Regeling vervallen per 01-07-2015

Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-06-2015

Intitulé

Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012

De raad van de gemeente Nederweert,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2011;

gelet op artikel 8a van de WWB;

gelet op artikel 35, eerste lid, onderdeel c IOAW alsmede artikel 35, eerste lid, onderdeel c IOAZ;

overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en uitkeringen, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van genoemde wetten, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, welke in een verordening worden neergelegd;

B E S L U I T vast te stellen de volgende

“Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012”

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(IOAZ);

b. inlichtingenplicht: verplichting van artikel 17 van de WWB en artikel 13 van de IOAW en IOAZ;

c. beleidsregels terugvordering: de regels bedoeld in de beleidsnotitie Inkomen Algemeen;

d. college: burgemeester en wethouders;

e. belanghebbende: belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb.

 

Artikel 2 Handhavingsplan

Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en uitkeringen, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.

Artikel 3 Inhoud handhavingsplan

In het in artikel 2 genoemde handhavingsplan komt in ieder geval tot uitdrukking;

- een gemeentelijke visie op handhaving;

- aanpak fraudepreventie;

- aanpak frauderepressie.

 

Artikel 4 Afstemming en terugvordering

  • 1 Bij ten onrechte ontvangen bijstand en uitkeringen ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht alsmede bij misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet verlaagt het college de bijstand of uitkering en past het college maatregelen toe conform hetgeen hierover is bepaald in de wet en de afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ;

  • 2 Terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand en uitkeringen vindt plaats overeenkomstig de wet en de beleidsregels terugvordering.

Artikel 5 Verantwoording

Het college legt periodiek, via een bijlage bij de bestuursrapportage, verantwoording af aan de raad.

Gerapporteerd wordt over:

- het aantal gevallen waarin de poortwachtersfunctie heeft geleid tot het niet behandelen of afwijzen van de aanvraag voor bijstand of uitkering;

- het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat de bijstand of uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

- de hoogte van de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand of uitkering;

- in hoeveel gevallen proces-verbaal is opgemaakt.

 

Artikel 6 Slotbepaling

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 juli 2004, laatstelijk gewijzigd op 20 december 2011.
De raadsgriffier,                               De voorzitter,
E.G. Schrier                                       H.F.M. Evers
 

Stappenplan bij verzwegen “zwarte” inkomsten of samenlevingsfraude 1

Stap 1 Ontvangst tip of signaal.

Stap 2 a) Concreet signaal?

 Gericht onderzoeken.

1) Signaal wordt door de consulent afgehandeld.

Er bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de diensten van de sociale

recherche (vermoeden fraude < € 10.000,-);

2) Het onderzoek wordt afgehandeld door de sociale recherche (vermoeden fraude >

€ 10.000,-).

b) Geen concreet signaal?

 de consulent verricht dossieronderzoek om te bezien of het signaal op zichzelf staat

danwel of er verbanden gelegd kunnen worden. Wanneer het signaal dan alsnog

concreet blijkt, wordt gehandeld conform stap 2a.

Evt. aanknopingspunten in dossier (niet limitatief):

• Onverklaarbare geldelijke transacties;

• Veelvuldige betalingen en/of geldopnames in binnen- of buitenland, die niet in verhouding staan met beschikbare middelen;

• Regelmatig verblijf in het buitenland of elders;

• Onderbreking(en) van de uitkeringsverstrekking;

• Eerdere fraude vastgesteld;

• Geen opnames maar wel afschrijvingen;

• Is er sprake (geweest) van vermogensopbouw dan wel (plotselinge) aflossing van schulden;

• Hoge (woon) lasten of andere uitgaven in relatie tot beschikbare middelen. Let ook op hoge of lage energielasten.

Geen aanknopingspunten uit dossieronderzoek?

 Kwestie wordt besproken met sociale recherche en beoordeeld wordt of de klant moet worden uitgenodigd voor een confrontatie met de tip/signaal. Indien verklaring van klant onvoldoende of niet plausibel is, wordt deze verzocht om zijn relaas te onderbouwen met bewijzen. Gedurende de afhandeling van het signaal moet steeds de vraag worden gesteld “is het recht op bijstand of uitkering nog vast te stellen?”. Wanneer deze vraag ontkennend wordt beantwoord en de klant de onduidelijkheid niet wegneemt wordt het recht op de bijstand of uitkering ingetrokken. Uiteraard pas nadat de klant de gelegenheid heeft gehad zijn verzuim te herstellen.

Om te voorkomen dat een ander, lopend onderzoek wordt doorkruist dient er bij een concreet signaal altijd afstemming plaats te vinden met de sociale recherche.

Aandachtspunten:

1. Een huisbezoek wordt altijd afgelegd samen met een collega (consulent) of sociaal rechercheur;

2. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een aangekondigd en een onaangekondigd huisbezoek. Dit laatste gebeurt bij concrete fraudesignalen en een aangekondigd huisbezoek in het betreffende geval tactisch niet verantwoord is;

3. Van een huisbezoek kan een preventieve uitwerking uitgaan, indien de klant op de hoogte is van reden van het bezoek. Openheid en duidelijkheid omtrent de reden van het huisbezoek wordt voorgestaan. Een klant in het ongewisse laten is niet zinvol en leidt enkel tot onbegrip en misverstanden.

 

Toelichting 1 Toelichting handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012