Verordening Naamgeving en Nummering Montferland 2010

Geldend van 17-02-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Naamgeving en Nummering Montferland 2010

De raad van de gemeente Montferland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009;

gelet op artikel 149 en 156, eerste lid van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen:

Verordening Naamgeving en Nummering Montferland 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Afgebakend terrein:Een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is.

b. College:het college van burgemeester en wethouders.

c. Ligplaats:door het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor hetpermanent afmeren van een voor woon- bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

d. Nummers:door het college als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats of afgebakend terrein dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie.

e. Openbare ruimte:door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen.

f. Standplaats:door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan dat is bestemd voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

g. Pand:kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

h. Rechthebbende:eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

i. Beleidsregels:nadere bepalingen van procedurele en administratief-technische aard.

j. Verblijfsobject:de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzichtzelfstandig is.

k. Wijk- en buurtindeling:een indeling van een gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt.

l. Woonplaats:door het college als zodanig aangewezen en van naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

m. De Wet:de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en delen van de openbare ruimte

  • 1 Het college stelt de naam en de begrenzing van de woonplaatsen binnen het grondgebied van de gemeente vast en kan desgewenst de woonplaatsen naar eigen inzicht, al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten verdelen en aan elk van die delen namen en zo nodig ook letters en nummers toekennen.

  • 2 Het college kent binnen het grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden openbare ruimten per woonplaats en zo nodig aan openbare gebouwen en bouwwerken.

  • 3 Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid en tweede lid, worden tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1 Het college kent nummers toe aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen en desgewenst aan andere niet bij de wet genoemde objecten, zoals afgebakende terreinen.

  • 2 Aan de in het eerste lid genoemde objecten en plaatsen die een nummer hebben gekregen, moet dat nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht, zoals krachtens artikel 4 bepaald.

  • 3 Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen aanbrengen

  • 1 De door het college toegekende namen, zoals vervat in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar vanaf de openbare weg en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2 Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd verboden namen aan de openbare ruimte, woonplaatsen, openbare gebouwen en bouwwerken, dan wel aan wijken en buurten al dan wel aan ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen toe te kennen door deze op vanaf de openbare weg zichtbare wijze aan te brengen.

  • 3 Het is eenieder verboden op eigen initiatief nummers toe te kennen door deze op vanaf de openbare weg zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1 Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van delen van de openbare ruimten, naamverwijsborden, nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2 De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Verplichting tot aanbrengen van nummerborden

  • 1 Tenzij het college anders heeft besloten is de rechthebbende van een object verplicht de nummers, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

  • 2 De rechthebbende is verplicht de in het eerste lid genoemde nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 3 Indien verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen of een niet bij wet genoemd object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4 Het college kan de in het tweede een derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Beleidsregels

  • 1 Het college kan ten aanzien van het bedoelde in de artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 3, eerste lid, van deze verordening beleidsregels vaststellen omtrent het proces van:a. naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;b. naamgeving van de openbare ruimte en openbare gebouwen, enc. toekenning van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen en afgebakende terreinen.

  • 2 Bij het proces inzake naamgeving en nummering, alsmede bij het opmaken van stukken ten behoeve van het registreren van namen en nummers kan gebruik worden gemaakt van modelformulieren, modelbesluiten en modelverklaringen, die in de bijlage van de modelbeleidsregels zijn opgenomen.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1 Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, eerste tot en met vierde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na openbaarmaking.

Artikel 10 Overgangsbepalingen

  • 1 Namen en adressen die op grond van eerdere verordening aan openbare ruimten en aan adresseerbare objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2 Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften toegekende namen en adressen en de daarbij aangebrachte nummerdragers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen, adressen en nummerdragers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening naamgeving en nummering Montferland 2010".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad te ’s-Heerenberg, 28 januari 2010;
De raad van de gemeente Montferland,
De loco-griffier, E.H.A. Peters
De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema