Nadere regels terrassen

Geldend van 05-07-2012 t/m 13-06-2019

Intitulé

Nadere regels terrassen

De burgemeester van de gemeente Meppel, overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen voor het hebben van een terras als bedoeld in de artikelen 2:3, tweede lid en  2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Meppel;

gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 2:3, tweede lid en  2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Meppel.

besluit:

vast te stellen de navolgende 'Nadere regels voor  terrassen’ (hierna Nadere regels):

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

1. Inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen zekere grenzen pleegt te worden verricht.

2. Horeca-inrichting: een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Meppel.

3. Terras: een buiten de besloten ruimte van een (horeca-)inrichting gelegen deel van die inrichting waar men zit- en/of stagelegenheid biedt en waar tegen betaling dranken of spijzen voor directe consumptie zijn te nuttigen.

4. Terrasmeubilair: stoelen, banken, tafels, parasols, windschermen, andere objecten, waaronder reclameborden, plantenbakken en alle andere objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de inrichting.

Artikel 2 Locatie terras

1.Afhankelijk van de locatie van de inrichting en het bepaalde in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) of het bepaalde in de omgevingsvergunning is een terras alleen mogelijk direct grenzend aan de voor- zij- en/of achtergevel van de eigen inrichting, of in de nabijheid ervan (te denken valt aan openbare pleinen).

2. Wanneer een terras op eigen terrein is gelegen mag van het eerste lid van dit artikel worden afgeweken behalve van het bepaalde in het Activiteitenbesluit.

Artikel 3 Maximale grootte van het terras

1.Een terras mag niet breder zijn dan de gevel van de inrichting waartoe het terras behoort. Een terras kan zich ook midden op het plein bevinden, dus niet direct grenzend aan een horeca-inrichting. Bij hoeksituaties wordt verwezen naar de kaart.

2. Ten aanzien van de grootte van het terras (in de binnenstad) geldt dat:

a. deze zich moet bevinden binnen de ‘punaises’ (of andere markering) die zijn aangegeven in de openbare ruimte. Deze is tevens op de kaart in bijlage 1 of in de situatie bij de verleende vergunning aangeduid.

b. te allen tijde een vrije doorgangsruimte van 3,50 meter beschikbaar moet blijven;

c. in straten met een rijbaan en trottoirs, alleen een terras mogelijk is, als op het trottoir een vrije doorgang van minimaal 1,50 meter voor voetgangers overblijft.

Artikel 4 Terrastijden

1.Voor een bij een horeca-inrichting behorend terras gelden de volgende sluitingstijden:

• Tussen 0.00 en 09.00 uur.

• In de maanden juli, augustus en september tussen 01.00 en 09.00 uur.

2. Voor terrassen geldt dat tijdens evenementen alleen een terras mogelijk is in overleg met de organisatie van het evenement. Wanneer blijkt dat dit gebruik met het evenement te combineren is, dan gelden de voorschriften zoals genoemd in de evenementenvergunning.

3. Voor terrassen als nevenactiviteit gehouden bij winkels in de zin van de Winkeltijdenwet gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

4. Voor terrassen op openbare grond geldt dat tijdens de diverse marktdagen alleen een terras mogelijk is in overleg met de marktmeester wanneer blijkt dat dit gebruik met deze markt te combineren is.

Artikel 5 Schoonhouden terras en directe omgeving

1.De ondernemer van een inrichting waar een terras bij is gelegen, zorgt ervoor dat het terras en de directe omgeving van het terras in een nette staat blijven, gedurende de tijden dat van het terras open is.

2. De ondernemer zorgt ervoor dat afval regelmatig wordt verwijderd van het terras en de directe omgeving. Het afval wordt iedere dag in ieder geval na de sluitingstijd van het terras verwijderd.

Artikel 6 Terrasmeubilair

Artikel 6. Terrasmeubilair

  • 1.

    Terrasmeubilair is toegestaan mits: a. het niet (nagel)vast aan de grond is bevestigd; b. deze is geplaatst binnen de grenzen van het betreffende terras en de grenzen daarvan niet overschrijdt;

  • 2.

    Voor windschermen geldt dat: a. deze aan de zijkanten van een gevelterras mogen staan, onder de volgende voorwaarden:

    • de lengte van een windscherm mag niet meer zijn dan 1,50 m;

    • de hoogte van een windscherm mag maximaal 1,30 m zijn.

    b. deze aan de zijkanten van een pleinterras mogen staan, onder de volgende voorwaarden:

    • de lengte van een windscherm mag niet meer zijn dan 50% van de breedte van het terras, met een maximum van 2,50 m;

    • de hoogte van een windscherm mag maximaal 1,30 m zijn. c. deze tot een hoogte van maximaal 0,90 meter, gerekend vanaf de grond, gemaakt mogen zijn van (on)doorzichtig materiaal en daarboven van transparant materiaal of matglas.

  • 3.

    Voor parasols geldt dat: a. deze gemaakt zijn van tentdoek of vergelijkbaar materiaal; b. de onderkant van de volant minimaal 2,10 meter boven de grond hangt; c. deze niet groter mag zijn dan het terras, tot een maximale zijdelingse maat van 5 meter; d. alleen gebruik mag worden gemaakt van de door de gemeente aangelegde parasolvoeten.

Voor uitstalborden geldt daarnaast dat per terras maximaal 2 uitstalborden zijn toegestaan, die zich binnen de bepaalde terrasruimte staan. De Nadere regels voor uitstallingen zijn hierop van toepassing.  

Artikel 7 Opslag terrasmeubilair

1.Het gehele terrasmeubilair moet vanuit een oogpunt van brandveiligheid inpandig worden opgeslagen. Wanneer inpandige opslag niet mogelijk is en de verkeersveiligheid zich hiertegen niet verzet mag een exploitant het terrasmeubilair opeenstapelen en deze deugdelijk met kettingen bevestigen vanwege mogelijk vandalisme.

2. Bij bijzondere evenementen is uitsluitend inpandige opslag toegestaan. In overleg met de organisator van een evenement kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 8 Aansprakelijkheid ondernemer

De ondernemer is altijd zelf verantwoordelijk voor de uitstalling. Eventuele schade en aansprakelijkheid zijn altijd voor rekening van de ondernemer.

Artikel 9 Toezicht en handhaving

1.Op de naleving van deze Nadere regels zijn de daartoe aangewezen personen belast.

2. De door de daartoe aangewezen personen gegeven aanwijzingen met betrekking tot het terras dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. De daartoe aangewezen personen controleren regelmatig of de Nadere regels worden nageleefd. 4. Bij geconstateerde overtredingen van deze Nadere regels geldt het handhavingsprotocol voor terrassen en uitstallingen.

Artikel 10 Overgangsbepaling

1.Verleende terrasvergunningen vervallen bij het verlenen van een horeca-exploitatievergunning volgens artikel 2:11 APV.

2. Als een huidige terrasvergunning in strijd is met de nadere regels, geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2013.

Artikel 11 Citeertitel

Deze Nadere regels kunnen worden aangehaald als 'Nadere regels terrassen’.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking. Tegelijkertijd vervalt het Terrassenbeleid vastgesteld op 9 april 2002.

Ondertekening

Aldus besloten te Meppel op 25 juni 2012
De burgemeester van Meppel,

Bijlage 1

kaart

Bijlage 2

Handhavingsprotocol terrassen

Nota-toelichting Toelichting op de Nadere regels voor terrasssen

Op 1 januari 2012 is de nieuwe gedereguleerde Algemene Plaatselijke Verordening Meppel vastgesteld. Hierbij is ook voor het innemen en exploiteren van een terras, al dan niet bij een horeca-inrichting een en ander gewijzigd. Insteek van de deregulering is onder meer verlichting van de (administratieve) lastendruk. Daarnaast is het van belang dat de verantwoordelijkheid weer meer bij de burger en het bedrijfsleven komt te liggen.

In deze toelichting op de Nadere regels voor terrassen (hierna Nadere regels) wordt waar nodig per artikel een toelichting gegeven.

Algemene plaatselijke verordening

(vastgesteld op 15 december 2011 en in werking getreden op 1 januari 2012)

Artikel 2:3 APV

Uit artikel 2:3 blijkt dat het verboden is de weg, een weggedeelte of andere openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien het voorwerp of beoogde gebruik:

a. Door zijn omvang, vormgeving, constructie of plaats van bevestiging schade toebrengt aan de openbare plaats;

b. Gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

c. Een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

d. Hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

In artikel 2:3 is ook opgenomen dat het bevoegd bestuursorgaan nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen.

Artikel 2:11 APV

Uit artikel 2:11 blijkt dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een openbare inrichting te exploiteren. Deze vergunning bestaat o.a. uit het in gebruik nemen van een openbare plaats voor een terras.

Uit deze artikelen en uit jurisprudentie blijkt dat de burgemeester het bevoegde bestuursorgaan is om de Nadere regels voor terrassen vast te stellen.

Op basis van de APV is geen aparte terrasvergunning meer nodig om een terras te kunnen exploiteren. Wel gelden de criteria die zijn neergelegd in de Nadere regels. Als er af wordt geweken van de Nadere regels, is dat reden om handhavend op te treden. Voor terrassen bij horeca-inrichtingen geldt dat in de (horeca-) exploitatievergunning het terras onderdeel uit maakt van deze vergunning.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 wordt de definitie van een terras en een inrichting gegeven. Bij deze definities is aansluiting gezocht bij de APV.

Voor de definitie van inrichting is aansluiting gezocht bij de Wet milieubeheer. Hieruit blijkt dat het hebben van een terras een bedrijfsmatige activiteit is.

Artikel 2 en 3

De locatie van terrassen is voornamelijk van belang wanneer deze op of nabij de weg worden ingenomen. Er moet voorkomen worden dat er (verkeers-)hinder of onveilige situaties ontstaan omdat terrassen uitwaaieren of er te weinig ruimte overblijft voor passerend verkeer. Richtlijn is dat terrassen bij inrichtingen op of aan de weg, al dan niet met trottoir, aan de gevel geplaatst moeten worden.

Uitzondering vormen de openbare pleinen.

Wanneer terras op eigen terrein ingenomen wordt, is en blijft de ondernemer verantwoordelijk voor de veiligheid. De ondernemer kan door de toezichthouders of andere daartoe aangewezen personen worden aangesproken op eventuele onveilige situaties en zal deze op moeten heffen.

Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) kan van toepassing zijn op terrassen (art. 2.17 e.v.).

De locaties voor terrassen zijn op een bij deze Nadere regels behorende Terrassenkaart weergegeven.

In aanvulling op de locatie van terrassen dient artikel 3 er toe om onveilige situaties te voorkomen en doorgang voor passanten en hulpdiensten te garanderen.

Artikel 4

In dit artikel worden de terrastijden geregeld.

Op dagen, ook doordeweekse dagen, dat er evenementen plaatsvinden, mogen terrassen, in die kern waar het evenement plaats vindt, geopend zijn tot het eind van het evenement. De beperking is dat voor terrassen ook geldt dat evenementen voorrang hebben op het gebruik van de openbare ruimte (gemeentegrond). De organisatie van een evenement moet met de ondernemer bespreken of er een terras kan worden ingenomen. Wanneer dat wel het geval is moet in overleg bepaald worden hoe groot het terras kan zijn. Dit overleg geldt alleen voor die terrassen die direct grenzen aan of gelegen zijn op de locatie waar het evenement wordt gehouden.

Voor de donderdag- en zaterdagmarkt geldt dat de markt voorrang heeft. Terrassen kunnen, voor zover mogelijk, ingenomen worden als dat geen hinder oplevert voor de markt. Hierover voert de ondernemer overleg met de marktmeester.

Artikel 5

Het is ook nu al zo dat de ondernemer verantwoordelijk is voor een net terras en omgeving van het terras. De directe omgeving van een terras is weliswaar een subjectieve meeteenheid, maar de ondernemer mag in ieder geval in een ruime cirkel om het terras heen verantwoordelijk worden gehouden voor (zwerf-) vuil en ander afval. De ondernemer is verantwoordelijk voor het schoon houden van het terras en de omgeving. Als dat betekent dat de bezem ter hand moet worden genomen, dan zij dat zo.

Artikel 6

Naast tafels en stoelen kan een ondernemer kiezen uit vele andere soorten terrasmeubilair. Meest gangbaar zijn windschermen, parasols en bloembakken. De staat van het meubilair is een verantwoordelijkheid van de ondernemer.

Artikel 7

Wanneer inpandige opslag niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het bedrijf te weinig ruimte heeft, is opslag van het terrasmeubilair buiten toegestaan. Het meubilair moet dan opgestapeld worden en deugdelijk (met kettingen) verankerd zijn.

Voor bedrijven met terras op eigen terrein mag het terrasmeubilair gedurende sluitingstijden van het terras niet bruikbaar zijn voor bezoekers.

Artikel 8

Het bepaalde in artikel 8 legt de verantwoordelijkheid voor het hebben van een terras bij de ondernemer. De ondernemer moet voorkomen dat er schade ontstaat. Wanneer er toch schade ontstaat door het hebben van een terras, kan de ondernemer aansprakelijk worden gesteld.

Artikel 9

Toezichthouders van de gemeente zijn aangewezen om toezicht uit te oefenen op APV-bepalingen en de naleving van de APV. Ook de politie kan toezicht houden.

Wanneer overtredingen van de APV en deze Nadere regels worden geconstateerd, kan op grond van het Handhavingsprotocol voor terrassen en uitstallingen worden opgetreden.