Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel houdende regels omtrent stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen binnenstad Meppel (Nadere regels stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen binnenstad Meppel )

Geldend van 06-06-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel houdende regels omtrent stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen binnenstad Meppel (Nadere regels stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen binnenstad Meppel )

Burgemeester en wethouders van Meppel;

overwegende dat:

  • -

    de raad met de vaststelling op 16 februari 2017 van de beleidsnotitie ‘De compacte stad’ het detailhandelsbeleid voor Meppel heeft geactualiseerd en hiermee beoogt aantal m² winkelvloeroppervlak uit de markt te halen en te komen tot een compactere binnenstad met aandacht voor leefbaarheid in de aanloopstraten;

  • -

    de raad op 22 juni 2017 heeft ingestemd met de inhoudelijke koers voor de ontwikkeling van de binnenstad van Meppel met als centrale thema’s concentreren, beleven en bereiken;

  • -

    het gewenst is nadere regels vast te stellen voor de subsidieverstrekking van de middelen die in de Programmabegroting onder programma 52 zijn opgenomen voor uitvoering van het Binnenstadsplan, waaronder het verkleuren/uit de markt halen van m2 detailhandel;

gelet op titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Meppel;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de “Nadere regels stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen detailhandel binnenstad Meppel 2019-2021”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanloopstraten: over het algemeen grenzen de aanloopstraten aan de binnenring van het kernwinkelgebied, het betreft in ieder geval de Molenstraat, Brouwersstraat, Zuideinde, Verlengde Hoofdstraat, Kromme Elleboog, Bleekerseiland, Keizersgracht, Marktstraat, Noteboomstraat, Noordeinde, Vledderstraat, Oosteinde, Kleine Oever (buitenzijde), Grote Oever (buitenzijde), deel Prinsengracht en de Brede Woldstraat (zie de kaart in bijlage 1);

  • b.

    Detailhandelsbedrijf: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;

  • c.

    Eigenaar: de persoon die een pand in eigendom heeft waarop een detailhandelsbestemming rust welke is gelegen in een aanloopstraat;

  • d.

    Kernwinkelgebied: het winkelgebied in het centrum van Meppel, zoals in het rood gemarkeerd op de kaart in bijlage 1;

  • e.

    Ondernemer: een natuurlijk – of rechtspersoon die in een pand in een aanloopstraat een detailhandelsbedrijf uitoefent;

  • f.

    Verkleuren: het wijzigen van de functie van een (winkel)pand naar een andere functie door middel van een verbouwing dan wel sloop/nieuwbouw, die uiteindelijk wordt vastgelegd in een bestemmings- dan wel omgevingsplan.

Artikel 2 Doelstelling

Deze regeling heeft als doel een eigenaar dan wel ondernemer te stimuleren tot het bijdragen aan de concentratie van detailhandelsbedrijven in het kernwinkelgebied en het verbeteren van de leefbaarheid in de aanloopstraten. Dit kan door middel van het:

  • -

    verkleuren van een pand met een detailhandelsbestemming in een aanloopstraat naar een andere passende functie;

  • -

    verplaatsen van een bestaande winkel vanuit een verkleurend pand naar het kernwinkelgebied.

Artikel 3 Subsidiemogelijkheden

De stimuleringsregeling kent 2 subsidiemogelijkheden:

  • a.

    Verkleuringssubsidie

    Een subsidie voor een eigenaar van een pand in een aanloopstraat, die dit pand verkleurt van detailhandel naar een andere, gewenste functie en meewerkt aan bestemmingswijziging van dit pand;

  • b.

    Verplaatsingssubsidie

    Een subsidie voor een ondernemer die zijn detailhandelsbedrijf vanuit een pand in een aanloopstraat, als gevolg van de functiewijziging van dat pand als bedoeld onder a, verplaatst naar het kernwinkelgebied.

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

  • 1. De aanvrager moet een winkelpand rechtmatig in eigendom of in gebruik hebben.

  • 2. De aanvrager kan om inzage in de boeken en bescheiden dan wel een accountants- verklaring worden gevraagd, indien dit voor de uitvoering van de Nadere regels redelijkerwijs noodzakelijk wordt geacht.

  • 3. De aanvrager kan maximaal één keer subsidie verkrijgen voor het opstellen van een verkleuringsplan, de daadwerkelijke verkleuring en/of verplaatsing.

  • 4. De aanvrager moet bij een verkleurings- en verplaatsingssubsidie meewerken aan het vastleggen van afspraken, zoals opgenomen in bijlage 2, die er voor zorgen dat er geen detailhandel meer mogelijk is op de te verkleuren locatie.

Hoofdstuk 2 Berekeningsgrondslag subsidie

Artikel 5 Verkleuringssubsidie

De verkleuringssubsidie kan bestaan uit:

  • 1.

    een subsidie van 70% met een maximum van € 5.000,-- in de kosten van een verkleuringsplan;

  • 2.

    een subsidie van 40% in de verkleuringskosten naar de functie wonen op de begane grond:

    • a.

      met een maximum van € 100.000,-- voor het realiseren van 1 grondgebonden woning, waarvan van het gehele pand één woning wordt gemaakt;

    • b.

      met een maximum van € 75.000,-- voor het realiseren van 1 grondgebonden woning op de begane grond;

    • c.

      met een maximum van € 50.000,-- voor het realiseren van meerdere appartementen op de begane grond, mits de oppervlakte van elk appartement minimaal 90 m² exclusief gezamenlijke ruimte bedraagt;

  • 3.

    een subsidie van 40% in de verkleuringskosten naar een functie anders dan detailhandel binnen de bestaande bestemming met een maximum van € 20.000,--.

Artikel 6 Verplaatsingssubsidie

De subsidie kan bestaan uit een bijdrage van maximaal € 20.000,-- in de verhuiskosten van het detailhandelsbedrijf naar het kernwinkelgebied en hieruit voortvloeiende kosten van herinrichting van het nieuwe pand.

Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen

Artikel 7 Voorbereiding subsidieaanvraag/intakegesprek

Voordat een aanvraag wordt ingediend, bespreekt een aanvrager zijn plan/voornemen met een vast aanspreekpunt bij de gemeente om de haalbaarheid van het plan te verkennen. Door te bespreken wat precies de bedoeling is, wat het gaat kosten, welke bijlagen en andere procedures noodzakelijk zijn, kan gekomen worden tot een succesvolle subsidieaanvraag.

Artikel 8 Indienen en beoordelen subsidieaanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen moeten worden ingediend voordat met de activiteiten (beëindiging, verplaatsing, uitvoering verbeteringen) wordt gestart.

  • 2.

    De subsidieaanvragen worden afgehandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 3.

    Een aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het college op een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4.

    Het aanvraagformulier om een verkleuringssubsidie moet vergezeld gaan van:

    • -

      een plan waarin de functiewijziging en de daarvoor noodzakelijke, fysieke verbouwing van het pand zijn uitgewerkt;

    • -

      een specificatie van de kosten/begroting voor het gevraagde subsidiebedrag, gebaseerd op bijgevoegde offerte(s);

  • 5.

    Het aanvraagformulier om een verplaatsingssubsidie moet vergezeld gaan van een:

    • -

      een financiële onderbouwing/begroting van de verhuiskosten en herinrichtingskosten, gebaseerd op bijgevoegde offerte(s);

  • 6.

    De aanvragen die voldoen aan indieningsvereisten in dit artikel, worden in volgorde van datum van indiening afgehandeld.

  • 7.

    Wanneer voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten een andere, gemeentelijke toestemming benodigd is, dan vindt beoordeling van de aanvragen zoveel mogelijk gelijktijdig plaats.

Artikel 9 Verlenen/vaststellen subsidie en uitbetaling

  • 1. De subsidie in de kosten van het maken van een verkleuringsplan, zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, kan gelijktijdig worden verleend en vastgesteld, tenzij in de verleningsbeschikking een andere wijze van vaststelling is vermeld.

  • 2. Na uitvoering van het verkleuringsplan en/of de feitelijke verhuizing naar het kernwinkelgebied wordt het college hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Na de schriftelijke kennisgeving, zoals bedoeld in het tweede lid, vindt binnen 2 weken een inspectie plaats van het gerealiseerde.

  • 4. Met de schriftelijke akkoordbevinding van het gerealiseerde door het college is de subsidie vastgesteld en wordt binnen 4 weken overgegaan tot uitbetaling van het subsidiebedrag.

  • 5. De aanvrager dient, voor zover redelijkerwijs voor uitvoering van deze Nadere regels noodzakelijk, desgevraagd inzage te geven in hun boeken en bescheiden c.q. accountantsverklaring.

  • 6. Gelijktijdig met de verlening van een verkleuringssubsidie, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 3, dan wel een verplaatsingssubsidie, zoals bedoeld in artikel 6, kan een voorschot worden verleend in de kosten tot maximaal 50% van het aangevraagde subsidiebedrag.

  • 7. Een besluit tot subsidieverlening is na de bekendmaking ervan maximaal 1 jaar geldig.

Artikel 10 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 11 Algemene subsidieverordening kan een subsidieaanvraag ook worden geweigerd, indien:

  • 1.

    de ingediende plannen, ook na zorgvuldige afstemming via het intakegesprek, van onvoldoende kwaliteit zijn en een goede beoordeling van de situatie daardoor niet mogelijk is;

  • 2.

    met de uitvoering van de betreffende activiteit is begonnen, voordat er door het college een besluit is genomen over de subsidieaanvraag;

  • 3.

    naar het oordeel van het college de levensvatbaarheid van het detailhandelsbedrijf of de kredietwaardigheid van de eigenaar te gering is;

  • 4.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor ook een vergunning of andere gemeentelijke toestemming is vereist en deze aanvragen niet zijn gedaan.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 11 Uitzonderingen

Indien een subsidieaanvraag wordt gedaan die niet voldoet aan de bepalingen van deze Nadere regels, maar die wel past binnen het doel van deze Nadere regels, dan kan het college besluiten toch subsidie beschikbaar te stellen al dan niet onder gedeeltelijk andere voorschriften en voorwaarden.

Artikel 12 Inwerkingtreding, looptijd en citeertitel

  • 1. Deze Nadere regels treden de dag na bekendmaking in werking en gelden tot uiterlijk 31 december 2021 of zoveel eerder als het beschikbaar gestelde subsidiebudget is uitgegeven.

  • 2. Deze Nadere regels worden aangehaald als: “Nadere regels stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen binnenstad Meppel”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Meppel op 29 januari 2019.

Burgemeester en wethouders van Meppel,

De secretaris,

de burgemeester,

BIJLAGE 2

Overeenkomst

Ondergetekenden

De gemeente Meppel, rechtsgeldig vertegenwoordigd door ….., hierna te noemen:

“de gemeente”

en

….., gevestigd …., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ….., hierna te noemen: “eigenaar”;

De gemeente en verzoeker hierna gezamenlijk ook te noemen: “partijen” en elk afzonderlijk “partij”;

Overwegende dat

  • -

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente op (datum) de ‘Nadere regels stimuleringssubsidie verkleuren en/of verplaatsen binnenstad Meppel’ (hierna: Nadere regels) heeft vastgesteld.

  • -

    Deze stimuleringssubsidie onder andere als doel heeft een eigenaar dan wel ondernemer te stimuleren tot het bijdragen aan het concentreren van detailhandelsbedrijven in het kernwinkelgebied en verbeteren van de leefbaarheid in de aanloopstraten door middel van het verkleuren van een pand met een detailhandelsbestemming in een aanloopstraat naar een andere passende functie dan wel het verplaatsen van een bestaande winkel vanuit een verkleurend pand naar het kernwinkelgebied.

  • -

    Verzoeker een aanvraag heeft gedaan voor een (verkleuring/verplaatsing)subsidie.

  • -

    De Nadere regels bepalen dat de aanvrager bij een verkleurings- en verplaatsingssubsidie moet meewerken aan het vastleggen van afspraken die er voor zorgen dat er geen detailhandel meer mogelijk is op de te verkleuren locatie.

  • -

    Partijen hiertoe afspraken wensen vast te leggen in deze overeenkomst.

Komen het volgende overeen

  • 1.

    Eigenaar het perceel, kadastraal bekend …….., (hierna: het perceel) in eigendom heeft en de functie van het perceel wenst te wijzigen van …. naar ……

  • 2.

    De gemeente is bereid de door de eigenaar gevraagde planologische maatregel in procedure te brengen. Deze planologische maatregel betreft een bestemmingsplanherziening (of omgevingsplanherziening) waarbij de functie ‘detailhandel’ van het perceel zal worden wegbestemd en verkleurd naar …

  • 3.

    Eigenaar verklaart geen bezwaar dan wel beroep in te dienen tegen de planologische wijziging als bedoeld onder 2 en eveneens geen verzoek om planschade bij de gemeente in te dienen als gevolg van de planologische wijziging als bedoeld onder 2.

OPTIE

  • 4.

    Eigenaar heeft het pand op het perceel verhuurd en verklaart dat de huurder op de hoogte is van en tevens instemt met de door de eigenaar gewenste wijziging van de functie/bestemming van het perceel.

  • 5.

    Partijen zullen een planschadeverhaalsovereenkomst ondertekenen waarin de afspraken aangaande vergoeding van planschade zijn vastgelegd, welke als bijlage 1 aan deze overeenkomst is gehecht.

  • 6.

    De ingangsdatum van de wijziging van de bestemming op het perceel wordt vastgesteld op (datum).Eigenaar werkt op eerste verzoek van de gemeente mee aan de vestiging van een kwalitatieve verplichting zoals opgenomen in bijlage 2, inhoudende dat het niet meer is toegestaan het perceel te gebruiken voor de functie detailhandel. Deze kwalitatieve verplichting vervalt en wordt doorgehaald na verloop van een periode van maximaal 18 maanden na genoemde ingangsdatum, dan wel op het moment dat de bestemming detailhandel op het perceel definitief is wegbestemd.De kosten voor het vestigen van deze kwalitatieve verplichting komen voor rekening van …..

Aldus overeengekomen in tweevoud,

Gemeente,

naam

plaats en datum

Eigenaar,

naam

plaats en datum

Bijlagen

  • 1.

    Planschade overeenkomst

  • 2.

    Kwalitatieve verplichting

Toelichting bij de Nadere regels

Algemeen

Met de vaststelling van het Binnenstadsplan op 22 juni 2017 heeft de gemeenteraad het kader aangegeven voor de opgaves om te komen tot een toekomstbestendige, compacte binnenstad met minder structurele leefstad in de binnenstad van Meppel. Het Binnenstadsplan laat zich kernachtig samenvatten in drie woorden: concentreren, beleven en bereiken. Rond die drie opgaven zijn verschillende projecten benoemd en geprioriteerd. Essentieel is dat Meppel een toekomstbestendige binnenstad heeft die aantrekkelijk blijft voor haar (regionale) bezoekers. De inzet is een scherpere begrenzing van het kernwinkelgebied waarbinnen de detailhandel zich concentreert. Dit betekent dat de aanloopstraten gedeeltelijk moeten verkleuren naar andere functies.

Onder andere het door de raad op 16 februari 2017 vastgestelde Detailhandelsbeleid Meppel “De compacte stad” geeft het beleidsmatige kader waarbinnen de uitwerking van de opgaves in het Binnenstadsplan moet passen. Doelstelling is om over 5 jaar met circa 42.000 m² winkelvloeroppervlak een in omvang zelfde bezoekersgroep te trekken. Concreet betekent dat er minimaal 5000 m² detailhandel uit de markt moet worden gehaald. Daarbij wordt ingezet op een beweging van onderop. Eén van de instrumenten om die beweging op gang te brengen is een subsidieregeling die eigenaren en ondernemers kan stimuleren tot verkleuren en/of verplaatsen.

Met deze Nadere regels wordt aan de wens/opdracht tot verkleuren en/of verplaatsen van de detailhandel in de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied via een stimuleringsregeling invulling gegeven.

Met subsidie kan worden gestimuleerd dat een eigenaar van een winkelpand in een aanloopstraat overgaat tot functiewijziging van dat pand. Dit is een tussendoel. Het uiteindelijke doel is het wegbestemmen van de detailhandelsbestemming.

Voorkomen ongewenste staatssteun

Met het verlenen van subsidie aan een ondernemer kan onbedoeld sprake zijn van ongeoorloofde staatssteun. Subsidie mag het interstatelijk handelsverkeer niet verstoren. Er gelden diverse vrijstellingsmogelijkheden van de meldplicht aan de Europese Commissie. Hiervan is onder andere sprake bij de-minimissteun. Dit is steun tot € 200.000,-- die in een tijdsbestek van 3 jaar aan een onderneming wordt verleend. Als een onderneming meerdere vestigingsplaatsen heeft, moet gekeken worden naar het totaal van door de onderneming ontvangen steun. Het gaat om het totaal van steunmaatregelen, waarbij een lening of garantie ook aangemerkt worden als steunmaatregel. In het individuele geval moet dit worden beoordeeld.

Artikel 1, onder a

Voor wat betreft de begripsomschrijving voor aanloopstraten is aansluiting gezocht bij Hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.1.2 Aanloopstraten, van het Detailhandelsbeleid. De kaart op pagina 19 van het Detailhandelsbeleid is het uitgangspunt. Voor de beeldvorming is een kaartje van het kernwinkelgebied en het aanloopstratengebied bij deze Nadere regels gevoegd (bijlage 1), waarin de in de definitie genoemde aanloopstraten zijn ingetekend. Dit is uitdrukkelijk niet uitputtend bedoeld. Ook panden in andere straten binnen de gebiedsbegrenzing aanloopstraten kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

Voor wat betreft het toepassingsbereik van deze Nadere regels is tevens bedoeld dat panden in het kernwinkelgebied gelegen op de grens van dit gebied en de huidige of toekomstige voordeur uitkomend op de aanloopstraat voor subsidie op grond van deze Nadere regels in aanmerking komen.

Artikel 1, onder d

Het kernwinkelgebied is het gebied binnen de centrumring, zoals aangegeven in het Detailhandelsbeleid.

Artikel 3, onder a

De subsidie is bedoeld voor de noodzakelijke verbouwing, dan wel sloop/nieuwbouw, die nodig is in het kader van de functiewijziging van het pand. Hierbij kan ook gedacht worden aan het realiseren van een trapopgang, ramen, een keuken etc.

Het enkel uitbreiden van een pand, middels bijvoorbeeld een aanbouw, komt niet in aanmerking voor een subsidie.

Artikel 4, lid 2

Als er twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van een detailhandelsbedrijf of kredietwaardigheid van een aanvrager en daarmee een doelgerichte besteding van een toegekende subsidie twijfelachtig is, kan bij de voorbereiding van een subsidiebesluit om inzage in de boeken en bescheiden van een aanvrager worden gevraagd.

Artikel 4, lid 4

Er is sprake van een doelgebonden subsidie. Om te waarborgen dat het doel waarvoor de subsidie wordt verleend ook wordt gerealiseerd, is het nodig met de eigenaar van het pand hierover verplichtende afspraken te maken en vast te leggen m.b.t.:

  • -

    het opheffen van de huidige detailhandelsbestemming;

  • -

    het moment van beëindiging van de detailhandelsbedrijfsuitoefening in een aanloopstraat;

  • -

    het voorkomen dat eventuele rechtsopvolgers het pand tot aan het weg bestemmen van de winkelbestemming via een bestemmingsplanwijziging niet opnieuw in gebruik zullen nemen voor de huidige bestemming detailhandel;

  • -

    het gebruik van het pand voor doeleinden die passen binnen de toekomstige bestemming;

  • -

    het afzien van planschadevergoeding.

De te maken afspraken zijn privaatrechtelijk van karakter.

Subsidieverplichting

Artikel 4:38, lid 1, Awb regelt dat het college aan de subsidieontvanger verplichtingen kan opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie wordt verleend. Om het met subsidie nagestreefde doel te bereiken kan het noodzakelijk zijn dat met een aanvrager over de hierboven benoemde zaken afspraken worden vastgelegd. Indien dit aan de orde is, dan zal in het besluit tot subsidieverlening aan de aanvrager de verplichting tot het maken en vastleggen van afspraken worden op gelegd.

Model-overeenkomst

Om de aanvrager niet achteraf met de inhoud van afspraken te overvallen, is er een model-overeenkomst gemaakt waarin e.e.a. is uitgewerkt. Dit model is als bijlage bij deze Nadere regels gevoegd. Hierdoor is voor de aanvrager bij het maken van plannen al duidelijk wat er van hem wordt verwacht.

Niet nakomen subsidieverplichting

Artikel 4:48 en 4:49 bieden de mogelijkheid om de subsidieverlening of subsidievaststelling in te trekken of ten nadele van de ontvanger te wijzigen, onder andere in de situatie dat een subsidieontvanger de aan een subsidie verbonden verplichting niet nakomt.

Artikel 5, onder 1

De verkleuringssubsidie kan bestaan uit een bijdrage aan de eigenaar voor het vervaardigen van een plan voor de herontwikkeling van (leegstaand) vastgoed gelegen in een aanloopstraat naar een functie anders dan detailhandel. Ook kan een bijdrage in de feitelijke verbouwingskosten, dan wel sloop/nieuwbouwkosten worden verstrekt.

Door middel van deze subsidie wordt de drempel weggenomen om aan de voorkant te investeren in plankosten. Partijen blijken huiverig om plannen te laten maken zonder dat er aan de voorkant zekerheid bestaat over de haalbaarheid. Gemeente wil partijen juist stimuleren om plannen uit te laten werken om daarmee inzicht te krijgen in alternatieve mogelijkheden. De plankosten kunnen betrekking hebben op de kosten van een architect of aannemer voor het maken van bouwtekeningen, kostencalculaties, maken bestek, onderzoek naar de bodem of parkeernormen, milieurapportage, legeskosten omgevingsvergunning e.d.. Ook de kosten voor bouwhistorisch onderzoek, advies en restauratie zijn als subsidiabele kosten op te voeren, wanneer een aanvrager ervoor kiest om cultuurhistorische waarden van een pand in het verkleuringsplan te betrekken.

Artikel 5, onder 2

De Beleidsregel Verkleuring detailhandel in aanloopstraten beoogt duidelijkheid te verschaffen aan initiatiefnemers dat als een woonfunctie passend is welke woonfunctie dan passend is bij een mogelijke functiewijziging van winkelpanden in de aanloopstraten. De beleidsregel vormt het richtinggevend kader op basis waarvan concrete verzoeken tot functiewijziging naar wonen beoordeeld worden. Deze beleidsregel vormt een ruimtelijk afwegingskader en maakt onderscheid in:

  • -

    het maken van 1 grondgebonden woning, waarvan van het pand beneden en boven 1 huis wordt gemaakt, vanuit een oogpunt van parkeerdruk en een mix van bevolkingssamenstelling passend is;

  • -

    1 (grondgebonden) woning op de begane grond, mits de hele bouwlaag (exclusief gemeenschappelijke opgangen) als woning wordt gebruikt;

  • -

    Meerdere appartementen op de begane grond, mits de oppervlakte van elk appartement minimaal 90 m2 exclusief gezamenlijke ruimte bedraagt.

Alhoewel de ruimtelijke beleidsregels en deze Nadere regels niet aan elkaar zijn gekoppeld, kunnen ze elkaar wel versterken. Er is voor gekozen om daar waar wonen een passende functie is aan de ene woonfunctie (grondgebonden woning) een hoger subsidiebedrag toe te kennen dan aan een andere woonfunctie (appartementen).

Artikel 5, onder 3

Wanneer er op pand een gemengde bestemming rust, dan zijn naast detailhandel ook andere functies mogelijk. Een eigenaar die bereid is de detailhandelsfunctie eraf te halen om het pand te gaan gebruiken voor een andere functie binnen de bestaande bestemming, kan daarvoor aanpassingen in zijn pand moeten doen. Hierbij gaat het niet om een grote verbouwing, maar kleinere aanpassingen in het pand.

Artikel 6

De verplaatsingssubsidie betreft een doelgerichte subsidie waarbij uitkering plaatsvindt indien de ondernemer daadwerkelijk is verplaatst.

Het betreft een subsidie als tegemoetkoming in de te maken kosten bij verhuizing, zoals verbouwingskosten nieuwe locatie, verhuiskosten en kosten herinrichting, reclame en berichtgeving van verhuizing.

Artikel 8, lid 7

Met een subsidie kan een eigenaar of ondernemer worden gestimuleerd om in beweging te komen. Echter met een subsidie alleen zal in veel gevallen niet het gewenste doel worden bereikt. Voor het verbouwen van een pand dan wel het wijzigen van de functie zijn ook andere gemeentelijke toestemmingen nodig, zoals een omgevingsvergunning voor het verbouwen of een tijdelijke, planologische omgevingsvergunning.

Een integrale benadering vanuit zowel de aanvrager als gemeente is gewenst om te komen tot een succesvolle planuitvoering. Dit maakt dat het van belang is aanvragen zoveel mogelijk gelijktijdig in te dienen en te beoordelen.

Artikel 9

Vanuit oogpunt van lastenverlichting is in artikel 17, lid 3, artikel 18, lid 5 en artikel 19, lid 3 ASV geregeld dat ook alternatieve verantwoordingswijzen kunnen worden gevraagd. Daarvoor is in artikel 9 van deze Nadere regels gekozen. De gekozen verantwoordingswijze gaat uit van vertrouwen en beoogt onnodige administratieve lasten te voorkomen.

Artikel 12

Deze Nadere regels verliezen hun werking wanneer er geen uitvoeringsbudget meer beschikbaar is en anders uiterlijk 31 december 2021. Daarnaast blijft het college bevoegd de Nadere regels in te trekken, indien het andere prioriteiten wenst te stellen in de uitvoering van activiteiten in het kader van het Binnenstadsplan.

Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 31 december 2021 dan wel voor het tijdstip waarop de Nadere regels tussentijds door het college worden ingetrokken, worden afgedaan volgens de bepalingen van deze Nadere regels, tenzij het hiervoor beschikbaar gestelde budget is uitgegeven.

BIJLAGE 1

afbeelding binnen de regeling