Regeling vervallen per 28-11-2019

Verordening op de rekenkamercommissie 2008

Geldend van 01-10-2008 t/m 27-11-2019

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie 2008

De raad van de gemeente Nederweert;

Gelet op de artikelen 81oa en 96 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

Vast te stellen de: "Verordening op de rekenkamercommissie 2008"

Titeldeel 1

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Wet: Gemeentewet;

b. commissie: rekenkamercommissie;

c. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

d. college: college van burgemeester en wethouders;

e. rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Nederwe

Titeldeel 1

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1 Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2 De rekenkamercommissie bestaat uit 3 leden.

Titeldeel 1

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1 De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en/of uit (burger)commissieleden en/of externen.

  • 2 De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen.

  • 3 De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter uit de externe en (burger) commissie leden van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

  • 4 Er is een audit-comité dat bij apart raadsbesluit wordt geregeld.

Titeldeel 1

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden en (burger)commissieleden is artikel 81g van overeenkomstige toepassing.

Titeldeel 1

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1 De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2 Het lidmaatschap van een raadslid of (burger)commissielid eindigt:

    a. op eigen (schriftelijk) verzoek;

    b. indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    c. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • 3 Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    a. op eigen (schriftelijk) verzoek;

    b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4 De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Titeldeel 1

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1 De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie en voor reiskosten. De presentiegeldvergoeding bedraagt € 160 per vergadering per lid.

  • 2 De vergoeding wordt periodiek geïndexeerd conform het percentage waarmee de lonen van de gemeenteambtenaren toenemen volgens CAO-afspraken.

Titeldeel 1

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1 De raad benoemt de griffier als secretaris van de rekenkamercommissie.

  • 2 De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3 De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4 De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Titeldeel 1

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Titeldeel 1

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1 De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3 De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Titeldeel 1

Artikel 10 Werkwijze

  • 1 De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2 De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3 De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4 De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5 De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6 De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7 Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8 De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9 Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Titeldeel 1

Artikel 11 Budget

  • 1 De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2 Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    a. de vergoedingen aan de externe leden en (burger)commissieleden;

    b. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    c. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3 De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Titeldeel 1

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2008.

De “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie” van 27 februari 2007 wordt ingetrokken, met ingang van 1 oktober 2008.

Titeldeel 1

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie 2008”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 september 2008
De griffier, De voorzitter,
E.G. Schrier H.F.M. Evers

Toelichting 1 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In deze verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee willen wij voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81oa van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze modelverordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met externen.

Artikel 3

Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden en leden van andere commissies deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Indien de rekenkamercommissie uit twee of meer leden bestaat, benoemt de rekenkamercommissie uit de externe leden de voorzitter van de rekenkamer. De raad heeft op 27 november 2007 besloten om het aantal externe leden uit te breiden van 2 naar 3. Raadsleden maken tot nu toe geen deel uit van de rekenkamercommissie, maar dit is wel mogelijk op grond van de verordening. In het tweede lid is een termijn van vier jaar, overeenkomstig de huidige praktijk aangehouden.

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden en (burger)commissieleden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op nonactiviteit te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 6

In dit artikel is de vergoeding die externe leden en (burger)commissieleden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

Artikel 7

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Op 27 november 2007 heeft de raad besloten om de griffier deze rol te laten vervullen. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die

wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid van uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen. Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook nader in een reglement van orde kunnen worden geregeld.

Artikel 11

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 12 en 13

Deze artikelen behoeven geen toelichting.