Vergunningen- en handhavingsbeleid ligplaatsen voor vaartuigen in de gemeente Midden-Delfland

Geldend van 25-01-2008 t/m heden

Intitulé

Vergunningen- en handhavingsbeleid ligplaatsen voor vaartuigen in de gemeente Midden-Delfland

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

Midden-Delfland heeft een sterk toenemende recreatieve functie. Het landschap wordt gezien als de binnentuin voor het omliggend stedelijk gebied waar men kan genieten van rust en ruimte. Met de toename van de recreatie in het algemeen neemt ook de waterrecreatie toe. Er is een beleidsnota ligplaatsen door de voormalige gemeente Schipluiden in 2002 vastgesteld. Deze beleidsnota is in 2005 opnieuw vastgesteld door de gemeente Midden-Delfland. Door de ontwikkelingen als gevolg van de grenswijziging, de toenemende waterrecreatie, de gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 en de intrekking van de provinciale verordening ‘Verordening watergebieden en pleziervaart Zuid-Holland‘ is aanpassing vanigplaatsenbeleid en met name de bijbehorende kaarten noodzakelijk.

Door de raad is de derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland (hierna APV) vastgesteld waarbij algemene regels zijn geformuleerd ten aanzien van het gebruik van en het gedrag op, en aan waterwegen. Onderliggende nota is een vervolg hierop en werkt de artikelen 5.3.1 tot en met 5.3.4 van de APV nader uit. In deze nota worden ondermeer nadere regels opgesteld voor het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met een vaartuig op de aangewezen gedeelten van openbaar water en de mogelijkheid tot het aanbrengen van voorzieningen, zoals steigers.

1.2 Probleemstelling

De aantrekkelijkheid van Midden-Delfland kan ook zorgen voor teveel waterrecreatie of voor overlast. Het innemen van een ligplaats kan leiden tot (geluids)overlast voor direct omwonenden. Wanneer het op een locatie ongewenst is dat er een ligplaats wordt ingenomen geldt er een afmeerverbod (met het begrip afmeren wordt de feitelijke handeling bedoeld waarmee met een vaartuig een ligplaats wordt ingenomen. Voorbeelden hiervan zijn het bevestigen van een vaartuig aan de kade of het stilleggen of verankeren van een vaartuig).

Daarnaast kunnen de openbare aanlegplaatsen, gelet op de aldaar slechts beperkte beschikbare ruimte, leiden tot een bovenmatige parkeerdruk vanwege het vaak (langdurig) parkeren van auto’s door gebruikers van de vaartuigen. Het innemen van een ligplaats kan ook een negatief effect hebben op het uiterlijk aanzicht van de gemeente, zeker als vaartuigen in een slechte staat verkeren. Ligplaatsen kunnen niet alleen het aanzicht van de gemeente schaden, maar ook nadelig zijn voor natuur en landschap.

1.3 Doelstelling

Dit beleid heeft tot doel het evenwicht te vinden tussen de behoefte aan ligplaatsen enerzijds en een verantwoord en gewenst gebruik van het water anderzijds.

1.4 Leeswijzer

Deze nota geeft een totaal overzicht van de besluitvorming ten aanzien van het afmeren van vaartuigen. In hoofdstuk 2 treft u de wettelijke voorschriften en de beleidsontwikkelingen aan. In hoofdstuk 3 vindt u algemene informatie over de vergunningverlening en de handhaving, in hoofdstuk 4 vindt u de ligplaatsmogelijkheden per dorp beschreven. In hoofdstuk 5 worden de afmeervoorzieningen besproken en in hoofdstuk 6 worden nog enige andere onderwerpen zoals de evaluatie van het beleid aangehaald.

Op de bij dit plan behorende kaarten kunt u aflezen waar er mogelijkheden zijn tot het innemen van een ligplaats en waar de afmeermogelijkheden zijn.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader

2.1 Algemeen

Het beheer en onderhoud van (vaar)water is opgedragen aan de diverse overheden. De provinciale en gemeentelijke overheid hebben een verordende bevoegdheid inzake het beheer, onderhoud en instandhouding van vaarwater. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft nadere regels opgesteld ten aanzien van doorvaart en het innemen van een ligplaats op de bij het schap in beheer zijnde wateren ingevolge de Waterschapswet voor met name woonboten en terrasboten. Daarnaast heeft het Hoogheemraadschap bevoegdheden op grond van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) als nautisch beheerder.

De hierna vermelde wetten en verordeningen zijn ten aanzien van het onderwerp van deze nota van belang aangezien deze regelgeving verband houdt met het afmeren van vaartuigen of het innemen van ligplaatsen.

2.2 Verordening watergebieden en pleziervaart Zuid-Holland

Deze provinciale verordening kent diverse bepalingen omtrent het innemen van ligplaatsen van vaartuigen, de bescherming van de oevers, het plaatsen van voorwerpen in, op of boven het water.

Op grond van de verordening zijn wateren/gebieden aangewezen waar de bepalingen uit de verordening van toepassing zijn .

Door Provinciale Staten is in juni 2007 besloten deze verordening in te trekken. Deze intrekking van deze verordeningheeft voor het watergebied van Midden-Delfland in juli 2007 plaatsgevonden. Door de gemeente wordt via deze nota invulling te geven aan het ligplaatsenbeleid in het buitengebied.

De APV is hierop aangepast. De derde wijziging van de APV treedt in werking na de intrekking van deze verordening.

2.3 Hoogheemraadschap van Delfland

Algemene keur Delfland (Keur)

De Keur bevat onder andere regels ten aanzien van het aanleggen van steigers, het belemmeren van de doorstroming van het water en het innemen van een ligplaats.

2.4 Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland (APV)

Het beleid van de gemeente Midden –Delfland wordt begrensd door het bovenstaande wettelijke kader en is opgenomen in hoofdstuk 5, afdeling 3 van de APV en verder uitgewerkt in deze nota.

Bij het beoordelen van aanvragen voor ligplaatsvergunning en/of het aanbrengen van aanlegsteigers zal worden getoetst aan de criteria van de APV en deze nota inclusief de ligplaatskaarten. In bijlage 3 treft u de tekst van deze afdeling van de APV aan.

Hoofdstuk 3 Ligplaatsen en vergunningen

3.1 Ligplaatsen woonboten

Het gemeentelijk planologische beleid bepaalt dat aan het wonen in het buitengebied slechts medewerking wordt verleend als dit een bedrijfsmatig karakter heeft.

Het afmeren van woonboten past niet binnen dit beleid. Op grond van artikel 5.3.2 van de APV is het gemeentelijk grondgebied daarom aangewezen tot gebied waar geen nieuwe woonboten mogen liggen. Dit beleid wordt al gedurende langere tijd toegepast. Door het Hoogheemraadschap zijn eisen opgenomen in de beleidsnota Woonboten en Terrasboten waaraan locaties moeten voldoen om toestemming te verkrijgen om met een woonboot een ligplaats te mogen innemen. Deze eisen gecombineerd met de ruimtelijke inzichten van de gemeente maakt dat er zich geen nieuwe geschikte locaties voor woonboten in de gemeente bevinden. Uitbreiding van het aantal woonboten wordt niet toegestaan.

3.2 Rondvaartboten

Zowel vanuit Maasland als vanuit Schipluiden worden er rondvaarten georganiseerd. Deze activiteiten passen in beginsel in de Gebiedsvisie Midden-Delfland ® 2025.

Het is een leuke manier om het waterlandschap met zijn bijzondere natuur beter te leren kennen. Op de ligplaatskaart van Maasland is de ligplaats voor de rondvaartboot specifiek aangegeven.

3.3 Vergunningverlening ligplaatsen vaartuigen

De bevoegdheid tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig (opgenomen in de APV) ligt bij het college van burgemeester en wethouders.

Vergunning

Er moet altijd vergunning worden aangevraagd voor het innemen van een vaste ligplaats met een vaartuig. Een ligplaatsvergunning is onlosmakelijk verbonden met één vaartuig, persoons- en locatiegebonden.

Ontheffing

Ontheffing moet in ieder geval worden aangevraagd wanneer:

  • a.

    men tijdelijk wil afmeren op een locatie waarop dit verboden is;

  • b.

    men wil overnachten op een vaartuig binnen de bebouwde kom(zoals vastgesteld door de gemeenteraad).

Geen vergunning of ontheffing nodig

Wanneer er ter plaatse geen specifiek afmeerverbod geldt en er is geen bijzondere oever- of onderwatervegetatie aanwezig, is het zonder vergunning of ontheffing toegestaan om:

  • a.

    kleine open vaartuigen af te meren, in de periode van 1 april tot 1 oktober, door bewoners van woningen waar de achtertuinen grenzen aan het water. In dit geval wordt onder een kleine open vaartuig verstaan een vaartuig zoals een roeiboot of een kano met een maximale diepgang van 20 cm en een maximale lengte van 5 meter;

  • b.

    maximaal drie opeenvolgende dagen een vaartuig af te meren in de periode 1 april tot 1 oktober. De locatie en het vaartuig moet wel voldoen aan de algemene criteria vermeld in hoofdstuk 4 en de locatie moet volgens de ligplaatsenkaart hiervoor bestemd zijn;

  • c.

    een ligplaats in te nemen in de daarvoor bestemde jachthavens;

  • d.

    een ligplaats in te nemen op een afmeerlocatie voor dagrecreatie tussen 08.00 uur en 22.00 uur. Bij passantenplaatsen kan per locatie een korte tijdsduur worden verbonden dit is dan op deze locatie aangegeven.

Aan de houders van een vergunning wordt een vaste locatie aangewezen. Langdurig afmeren mag dan plaatsvinden op de aangewezen plaats, rekening houdend met een bijzondere bestemming die aan de kade is gegeven en uitgezonderd daar waar een totaal afmeerverbod geldt. Op de bij deze beleidsnota behorende tekeningen staat aangegeven waar locaties voor de ligplaatsen zijn en waarvoor een vergunning kan worden verleend. Ook wanneer de kade in particulier eigendom is, en ter plekke geen totaal afmeerverbod geldt moet de eigenaar een vergunning hebben voor het innemen van een ligplaats. Alleen op deze wijze kan er worden gereguleerd op de afmeting van een boot, op het gebruik van de boot en op de staat van onderhoud van de boot. Daarnaast moeten deze eigenaren een minimale afstand van 1 meter bewaren ten opzichte van een ander vaartuig, een afstand van minimaal 5 meter in acht nemen vanaf een vaste brug en een afstand van 15 meter van een beweegbare brug. De vergunninghouders worden in het bezit gesteld van een (jaar)sticker. Dit vereenvoudigt de controle op de aanwezigheid van illegale boten.

Voorschriften

Aan een verleende vergunning voor het afmeren van een vaartuig worden voorschriften verbonden in het kader van de openbare orde, veiligheid en het uiterlijk aanzicht van de gemeente. In bijlage 3 bij dit beleid is een aantal niet limitatieve voorschriften vermeld dat aan een verleende vergunning verbonden wordt. In specifieke situaties worden nadere voorschriften opgesteld of vervallen er voorschriften.

3.4 Individuele ontheffingen

Daarnaast kan van het ligplaatsenbeleid individueel ontheffing (vergunning) worden verleend. Deze ontheffing ziet toe op situaties zoals bij incidentele nachtrecreatie voor passanten of op situaties zoals het tijdelijk afmeren op een locatie waar een afmeerverbod geldt. Dit gebeurt bij evenementen zoals het Varend Corso of een Sinterklaasintocht.

3.5 Handhaving

Gemeente en andere overheden als toezichthouder

Met betrekking tot de handhaving van illegaal ingenomen ligplaatsen is het integrale handhavingsbeleid van toepassing. Het toepassen van rechtsmiddelen door de gemeente komt pas aan de orde nadat de overtreder zich niet vrijwillig aan het verbod houdt. Strafrechtelijk kan slechts repressief worden opgetreden.

Hoofdstuk 4 Beleidsuitwerkingen per gebied

In dit hoofdstuk is het beleid voor vaste ligplaatsen voor de gemeente Midden-Delfland uitgewerkt.

4.1 Algemene criteria voor het innemen van ligplaatsen

Minimale doorvaartbreedte bij doorgaande vaarroutes

Na het innemen van een ligplaats moet een doorvaartbreedte behouden blijven van minimaal 5 meter. Op de drukker bevaren vaarroutes kan de vrij te houden breedte, in overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland breder worden vastgesteld. Dit heeft tot gevolg dat op sommige locaties slechts aan een oeverzijde van het water een ligplaats mag worden ingenomen of dat er een maximum breedte wordt bepaald aan de in te nemen ligplaats.

Afstand tot bruggen

Om ruimte te behouden voor wachtende vaartuigen voor een brug moet minimaal 15 meter van een beweegbare brug worden vrijgehouden, bij vaste bruggen moet een afstand van 5 meter in acht worden gehouden zodat kleine vaartuigen elkaar kunnen passeren. Vaartuigen mogen volgens het Binnenvaartpolitiereglement(BPR) niet onder bruggen worden afgemeerd . De weerszijden van beweegbare bruggen in doorgaande vaarroutes zijn meestal voorzien in afmeerfaciliteiten (remmingwerk) om de korte wachttijd te overbruggen. Afmeren voor langere tijd is hier niet toegestaan.

Voorkoming belemmering doorstroming van het water

Vaartuigen mogen slechts een afname van het doorstroomprofiel van 20% veroorzaken. Hierdoor mogen vaartuigen in smalle gedeelten slechts een maximale diepgang hebben van 20 cm. In breed water kan dit dieper zijn.

Wateren met een motorvaarverbod

Op die wateren waar een motorverbod geldt, dit zijn onder andere wateren die niet aangewezen zijn als vaarweg, wordt geen ligplaatsvergunning verleend voor een met motor aangedreven vaartuig. Bij de vergunningverlening voor boten moet het gaan om ongemotoriseerde boten of boten die na het uitzetten van de motor op andere wijze naar de ligplaats kunnen varen zoals een roeiboot.

Beperkingen voor wateren met bijzondere oever- of onderwatervegetatie

Het afmeren in rietkragen of andere bijzondere oever- of onderwatervegetatie is verboden. In de definities en begrippen in Bijlage 1 kunt u lezen wat hieronder wordt verstaan.

Weigering of intrekking vergunning voor boten die in slechte staat van onderhoud verkeren

Wanneer vaartuigen in zichtbaar slechte staat van onderhoud verkeren wordt de vergunning geweigerd of ingetrokken. Onder slechte staat van onderhoud wordt in ieder geval verstaan wanneer een boot als ontsierend wordt ervaren door een zeer slechte staat van het verfwerk of van roestvlekken die vanaf de oeverzijde zichtbaar zijn of zichtbare gaten of scheuren aanwezig zijn dan wel dat deze zeer provisorisch zijn gedicht. Bij bestaande vergunningen wordt een redelijke termijn gesteld om dit achterstallige onderhoud te herstellen.

4.2 Dorp Den Hoorn

Op de Hoornsewal en de Hoornsekade vinden veel verkeersbewegingen plaats. Afmeren langs de Hoornsewal is gezien de afstand tot de bruggen ongewenst. Aan de Hoornsekade is er sprake van een smalle kademuur, hierdoor komt de verkeersveiligheid in het geding bij het afmeren van woonboten. Pleziervaartuigen zijn wel toegestaan met inachtneming van de afstand tot de bruggen. Afmeren aan de kant van de Hoornseweg is in verband met de verkeersveiligheid niet toegestaan.

Met betrekking tot het water de Kickert is de uitvoering van het ligplaatsenbeleid overgelaten aan de gemeente Delft. In de dorpskern Den Hoorn zijn aan de bestaande ligplaatsenmogelijkheden de volgende gebieden toegevoegd:

  • 1.

    De Look, kleine boten toe te staan voor aanwonenden vanwege de ligging in de bebouwde omgeving.

  • 2.

    De Lots of Harnaschwetering, hier geldt een motorvaarverbod, mogelijkheid voor kleine boten voor aanwonenden.

  • 3.

    Noordhoornse watering, boten voor aanwonenden/aangrenzende bedrijven (minimale doorvaartbreedte van 5 meter moet hierbij behouden blijven).

4.3 Dorp Schipluiden

De dorpskern van Schipluiden werd in het verleden geconfronteerd met meerdere negatieve aspecten als gevolg van het ongecontroleerd aanleggen van vaartuigen en ongewenste activiteiten op deze vaartuigen, zoals het houden van feesten. Door omwonenden werd dit als overlast ervaren. Sinds de invoering van het vergunningstelsel zijn geen klachten meer ontvangen over deze vorm van overlast bij het gebruik van de ligplaatsen.

De afmeerplaatsen zijn voorzien van een goede kadevoorziening met een reddingshaak of band, afvalbakken, bolders, ringen en dergelijke. Voor water en brandstof kunnen passanten terecht bij het tankstation aan de Dorpsstraat. Het is niet toegestaan dat passanten op hun vaartuigen overnachten aan deze afmeerplaatsen. Tussen 20:00 uur en 08:00 uur (volgende dag) is het daarom verboden om op de passantenplaatsen af te meren, tenzij hiervoor ontheffing is verkregen. Het betreft dan de volgende kadegedeelten (zie ook kaart):

  • 1.

    Dorpsstraat ter hoogte van het tankstation;

  • 2.

    Dorpsstraat voor het gedeelte gelegen tussen de Valbrug en de bushalte;

  • 3.

    Tramkade t.h.v. het nieuwe gemeentehuis.

Op de tekening behorend bij deze nota, staat door middel van kleuren weergegeven op welke locatie vaartuigen, met een vergunning, afgemeerd kunnen worden.

4.4 Dorp Maasland

De toegang tot het centrum van Maasland is door de aanwezigheid van smalle watergangen en van lage en moeilijk of niet te openen bruggen slechts beperkt toegankelijk voor watertoerisme. Verder geldt in het doorgaande water een verbod voor motorvaartuigen omdat de Zuidgaag geen officiële vaarweg is. In samenwerking met het recreatieschap is gekeken naar mogelijkheden om openbare aanlegplaatsen aan te brengen aan de rand van het dorp aan de Trekkade. Dit zijn voorzieningen waar passanten van 08.00 uur tot 20.00 mogen afmeren en het dorp kunnen bezoeken. Door het Recreatieschap wordt de mogelijkheid tot realisatie van deze voorzieningen verder uitgewerkt.

Noordvliet

Bij de toegang tot het dorp vindt veel vaarverkeer plaats vanuit de gemeente Maassluis richting het Midden-Delfland gebied. Om een maximale doorvaart van de Noordvliet te garanderen is het van belang om bij het verlenen van vergunningen voor ligplaatsen rekening te houden met een maximale doorgang voor de pleziervaart waarbij een vernauwing wel een gunstig effect heeft op de snelheid van de vaartuigen. Om echter beschadiging en botsingen te voorkomen is besloten om de breedte die de boten (inclusief eventuele steiger) innemen te maximaliseren tot 3 meter. Aan de zijde van Huis ter Lucht is de kade in particulier eigendom. Zowel aan de voor- als de achterzijde kan met inachtneming van de doorvaartbreedte van 5 meter en diepgang een ligplaats door aanwonenden worden ingenomen, met een maximum van 1 pleziervaartuig per woning.

Ter hoogte van partycentrum de Oude Veiling is een locatie gereserveerd voor de rondvaartboot. Richting Maassluis is het gezien de natuurlijke oevers ongewenst ligplaatsen toe te staan. Aan de zijde van de Maassluiseweg is het, gezien de verkeersveiligheid en de belemmering van het uitzicht op de natuurlijke oevers aan de overzijde, verboden om af te meren.

Zuidgaag

In de Zuidgaag geldt volgens de Keur een motorvaarverbod. In het gedeelte tussen de Noordvliet en de kruising met de Burgemeester Groot Enzerinksingel is al vele jaren een aanlegsteiger aanwezig die historisch gezien ooit gebruikt werd voor het vervoer van goederen van de achterliggende tuinderijen. Er is geen bezwaar tegen het verlenen van een ligplaatsvergunning aan aanwonende(n).

Langs de Kerkweg, aan de Kerkwegzijde, is het gezien de verkeersveiligheid en de staat van de kade ongewenst om ligplaatsvergunningen of het afmeren van pleziervaartuigen toe te staan. Tevens is het gezien de breedte van de watergang ongewenst om aan beiden zijden af te meren. Aan de zijde van de Kluiskade is het water en de oever grotendeels particulier bezit. Gezien de doorvaartbreedte van het water (doorvaartbreedte en aanwezige natuurlijke oevers) kan slechts op enkele plaatsen aan de Kluiskadezijde worden toegestaan om met een vergunning een ligplaats in te nemen. De afmeting van het toe te stane vaartuig en de mogelijkheid van een steiger zijn afhankelijk van de doorvaartfunctie van het water en de breedte van de watergang.

Vlak voor de kruising met de Hofsingel bevindt zich aan de Kluiskadezijde een gedeelte openbare kade met een toegankelijke oever. Gezien de ligging, nabij het toekomstig winkelcentrum, is deze kade bij uitstek geschikt voor het tijdelijk afmeren van passanten van kleine boten zoals roeiboten en kano’s. Door de beperkte omvang is, naast de hierboven vermelde functie als passantenplaatsen voor roeiboten en kano’s, de locatie ongeschikt voor het innemen van vaste ligplaatsen.

In het aanwijzingsbesluit is aangegeven dat het binnen het beschermd dorpsgezicht verboden is om een vaste ligplaats in te nemen. Wel is het mogelijk om tijdelijk af te meren tussen 08.00 uur en 20.00 uur en af te meren tijdens een evenement na een verkregen ontheffing. Ter bescherming van het uiterlijk aanzien van het dorpsgezicht geldt het verbod voor het innemen van een ligplaats vanaf de Hofsingel tot aan de grens met de Molenweg/Hofsingel.

Ook buiten de bebouwde kom geldt dat men op dit water niet mag varen met een motor. Omdat dit water voor het landelijk aanzicht zoveel mogelijk moet worden opengehouden is de mogelijkheid tot het innemen van een ligplaats voorbehouden aan aanwonenden. Aan de zijde van de Molenweg is het, in verband met de verkeersveiligheid, niet toegestaan om af te meren.

Middelvliet

Ter hoogte van de bebouwing is het innemen van een ligplaats met vergunning door aanwonenden toegestaan. Ook hier geldt een motorvaarverbod. Het gedeelte vanaf de brug Oude Veiling richting Maassluis langs de Wipperskade is gedeeltelijk in particulier eigendom. Tegen het innemen van ligplaatsen met een vergunning, door aanwonenden/eigenaren, is geen bezwaar.

4.5 Het buitengebied

In het buitengebied golden op grond van de provinciale Verordening watergebieden en pleziervaart Zuid-Holland enkele verboden. Door de intrekking van deze verordening is het van belang om via de bijbehorende kaarten de gewenste ontwikkelingen voor de toekomst op het gebied van vaste ligplaatsen aan te geven. Aan de Kwakelweg wordt het met vergunning innemen van ligplaatsen op de locaties buiten de bijzondere oevervegetatie aan beiden zijden toegestaan.

In de Zuidgaag, de Oostgaag (tot aan de verbreding bij de jachthaven bij Schipluiden) geldt op grond van de Keur een motorvaarverbod. Er mag er niet worden afgemeerd aan de zijde van de doorgaande weg. Voor de overige wateren worden ligplaatsen toegestaan voor vaartuigen van aanwonenden en mogelijke bedrijfsvaartuigen voor aan het water gevestigde bedrijven die voor de uitvoering van hun bedrijf een vaartuig nodig hebben. Hierbij zijn de algemene criteria van toepassing. Er worden geen vergunningen verleend voor vaartuigen bij recreatieverblijven.

Recreanten zijn in het buitengebied aangewezen op de openbare aanlegplaatsen voor een maximaal verblijf van drie aaneengesloten dagen of bij een langdurig verblijf in één van de jachthavens. In de periode van 1 april tot en met 30 september is het innemen van dezelfde ligplaats met een vaartuig slechts toegestaan voor ten hoogste drie achtereenvolgende dagen of gedeelten daarvan. Een vaartuig wordt geacht op dezelfde ligplaats te zijn gebleven, indien het binnen een straal van 500 meter, gerekend vanaf die ligplaats, wordt aangetroffen. Om met eenzelfde vaartuig meerdere malen gebruik te maken van dezelfde locatie moet tussen de laatste dag van het afmeren en de eerste dag van het afmeren van het vaartuig minimaal acht kalenderdagen zijn verstreken. Bij kades die zijn aangewezen voor mogelijkheden voor openbare afmeergelegenheden voor dagrecreatie geldt dat er, buiten de locaties met bijzonder oevervegetatie zoals rietkragen, alleen tussen 08.00 uur en 22.00 uur met een vaartuig een ligplaats mag worden ingenomen. Het vaartuig mag na 22.00 uur niet meer op de locatie aanwezig zijn.

Uitgangspunten bij de beoordeling van de locaties in het buitengebied zijn ondermeer:

  • 1.

    Het aanzicht van de gemeente, waarbij het landelijk en natuurlijk karakter van de gemeente moet worden behouden en het open weidelandschap mogen niet worden belemmerd.

  • 2.

    Naast deze kwaliteit van het landschap zijn ook de kansen die recreatie biedt belangrijk. De landschapskwaliteit mag niet ten koste gaan van de recreatie.

  • 3.

    Verkeersveiligheidsaspecten, civieltechnische aspecten, handhaving en toezicht.

  • 4.

    Bescherming van de natuur en de natuurlijke oevers.

  • 5.

    Kans op overlast voor de woonomgeving.

  • 6.

    Historische rechten door het overgangsrecht van de provinciale verordening.

Hoofdstuk 5 Afmeervoorzieningen

5.1 Aan te brengen voorzieningen

Regelmatig worden boten afgemeerd aan palen die in de (gras)kade worden geslagen. Dit beschadigt de kade. Voor het afmeren van boten zijn in Schipluiden en langs de Tramkade in Den Hoorn technische voorzieningen aangebracht. In de kade zijn bijvoorbeeld ringen aangebracht. Uit het overleg met de Watersportvereniging is gebleken dat het technisch niet mogelijk is om op elke willekeurige plaats ringen aan te brengen. Op verschillende locaties zijn palen geplaatst. Voor het plaatsen van palen en steigers in het water moet volgens de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland een vergunning bij het Hoogheemraadschap worden aangevraagd.

Verzoeken voor het aanbrengen van aanlegsteigers zullen slechts in uitzonderlijke situaties worden gehonoreerd. In de dorpskern van Schipluiden mogen in verband met de doorvaartbreedte geen steigers worden aangebracht. Wel zijn er plannen voor een openbare passantensteiger nabij het nieuwe gemeentehuis. Hierbij zal er een opstapplek gecreëerd worden voor de mindervalide waterrecreanten en een mogelijke opstapplaats voor de rondvaartboot.

Algemene uitgangspunten voor het verlenen van vergunningen voor het aanbrengen en het hebben van particuliere aanlegsteigers zijn:

  • 1.

    Historisch gegroeide of vastgelegde rechten op aanlegsteigers worden gerespecteerd.

  • 2.

    Verzoeken tot het aanbrengen van aanlegsteigers in openbaar water voor particulier gebruik worden in principe afgewezen, behoudens bijzondere omstandigheden. In principe wordt bij een grotere behoefte aan afmeervoorzieningen dan afmeerpalen of ringen doorverwezen naar de jachthavens. Wanneer een uitzonderingssituatie aanwezig wordt geacht kan een aanlegsteiger alleen worden toegestaan in die watergebieden waar men met vergunning een ligplaats mag innemen met een pleziervaartuig. De afmeting van de steiger wordt meegenomen in de maximale breedte die de steiger inclusief boot in beslag mag nemen in het vaarwater.

  • 3.

    Het hebben van een aanlegsteiger houdt geen automatisch recht in op het hebben van een ligplaatsvergunning om een vaartuig langer dan drie dagen af te meren. Bij nieuwe verzoeken voor de aanleg van een steiger geldt uitgangspunt 1 en 2.

  • 4.

    Daar waar de kade bestaat uit kademuren of bijzondere oever- of onderwatervegetatie (zie bijlage 1) worden geen steigers toegestaan.

  • 5.

    Er worden geen vergunningen voor aanlegsteigers afgegeven wanneer dit in strijd is met de hogere regelgeving zoals een Keur van het Hoogheemraadschap.

  • 6.

    Tegen steigers zonder gemeentelijke vergunning die langer dan 10 jaar aantoonbaar aanwezig zijn op locaties die in strijd zijn met het ligplaatsenbeleid zal niet handhavend worden opgetreden. Tenzij dit uit een oogpunt van openbare orde of veiligheid noodzakelijk is of de slechte onderhoudsstaat van de steiger hiertoe aanleiding geeft.

  • 7.

    De maximale afmetingen die een particuliere steiger mag hebben zijn een lengte van 6,0 meter, een breedte van 1,0 meter gemeten vanaf de oeverlijn, en een oppervlakte van maximaal 6 m2.

  • 8.

    Het materiaalgebruik van de steigers dient milieuvriendelijk en duurzaam te zijn. Het dek van de steiger dient te bestaan uit houten geprofileerde dekdelen. De gehele steiger dient in een donkere kleur te worden uitgevoerd.

  • 9.

    Binnen het historisch, beschermd dorpsgezicht mogen geen aanlegsteigers worden aangebracht.

    De vergunninghouder is altijd verantwoordelijk voor het onderhoud van de steiger en het betalen van precariorechten aan het Hoogheemraadschap.

Hoofdstuk 6 Overige zaken en evaluatie

6.1 Communicatie

In de huis- aan huiskrant zal speciale aandacht worden besteed aan het ligplaatsenbeleid. Ook op de gemeentelijke website zal de informatie worden opgenomen.

6.2 Evaluatie

Om te controleren of de gestelde beleidsdoelen – het voorkomen van excessen ten aanzien van het afmeren van boten en overige overlast op het water – worden gehaald, is het houden van een evaluatie noodzakelijk. Afhankelijk van de uitkomsten van bevindingen van de toezichthouders zal mogelijke aanpassing van beleid moeten plaatsvinden. Er kan drie-jaarlijks worden geëvalueerd tenzij er dringende redenen bestaan hiervoor een kortere termijn te hanteren.