Regeling vervallen per 20-12-2012

Standplaatsenbeleid gemeente Nieuwegein

Geldend van 19-11-2009 t/m 19-12-2012

Intitulé

Standplaatsenbeleid gemeente Nieuwegein

1.Inleiding

Er is sprake van een standplaats wanneer op of aan de weg, aan een openbaar water of een andere voor publiek toegankelijke plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel goederen te koop worden aangeboden, verkocht of verstrekt, dan wel diensten worden aangeboden aan publiek (Algemene Plaatselijke Verordening).

 

Het aantal verleende standplaatsvergunningen in Nieuwegein schommelt de laatste jaren tussen 21 en 26 per jaar.

De meeste locaties waar standplaats wordt ingenomen zijn gelegen nabij winkelcentra. Standplaatshouders profiteren van de aantrekkingskracht van het totale winkelcentrum. Zelf hebben zij onvoldoende autonome aantrekkingskracht. Echter ook de winkelcentra kunnen profiteren van de aanwezigheid van standplaatshouders. Standplaatsen kunnen het voorzieningenniveau van een winkelcentrum in een wijk (tijdelijk) versterken en aanvullen.

In Nieuwegein zijn met name de binnenstad en Batau-noord (Muntplein) veel gevraagde locaties. Daarnaast komen er de laatste twee jaar steeds meer aanvragen voor het innemen van een standplaats nabij winkelcentrum Galecop.

 

Er zijn diverse soorten standplaatshouders. Jaarstandplaatshouders staan gedurende het hele jaar één of meerdere dagen per week op een bepaalde locatie. Daarnaast zijn er standplaatshouders die slechts gedurende een bepaalde periode per jaar standplaats innemen, zoals kerstboomverkopers. Tenslotte zijn er de zogenaamde incidentele standplaatshouders, zij nemen slechts gedurende één of enkele dagen een standplaats in. Deze nota richt zich op alle soorten standplaatshouders. In enkele hoofdstukken wordt onderscheid gemaakt tussen jaarstandplaatsen en incidentele standplaatsen.

 

Het standplaatsenbeleid van de gemeente Nieuwegein is de afgelopen tien jaar nauwelijks gewijzigd. In 1996 is het beleid aangevuld met de regel dat voertuigen e.d. waarmee standplaats wordt ingenomen verrijdbaar moeten zijn en iedere avond moeten worden verwijderd, anders is er sprake van een bouwwerk. In 1997 is er een aanvulling gemaakt met betrekking tot de wijk Galecop. Gedurende drie jaar zou het in aanbouw zijnde winkelcentrum worden beschermd. Er mochten geen vergunningen worden afgegeven voor die branches die reeds in het winkelcentrum aanwezig waren.

Met andere woorden het huidige beleid is gedateerd en erg beperkt. Bovendien zijn er de laatste jaren een aantal problemen/vragen naar voren gekomen waardoor het huidige beleid niet meer voldoet. Derhalve is dit beleid opnieuw bekeken in overleg met de brandweer, de politie, de afdelingen Milieu en Juridische Zaken en Veiligeheid (JZV) en de sector Stadsbeheer.

In deze nota zal worden ingegaan op het juridisch kader, het beleidskader, de vergunningvoorschriften en de aanvraag-procedure. In de bijlage  is  het nieuwe aanvraagformulier opgenomen. 

2. Juridisch kader

Het juridisch kader voor de beoordeling van aanvragen voor standplaatsvergunningen wordt gevormd door de Algemene plaatselijke verordening. Op grond van het bepaalde in artikel 5:18 lid 1 van de Apv is het zonder vergunning van het college van B&W verboden op of aan de weg, aan een openbaar water of een andere voor publiek toegankelijke plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben ten einde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden of goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te verkoop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

 

Een vergunning kan worden geweigerd:

  • in het belang van de openbare orde;

  • ter voorkoming of beperking van overlast;

  • ter bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

  • in het belang van de verkeersvrijheid en – veiligheid;

  • indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente door het verlenen van de vergunning een redelijke verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

  • wanneer een vergunning in strijd is met het geldende bestemmingsplan.

 

Op standplaatshouders zijn naast bovenstaande ook andere regels van toepassing. Deze regels stellen vanuit andere motieven eisen aan de standplaatshouder. Een standplaatshouder moet dan ook niet alleen over een standplaatsvergunning, afgegeven door burgemeester en wethouders, beschikken, maar moet, indien nodig, ook aan andere wettelijke vereisten voldoen.

 

 

Wet op de Ruimtelijke Ordening

In artikel 5:18 lid 2, Apv is aangegeven dat een vergunning voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd vanwege strijd met het geldende bestemmingsplan. Wanneer wel een vergunning wordt verleend, blijven eventuele eisen die in het geldende bestemmingsplan worden gesteld, van kracht.

 

Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet regelt een aantal zaken met betrekking tot de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats.

 

Warenwet

Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot hygiëne en degelijkheid van producten.

De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door burgemeester en wethouders gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsenvergunning.

 

Wet Milieubeheer

In de Wet Milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor een standplaatshouder, voor zover zijn verkoopplek als ‘inrichting’ kan worden aangemerkt.

 

Leges- en precarioverordening

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag ten behoeve van het  verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden, de zogenaamde leges. De tarieven staan vermeld in de legesverordening.

Wanneer de vergunning is verleend, wordt tevens precariobelasting  in rekening gebracht. Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting verstaan voor het hebben van voorwerpen op grond van de gemeente, voor de openbare dienst bestemd. De tarieven staan in de precarioverordening vermeld. 

 

 

3. Beleidskader

In aanvulling op datgene wat bepaald is in de Apv kan de gemeente Nieuwegein standplaatsenbeleid vaststellen. De mogelijkheden zijn echter zeer beperkt. In gemeentelijk standplaatsenbeleid mag het volgende worden vastgelegd (Modelverordening VNG):

  • aanwijzen van locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen;

  • een maximum aantal af te geven standplaatsvergunningen;

  • aanwijzen van tijdstippen waarop standplaatsen mogen worden ingenomen.

 

3.1 Standplaatslocaties

Standplaatsen kunnen het voorzieningenpakket van een winkelcentrum in een wijk (tijdelijk) versterken en aanvullen. Standplaatshouders zijn gebaat bij de aantrekkingskracht van het totale winkelcentrum. Zelf hebben zij onvoldoende autonome aantrekkingskracht. De vergunninghouders zijn zich hiervan bewust en vragen bij voorkeur juist een locatie nabij winkelcentra.

De afgelopen jaren waren per winkelcentrum één of twee locaties in gebruik ten behoeve van standplaatshouders. Daarnaast zijn enkele locaties buiten de winkelcentra in gebruik, onder andere op bedrijventerreinen.

In overleg met de politie, de brandweer en Stadsbeheer zijn de locaties zoals die in voorgaande jaren werden ingenomen opnieuw bekeken. Daarnaast is gekeken of er, indien noodzakelijk, meer locaties per winkelcentrum kunnen worden aangewezen. De adviserende afdelingen/organisaties hebben hun oordeel daarbij  gebaseerd op de aspecten openbare orde, overlast, verkeersvrijheid en verkeersveiligheid.

 

Het aanbod van locaties zoals die de afgelopen jaren zijn gehanteerd, is voor de meeste winkelcentra voldoende gebleken om in de vraag van standplaatshouders naar locaties te kunnen voorzien. Alleen voor City Plaza en Galecop komen meer aanvragen binnen dan kunnen worden toegewezen binnen de huidige locaties. Echter bij City Plaza zijn geen extra locaties aan te wijzen aangezien dan de openbare orde en veiligheid in gevaar komen, bijvoorbeeld doordat parkeerplaatsen worden ingenomen ten behoeve van standplaatshouders, waardoor parkeerhinder ontstaat voor bezoekers en omwonenden. Of doordat de toegangsdeuren van City Plaza onvoldoende vrij kunnen worden gehouden. Bij winkelcentrum Galecop biedt alleen het plein voor het winkelcentrum ruimte voor standplaatsen. Ook hier zijn geen extra locaties mogelijk.

 

Voorgesteld wordt de huidige locaties nabij de winkelcentra te behouden. Dit zijn:

             Winkelcentrum                locatieduiding

City Plaza                             op de Markt bij de visbank               

                                               Voor de winkel aan de Passage 77

Muntplein                            twee locaties aan de Penningburg

Hoog-Zandveld                   twee locaties aan de Ratelaar

Vreeswijk                             Dorpsstraat nabij Kippenbruggetje (twee locaties)

Nedereind                            hoek Zwanenburgstr./Ornsteinlaan

Makado                                Richterslaan (optie: parkeerterrein aan de achterkant)

De Gaarde                           twee locaties aan de Moerbeigaarde            

De Veste (Fokkesteeg)     Rapenburgerschans, bij supermarkt

Galecop                                Twee locaties voor de ingang van het winkelcentrum

Kauwenhof (Doorslag)     In het verlengde van de supermarkt (Kauwenhof 1) en voor de apotheek (Kauwenhof 12) op het parkeerterrein.

 

 

Naast bovengenoemde locaties nabij winkelcentra is er de afgelopen jaren ook standplaats ingenomen op de hoek Henri Dunantlaan/Handelskade. Alhoewel de Handelskade in de vorig jaar vastgestelde ´beleidsvisie buurt- en wijkwinkelcentra Nieuwegein´ niet meer wordt aangemerkt als buurtwinkelcentrum is er wel sprake van verspreide bewinkeling. Voorgesteld wordt deze locatie derhalve te handhaven ten behoeve van één standplaatshouder. Daarmee wordt ook tegemoet gekomen aan de wens van de winkeliersvereniging Vreeswijk.

 

In aansluiting op bovenstaande wordt voorgesteld om ook voor de gebieden buiten de woonwijken maximaal twee standplaatslocaties per gebied te hanteren. Daarbij kunnen de volgende gebieden en standplaatslocaties worden onderscheiden:

Plettenburg de Wiers        vrachtwagenparkeerterrein Structuurbaan (twee locaties)

De Wiers Zuid                     vrachtwagenparkeerterrein Montageweg (twee locaties)

Blokhoeve                            parkeerterrein (twee locaties)

Rijnhuizen                            Strcutuurbaan/Newtonbaan

Laagraven/Liesbosch         twee nog nader te bepalen locaties

 

In Rijnhuizen is momenteel slechts één locatie aangewezen, in Laagraven/Liesbosch zijn nog geen locaties aangewezen. Wanneer hier aanvragen voor binnenkomen zal er op dat moment worden gekeken in overleg met politie, brandweer en de sector Stadsbeheer of die betreffende locatie mogelijk is. Indien het locaties betreft op privaat terrein dan dient de aanvrager eerst toestemming te krijgen van de eigenaar.

 

Jaarstandplaatshouders kunnen alleen gebruikmaken van bovengenoemde locaties. Incidentele standplaatshouders kunnen van dezelfde locaties gebruik maken indien er in de betreffende periode geen gebruik wordt gemaakt van de locatie door een jaarstandplaatshouder. In de praktijk is er echter niet voldoende plaats voor dergelijke verzoeken. Voorgesteld wordt geen locaties vast te leggen voor incidentele standplaatshouders. Aanvragers voor een incidentele standplaats zullen zelf aan moeten geven waar ze gedurende enkele dagen willen staan. Nadat de aanvraag is ingediend zal dan in overleg met Stadsbeheer, de politie en de brandweer worden besproken of de gevraagde locatie mogelijk is.

 

 

3.2 Maximum aantal af te geven vergunningen

Iedere gemeente kan een maximum aantal af te geven vergunning vaststellen voor de gemeente als geheel en voor de diverse deelgebieden.

Zoals reeds eerder aangegeven wordt gekozen voor een indeling van Nieuwegein in winkelgebieden.  De locaties zijn hierboven reeds genoemd. Het maximum aantal jaarstandplaatsvergunningen is bereikt, wanneer deze locaties gedurende de gehele week zijn ingevuld. Met andere woorden er kunnen voor iedere standplaatslocatie net zoveel jaarstandplaatsvergunningen worden verleend totdat die plaats iedere werkdag bezet is. Dit betekent dat er iedere dag maximaal twee standplaatshouders per winkelcentrum kunnen staan.

Het aantal incidentele standplaatshouders neemt de laatste jaren af. Het is daarom niet nodig een maximum te stellen. 

3.3 Tijdstippen waarop standplaatsen mogen worden ingenomen

 

Standplaatshouders vallen onder de Winkeltijdenwet. Dit betekent dat standplaatshouders hun goederen mogen verkopen op werkdagen tussen 6.00 uur en 22.00 uur. Wanneer zij willen verkopen buiten deze uren, kan men ontheffing aanvragen. 

3.4 Aanvullende bepalingen

 Daarnaast zijn de volgende aanvullende bepalingen van toepassing:

- met snack- en ijswagens e.d. mag geen standplaats worden ingenomen binnen een afstand van 250 meter van scholen;

- de mogelijkheid voor het verlenen van een incidentele standplaatsvergunning voor één of enkele dagen is bepaald op maximaal 12 dagen en verbonden aan de te voeren branches.

- wagens met grotere afmetingen dan volgens de bepaling parkeerexcessen uit de Apv is toegestaan, moeten in de avond- en nachtelijke uren uit de bebouwde kom zijn verwijderd.

 4. Vergunningvoorwaarden

 Aan standplaatsvergunningen worden voorwaarden verbonden. Daarin wordt onder andere vermeld de locatie, branche en maximale afmetingen van de standplaats. De voorwaarden hebben ten doel de openbare orde, veiligheid en het milieu te beschermen.

Als uitgangspunt voor het opstellen van de voorwaarden zoals hieronder vermeld, zijn de voorwaarden genomen zoals die de afgelopen jaren zijn gehanteerd. Vervolgens is aan de politie, brandweer, afdeling Milieu en Stadsbeheer gevraagd hiernaar te kijken en eventuele opmerkingen en aanvullingen  door te geven.

 

De voorwaarden die in de vergunning worden opgenomen zijn:

1.            de vergunningen gelden uitsluitend voor het innemen van standplaats in …….. (invullen: jaar, dagen, locatie, branche)

2.            uitsluitend u, of een werknemer van u mag de standplaats innemen; wanneer de standplaats regelmatig bezet wordt door een werknemer van u, dan moet u zijn/haar persoonsgegevens van tevoren schriftelijk aan ons doorgeven;

3.            u dient in het bezit te zijn van de nodige papieren waaruit blijkt dat:

                - u als ambulante handelaar staat ingeschreven bij het Centraal Registratiekantoor te ´s-Gravenhage;

                - u (indien nodig) in het bezit bent van een vergunning van een Kamer van Koophandel en Fabrieken om de ambulante handel te mogen uitoefenen;

                - u als ondernemer ingeschreven staat bij de betreffende Kamer van Koophandel en Fabrieken.

4.            de ruimte die u ten behoeve van de standplaatsen inneemt mag  maximaal 28 m²  bedragen, met dien verstande dat de breedte van de standplaats maximaal 8 m. en de diepte maximaal 3,5 m. mag bedragen;

5.            voorzieningen als luifels, uitstallingen, papierbakken, etc. dienen binnen de maximaal te bezette ruimte geplaatst te worden;

6.            u dient direct nabij de standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen, bedoeld voor papier e.d. afkomstig van de kraam c.q. wagen;

7.            de kraam c.q. de wagen dient verplaatsbaar te zijn en mag op zijn vroegst 1 uur vóór de start van de verkoop op de standplaats worden neergezet en dient uiterlijk 1 uur na beëindiging van de verkoop van de standplaats te zijn verwijderd;

8.            aanwijzingen en/of bevelen gegeven door functionarissen van de Regiopolitie, de Brandweer, de Stadswacht, alsmede door medewerkers van de gemeente in het kader van de openbare orde en veiligheid, dient u terstond op te volgen;

9.            de kraam c.q. wagen moet qua uitvoering van de apparatuur en de te gebruiken brandstof voldoen aan het gestelde in de bijlage bijzondere ´Voorwaarden  B´;

10.          u mag aan direct omwonenden, ondernemers en overigen in de omgeving geen overlast veroorzaken;

11.          indien u gedurende drie aaneengesloten maanden geen gebruik maakt van de vergunning, wordt de vergunning ingetrokken;

12           u dient op eerste verzoek van een functionaris als genoemd in voorwaarde 8 de vergunningen ter inzage te geven;

13           de vergunninghouder is er verantwoordelijk voor dat de standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan een schoon en ordelijk aanzien hebben en blijven houden; bij verwijdering van de kraam c.q. wagen moet u de standplaats schoon achterlaten; bij nalatigheid hiervan zal de standplaats op uw  kosten tegen de geldende tarieven alsnog van gemeentewege worden schoongemaakt;

14           kraam c.q. wagen dient zodanig mobiel te zijn, dat hij op eerste aanzegging binnen een half uur van de locatie kan zijn verwijderd;

15           indien de gemeente Nieuwegein in verband met de uitvoering van civieltechnische werken op of nabij de standplaats over de betreffende grond moet kunnen beschikken, moet u de standplaats in overleg op eerste aanzegging ontruimen en ontruimd houden voor zover als dat in verband met de uitvoering van de civieltechnische werken, noodzakelijk is; eventueel daardoor gederfde inkomsten kunt u niet als schade bij de gemeente claimen;

16           een gelijke verplichting als genoemd onder punt 15. geldt, indien de gemeente Nieuwegein in verband met festiviteiten dan wel evenementen over de betreffende grond moet beschikken; het aantal dagen dat de gemeente kan opeisen is beperkt tot maximaal 10; eventueel daardoor gederfde inkomsten kunt u niet als schade claimen bij de gemeente;

17           u bent verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen ten einde te voorkomen dat de gemeente of derden tengevolge van het gebruik van de vergunningen schade lijden, dan wel gevaar of hinder ondervinden;

18           u bent tevens verplicht de schade te vergoeden, die u door van deze vergunningen gebruik te maken, aan gemeente-eigendommen toebrengt.

 

Voor standplaatsen met verkoop van oliebollen en kerstbomen is de voorwaarde dat  de wagen op zijn vroegst 1 uur vóór de start van de verkoop op de standplaats wordt neergezet en uiterlijk 1 uur na beëindiging van de verkoop van de standplaats dient te zijn verwijderd niet van toepassing. Het is voor deze standplaatshouders voor een aaneengesloten periode van maximaal 3 maanden toegestaan dat de kraam of wagen na beëindiging van de verkoop blijft staan ( daarna 9 maanden niet). Het laten staan van de kraam is voor het risico van de ondernemer. Voor de overige standplaatshouders blijft gelden dat zij hun wagen uiterlijk één uur na beëindiging van de verkoop dienen te verwijderen.

 5.  De aanvraagprocedure

Aanvraag

Een vergunning moet in principe jaarlijks voor 1 januari schriftelijk bij B&W worden aangevraagd. In de aanvraag dient men, naast naam- en adresgegevens, aan te geven welke producten men wenst te verkopen en op welke locatie. Hiervoor is een aanvraagformulier ontwikkeld.

Ieder najaar wordt aan de standplaatshouders die er dat jaar hebben gestaan dit aanvraagformulier toegezonden.

 

Toetsing

De aanvragen worden getoetst aan de Apv van de gemeente Nieuwegein alsmede aan de richtlijnen zoals opgenomen in deze nota.

 

Publicatie (overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht)

Bij nieuwe aanvragen (personen die niet eerder een vergunning hebben gehad ten behoeve van het innemen van een standplaats op de gevraagde locatie in de gemeente Nieuwegein) wordt in de Molenkruier gepubliceerd dat het college een aanvraag heeft ontvangen voor een standplaatsvergunning (incl. naam aanvrager, locatie, branche), zodat belanghebbenden eventuele bedenkingen kunnen indienen.

 

Advisering

Bij nieuwe aanvragen zal advies worden gevraagd aan de sector Stadsbeheer, de politie, de brandweer en de afdeling Milieu. Aanvragen die ongewijzigd zijn ten opzichte van het voorgaande jaar zullen niet opnieuw voor advies naar eerder genoemde instanties worden gestuurd.

 

Vergunningverlening

Op aanvragen wordt in principe binnen acht weken beslist. Indien een aanvraag voldoet aan de Apv en de richtlijnen in deze nota en er positief door alle afdelingen/instanties wordt geadviseerd, zal de vergunning worden verleend.

 

Publicatie

Na het verlenen van een standplaatsvergunning aan een nieuwe aanvrager (personen die niet eerder een vergunning hebben gehad ten behoeve van het innemen van een standplaats op de gevraagde locatie in de gemeente Nieuwegein) wordt in de Molenkruier gepubliceerd welke vergunning het college heeft verleend, zodat eventuele belanghebbenden eventuele bezwaren kunnen indienen.

 

Weigeren van een vergunning

Indien een aanvraag voor een vergunning moet worden geweigerd (omdat deze de toetsing niet doorstaat, er negatief geadviseerd wordt, of als er na de eerste publicatie bedenkingen zijn ingediend die door het college gegrond zijn verklaard), dient het college hierover een besluit te nemen.

 

Kosten

Aan het aanvragen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden, de zogenaamde leges. De tarieven staan vermeld in de legesverordening. De legestarieven worden jaarlijks opnieuw bekeken en vastgesteld.

Wanneer de vergunning is verleend, wordt tevens precario in rekening gebracht. Deze tarieven staan in de precarioverordening vermeld en zijn gebaseerd op een commerciële grondprijs.