Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

Geldend van 08-03-2004 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

Het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;

Gelet op het bepaalde in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;

Gelet op de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie.

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat voor een eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden verzenden. De gemeente Midden-Delfland hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Voorkeursvolgorde

In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.

Het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland,

De secretaris, de burgemeester,

Midden-Delfland, 23 februari 2004.