Verordening stimuleringslening instandhouding monumenten Montferland 2005

Geldend van 16-02-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening stimuleringslening instandhouding monumenten Montferland 2005

De raad van de gemeente Montferland,

gezien het voorstel van het college van d.d. 4 januari 2005 gelet op artikel 149 van de

Gemeentewet besluit vast te stellen de volgende:

Verordening stimuleringslening instandhouding monumenten Montferland 2005

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijk monument: onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Montferland 2005 als zodanig is aangewezen.

  • b.

    onderhoud:werkzaamheden noodzakelijk om een gemeentelijk monument in goede staat te houden c.q. als zodanig in stand te houden om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen.

  • c.

    restauratie:werkzaamheden aan een gemeentelijk monument die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van het gemeentelijk monument noodzakelijk zijn.

  • d.

    instandhouding:de term instandhouding is een verzamelnaam voor onderhoud en restauratie aan een gemeentelijk monument.

  • e.

    monumentencommissie:de commissie belast met de advisering ter zake van het beleid van het gemeentebestuur ten aanzien van monumentenzorg zoals aangegeven in de Verordening op demonumentencommissie Montferland 2005.

  • f.

    college:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland.

  • g.

    aanvrager:de eigenaar van het gemeentelijk monument die de aanvraag voor een stimuleringslening indient.

  • h.

    SVN:Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten.

  • i.

    plan:van een door een deskundige opgestelde overzicht van de te treffen onderhouds- / restauratiewerkzaamheden aan het gemeentelijk monument.

  • j.

    subsidiabele kosten:kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van een beschermd gemeentelijk monument die monumentale waarde bezitten te herstellen of te conserveren.

  • k.

    gemeentelijke stimuleringslening:een laagrentende lening vanuit de gemeenterekening bij het SVN voor doeleinden zoals omschreven in deze verordening.

  • l.

    Bouwfonds stimuleringslening 2000:een stimuleringslening met een rente van 0,5% uit de toewijzingsrechten van het Bouwfonds. Een en ander op voordracht van de gemeente.

  • m.

    Bouwfonds combinatielening:Een laagrentende lening met een door de gemeente te bepalen rente en looptijd verstrekt door het SVN.

Artikel 2 Leningsplafond

  • 1 Indien de in het stimuleringsfonds daartoe bestemde middelen dat toelaten kan het college met inachtneming van deze verordening een stimuleringslening toekennen ten behoeve van instandhouding van de in de gemeente Montferland gelegen gemeentelijke monumenten.

  • 2 Indien de in lid 1 bedoelde gelden zijn uitgeput kan het college de aanvraag om een lening afwijzen.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 1 Stimuleringsleningen voor instandhouding van gemeentelijke monumenten;

  • 2 Een lening kan uitsluitend worden toegewezen aan de natuurlijke - of rechtspersoon die krachtens het eigendomsrecht het genot heeft van een gemeentelijk monument, of dit recht aantoonbaar in de naaste toekomst verkrijgt.

Artikel 4 Lening

  • 1 Een stimuleringslening wordt alleen toegekend (verleend) voor plannen waarvan de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten € 3.000,-- of meer zijn per pand/object;

  • 2 Het college kent een stimuleringslening toe ter tegemoetkoming in de door hen vast te stellen subsidiabele kosten, onder aftrek van eventuele subsidie;

  • 3 De toekenning van een stimuleringslening wordt vastgelegd in een toewijzingsbrief en is een voorlopige toegekende lening. Hierop zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing. De toewijzingsbrief geeft aan de aanvrager een voorwaardelijk recht op een lening;

  • 4 In de toewijzingsbrief wordt vastgelegd:

    • NAW-gegevens;

    • Toewijzingsnummer van de lening;

    • Het pand;

    • De goedgekeurde subsidiabele kosten;

    • De lening;

    • De looptijd;

    • Een vast rentepercentage voor de gemeentelijke stimuleringslening gedurende de

    gehele looptijd. De adviesrente van het SVN is daarbij maatgevend;

    • Eventuele aanvullende voorwaarden.

  • 5 Na uitvoering en gereedmelding van het plan stelt het college het leningsbedrag definitief vast;

    De lening bedraagt niet meer dan het voorlopig toegekende leningsbedrag; Als het definitieve leningsbedrag lager is dan het voorlopige, lost de leningnemer het verschil binnen 30 dagen na vaststelling af.

Artikel 5 Maximaal leningsbedrag

De maximale lening bedraagt voor:

• Instandhouding van gemeentelijke monumenten: 100% van de goedgekeurde geraamde subsidiabele kosten tot een maximumlening van € 40.000,-- per pand/object.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1 Het college kan bepalen dat aanvragen om een stimuleringslening vóór een door hen vast te stellen datum worden ingediend;

  • 2 Honorering is afhankelijk van het leningsplafond en de reeds toegezegde aanvragen;

  • 3 De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld;

  • 4 In afwijking van lid 3 kan voorrang gegeven worden aan plannen waarbij restauratie c.q. onderhoud “zeer urgent” is;

  • 5 Indien sprake is van twee of meer aanvragen waarbij op grond van de in lid 3 genoemde toetsingscriteria geen rangorde kan worden bepaald, is de datum van ontvangst van de aanvraag doorslaggevend.

Artikel 7 Indieningvereisten

De aanvraag wordt in drievoud ingediend bij het college door middel van een hiervoor beschikbaar te stellen formulier. Hierbij worden in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:

• Een technische omschrijving van de te treffen voorzieningen of een bestek;

• Een gespecificeerde begroting van de kosten;

• Tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand die een goed zicht geven in de te treffen voorzieningen;

• Een recent inspectierapport van een naar mening van het college ten aanzien van de monumentenzorg onafhankelijke deskundige of deskundige instelling;

• Eventuele lijst van eerder gesubsidieerde voorzieningen;

• Een bewijs van eigendom.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1 Op een aanvraag voor een stimuleringslening besluit het college, na de monumentencommissie gehoord te hebben, binnen 8 weken na ontvangst. Deze termijn kan eenmaal door het college worden verlengd met maximaal 8 weken. De aanvrager zal daarvan in kennis worden gesteld;

  • 2 De aanvrager ontvangt bij toezending van het besluit op de aanvraag een gewaarmerkt exemplaar van de aanvraag retour;

Artikel 9 Leningsvoorwaarden

  • 1 De lening wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:

    • Dat er op de datum van toekenning nog niet begonnen is met de werkzaamheden, tenzij het college hier schriftelijk toestemming voor heeft gegeven;

    • Dat er binnen 6 maanden na toekenning met de werkzaamheden wordt begonnen;

    • Dat de werkzaamheden binnen 2 jaar na toekenning zijn uitgevoerd;

    • Dat de uitvoering van het werk gebeurt door een erkend vakbedrijf;

    • Dat de werkzaamheden conform de provinciale uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden uitgevoerd worden;

    • Dat er aan de door het college met controle belaste personen toegang wordt verleend tot het pand, tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden. Dat hen tevens inzage wordt gegeven in alle op het werk betrekking hebbende stukken;

    • Dat er in het geval van een leningstoekenning ook voldaan moet worden aan de leningsvoorwaarden en bepalingen van het SVN. In dat kader moet er ook een advies van het Bemiddelend Orgaan Hoevelaken worden overgelegd.

    • Een voorlopig toegekende lening is beschikbaar vanaf het moment dat de vastlegging ervan heeft plaatsgevonden door middel van een notariële akte. Het college bepaalt, na overleg met het SVN, in welke gevallen er geen hypotheekstelling wordt vereist.

  • 2 De eisen waaraan het pand na uitvoering van het werk moet voldoen zijn:

    • Een goede onderhoudsstaat. Dit ter nadere beoordeling door of namens het college;

    • De richtlijnen en eisen van de nutsbedrijven met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden aan elektrische installaties, water- en gasleidingen.

Artikel 10 Uitsluitinggrond

  • 1 Er wordt geen stimuleringslening verstrekt:

    • Als het leningsplafond is bereikt en er daardoor geen mogelijkheid is om nog nieuwe verplichtingen aan te gaan;

    • Voor te treffen voorzieningen waarvan de kosten door een verzekeringsuitkering zijn of worden gedekt;

    • De aanvrager, behoudens schriftelijke toestemming van het college, met de werkzaamheden is begonnen voordat de lening is toegewezen;

    • De aanvrager niet aantoonbaar de juridische eigenaar van het beschermd gemeentelijk monument is of wordt in de nabije toekomst;

    • Een eventueel voor de werkzaamheden vereiste vergunning op grond van de ‘Monumentenverordening Montferland 2005’ c.q. bouwvergunning niet is verleend;

    • Op grond van de subsidieverordening monumenten Montferland 2005 voor de betreffende onderhoudswerkzaamheden subsidie is verleend. Verwezen wordt hierbij naar artikel 4 lid 2;

    • Als de uitvoering van het plan niet door een erkend vakbedrijf gebeurt.

Artikel 11 Gereedmelding

  • 1 Uiterlijk binnen 12 weken nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd worden deze gereed gemeld bij het college. Hiervoor wordt een gereedmeldingsformulier beschikbaar gesteld.

  • 2 Bij deze gereedmelding wordt tevens – in tweevoud – ingediend:

    • Een specificatie van de werkelijk gemaakte kosten;

    • Alle betalingsbewijzen of een accountantsverklaring die hier inzicht in geeft;

    • Een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden die in de toewijzingsbrief zijn aangegeven;

  • 3 Bij een toegekende lening geldt dat na gereedmelding de hoogte van de lening definitief wordt vastgesteld. Alleen indien er afwijkingen zijn die resulteren in een ander leningsbedrag, zal dit resulteren in een nieuwe toewijzingsbrief.

Artikel 12 Vaststelling lening

  • 1 Het college besluit, na de monumentencommissie gehoord te hebben, binnen 8 weken na ontvangst van de gereedmelding tot definitieve vaststelling van de lening;

  • 2 De vaststelling gebeurt op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten;

  • 3 De aanvrager ontvangt bij toezending van het besluit op de gereedmelding een goedgekeurd en gewaarmerkt exemplaar van het gereedmeldingsformulier en de goedgekeurde kostenspecificatie retour.

Artikel 13 Intrekken

  • 1 Het college kan de lening geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • Niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorwaarden;

    • De lening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

  • 2 Het college trekt de lening in ieder geval in als de aanvrager meldt dat het onderhoud c.q. restauratie van het gemeentelijk monument niet door zal gaan;

  • 3 Bij de intrekking kan het college de (al betaalde) lening geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen en de nog openstaande lening geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel onder de mogelijkheid van beslaglegging.

Artikel 14 Afwijkingen en aflossing

  • 1 Zonder schriftelijke toestemming van het college mag niet afgeweken worden van het plan waarop de toewijzingsbrief is gebaseerd;

  • 2 Die toestemming wordt alleen verleend als duidelijk kan worden aangetoond dat deze afwijking noodzakelijk is;

  • 3 Extra aflossing op de lening is altijd – en zonder boete – mogelijk;

  • 4 Bij verkoop van het gemeentelijk monument wordt het schuldrestant uit de verkoopopbrengst afgelost.

Artikel 15 Ontheffing termijn

  • 1 Het college kan op een gemotiveerd schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van een in deze verordening genoemde termijn. Voorwaarde is wel dat dit verzoek vóór afloop van de betreffende termijn wordt ingediend;

  • 2 Het college kan aan deze ontheffing nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Als door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening, naar het oordeel van het college, zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kan het college, na de monumentencommissie en het SVN gehoord te hebben, afwijken van deze verordening mits de aard en de strekking van de regeling niet worden aangetast.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgende op die waarin de bekendmaking ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet heeft plaatsgevonden;

  • 2 De verordening stimuleringslening onderhoud en restauratie beschermde gemeentelijke monumenten, vastgesteld bij besluit van de raad van Bergh van 21 december 2000, vervalt op de datum waarop de verordening stimuleringslening instandhouding monumenten

    Montferland 2005 in werking is getreden;

  • 3 Aanvragen om een stimuleringslening die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in het tweede lid ingetrokken verordening.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als

‘Verordening stimuleringslening instandhouding monumenten Montferland 2005’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2005.

De griffier, W. Vrieze

De voorzitter,  P.J.J.M. Peters

 

Toelichting op verordening stimuleringslening instandhouding monumenten

[Klik hier om het document te downloaden]