Reglement van orde Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

Gelet op

artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015;

gezien het Reglement van Orde Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015 zoals vastgesteld op 19 december 2014 ;

gelet op het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 23 september 2015;

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende:

Reglement van orde voor de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 2:3 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;

  • b.

    secretaris: de secretaris-generaal van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag of diens vervanger;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH.

  • d.

    adviescommissie: de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH.

Artikel 2 Voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het handhaven van de orde;

  • c.

    het doen naleven van het reglement van orde;

  • d.

    de uitvoering van hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 3 Secretaris

  • 1. De secretaris is in elke vergadering van de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH aanwezig.

  • 2. De secretaris kan aan de beraadslaging als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Hoofdstuk 2 Vergaderingen

Paragraaf 1 Voorbereidingen

Artikel 4 Vergaderfrequentie

De adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH stelt vóór aanvang van elk kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden en het algemeen bestuur.

Artikel 5 Uitnodiging

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een uitnodiging onder vermelding van plaats, dag en uur van de vergadering, inclusief de daarbij behorende stukken.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de uitnodiging tot uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden.

Artikel 6 Agenda

  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH de agenda vast.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter, kan de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 7 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering, inclusief voorlopige agenda en daarbij behorende stukken, wordt tegelijk met de plaatsing op de website van de Metropoolregio openbaar gemaakt. Een uitzondering geldt voor de stukken waarvoor op grond van artikel 23, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen geheimhouding is opgelegd.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      wijze waarop en plaats waar een ieder bij de vergadering bijbehorende stukken kan inzien.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 8 Verhindering tot bijwoning vergadering

Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris.

Artikel 9 Opening vergadering: quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien ten minste de helft van het aantal leden van de commissie aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, wordt de vergadering niet gehouden.

Artikel 10 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste een vijfde van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

Artikel 11 Verslag

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een kort verslag van de vergadering.

  • 2. Het verslag bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de afwezige leden;

    • b.

      de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    • c.

      een formulering van de genomen besluiten.

  • 3. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en secretaris wordt ondertekend.

Artikel 12 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem onderbreekt. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

Artikel 13 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH terstond.

Artikel 14 Beraadslaging

  • 1. De adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH anders beslist.

Artikel 15 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Paragraaf 3 Stemmingen

Artikel 16 Uitbrengen adviezen

  • 1. De adviezen worden bij meerderheid van stemmen uitgebracht. De leden stemmen mondeling.

  • 2. Indien een advies niet bij eenstemmigheid wordt uitgebracht, kunnen desgevraagd minderheidsstandpunten bijgevoegd worden.

  • 3. De uitgebrachte adviezen worden gevoegd bij de voorstellen aan het algemeen bestuur.

Artikel 17 Stemming over personen

  • 1. Aanwijzing van de voorzitter gebeurt met een volstrekte meerderheid van stemmen.

  • 2. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een benoeming of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.

  • 3. Aan de leden van de adviescommissie worden stembriefjes ter beschikking gesteld waarop de namen van de aanbevolen of voorgedragen personen vermeld staan. Bij een aanbeveling heeft de adviescommissie de vrijheid op een persoon te stemmen die niet op het stembriefje voorkomt. In dat geval vermelden zij de naam van die persoon op het stembriefje. Bij een voordracht bestaat die mogelijkheid niet. De leden van de adviescommissie hebben dan de mogelijkheid om tegen een voorgedragen persoon te stemmen.

  • 4. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 5. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De adviescommissie kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevoegd op een stembriefje.

  • 6. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 7. Voor de totstandkoming van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de uitgebrachte stemmen. De leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd worden geacht geen stem te hebben uitgebracht.

  • 8. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de adviescommissie, op voorstel van de voorzitter.

  • 9. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 18 Herstemming over personen

  • 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Hebben meer dan twee personen evenveel stemmen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 19 Beslissing door het lot

  • 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

  • 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Hoofdstuk 3 Spreekrecht

Artikel 20 Spreekrecht voor belanghebbenden

  • 1. Bij opening van de vergadering, wordt aan belanghebbende het recht verleend te spreken over punten die zijn vermeld op de agenda, met uitzondering van de verslagen van vergaderingen van organen van de MRDH.

  • 2. De belanghebbende die gebruik wenst te maken van het spreekrecht dient dit tenminste vierentwintig uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk aan de voorzitter en secretaris mee te delen.

  • 3. De in het tweede lid vermelde mededeling vermeldt het agendapunt waarover de belanghebbende wenst te spreken, het belang dat daarbij aan de orde is, en de naam van de spreker.

  • 4. Iedere spreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie de totale voor de belanghebbenden beschikbare spreektijd en de volgorde van de sprekers.

  • 5. Indien een belanghebbende wenst te spreken over een punt dat niet vermeld is op de agenda of niet voldoet aan hetgeen bepaald in de punten 2 en 3, kan de voorzitter bepalen dat geen spreekrecht verleend wordt.

  • 6. Voor zover dit artikel daarin niet voorziet bepaalt en handhaaft de voorzitter de orde rond het spreekrecht.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 21 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de adviescommissie Vervoersautoriteit op voorstel van de voorzitter.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking. Voor zover de datum van de bekendmaking is gelegen na 7 oktober 2015 heeft dit besluit terugwerkende kracht tot en met 7 oktober 2015.

  • 2. Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement van orde voor de adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 19 december 2014 en gewijzigd in de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 7 oktober 2015.
de secretaris,
mr. M.J. Toet
de voorzitter,
ing. A. Aboutaleb