Regeling vervallen per 26-06-2020

Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Meppel 2013

Geldend van 09-05-2013 t/m 25-06-2020

Intitulé

Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Meppel 2013

De burgemeester van de Gemeente Meppel,

Overwegende dat het noodzakelijk is aanvullende beleidsregels vast te stellen op het gebied van verblijfsontzegging, artikel 2.32 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meppel 2013,

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels

“Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Meppel 2013”.

HOOFDSTUK 1 GEBRUIKSINSTRUCTIE VERBLIJFSONTZEGGING

Artikel 1.1 Administratieve afhandeling

Het team Projecten en Regie is verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling van een verblijfsontzegging;

Artikel 1.2 Aangewezen gebied

  • 1.

    Een persoon wordt een verblijfsontzegging opgelegd welke geldt voor het door de burgemeester aangewezen gebied;

  • 2.

    Het aangewezen gebied is het gebied dat is gelegen binnen de ring van navolgende straten, inclusief de genoemde straten:

    • -

      Vledderstraat, Noteboomstraat, Eendrachtstraat, Kleine Oever, Woldstraat, Zuideindigerpad, Keizersgracht, Soembastraat, Javastraat, Grote Oever, Prinsengracht, Prinsenplein, Brouwerstraat, Kromme Elleboog, Hoogetin, Kleine Akkerstraat, Grote Akkerstraat, Hoofdstraat, De Wheem, Kerkplein, Hagenstraat, Nieuwe Kerkstraat, Brouwersdwarsstraat, Marktstraat, Kruisstraat, Touwstraat, Slotplantsoen, Kleine Kerkstraat, Grote Kerkstraat, Groenmarkt, Groenmarktstraat, Weteringdwarsstraat, Weteringstraat, De Putstoel, Stoombootkade, Looierij, Voorstraat, Zuideinde, Molenstraat, Kifhoek.

De burgemeester kan in aanvulling op het hiervoor aangewezen gebied in de toekomst ook andere gebieden aanwijzen waar deze beleidsregel van toepassing is.

Artikel 1.3 Waarschuwingsbrief

  • 1. na de eerste geconstateerde overtreding wordt de persoon schriftelijk gewaarschuwd, dat bij een volgende overtreding de burgemeester kan overgaan tot een verblijfsontzegging;

  • 2. de politie levert na de geconstateerde overtreding deze informatie aan bij de burgemeester;

  • 3. de brief wordt per aantekende post verzonden en door de politie uitgereikt aan de geadresseerde.

Artikel 1.4 Opleggen verblijfsontzegging

Een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging kan niet eerder worden genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 1.9 genoemde delicten, blijkend uit de omstandigheden dat de overtreder voor de tweede maal een proces-verbaal of dagvaarding is aangezegd of uitgereikt heeft gekregen, binnen een periode van zes maanden na datum van de eerste overtreding.

Artikel 1.5 Voornemen opleggen verblijfsontzegging

  • 1. bij de tweede geconstateerde overtreding levert de politie de benodigde informatie aan bij de burgemeester;

  • 2. de betrokken persoon wordt in kennis gesteld van het voornemen van de burgemeester tot het nemen van een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging;

  • 3. de kennisgeving wordt per aangetekende post verzonden en door de politie aan geadresseerde uitgereikt;

  • 4. alvorens een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging wordt genomen wordt de persoon in de gelegenheid gesteld om, binnen vijf dagen na bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een verblijfsontzegging, zijn of haar zienswijze naar voren te brengen. Van deze termijn kan in spoedeisende situaties worden afgeweken;

  • 5. het eventueel horen van de persoon geschiedt door een ambtenaar van het team Projecten en Regie (ambtenaar openbare orde en veiligheid) en door een politieambtenaar ( door of namens de teamchef van politie);

  • 6. de in het vorige lid vermelde zienswijze wordt meegenomen in het uiteindelijk door de burgemeester te nemen besluit;

Artikel 1.6 Besluit opleggen verblijfsontzegging

  • 1.

    het opleggen van een verblijfsontzegging wordt door de burgemeester, na een zorgvuldige afweging, genomen en ondertekend;

  • 2.

    de verblijfsontzegging wordt per aangetekende post verzonden en door de politie uitgereikt aan de geadresseerde;

  • 3.

    Een afschrift van het besluit wordt verzonden naar de teamchef van politie, eventueel officier van justitie, en het gemeente archief.

Het opleggen van een verblijfsontzegging houdt niet in dat er geen strafrechtelijke vervolging meer plaatsvindt door het Openbaar Ministerie tegen de gepleegde strafbare feiten.

Artikel 1.7 Motivering besluit opleggen verblijfsontzegging

  • 1. het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging dient gemotiveerd te zijn. In de motivatie wordt aangegeven:

    • a.

      aantal processen-verbaal en de relatie met het aan te wijzen gebied;

    • b.

      eventuele eerdere verblijfsontzeggingen;

    • c.

      vermelding van de waarschuwingsbrief;

    • d.

      eventueel kenbaar gemaakte zienswijze;

    • e.

      verzenddatum of datum van uitreiking waarschuwingsbrief;

    • f.

      overige feiten en omstandigheden welke van belang kunnen zijn;

    • g.

      welk gebied het betreft en voor welk tijdvak het verbod geldt;

Artikel 1.8 Persoon woonachtig/werkzaam in het aangewezen gebied

Indien de persoon aan wie het besluit tot verblijfsontzegging wordt opgelegd, woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, wordt dat aangewezen gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft van en naar zijn/haar woning of werklocatie of naar de middelen van openbaar vervoer, niet zijnde een taxi. Indien de persoon aan wie het besluit tot verblijfsontzegging wordt opgelegd in het aangewezen gebied werkzaam is dient hij/zij zijn werkrooster schriftelijk bij de teamchef van politie kenbaar te maken.

Artikel 1.9 Geconstateerde feiten welke in aanmerking komen voor verblijfsontzegging

Bij de volgende geconstateerde feiten, waarvoor een proces-verbaal is aangezegd of dagvaarding is uitgereikt en mits er een relatie bestaat met het aangewezen gebied, wordt een verblijfsontzegging gegeven voor een duur van:

Feiten waarvoor verblijfsontzegging kan worden opgelegd

Termijn ontzegging

Categorie 1:

·samenscholing en ongeregeldheden, art. 2.1 APV

·hinderlijk gedrag op openbare plaats, art. 2.28 APV

·hinderlijk gedrag bij of in gebouwen, art. 2.30 APV

·hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten,

art. 2.31 APV

·drugshandel op straat art. 2.39 APV

·openbare dronkenschap, 453 Sr en 426 Sr

·baldadigheid, 424Sr

4 weken

Categorie 2:

·1e recidive (binnen een periode van 6 maanden na pleegdatum eerste overtreding) van drugshandel op straat (art. 2.39 APV), openbare dronkenschap 453 Sr en 426 Sr

·bezit van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs of gebruik van harddrugs in het openbaar, Opiumwet

·overtreding art. 13 Wet wapens en munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

·vernieling of beschadiging, art. 350 Sr en openlijke geweldpleging, art. 141 Sr

·eenvoudige mishandeling, art. 300 Sr

·1e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

·diefstal met braak in een auto, art. 311, lid 5, Sr

·belediging ambtenaar in functie, art. 267 Sr

·bedreiging, art. 285 Sr

·negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 184 Sr

·wederspannigheid, art 179, art 180, 181, 182 Sr

6 weken

Categorie 3:

·2e recidive (binnen een periode van 6 maanden na

pleegdatum eerste overtreding) van drugshandel op straat

(art. 2.39 APV), openbare dronkenschap 453 Sr en 426

·2e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

·overtreding art. 26/27 Wet wapen en munitie:

vuurwapens/schietwapens

·verkopen en verstrekken van harddrugs, art. 2 en

art. 3 Opiumwet*

·zware geweldsmisdrijven: (poging tot) zware mishandeling,

art 302 Sr,

(poging tot) doodslag, art. 287 Sr; openlijke geweldpleging

uitsluitend tegen personen, art. 141 Sr; afpersing, art. 317

Sr; afdreiging, art 318 Sr

·overtreding verblijfsontzegging, art. 2.32 APV

12 weken

*Met dien verstande dat als het gaat om het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in art. 2 of 3 van de Opiumwet alleen een verblijfsontzegging kan worden opgelegd als de aangetroffen hoeveelheid groter is dan de gebruikershoeveelheid als bedoeld in de richtlijnen van het college van procureurs-generaal

De verblijfsontzegging geldt gedurende in de bekendmaking van het verbod genoemde periode en dagen. De periode van de verblijfsontzegging kan de zeven dagen van een week (van 0.00 uur tot 23.59 uur) bedragen voor de duur van ten hoogste twaalf weken.

De in de feitentabel genoemde feiten dienen plaats te vinden in het publieke domein.

Artikel 1.10 Duur verblijfsontzegging

  • 1. de verblijfsontzegging wordt opgelegd na constatering van de tweede overtreding, gepleegd binnen de periode van zes maanden en in relatie met het aangewezen gebied;

  • 2. de duur van de verblijfsontzegging wordt gerelateerd aan het tweede strafbare feit;

  • 3. begaat degene die een verblijfsontzegging heeft gekregen binnen 6 maanden na aanvangstijdstip van die ontzegging wederom een strafbaar feit zoals genoemd in artikel 1.9, dan volgt in verband met recidive wederom en zonder waarschuwing een verblijfsontzegging;

Artikel 1.11 Geweld tegen of bedreiging van ambtenaar in functie, hulpverlener of gecertificeerde portier

Indien proces-verbaal is aangezegd of dagvaarding is uitgereikt op grond van een de navolgende artikelen:

  • -

    artikel 179 Sr, 180 Sr, 181 Sr, 182 Sr of

  • -

    artikel 300 Sr, 301 Sr, 302 Sr, 303 Sr of 304 Sr,

en het strafbare feit is gepleegd tegen een politieambtenaar in functie, een lid van de brandweer in functie, ambulancepersoneel in functie, een ambtenaar van de gemeente Meppel in functie of een gecertifieerde horecabeveiliger in functie;

geldt in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in artikel 1.4 juncto 1.10 van deze beleidsregel dat;

  • 1.

    de verblijfsontzegging wordt opgelegd ongeacht of er sprake is van een tweede strafbaar feit in een periode van 6 maanden na een eerste overtreding;

  • 2.

    aan de verblijfsontzegging geen waarschuwing vooraf gaat;

  • 3.

    de duur van de verblijfsontzegging wordt gesteld op 6 weken voor strafbare feiten gerelateerd aan de artikelen 179 Sr, 180 Sr, 181 Sr, 182 Sr, 300 Sr voor zover het betreft bedreiging of enig lichamelijk letsel of opzettelijke benadeling van de gezondheid;

  • 4.

    de duur van de verblijfsontzegging wordt gesteld op 12 weken voor strafbare feiten gerelateerd aan artikel 179 Sr, 180 Sr, 181 Sr, 182 Sr, 300 Sr, 301 Sr, 302 Sr, 303 Sr, 287 Sr voor zover het betreft zwaar lichamelijk letsel of de dood ten gevolge hebbende.

HOOFDSTUK 2 TOEZICHT EN HANDHAVING

De politie houdt toezicht op de naleving van de verblijfsontzegging.

Overtreding van de verblijfsontzegging is strafbaar op grond van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (WSr).

HOOFDSTUK 3 CITEERTITEL

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

“Beleidsregels verblijfsontzegging Gemeente Meppel 2013”

HOOFDSTUK 4 BEKENDMAKING EN INWERKINGTREDING

Deze beleidsregels worden bekend gemaakt via het Elektronisch Gemeenteblad op www.meppel.nl en treden in werking één dag na bekendmaking. Op het moment van inwerkingtreding vervallen de beleidsregels gebiedsontzegging 2011, zoals vastgesteld bij besluit d.d. 9 december 2011.

kaart gebiedsontzetting

Ondertekening

Aldus besloten.
Meppel, 9 april 2013 de burgemeester voornoemd,