Verordening commissie bezwaarschriften Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

Geldend van 20-11-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 07-10-2015

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 23 september 2015;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 2:8 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Besluit:

vast te stellen de navolgende:

Verordening commissie bezwaarschriften Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. De Algemene bezwaarschriftencommissie van de gemeente Rotterdam wordt aangewezen als de adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften, die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake baatbelasting, als bedoeld in artikel 222 van de Gemeentewet en inzake rechten, als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2. Bezwaarschriften worden behandeld door de in aanmerking komende kamer van de Algemene bezwaarschriftencommissie van de gemeente Rotterdam.

  • 3. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de Metropoolregio.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. Het hoofd van de afdeling Juridische diensten van de Serviceorganisatie van de gemeente Rotterdam is secretaris van de commissie.

  • 2. Het hoofd van de afdeling Juridische diensten van de Serviceorganisatie van de gemeente Rotterdam kan medewerkers van zijn afdeling aanwijzen als plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De bepalingen in deze verordening die zien op de secretaris, zijn van toepassing op de plaatsvervangend secretaris.

Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Algemene wet bestuursrecht wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 6 Overdracht bevoegdheden

  • 1.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden.

  • 2.

    De bevoegdheden ingevolge de hierna te noemen artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie: 2:1, tweede lid; 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    6:14, eerste lid; 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie; 7:4, tweede lid, 7:6, vierde lid; 7:10, tweede, derde en vierde lid.

  • 3.

    De secretaris kan rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

  • 4.

    De voorzitter kan zonodig vorderen dat ambtenaren van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag de nodige informatie verschaffen en desgewenst een plaatsopneming of een hoorzitting bijwonen.

Artikel 7 Hoorzitting

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2. Indien de secretaris op grond van artikel 7:3 van de wet afziet van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden.

  • 3. De commissie kan besluiten het horen op te dragen aan haar voorzitter of een van haar leden.

Artikel 8 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De secretaris deelt de belanghebbenden ten minste twee weken vóór de hoorzitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld tijdens de hoorzitting te worden gehoord.

  • 2. De secretaris kan wegens bijzondere omstandigheden afwijken of afwijking toestaan van de termijn, genoemd in het eerste lid.

Artikel 9 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter of de leden van de commissie nemen, onverminderd artikel 7:5, eerste lid, onder a en b, van de Algemene wet bestuursrecht, niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 10 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. Een voorstel tot behandeling achter gesloten deuren kan worden gedaan door de voorzitter, een van de leden of door een belanghebbende.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4. Als gewichtige redenen worden in ieder geval persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard aangemerkt.

Artikel 11 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezige partijen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag vermeldt in het kort hetgeen over en weer is gezegd en overigens tijdens de hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6. Het verslag kan ook een integraal onderdeel uitmaken van het advies.

Artikel 12 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek doen verrichten.

  • 2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, de belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde informatie aan de secretaris van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De secretaris beslist hieromtrent.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid zijn de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting van toepassing.

Artikel 13 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 2. De adviezen worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen.

  • 3. De adviezen van een kamer gelden als adviezen van de commissie.

Artikel 14 Uitbrengen advies

Het advies wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het bezwaarschrift uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift beslist, onder toezending van, indien van toepassing, het verslag, bedoeld in artikel 11.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking. Voor zover de datum van de bekendmaking is gelegen na 7 oktober 2015 heeft dit besluit terugwerkende kracht tot en met 7 oktober 2015.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening commissie bezwaarschriften Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 7 oktober 2015.
de secretaris, de voorzitter,
mw.mr.drs. A.W.H. Bertram ing. A. Aboutaleb