Delegatiebesluit Vervoersautoriteit MRDH 2015

Geldend van 20-11-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 07-10-2015

Intitulé

Delegatiebesluit Vervoersautoriteit MRDH 2015

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

gelezen:

het advies van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 21 september 2015,

het voorstel van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag van 23 september 2015,

gelet op:

het bepaalde in afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

het bepaalde in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

het bepaalde in artikel 2:7, eerste lid, en artikel 3:4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;

de Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015;

overwegende dat:

het wenselijk is om in aanvulling op artikel 3 van de Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015 - de navolgende taken en bevoegdheden aan de Vervoersautoriteit over te dragen;

de Vervoersautoriteit zijn taken op het terrein van Verkeer en Vervoer uitvoert binnen de door het algemeen bestuur gestelde kaders en de Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015;

besluit:

het hiernavolgende delegatiebesluit vast te stellen:

Delegatiebesluit

Artikel 1 Begripsbepalingen

algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 2:3 van de regeling;

Vervoersautoriteit: de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, zoals ingeschreven bij Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015;

dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 2:6 van de regeling;

regeling: de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;

Metropoolregio: het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 1:2 van de regeling;

verkeer en vervoerstaken: alle taken en bevoegdheden die zijn toebedeeld aan de bestuursorganen van de Metropoolregio en die voortvloeien uit ondergenoemde wet- en regelgeving;

minister: de minister van Infrastructuur en Milieu.

Overdracht van bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Artikel 2 Wet BDU verkeer en vervoer

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Wet BDU Verkeer en Vervoer zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 3 Wet Infrastructuurfonds

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Wet Infrastructuurfonds zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 4 Wet bereikbaarheid en mobiliteit

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Wet  bereikbaarheid en mobiliteit zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 5 Wet van 24 april 1991, houdende regels met betrekking tot enkele specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten op het terrein van Verkeer en Waterstaat

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle bevoegdheden die bij of krachtens de Wet van 24 april 1991 houdende regels met betrekking tot enkele specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten op het terrein van Verkeer en Waterstaat zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 6 Wet personenvervoer 2000

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Wet personenvervoer 2000 zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 7 Planwet verkeer en vervoer

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Planwet verkeer en vervoer zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 8 Wet lokaal spoor

Aan de Vervoersautoriteit worden met ingang van 1 december 2015 overgedragen alle taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Wet lokaal spoor per 1 december 2015 zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 9 Wet gemeenschappelijke regelingen

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die op grond van artikel 33b, eerste lid, onder e en f en het tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur, uitsluitend voor zover dit ziet op taken en bevoegdheden, die voortvloeien uit bovengenoemde wet- en regelgeving en dus betrekking hebben op verkeer en vervoerstaken.

Artikel 10 Tijdelijke subsidieverordening MRDH 2015

Aan de Vervoersautoriteit worden overgedragen alle taken en bevoegdheden die op grond van de Tijdelijke subsidieverordening MRDH 2015 in combinatie met de daarin genoemde regelgeving van de voormalige stadsregio Rotterdam en het voormalige stadsgewest Haaglanden zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als "Delegatiebesluit bestuurscommissie Vervoersautoriteit 2015".

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking. Voor zover de datum van bekendmaking is gelegen na 7 oktober 2015 heeft dit besluit terugwerkende kracht tot en met 7 oktober 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 7 oktober 2015,

de secretaris, de voorzitter,
mw. mr. drs. A.W.H. Bertram ing. A. Aboutaleb

Toelichting

Algemeen

Het Delegatiebesluit komt, in aanvulling op het bepaalde in artikel 3:4, eerste lid, van de GR MRDH 2014, tegemoet aan het uitgangspunt dat de Vervoersautoriteit de taken en bevoegdheden op het gebied van verkeer en vervoer uitoefent, met inachtneming van de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders (zoals de strategische agenda en de werkplannen).

De Vervoersautoriteit is ingesteld bij Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015. Dit delegatiebesluit voorziet in de aanvulling van taken en bevoegdheden die door de Vervoersautoriteit worden uitgevoerd. Het besluit gaat over alle taken en bevoegdheden die op basis van bovengenoemde wet- en regelgeving zijn toegekend aan het dagelijks bestuur en die uitsluitend zien op verkeer- en vervoerstaken.

Algemene verwijzing

De verwijzing naar genoemde wet- en regelgeving is een dynamische verwijzing, inhoudende een verwijzing naar de tekst van de wet zoals die met inbegrip van sinds de totstandkoming vastgestelde wijzigingen luidt of zal luiden.

In verband met mogelijke wetswijzigingen en gezien het gegeven dat alle bestuurstaken, die wettelijk mogen worden overgedragen, en die betrekking hebben op verkeer- en vervoerstaken, worden overgedragen van het dagelijks bestuur, is er voor gekozen om in het delegatiebesluit geen verwijzing naar concrete bepalingen in genoemde wet- en regelgeving op te nemen.

Artikelen

Artikelen 2, 3, 4, 6, 7 en 8

Dit betreffen bevoegdheden die zien op de dagelijkse uitvoeringen van het bepaalde in de betreffende wetten.

Artikel 5

Een groot deel is niet van toepassing op de Metropoolregio. Het betreft het verzoek om aan de minister een bijdrage te vragen ter zake van maatregelen te nemen ter bestrijding van de verkeersonveiligheid.

Artikel 8

De Wet lokaal spoor treedt, met uitzondering van het reeds in werking getreden hoofdstuk 1, in werking met ingang van 1 december 2015. Reden waarom artikel 8 pas in werking kan treden per 1 december 2015. Het betreffen hier ook enkel taken en bevoegdheden die niet voortvloeien uit het reeds inwerking getreden hoofdstuk 1 van de Wet lokaal spoor.

Artikel 9

In artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen is de bevoegdhei te besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen , vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen expliciet uitgesloten van overdracht aan het dagelijks bestuur, door de verwijzing naar artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De oprichting van en de deelneming in voornoemde privaatrechtelijke rechtspersonen wordt in artikel 31a in handen gelegd van het algemeen bestuur. Nu deze taak niet concreet ziet op verkeer en vervoerstaken, blijft deze taak ook bij het algemeen bestuur. Voor zover wel wenst te worden deelgenomen in een rechtspersoon ter uitvoering van verkeer en vervoerstaken, dient het algemeen bestuur hiertoe te besluiten.

Het betreft een ruime bevoegdheid ten aanzien van het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen die via dit delegatiebesluit wordt overgedragen aan de Vervoersautoriteit. Dit betekent onder meer dat de Vervoersautoriteit bevoegd is te besluiten tot het aangaan van geldleningsovereenkomsten, besluiten tot het verlenen van schadevergoedingen uit onrechtmatige daad en het besluiten tot het verlenen van opdrachten (al dan niet aanbestedingsplichtig) etc., alle voor zover dit betrekking heeft op verkeer en vervoerstaken. Aangezien de beperking zit in verkeer en vervoerstaken, is niet gekozen voor het hanteren van een maximumbedrag tot waartoe de Vervoersautoriteit mag besluiten.

Het dagelijks bestuur blijft ten aanzien van de algemene bedrijfsvoering – zijnde geen verkeer en vervoerstaken - het bevoegde bestuursorgaan. Het dagelijks bestuur blijft bijvoorbeeld bevoegd over het sluiten, wijzigen of beëindigen van een huurovereenkomst ten behoeve van Metropoolregio als geheel wordt gesloten etc.

Het besluiten tot het voeren van en het verrichten van handelingen ter voorbereiding daarop van rechtsgedingen, bezwaarprocedures en administratiefberoepsprocedures betreft een ruime bevoegdheid, die ziet op privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke (beroeps)procedures. De Vervoersautoriteit kan dus ook besluiten tot het voeren van een kort geding of voorlopige voorziening. Het tweede lid van artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat ook het nemen van conservatoir maatregelen en het voorkomen van verjaring of verlies van recht of bezit een taak van het dagelijks bestuur is en door middel van het delegatiebesluit van de Vervoersautoriteit is. Het behoort ook tot de bevoegdheid van de Vervoersautoriteit om mondeling of schriftelijk zienswijzen en bedenkingen in te dienen tegen voorgenomen besluiten van bestuursorganen - mits betrekking hebbend op verkeer en vervoerstaken - indien deze gelegenheid of dit recht aan de Metropoolregio of één van zijn bestuursorganen toekomt.

Voorts geldt dat er geen beperking is in rechtsinstantie. Dit betekent dat de Vervoersautoriteit bevoegd is te besluiten tot het voeren van procedures bij de bekende rechtsprekende instanties, zoals rechtbanken, gerechtshoven, Hoge Raad en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar bijvoorbeeld ook bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw bij bouwrechtelijke geschillen en bij de Commissie van Aanbestedingsrechtexperts in aanbestedingsrechtelijke geschillen.