Nadere regels Oud Limburgs schieten bij evenementen

1. Er moet een baancommandant worden aangesteld die tijdens de schietactiviteit verantwoordelijk is voor de veiligheid en het naleven van deze nadere regels.

Toelichting:

Hij kan herkenbaar worden gemaakt door bijvoorbeeld een rode armband van tenminste 2 cm breed.

2. Er moet een onveilige zone (bepaald overeenkomstig het Handboek milieuvergunningen – info te verkrijgen bij de gemeente) worden afgezet met waarschuwingsborden (SCHIETTERREIN. Het achter dit bord gelegen terrein is levensgevaarlijk). Een tekening met daarop de onveilige zone dient minimaal 8 werkdagen voor het schietevenement bij kleine evenementen of 10 werkdagen bij middelgrote evenementen te worden overgelegd.

Toelichting:

Geadviseerd wordt tijdig vooroverleg te voeren over de ligging, kenmerken en omvang van de onveilige zone.

3. Er dient overeenstemming te zijn bereikt met de eigenaars, pachters of andere rechthebbenden van de gronden en/of gebouwen die binnen de onveilige zone liggen omtrent het gebruik van de schietbomen, inclusief het rapen van de verschoten kogels. Zonder deze overeenstemming of toestemming mag geen gebruik van de schietbomen worden gemaakt.

4. Er mag niet worden geschoten indien zich iemand binnen de onveilige zone bevindt. Hiertoe moet de onveilige zone kunnen worden overzien. Is dit niet het geval, dan moeten tijdens het schieten waarnemers zodanig zijn geposteerd dat deze de zone wel kunnen overzien. Zij moeten met zendapparatuur in contact staan met de baancommandant en hem waarschuwen wanneer iemand de onveilige zone betreedt.

5. Indien gevaar voor het luchtverkeer kan ontstaan, bijvoorbeeld bij overkomende zweefvliegtuigen, moet het schieten worden gestaakt.

6. Er moet een voorziening zijn om het verschoten lood op te ruimen. Zo spoedig mogelijk na afloop van het schietfeest doch in ieder geval binnen 2 maanden moet ten minste 90% van de verschoten kogels worden ingezameld, geregistreerd en zoveel mogelijk hergebruikt.

Toelichting:

Als de intensieve valzone bestaat uit bos, water of moeras, kan hieraan niet worden voldaan en is het schietevenement verboden tenzij kogelvanger s worden toegepast.

In dit verband wordt bos gedefinieerd als: een als zelfstandige eenheid te onderscheiden gebied van meer dan 20 bij elkaar staande bomen of struiken, niet zijnde een eenrijige beplanting, met een oppervlakte groter dan 5000 m 2.

Tevens wordt als bos in een intensieve valzone aangemerkt een verzameling bosjes (ook struiken bevattend), ieder kleiner dan 1000 m 2, met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 4300 m 2.

Het onveilige gebied mag maximaal 2 sloten van maximaal 1 m breed bevatten en open water van maximaal 5 m 2