Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening burgerinitiatief gemeente Neerijnen 2005

Geldend van 15-04-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Neerijnen 2005

De raad van de gemeente Neerijnen;

gelezen het voorstel van het presidium van 14 september 2005;

gelet op artikel 149 van Gemeentewet.

besluit:

vast te stellen de

Verordening Burgerinitiatiefvoorstel gemeente Neerijnen 2005

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder

a. een burgerinitiatiefvoorstel: een schriftelijk voorstel van een initiatiefgerechtigde om een

onderwerp of een voorstel over een gemeentelijke aangelegenheid op de agenda van

de vergadering van de raad te plaatsen;

b. raad: gemeenteraad van Neerijnen;

c. college: college van burgemeester en wethouders van Neerijnen.

Artikel 2

De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend. Geldig is het verzoek dat:

a. door ten minst 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

b. niet een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

c. voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel kan geen betrekking hebben op:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. vaststelling of wijziging van de begroting;

c. gemeentelijke belastingen en tarieven;

d. benoemingen van personen en functioneren van personen;

e. een vraag over het gemeentelijk beleid;

f. voorstellen die een wijziging in beleid betreffen dat al in een ver gevorderd stadium van ontwikkeling is of al in uitvoering is;

g. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

h. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

i. een voorstel dat strijdig is met hogere regelgeving;

j. een voorstel dat ingediend wordt binnen twee jaar nadat de raad een besluit heeft genomen en waarbij zich geen nieuwe feiten hebben voorgedaan;

k. voorstellen die alleen priv-belangen betreffen en daarmee niet in het belang zijn van buurt, wijk, dorp of stad, of

l. voorstellen die expliciet nadeel of schade opleveren voor specifieke bewonersgroepen.

Artikel 5

1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de

vergadering van raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad

2. Het verzoek bevat ten minste:

a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van

de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en

handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van de verordening opgenomen model.

Artikel 6

1. De voorzitter van de raad bericht binnen twee weken na ontvangst of het verzoek voldoet aan het bepaalde in artikelen 2,4 en 5.

2. Indien niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2 sub a of artikel 5, lid 2, stelt de voorzitter van de raad de indieners in de gelegenheid om binnen vier weken het verzoek aan te vullen.

3. De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na afloop van de termijn genoemd in lid 2 over het aangevulde verzoek en of het aangevulde verzoek voldoet aan het bepaalde in de artikelen 2,4, en 5.

4. De raad beslist over de behandeling van het verzoek in de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek dan wel in aanvulling op het verzoek, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek dan wel aanvulling op het verzoek en de dag van de vergadering van de raad.

5. De raad kan voordat een besluit wordt genomen over het burgerinitiatiefvoorstel het college verzoeken een advies hierover uit te brengen.

6. Indien het verzoek niet een onderwerp betreft dat tot de bevoegdheid van de raad behoort, kan de raad het verzoek doorzenden naar het college.

7. De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker(s) schriftelijk uit voor de

raadsvergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De verzoeker(s) of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel nader toe te lichten.

8. De verzoekers worden door het college op de hoogte gesteld van het besluit van de raad.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit in het burgerjaarverslag over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

1. Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

2. de verordening kan wordt aangehaald als: verordening burgerinitiatief gemeente Neerijnen 2005.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 6 oktober 2006
Voorzitter
Griffier