Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg-Noord

Geldend van 25-04-2016 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord

Het college van de gemeente Mook en Middelaar:

overwegen het volgende:

• in het veiligheids- en gezondheidsdomein is op uitvoerend niveau samenwerking tussen de gemeenten in de regio geboden;

• met de gemeenschappelijke regeling wordt meer congruentie en doelmatigheid in de samenwerking tussen de gemeenten in de regio gerealiseerd;

• de in de praktijk gevoelde onbalans tussen algemeen bestuur en bestuurscommissie GGD dient te worden opgeheven;

• de Wet gemeenschappelijke regelingen is per 1 januari 2015 gewijzigd en de regeling daarop dient te worden aangepast;

en gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet

Besluit :

de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg-Noord zoals deze is vastgesteld op 20 september 2012 in te trekken en gelijktijdig aan te gaan de volgende

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO EN GEMEENTELIJKE GEZONDHEIDSDIENST LIMBURG-NOORD

(zoals gewijzigd op 23 oktober 2015)

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de regeling: de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg-Noord;

    • b.

      de Veiligheidsregio: het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de regeling;

    • c.

      gemeente(n): (een) aan deze regeling deelnemende gemeente(n);

    • d.

      college van B&W: college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente;

    • e.

      de Wvr: de Wet veiligheidsregio`s;

    • f.

      de Wgr: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • g.

      de Wpg: de Wet publieke gezondheid;

    • h.

      GGD: de gemeentelijke gezondheidsdienst zoals bedoeld in artikel 14 Wpg;

    • i.

      GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied als bedoeld in de Wvr;

    • j.

      bestuurscommissie GGD: de door het algemeen bestuur ingestelde bestuurscommissie zoals bedoeld in artikel 15, tweede lid onder a van de regeling;

    • k.

      bestuurscommissie Veiligheid: de door het algemeen bestuur ingestelde bestuurscommissie zoals bedoeld in artikel 15, tweede lid onder b van de regeling.

  • 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van gemeente, raad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester, onderscheidenlijk veiligheidsregio, algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter.

HOOFDSTUK II HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM

Artikel 2: Openbaar lichaam

  • 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam in de zin van artikel 8 lid 1 van de Wgr, genaamd: “Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord”. Het is gevestigd te Venlo.

  • 2. Het rechtsgebied van de Veiligheidsregio omvat het grondgebied van de gemeenten.

Artikel 3: Bestuursorganen

Het bestuur van de Veiligheidsregio bestaat uit het algemeen bestuur, de bestuurscommissie GGD, de bestuurscommissie Veiligheid, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

HOOFDSTUK III DOEL EN TAKEN VAN DE VEILIGHEIDSREGIO

Artikel 4: Doel

De Veiligheidsregio is het samenwerkingsorgaan van en voor de gemeenten en heeft tot doel de belangen van de gemeenten en hun ingezetenen te behartigen op het gebied van:

  • a.

    de brandweerzorg;

  • b.

    de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;

  • c.

    de rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • d.

    het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen;

  • e.

    het bevorderen van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio;

  • f.

    de publieke gezondheidzorg als bedoeld in de Wpg.

Artikel 5: Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Op het gebied van veiligheid zijn aan de Veiligheidsregio de taken en bevoegdheden opgedragen als bedoeld in artikel 10 van de Wvr.

  • 2.

    Op het gebied van publieke gezondheidszorg zijn aan de Veiligheidsregio de taken en Bevoegdheden opgedragen als bedoeld in de artikelen 2, 5, 5a, 6, 14 en 15a van de Wpg.

  • 3.

    De Veiligheidsregio kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 31a Wgr besluiten tot oprichting van en deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

  • 4.

    De Veiligheidsregio heeft voorts de zorg voor al hetgeen haar bij of krachtens wet of door de besturen van de gemeenten wordt opgedragen.

HOOFDSTUK IV ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 6: De leden

Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten.

Artikel 7: De vergadering

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste twee maal en voorts zo vaak de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig acht of indien ten minste 1/5 van het aantal leden dit schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen verzoekt.

  • 2. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 3. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde gedeelte der aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 4. Het algemeen bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 5. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd noch een besluit genomen over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;

    • b.

      het invoeren, wijzigen of afschaffen van belastingen;

    • c.

      het benoemen en ontslaan van leden van het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies GGD en Veiligheid.

  • 6. De hoofdofficier van justitie in het arrondissement Roermond en één van de voorzitters van de waterschappen ‘Peel en Maasvallei’ en ‘Roer en Overmaas’ worden voor de vergaderingen van het algemeen bestuur uitgenodigd. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 7. De commissaris van de Koning in de provincie Limburg wordt voor de vergaderingen van het algemeen bestuur uitgenodigd. Hij heeft in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 8. De regionaal militair commandant wordt voor de vergaderingen van het algemeen bestuur uitgenodigd. Hij heeft in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 9. De voorzitters van de bestuurscommissies GGD en Veiligheid nemen deel aan de vergaderingen van het algemeen bestuur. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 10. De voorzitter kan zo nodig andere functionarissen dan die genoemd in de leden 6, 7, 8 en 9 uitnodigen om deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur, indien hun aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is.

Artikel 8: Bevoegdheden

  • 1. Aan het algemeen bestuur behoren alle bevoegdheden die niet expliciet aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of andere organen zijn opgedragen.

  • 2. Het algemeen bestuur kan in ieder geval niet overdragen de bevoegdheid tot:

    • a.

      het vaststellen van de begroting of van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34 Wgr;

    • b.

      het heffen van rechten, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a Wgr;

    • c.

      het vaststellen van verordeningen door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven.

Artikel 9: Reglement van orde

Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergadering een reglement van orde vast.

HOOFDSTUK V DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 10: De leden

  • 1. Het dagelijks bestuur wordt, conform artikel 14 Wgr, benoemd door het algemeen bestuur en bestaat uit:

    • a.

      de voorzitter van het algemeen bestuur;

    • b.

      drie leden aan te wijzen uit en op voordracht van de bestuurscommissie GGD;

    • c.

      drie leden aan te wijzen uit en op voordracht van de bestuurscommissie Veiligheid, zijnde AB-leden.

  • 2. De leden worden door het algemeen bestuur benoemd voor een periode van vier jaar. Na afloop van de zittingsperiode zijn zij terstond herbenoembaar.

  • 3. Hij die ophoudt lid te zijn van de bestuurscommissie GGD of Veiligheid houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.

  • 4. Indien een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt, benoemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk het nieuw lid met inachtneming van het eerste lid van dit artikel.

Artikel 11: De vergadering

  • 1. Het dagelijks bestuur besluit in zijn eerste vergadering tot verdeling van de beheersmatige portefeuilles.

  • 2. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig oordelen.

  • 3. De artikelen 56, 57, 58 en 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12: Bevoegdheden

Aan het dagelijks bestuur zijn opgedragen de taken als bedoeld in artikel 33b Wgr.

HOOFDSTUK VI DE VOORZITTER

Artikel 13: Voorzitter en plaatsvervanger

  • 1. Voorzitter van de Veiligheidsregio is de burgemeester die in die functie bij Koninklijk Besluit is benoemd.

  • 2. Het algemeen bestuur wijst een van zijn leden aan die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

  • 3. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

Artikel 14: Taken

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur. De artikelen 26 en 74 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Hij draagt zorg voor een spoedige afdoening van zaken.

  • 3. Hij tekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Veiligheidsregio in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.

HOOFDSTUK VII COMMISSIES

Artikel 15: Commissies

  • 1. Het algemeen bestuur kan met inachtneming van de bepalingen in de artikelen 24 en 25 van de Wgr commissies instellen.

  • 2. Het algemeen bestuur besluit in elk geval, overeenkomstig artikel 25 Wgr, tot de instelling van de volgende bestuurscommissies:

    • a.

      Bestuurscommissie GGD

    • b.

      Bestuurscommissie Veiligheid.

Artikel 16: Bestuurscommissie GGD

  • 1. Met betrekking tot het taakveld in artikel 5 lid 2 genoemd, draagt het algemeen bestuur zijn bevoegdheden voor zover door wet- en regelgeving toegestaan over aan de bestuurscommissie GGD.

  • 2. De bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie GGD worden door het algemeen bestuur geregeld.

Artikel 17: Bestuurscommissie Veiligheid

  • 1. Met betrekking tot het taakveld in artikel 5 lid 1 genoemd, draagt het algemeen bestuur zijn bevoegdheden voor zover door wet- en regelgeving toegestaan over aan de bestuurscommissie Veiligheid.

  • 2. De bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie Veiligheid worden door het algemeen bestuur geregeld.

HOOFDSTUK VIII DE SECRETARIS /ALGEMEEN DIRECTEUR

Artikel 18: Benoeming en taken

  • 1. Het algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris / algemeen directeur.

  • 2. De secretaris / algemeen directeur is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de commissies behulpzaam bij alles wat de hun opgedragen taken aangaat.

  • 3. Door de secretaris / algemeen directeur worden alle stukken die van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaan mede ondertekend.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt voor de secretaris / algemeen directeur een instructie vast.

HOOFDSTUK IX RECHTSPOSITIE EN AANSTELLING VAN HET PERSONEEL

Artikel 19: Rechtspositie en bezoldiging

Het dagelijks bestuur regelt de bezoldiging en de rechtspositie van de ambtenaren en het overige personeel in dienst van de Veiligheidsregio overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet.

HOOFDSTUK X DE VEILIGHEIDSDIRECTIE

Artikel 20: Samenstelling

  • 1.

    Er is een Veiligheidsdirectie.

  • 2.

    De Veiligheidsdirectie bestaat uit:

    • a.

      de secretaris / algemeen directeur,

    • b.

      de regionaal commandant brandweer,

    • c.

      de directeur publieke gezondheid,

    • d.

      de coördinerend gemeentesecretaris,

    • e.

      de korpschef van de politie,

    • f.

      de directeur van de Ambulancezorg Limburg-Noord.

Artikel 21: regionaal commandant brandweer

  • 1.

    De regionaal commandant brandweer, als bedoeld in artikel 25 Wvr, wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de bestuurscommissie Veiligheid.

  • 2.

    De regionaal commandant brandweer staat aan het hoofd van de operationele brandweerorganisatie in de veiligheidsregio.

Artikel 22: directeur publieke gezondheid

  • 1.

    De directeur publieke gezondheid, als bedoeld in artikel 14 WPG en artikel 32 Wvr, wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de bestuurscommissie GGD, in overeenstemming met het algemeen bestuur.

  • 2.

    De directeur publieke gezondheid staat aan het hoofd van de operationele GHOR- organisatie in de Veiligheidsregio.

Artikel 23: Coördinerend functionaris

  • 1.

    De coördinerend functionaris, als bedoeld in artikel 36 wordt benoemd door de bestuurscommissie Veiligheid, op voordracht van de kring van gemeentesecretarissen van de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten. De bestuurscommissie Veiligheid is bevoegd de coördinerend functionaris te schorsen en te ontslaan.

  • 2.

    De coördinerend functionaris is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten dienen te treffen met het oog op rampen en crises.

HOOFDSTUK XI INLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Artikel 24: Het dagelijks bestuur en de voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

  • 2.

    Zij geven ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is.

  • 3.

    Zij geven – tezamen dan wel afzonderlijk – aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of een of meer leden daarvan hierom verzoek(t)(en), alle gevraagde inlichtingen.

  • 4.

    Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. In dit geval zijn de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter voor het door hem gevoerde bestuur.

Artikel 25: Het algemeen en het dagelijks bestuur ten opzichte van colleges

  • 1.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur geven aan de colleges van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de colleges van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door een of meer leden van die colleges worden verlangd.

Artikel 26: De leden van het algemeen bestuur ten opzichte van colleges

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur verschaft het college waarvan dit lid deel uitmaakt, alle inlichtingen die door dat college of door één of meer leden van dat college worden verlangd en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van dat college aangegeven wijze.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur is het college waarvan dit lid deel uitmaakt verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van dat college aangegeven wijze.

Artikel 27: Het algemeen en het dagelijks bestuur ten opzichte van raden

  • 1.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur geven aan de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door een of meer leden van die raden worden verlangd.

Artikel 28: De leden van het algemeen bestuur ten opzichte van raden

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur verschaft aan de raad van zijn gemeente alle inlichtingen die door die raad of door één of meer leden van die raad worden verlangd en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur is aan de raad van zijn gemeente verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze.

HOOFDSTUK XII FINANCIELE BEPALINGEN

Artikel 29: Organisatie van beheer en administratie

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van de Veiligheidsregio, alsmede met betrekking tot de controle op de administratie en het beheer.

  • 2.

    De artikelen 212, 213 en 214 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 30: De begroting

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.

  • 4.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.

  • 6.

    Het tweede, vierde en vijfde lid zijn ook van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, voor zover deze besluiten van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage.

Artikel 31: De jaarrekening

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 32: De kadernota

Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 33: Geldmiddelen

  • 1.

    De geldmiddelen van de Veiligheidsregio bestaan uit:

    • a.

      de algemene bijdragen van de deelnemende gemeenten, tot de bedragen die jaarlijks bij de vaststelling van de begroting worden aangegeven;

    • b.

      de bijdragen van de gemeenten of van derden in de kosten van op hun verzoek verrichte werkzaamheden die specifiek voor hen worden uitgevoerd;

    • c.

      subsidies;

    • d.

      belastingen;

    • e.

      doeluitkeringen;

    • f.

      overige inkomsten.

  • 2.

    De bijdragen, bedoeld in lid 1 onder a, zijn verschuldigd in 12 gelijke maandelijkse termijnen per de 15e van elke maand in het betreffende begrotingsjaar.

  • 3.

    Artikel 195 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK XIII BELASTINGEN

Artikel 34: Belastingheffing

  • 1.

    Het algemeen bestuur is bevoegd belastingen te heffen als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De artikelen 229a en 229b van de Gemeentewet, alsmede de op deze belastingen betrekking hebbende bepalingen inzake heffing en invordering in paragraaf 4 van hoofdstuk XV van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK XIV TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 35: Toetreding en uittreding

Toetreding van gemeenten tot deze regeling of uittreding uit deze regeling is slechts mogelijk na wijziging van de indeling van gemeenten in regio’s als bedoeld in artikel 8 van de Wvr.

Artikel 36: Wijziging

  • 1.

    Zowel het dagelijks bestuur als een gemeente kan aan het algemeen bestuur voorstellen doen over de wijziging van de regeling.

  • 2.

    Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, dan doet het dagelijks bestuur het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan de gemeenten.

  • 3.

    Een wijziging is tot stand gekomen wanneer ten minste twee derde van het aantal gemeenten, tezamen vertegenwoordigende ten minste twee derde van het aantal inwoners van de Veiligheidsregio, daartoe heeft besloten.

Artikel 37: Opheffing

  • 1.

    De regeling kan slechts worden opgeheven na het vervallen van de verplichting tot samenwerking als bedoeld in de Wvr.

  • 2.

    Bij opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.

  • 3.

    Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de gemeenten gehoord, vastgesteld.

Artikel 38: Toezending aan GS

Het besluit tot toetreding, wijziging, uittreding en opheffing van de regeling wordt door het college van burgemeester en wethouders van Venlo aan Gedeputeerde Staten toegezonden.

HOOFDSTUK XV ARCHIEF

Artikel 39

  • 1.

    De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregels zijn, voor zover van toepassing op de archiefbescheiden van gemeenten, van toepassing op de archieven van de Veiligheidsregio.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur wijst de functionaris(sen) aan die belast is (zijn) met het beheer van de archiefbescheiden, overeenkomstig de regels die hiervoor gelden bij de gemeente Venlo.

  • 4.

    De gemeentearchivaris van de gemeente Venlo oefent overeenkomstig de voor hem vastgestelde regels toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de in lid 5 bedoelde archiefbewaarplaats.

  • 5.

    De archiefbescheiden, bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Archiefwet 1995, worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Venlo.

  • 6.

    Bij opheffing van de Veiligheidsregio worden alle archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Venlo.

HOOFDSTUK XVI SLOTBEPALING

Artikel 40

  • 1.

    De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    De regeling kan worden aangehaald als gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg-Noord

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 25 april 2016.
Het college van burgemeester en wethouders van Mook en Middelaar,
De secretaris,
J.M.G. Smits – De Kinkelder
De burgemeester,
mr. drs. W. Gradisen