Regeling vervallen per 01-08-2020

Gemeenschappelijke regeling raad van toezicht Openbaar Basisonderwijs West-Brabant

Geldend van 04-04-2013 t/m 31-07-2020

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling raad van toezicht Openbaar Basisonderwijs West-Brabant

Gemeenschappelijke regeling

Raad van toezicht voor Stichting Openbaar Basisonderwijs West-Brabant.

De raden, colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Roosendaal, Halderberge, Rucphen, Moerdijk en Drimmelen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

verklaren:

  • 1.

    dat coördinatie gewenst is van de bevoegdheden van de gemeenteraad zoals bedoeld in artikel 48 Wet op het Primair Onderwijs, mede gelet op de statutaire regelingen van de stichting;

  • 2.

    dat zij de huidige "Gemeenschappelijke regeling raad van toezicht Openbaar Basisonderwijs West-Brabant" uit 2004, in 2010 aangevuld vanwege de toetreding van de gemeente Drimmelen, willen wijzigen in de volgende gemeenschappelijke regeling.

Nieuw hoofdstuk

Artikel 1

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      deze regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

    • b.

      de wet: de wet gemeenschappelijke regelingen;

    • c.

      de stichting: Stichting Openbaar Basisonderwijs West-Brabant, statutair gevestigd te Roosendaal, feitelijk gevestigd te 4708 AJ Roosendaal, Vijfhuizenberg 157, ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder nummer 20116029;

    • d.

      de raad van toezicht: de raad van toezicht van de stichting, zoals in de statuten vermeld;

    • e.

      de raad: de gemeenteraad van de hiervoor vermelde gemeenten;

    • f.

      de school: de door de stichting in stand gehouden openbare school van welke de raden het bevoegd gezag aan de stichting hebben overgedragen;

    • g.

      WPO: Wet op het Primair Onderwijs.

Instellen orgaan

Artikel 2

    • 1.

      Voor de uitvoering van deze regeling wordt een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, te weten de raad van toezicht.

    • 2.

      Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd in Roosendaal.

Doel

Artikel 3

    • 1.

      De raad van toezicht coördineert en oefent de bevoegdheden van de raad uit als bedoeld in artikel 48 WPO en de statuten van de stichting.

    • 2.

      Waar in de statuten wordt vermeld dat een gemeenteraad goedkeuring dient te verlenen, is die bevoegdheid uitdrukkelijk voorbehouden aan de gemeenteraad en wordt deze niet aan de raad van toezicht overgedragen.

taken

Artikel 4

  • Samenstelling raad van toezicht

    • 1.

      De raad van toezicht bestaat uit de aangewezen wethouders (leden van het college van burgemeesters en wethouders met de portefeuille "onderwijs" of plaatsvervanger) van alle deelnemende gemeenten. Iedere gemeente kan slechts door één wethouder worden vertegenwoordigd.

      Taken raad van toezicht

    • 2.

      De raad van toezicht heeft de volgende taken:

    • a.

      het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van het bestuur van de stichting;

    • b.

      het goedkeuren van de begroting met toelichting en een meerjarenraming met toelichting voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren;

    • c.

      het goedkeuren van de jaarrekening;

    • d.

      het houden van toezicht op het bestuur van de stichting;

    • e.

      het nemen van maatregelen die de raad van toezicht nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen, indien vóór 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting niet is goedgekeurd.

      Hoedanigheid en belang

    • 3.

      De personen die deel uitmaken van de raad van toezicht zitten in hun hoedanigheid van wethouder in de raad van toezicht. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de stichting, het belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden, en het belang van de samenleving.

      Termijn

    • 4.

      De leden van de raad van toezicht zijn benoemd voor de termijn waarin zij fungeren als (plaatsvervangend) wethouder met in hun portefeuille "onderwijs" van de gemeenten.

      Geenvergoeding

    • 5.

      De leden van de raad van toezicht krijgen geen beloning of onkostenvergoeding voor hun werkzaamheden.

      Informatieverstrekking

    • 6.

      Het bestuur van de stichting verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens.

      Vacatures

    • 7.

      In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige raad van toezicht houdt zijn bevoegdheden.

werkwijze

Artikel 5

  • Vergadering

    • 1.

      De raad van toezicht vergadert ten minste twee maal per kalenderjaar.

    • 2.

      De raad van toezicht kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.

      Volmacht

    • 3.

      Een lid van de raad van toezicht kan zich door een ander lid van de raad van toezicht ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Eén lid van de raad van toezicht kan slechts één medelid ter vergadering vertegenwoordigen.

      Wijze van vergaderen

    • 4.

      De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van toezicht; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

      Openbare vergaderingen, tenzij

    5 De vergaderingen van de raad van toezicht zijn openbaar.

    • 6.

      De deuren worden gesloten wanneer een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

    • 7.

      De raad van toezicht beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

      Schakelbepaling

    • 8.

      De artikelen 16 (reglement), 17 (vergaderfrequentie), 19 (schriftelijke oproeping), 20 (quorum), 22 (immuniteit), 26 (handhaving orde) en 28 tot en met 33 (onder andere stem- en beslissingquotum en wijze van stemming) van de Gemeentewet zijn op het houden en de orde van de vergaderingen van de raad van toezicht van overeenkomstige toepassing.

      Notulen

    • 9.

      Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.

      Reglement

    • 10.

      De raad van toezicht kan zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement regelen.

Geheimhouding

Artikel 6

  • De raad van toezicht kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennisdragen, in acht genomen, totdat de raad van toezicht haar opheft.

voorzitter en "bestuur"

Artikel 7

    • 1.

      De raad van toezicht benoemt uit haar leden een voorzitter. Als de stemmen staken, is de wethouder van de gemeente met de meeste openbare basisscholen voorzitter.

    • 2.

      Gelet op de taken die de raad van toezicht heeft, achten de gemeenteraden het niet noodzakelijk om binnen de raad van toezicht een "dagelijks bestuur" en een "algemeen bestuur" in te stellen. Voorzover wettelijk noodzakelijk fungeert de voorzitter van de raad van toezicht als "dagelijks bestuur", in die zin dat hij het eerste aanspreekpunt voor de stichting is en hij richting de stichting het woord voert.

Verstrekken inlichtingen

Artikel 8

  • 2.

    Als een gemeenteraad besluit dat de raad van toezicht nadere inlichtingen aan die gemeenteraad dient te verstrekken, zal de wethouder van die gemeente de gevraagde inlichtingen verstrekken en namens de raad van toezicht het woord voeren.

Aftreden

Artikel 9

  • Een lid van de raad van toezicht treedt af:

    • a.

      als hij niet meer "onderwijs" in zijn portefeuille heeft;

    • b.

      als hij aftreedt als wethouder;

    • c.

      als de gemeenteraad het vertrouwen in hem opzegt;

    • d.

      als hij failliet gaat of de schuldsanering natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard;

    • e.

      aan hem van surseance van betaling wordt verleend;

    • f.

      bij ondercuratelestelling;

    • g.

      bij onder bewindstelling van het vermogen van het lid wegens geestelijke toestand of (de verwachting van) verkwisting of het hebben van problematische schulden;

    • h.

      ontslag door de rechtbank;

    • i.

      opzegging;

    • j.

      overlijden.

Duur en toetreding/wijziging

Artikel 10

    • 1.

      Deze gemeenschappelijke regeling is voor onbepaalde tijd getroffen.

    • 2.

      Wijziging van de regeling is mogelijk als twee/derde van de gemeenteraden hiermee instemmen. Wijziging van de regeling houdt niet wijziging van de statuten van de stichting in. Zowel de raad van toezicht als de gemeenteraden kunnen een voorstel doen om de regeling te wijzigen; als de gemeenteraad dit voorstel doet, stelt zij de raad van toezicht vooraf hiervan in kennis.

    • 3.

      Gemeenten die het bestuur van scholen hebben overgedragen aan de stichting kunnen toetreden. Toetreding is alleen mogelijk als alle gemeenteraden hiermee instemmen.

    • 4.

      Als de stichting niet meer een school binnen een bepaalde gemeente in stand houdt, zal de betreffende gemeente uit deze regeling treden. De (financiële) gevolgen van de uittreding zullen dan in onderling overleg worden vastgesteld, onder goedkeuring van gedeputeerde staten.

Opheffing

Artikel 11

  • 1.

    De regeling wordt opgeheven:

  • -

    als de stichting ophoudt te bestaan;

  • -

    als twee/derde van de raden hiermee instemmen, zowel op voorstel van de raad van toezicht als op voorstel van de gemeenteraden.

Als de gemeenteraad het voorstel tot opheffing doet, stelt zij de raad van toezicht vooraf hiervan in kennis.

  • 2.

    Bij opheffing besluit de raad van toezicht wat de bestemming van de financiële middelen van de raad van toezicht is, en stelt een liquidatieplan op.

Slot

Het college van burgemeester en wethouders zal deze regeling zenden aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant, en zorgt voor bekendmaking van deze regeling.