwoners

€ 3.000

Artikel 49 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Een subsidie is specifiek bedoeld voor de organisatie van de activiteiten op Koningsdag. De activiteiten m.b.t. gedecoreerden, Veteranendag en dodenherdenking worden centraal door de gemeente Meierijstad georganiseerd en bekostigd, in overleg met de plaatselijke Oranjeverenigingen en oranjecomités.

  • 2.

    Per kern/wijk/kerkdorp wordt slechts één organisatie gesubsidieerd. De mogelijkheid bestaat dat één organisatie voor verschillende kernen organiseert en hiervoor subsidie aanvraagt.

Artikel 50 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Paragraaf 7: Media

Stichting Lokale Omroep Meierijstad

Artikel 51 Subsidiabele activiteiten

Het exploiteren van de lokale, publieke TV- en/of radioprogramma’s, die voor alle inwoners van Meierijstad toegankelijk zijn met het doel hen te informeren over lokale thema’s en onderwerpen.

Artikel 52 Subsidiegrondslag

  • 1.

    De basis voor de berekening van de subsidie is het bedrag van € 1,30 (prijspeil 2018) per woningaansluiting ten behoeve van de verdere professionalisering van de lokale omroepinstelling.

  • 2.

    Aanvullend wordt een subsidie verleend van € 13.000 voor de huisvesting van de lokale omroep in Cultureel Centrum ‘’t Spectrum’ in de kern Schijndel.

Artikel 53 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 2.

    De TV- en Radioprogramma’s worden in de totale gemeente Meierijstad uitgezonden, voor zover de technische faciliteiten dit mogelijk maken.

  • 3.

    De lokale omroep dient een zendmachtiging te bezitten van het Commissariaat voor de Media.

  • 4.

    De subsidie is gekoppeld aan de tijdsduur van de zendmachtiging en dat is 2017 tot en met 2021.

  • 5.

    In geen geval mag er sprake zijn van een commerciële lokale omroep en mogen er geen uitingen plaatsvinden die enige relatie hebben met commerciële aanbieders, anders dan op grond van de Mediawet wordt toegestaan.

  • 6.

    In geen geval mogen commerciële partijen deel uit maken van de programmaraad van de lokale omroep dan wel invloed hebben op de programmering.

  • 7.

    De programmering en de organisatie van de lokale omroepinstelling dient te voldoen aan de eisen en voorwaarden die het Commissariaat voor de Media stelt.

  • 8.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, vergezeld van:

    • a.

      een overzicht van de activiteiten van de programmaraad;

    • b.

      een overzicht van de samenstelling van de programmaraad;

    • c.

      de resultaten van een klantentevredenheidsonderzoek;

    • d.

      de jaarrekening met balans en de begroting voor een daaropvolgend jaar.

Paragraaf 8: Beeldende Kunst

Organisaties voor kunst- en cultuurpresentatie

Stichting Kunstgroep de Compagnie

Stichting Kulturele Evenementen Groepen

Stichting Roois Kultuur Kontakt

Artikel 54 Subsidiabele activiteiten

Het verzorgen van lezingen en exposities met het doel de inwoners in aanraking te laten komen met beeldende kunst, zowel receptief als actief.

Artikel 55 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een subsidie bestaat uit:

    • a.

      Een basissubsidie van € 2.500;

    • b.

      Een genormeerde subsidie van € 500 per expositie amateurkunst met een maximum van 10 exposities per jaar;

    • c.

      Een genormeerde subsidie van € 750 per expositie professionele kunst met een maximum van 10 exposities per jaar;

    • d.

      Een genormeerde subsidie van € 350 per expositie voor PR en marketing;

    • e.

      Een genormeerde subsidie van € 500 per lezing met een maximum van 3 lezingen per jaar;

    • f.

      Een accommodatiesubsidie van 100% in de huurkosten van de gemeentelijke accommodatie, waarin de heemkundevereniging is gehuisvest.

  • 2.

    Er wordt gedurende deze subsidieperiode geen indexering toegepast met uitzondering van de vaste huurkosten. Deze index is gelijk met de index, welke op de huur van het vastgoed wordt toegepast.

Artikel 56 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    De stichting stelt professioneel en amateurkunstenaars in de gelegenheid te exposeren binnen de gemeente Meierijstad. Zij biedt professionele beroepsoefenaars in de gemeente een podium aan voor het etaleren van kunstuitingen.

  • 2.

    De stichtingen voeren de activiteiten zodanig uit dat er geen overlappingen gaan ontstaan en werken samen met andere organisaties uit Meierijstad.

  • 3.

    De exposities en andere kunstuitingen dienen gratis bezichtigd te kunnen worden met als doel de toegankelijkheid te bevorderen.

  • 4.

    Jaarlijks dient een overzicht overlegd te worden, waaruit blijkt welke kunstenaars exposeren.

  • 5.

    Na afloop van het subsidiejaar dient het aantal bezoekers aangegeven te worden.

  • 6.

    Geen expositie of andere kunstuitingen in het kader van deze nadere regels zijn activiteiten, welke gerelateerd zijn aan festiviteiten waaronder jubilea en bedrijfspresentaties.

  • 7.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 18 ASV genoemde bescheiden, vergezeld van:

    • a.

      een overzicht van de activiteiten;

    • b.

      het aantal bezoekers per activiteit;

    • c.

      overzicht van publicaties;

    • d.

      de jaarrekening met balans en de begroting voor een daaropvolgend jaar.

Artikel 57 Wijze van vaststellen

De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 58 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt per subsidiejaar € 48.000.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst, waarbij organisaties die in een voorgaand jaar subsidie hebben ontvangen voorrang krijgen.

Kunststichting Meierijstad (Kunststichting Sint-Oedenrode)

Artikel 59 Subsidiabele activiteiten

Het verstrekken van adviezen op het gebied van beeldende kunst in de openbare buitenruimte aan het gemeentebestuur van Meierijstad en het uitvoeren van projecten met het doel kunstwerken in de openbare buitenruimte van Meierijstad te realiseren.

Artikel 60 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een subsidie kan door het college worden verleend voor de periode 2019-2022.

  • 2.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      € 20.000 voor het initiëren van projecten in het kader van kunst in de openbare buitenruimte;

    • b.

      Een bijdrage voor de inzet van adviseurs m.b.t. de aankoop van beeldende kunst in de openbare buitenruimte, waarvan de hoogte afhankelijk is van de complexheid van de adviesvraag.

Artikel 61 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 2.

    Voorafgaand aan de start van een project wordt de gemeente geïnformeerd, wordt toestemming gevraagd en worden de mogelijkheden verkend. De stichting zorgt voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen.

  • 3.

    Voordat een kunstwerk wordt opgeleverd en wordt overgedragen aan de gemeente, wordt:

    • a.

      een schouw uitgevoerd op deugdelijkheid en constructie;

    • b.

      duidelijk in beeld gebracht wat het meerjarenonderhoud is van dit kunstwerk.

  • 4.

    De aanvraag tot vaststelling gaat naast in artikel18 ASV genoemde bescheiden vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

    • b.

      een jaaroverzicht met het uitgevoerde activiteitenprogramma;

    • c.

      een jaarrekening, welke afhankelijk van de hoogte van de bijdragen in een bepaald jaar voor een bepaald project, wordt voorzien van een samenstellingsverklaring, opgemaakt door een onafhankelijk accountant of indien dit door derden wordt vereist.

  • 5.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 6.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting.

  • 7.

    De advisering over de gemeentelijke buitencollectie van Meierijstad (aankoop, verplaatsing etc.) wordt op basis van facturering in rekening gebracht bij de gemeente.

Paragraaf 9: Culturele Centra

Stichting Mariëndael

Artikel 62 Subsidiabele activiteiten

Het beheren en het exploiteren van cultureel centrum Mariëndael in Sint-Oedenrode.

Artikel 63 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een budgetsubsidie kan door het college worden verleend voor de periode 2019-2022.

  • 2.

    De budgetsubsidie is gebaseerd op de begroting voor 2018;

  • 3.

    Het subsidiebudget bestaat uit twee onderdelen:

    • a.

      een subsidie voor de organisatie van Mariëndael, het faciliteren van verenigingen en organisaties die van het centrum gebruik willen maken;

    • b.

      een accommodatiesubsidie van 100% in de huurkosten van de accommodatie.

Artikel 64 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 2.

    De stichting faciliteert culturele verenigingen en organisaties door het beschikbaar stellen van ruimten en (technische) hulpmiddelen.

  • 3.

    De stichting kan programmeren op het gebied van lezingen en theatervoorstellingen. De voorwaarde is dat dit in overleg en in samenwerking plaatsvindt met organisaties zoals de bibliotheek en de Blauwe Kei. Doel hiervan is doublures in programmering te voorkomen en zo efficiënt mogelijk met subsidies om te gaan.

  • 4.

    De exposities en andere kunstuitingen, die in Mariëndael plaatsvinden, dienen gratis bezichtigd te kunnen worden met als doel de toegankelijkheid te bevorderen.

  • 5.

    De aanvraag tot vaststelling gaat naast in artikel18 ASV genoemde bescheiden vergezeld van:

    • 1.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

      • a.

        Het aantal bezoekers;

      • b.

        een jaaroverzicht met het uitgevoerde activiteitenprogramma;

      • c.

        Het aantal verenigingen en organisaties die gebruik maken van Mariëndael;

      • d.

        De personele organisatie in fte.

    • 2.

      een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring, opgemaakt door een onafhankelijk accountant.

  • 6.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 7.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 8.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van bestemmingsreserves, zodat o.a. vervangingen van en onderhoud aan inventaris en gebouwen binnen de exploitatie kunnen plaatsvinden.

  • 9.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting. Het bepaalde in lid 6 is van toepassing.

Stichting Accommodatiebeheer Schijndel BV (’t Spectrum)

Artikel 65 Subsidiabele activiteiten

Het beheren en het exploiteren van cultureel centrum ’t Spectrum in Schijndel.

Artikel 66 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Een budgetsubsidie kan door het college worden verleend voor de periode 2019-2022.

  • 2.

    De budgetsubsidie is gebaseerd op de begroting voor 2018;

  • 3.

    Het subsidiebudget bestaat uit drie onderdelen:

    • a.

      een subsidie in de exploitatie van ’t Spectrum;

    • b.

      een subsidie in de exploitatie van de podiumzaal;

    • c.

      een accommodatiesubsidie van 100% in de huurkosten van de accommodatie.

Artikel 67 Specifieke subsidievoorwaarden

  • 1.

    Periodiek vindt een ambtelijk overleg en een overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats, waarin de stand van zaken wordt besproken en waar op verzoek van elk van de partijen onderwerpen geagendeerd kunnen worden.

  • 2.

    De stichting faciliteert culturele verenigingen en organisaties door het beschikbaar stellen van ruimten en (technische) hulpmiddelen.

  • 3.

    De stichting kan programmeren op het gebied van lezingen en theatervoorstellingen. De voorwaarde is dat dit in overleg en in samenwerking plaatsvindt met organisaties zoals de bibliotheek en de Blauwe Kei. Doel hiervan is doublures in programmering te voorkomen en zo efficiënt mogelijk met subsidies om te gaan.

  • 4.

    De aanvraag tot vaststelling gaat naast in artikel18 ASV genoemde bescheiden vergezeld van:

    • 1.

      een inhoudelijk jaarverslag, waarin de volgende onderdelen duidelijk tot uiting te worden gebracht:

      • a.

        Het aantal bezoekers;

      • b.

        een jaaroverzicht met het uitgevoerde activiteitenprogramma;

      • c.

        Het aantal verenigingen en organisaties die gebruik maken van ’t Spectrum;

      • d.

        De personele organisatie in fte.

    • 2.

      een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring, opgemaakt door een onafhankelijk accountant.

  • 5.

    De algemene reserve kent een plafond van maximaal 15% van de totale exploitatie van de stichting. Bij overschrijding van dit percentage zal de stichting een voorstel doen aan de gemeente op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze overschrijding.

  • 6.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van een weerstandsvermogen, zodat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt in overleg met de gemeente vastgesteld.

  • 7.

    De stichting draagt zorg voor het opbouwen van bestemmingsreserves, zodat o.a. vervangingen van en onderhoud aan inventaris en gebouwen binnen de exploitatie kunnen plaatsvinden.

  • 8.

    Het gerealiseerde exploitatiesaldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve van de stichting. Het bepaalde in lid 5 is van toepassing.

Hoofdstuk 3 Gemeentelijk Vastgoed

Verrekening huurpenningen en accommodatiesubsidie

Artikel 68 Verrekening huur en accommodatiesubsidie

  • 1.

    Indien de subsidie op grond van deze Nadere regels deels bestaat uit een accommodatiesubsidie ter compensatie in de huur van een gemeentelijke accommodatie dan zal dit deel van de subsidie niet gelijktijdig verrekend worden met de in rekening te brengen huurpenningen, tenzij in een afzonderlijke regeling, beschikking of overeenkomst anders is bepaald.

  • 2.

    De accommodatiesubsidie voor de huur van de gemeentelijke accommodatie voor 2019 is gebaseerd op prijspeil 2018 vermeerderd met de index voor 2019.

Hoofdstuk 4 Uitbetaling Subsidie

Bevoorschotting

Artikel 69 Uitbetaling van subsidie en bevoorschotting

  • 1.

    Subsidies tot en met € 30.000 worden per 15e van de maand januari ineens uitbetaald.

  • 2.

    Subsidie boven de € 30.000 worden in vier kwartaalvoorschotten telkens op de 1e van elk kwartaal uitbetaald (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober).

Hoofdstuk 5 Indexering

Indexering

Artikel 70 Indexering van de subsidies

  • 1.

    In afwijking van artikel 8 van de ASV worden vaste (norm)subsidiebedragen niet geïndexeerd;

  • 2.

    Alleen subsidies voor activiteiten waarvoor beroepskrachten in dienst zijn of zijn aangetrokken voor de organisatie van activiteiten worden geïndexeerd.

  • 3.

    Subsidie in de accommodatiekosten worden geïndexeerd.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Bezuiniging

Artikel 71 Tussentijdse bezuiniging

Indien de gemeente gedurende de subsidieperiode genoodzaakt is een bezuiniging toe te passen, worden voorstellen hiertoe in overleg en in samenwerking met de subsidieontvanger voorbereid en aan het beslissend bestuursorgaan voorgelegd.

Hardheidsclausule

Artikel 72 Hardheidsclausule

Het college kan van één of meer artikelen of artikelleden afwijken als deze voor de subsidieaanvrager of –ontvanger wegens bijzondere omstandigheden, onevenredig gevolgen zouden hebben.

Inwerkingtreding

Artikel 73 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze nadere regels zijn voor het eerst van toepassing op subsidie aangevraagd voor het subsidiejaar 2019. Aanvragen die betrekking hebben op subsidies voorafgaand aan het jaar 2019 en voorgaande subsidiejaren worden behandeld volgens het oude subsidierecht.

  • 3.

    Met deze nadere regels vervallen alle beleidsregels en nadere regels kunst en cultuur uit de voormalige gemeenten Veghel, Sint-Oedenrode en Veghel;

Overgangsrecht

Artikel 74 Toepassing overgangsrecht

  • 1.

    Indien een organisatie als gevolg van deze Nadere regels meer dan 20% t.o.v. de subsidie in 2017 voordeel of nadeel ondervindt, wordt afhankelijk van de hoogte van het voor- of het nadeel overgangsrecht toegepast. Maatwerk wordt geleverd.

  • 2.

    Dit betekent dat het voor- of het nadeel over één of meerdere jaren wordt verdeeld met het doel zorgvuldigheid te betrachten en in het geval van een nadeel de organisatie in staat te stellen maatregelen te nemen om dit nadeel in haar exploitatie op te kunnen vangen.

  • 3.

    Per cluster verenigingen wordt een overgangsregeling voorgesteld, waarbij maatwerk wordt geleverd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 november 2018.

De secretaris,

Drs. M.G.C. Wilms –Wils RA,

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij