Regeling vervallen per 18-03-2014

Handhavingsbeleid Drank-en Horecawet en horeca-exploitatie

Geldend van 07-02-2013 t/m 17-03-2014

Intitulé

Handhavingsbeleid Drank-en Horecawet en horeca-exploitatie

Inleiding

Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. De belangrijkste redenen voor deze vernieuwing zijn:

  • Het effectiever tegengaan van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren.

De gemeente krijgt, met de nieuwe DHW, instrumenten om een samenhangend beleid te voeren voor het oplossen van problemen rondom het gebruik van alcohol door jongeren. Door vergunningverlenende en toezichthoudende taken bij de burgemeester te leggen en meer handhavende taken te geven krijgt de gemeente meer mogelijkheden om op lokaal niveau effectief op te treden tegen negatieve aspecten van alcoholverstrekking.

  • Het terugdringen van alcoholgerelateerde overlast en verstoring van de openbare orde.

De gemeente krijgt meer mogelijkheden om in beleid en regelgeving extra regels te stellen om alcoholgerelateerde overlast en verstoring van de openbare orde te verminderen. Een nieuw onderdeel in de DHW is de mogelijkheid om jongeren onder de 16 jaar strafbaar te stellen als ze in bezit zijn van alcoholhoudende drank of voor consumptie gereed hebben, op voor het publiek toegankelijke plaatsen (met uitzondering van detailhandel en slijterijen). De DHW legt zo expliciet een verantwoordelijkheid bij de jongeren zelf.

  • Het terugdringen van de administratieve lasten voor bedrijven.

Door een vereenvoudiging van het vergunningsstelsel besparen horecaondernemers tijd en kosten.

 

De gemeente krijgt door de vernieuwing van de DHW meer mogelijkheden om op lokaal niveau zelf in vulling te geven aan beleid en uitvoering, waardoor directer invloed kan worden uitgeoefend op problematiek rond drankverstrekking en –gebruik.

 

In de aanloop naar 1 januari 2013 toe is binnen de gemeente een projectgroep geformeerd om de implementatie van de Drank- en Horecawet in goede banen te leiden. Op 12 juni 2012 is het college akkoord gegaan met het Plan van Aanpak implementatie Drank- en Horecawet (collegebesluit 2012/522). Een van de te realiseren punten is het opstellen van toezicht- en handhavingsbeleid, inclusief risicoanalyse, prioriteitstelling en sanctiestrategie. Deze nota is de invulling hiervan. In deze nota wordt tevens het toezicht en handhaving van de horeca-exploitatievergunning meegenomen. Dit was namelijk alleen op hoofdlijnen uitgewerkt in het in 2010 door het college vastgestelde Beleid horeca-exploitatievergunning.

 

Dit beleid is een beleidsregel in de zin van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, en treedt in werking de dag na bekendmaking in de het lokale huis-aan-huisblad De Molenkruier.

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 wordt kort ingegaan op de belangrijkste regelgeving rond alcohol en horeca-exploitatie. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de “alcoholverstrekkers in Nieuwegein”. Kern van dat hoofdstuk betreft het aantal verleende vergunningen en inzicht in toezicht en handhaving tot nu toe. In hoofdstuk 3 wordt een risicoanalyse gemaakt rond (niet-naleving van regels door) alcoholverstrekkers. Dit vormt de basis voor prioriteiten voor toezicht en handhaving. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven hoe Nieuwegein handhaaft op de Drank- en Horecawet en horeca-gerelateerde Apv-regels. Bij dit hoofdstuk behoort een sanctietabel, waarbij per overtreding wordt aangegeven in hoeveel stappen tot een sanctie wordt gekomen, en welke sanctie dan wordt opgelegd. Deze sanctietabel is een apart document, buiten deze Beleidsnota, maar maakt wel onderdeel uit van dit beleid. In bijlage 1 is een toelichting opgenomen op de sanctietabel. Deze is nodig om de sanctietabel goed te kunnen interpreteren en toe te passen. In hoofdstuk 5 zijn de prioriteiten van hoofdstuk 3 vertaald in een uitvoeringsprogramma: hoeveel controles, welk type controles en bij welke subbranche worden deze uitgevoerd.

  • 1.

    De Drank- en Horecawet en overige regelgeving

 De Drank-en Horecawet (DHW)

De eerste Drankwet stamt uit 1881, waarmee de wetgever gevolgen van drankproblemen (beteugeling handel, beteugeling openbare dronkenschap) probeerde aan te pakken. De wet is sindsdien een aantal malen ingrijpend gewijzigd. Nu staan we voor de volgende ingrijpende wijziging.

 

De basis voor het beteugelen van de handel is de vergunningplicht. Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse (horecabedrijven) en het verstrekken van sterke drank aan particulieren voor gebruik elders dan ter plaatse (slijterijen) is vergunningplichtig op grond van de Drank- en Horecawet (DHW). Supermarkten, warenhuizen, tabakszaken en snackbars mogen zonder vergunning zwak-alcoholische dranken verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse, maar dienen zich daarbij wel aan de Drank- en Horecawet te houden. Dit wijzigt niet met de nieuwe Drank- en Horecawet.

 

De belangrijkste wijzigingen bij inwerkingtreding per 1 januari 2013 van de nieuwe wet zijn:

Verschuiving bevoegdheden

- Niet het college van burgemeester en wethouders, maar de burgemeester wordt – in medebewind – het bevoegd gezag voor vergunningverlening én toezicht op de naleving van de DHW in de gemeente. De burgemeester is al verantwoordelijk voor de taken ten aanzien van de openbare orde en krijgt hiervoor extra instrumenten.

- De nieuwe DHW maakt de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de DHW in plaats van de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA). De gemeente was al bevoegd tot het weigeren, verlenen en intrekken van DHW-vergunningen. Hiermee is de gemeente verantwoordelijk voor het gehele proces van vergunningverlening en het toezicht op de naleving van de DHW.

Aanvulling bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium

Met de nieuwe DHW komt een uitbreiding van de mogelijke bestuursrechtelijke sancties die de burgemeester kan toepassen, te weten de bestuurlijke boete, schorsing van de drank- en horecavergunning en het opleggen van een verkoopverbod alcohol bij supermarkten, snackbars, warenhuizen, etc., (“three strikes out”). Overigens is de bestuurlijke boete onder de huidige wet ook al een instrument dat door de nVWA wordt toegepast;

Strafbaarstelling jongeren

De DHW verbiedt jongeren onder de 16 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen;

Uitbreiding verordenende bevoegdheden

Op grond van de Gemeentewet en de DHW kan de gemeente regels in een verordening vastleggen. De nieuwe DHW breidt deze mogelijkheden uit. In ieder geval is er de plicht om een verordening vast te stellen met regels ten aanzien van paracommerciële instellingen, uiterlijk één jaar na inwerkingtreding van de DHW. Doel daarvan is om oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca tegen te gaan. De gemeente Nieuwegein heeft hiertoe momenteel geen verordening; de drank- en horecaverordening 2004 is in het kader van het snoeien van regels in 2008 ingetrokken. In de praktijk zijn door de gemeente specifieke voorschriften in de vergunningen voor paracommerciële instellingen opgenomen, te weten:

- verbod bepaalde bijeenkomsten van persoonlijke aard te houden;

- verbod openlijk bijeenkomsten van persoonlijke aard aan te prijzen;

- het tijdstip waarop alcoholhoudende drank mag worden verstrekt.

Omdat de Drank- en Horecawet het verstrekken van sterke drank in een paracommerciële inrichting niet verbiedt, zal dit verbod, indien gewenst, opgenomen moeten worden in de nieuwe verordening. Hierbij kan overwogen worden om voor dit verbod ontheffing te verlenen in bepaalde gevallen. Daarnaast kunnen, met het oog op het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en alcoholgerelateerde openbare ordeverstoring, bij verordening regels worden gesteld op het gebied van:

- Koppeling tussen toegangsleeftijd en sluitingstijd

- Regulering van prijsacties

- Beperken van happy hours

Inmiddels wordt gewerkt aan de invulling van de verordening. Naar verwachting zal deze in de eerste helft van 2013 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden.

Aan de Drank- en Horecawet is een aantal besluiten en regelingen gekoppeld:

- Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf

- Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999

- Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Drank- en Horecawet

- Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet

- Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet

- Regeling bewijsstukken sociale hygiëne Drank- en Horecawet

- Regeling aanvraaggegevens en formulieren Drank- en Horecawet

De meeste van bovengenoemde besluiten en regelingen worden getoetst bij de vergunningverlening (zedelijk gedrag, sociale hygiëne, eisen inrichtingen). Met name het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet is voor toezicht en handhaving relevant. Daarnaast dienen leidinggevenden van een drankverstrekker te voldoen aan de eisen van zedelijk gedrag. Dit geldt echter niet voor een vergunninghouders ex. artikel 35 van de DHW. Hiervoor geldt alleen een leeftijdseis van minimaal 21 jaar, alsmede dat hij/zij niet in enig opzicht van slecht levensgedrag mag zijn. 

Algemene plaatselijke verordening (Apv)

 

Op grond van de Apv dienen horecabedrijven, ook als ze geen alcohol schenken, te beschikken over een horeca-exploitatievergunning. De vergunning is o.a. nodig indien dranken en spijzen worden verstrekt voor directe consumptie.  Deze regeling heeft als doel de bescherming van de openbare orde en van het woon- en leefklimaat. Het vormt daarmee een aanvulling op de regels in het kader van de Drank- en Horecawet. Van deze vergunningplicht zijn horecabedrijven in een winkel (voor zover de horeca een nevenactiviteit betreft), museum, zorginstelling, (bedijfs)kantines en dergelijke, uitgezonderd. In de Nieuwegeinse Apv zijn (vooralsnog) geen algemeen geldende sluitingstijden voor horeca opgenomen. Wel zijn in het Aanwijsbesluit Algemene plaatselijke verordening op grond van artikel 2:48 Apv de volgende gebieden aangewezen waar het verboden is alcohol te gebruiken of bij zich te hebben.

- Alle winkelcentra en winkelgebieden;

- Alle schoolcomplexen en de bijbehorende schoolpleinen;

- Alle speeltuinen;

- Alle parken;

- De bus- en tramstations en tramhaltes;

- Parkeergarage Orvelterdek en parkeergarage Graaf Anselmdek;

- Plein bij winkelcentrum Rapenburgerschans;

- De nabije omgeving van het complex aan de Parelduiker, begrensd door de Parelduiker, Bosruiter en Ooievaar.

De politie en Stadstoezicht ziet op dit verbod toe.

In 2010 is het Beleid horeca-exploitatievergunning door het college vastgesteld. Dit omdat het college besloot tot het verlenen van integrale horeca-exploitatievergunningen, terwijl tot dan toe alleen voor terrassen vergunningen werden verleend op grond van de Apv, In 2012 is dit beleid uitgebreid met specifieke kaders voor de terrassen in de Binnenstad. In het Beleid zijn de kaders weergegeven die met name bij het verlenen van de vergunning worden gehanteerd.

Overige regelgeving

Naast specifieke regelgeving voor drankverstrekking en horeca-exploitatie hebben (horeca)bedrijven te maken met vele regels, waar deze nota niet op in gaat:

- De milieuwetgeving stelt onder meer eisen aan geluid, afvoer van bakdampen en het lozen van afvalwater. De gemeente controleert bedrijven op naleving van de milieuregels. De frequentie is afhankelijk van het bedrijfstype. Zo wordt een horecabedrijf bijvoorbeeld vaker gecontroleerd dan een slijterij.

- De locatie voor een drankverstrekker moet verder passen binnen het bestemmingsplan.

- Daarnaast is soms een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig om een bedrijfspand te mogen (ver)bouwen.

- Tevens gelden op grond van het Bouwbesluit 2012 brandveiligheidseisen, waarop periodiek door de Veiligheidsregio Utrecht toezicht wordt gehouden.

De wijze van toezicht en handhaving op deze regels is vastgelegd in het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014.

- In geval van aanwezigheid van een kansspel-/behendigheidsautomaat gelden de regels van de Wet op de Kansspelen. Het toezicht hierop vond tot nu toe plaats via de milieucontroles.

- In/nabij horeca kan handel en bezit van wapens en drugs plaatsvinden. Verboden zijn gesteld in de Wet wapens en munitie en Opiumwet.

Deze nota beperkt zich tot de Drank- en Horecawet en horeca-exploitatie.

  • 2.

    Analyse gemeentelijke situatie

Drankverstrekking in Nieuwegein

Uitgaan in Nieuwegein

Nieuwegein kent geen echte horecaconcentratiegebieden of drukke uitgaansgebieden. De meeste horecabedrijven bevinden zich in Vreeswijk (Dorpsstraat, Oude Sluis, Raadhuisplein), Zandveld (Handelskade), Centrum (Passage, Plein) en Jutphaas/Wijkersloot (Herenstraat). De horeca op de Markt is vanwege de renovatie van de Markt nu (tijdelijk) verdwenen. In het centrum zijn recent horecavestigingen aan het Stadsplein geopend. Nieuwegein heeft verder geen discotheken. Het beeld is dat jongeren vooral naar IJsselstein en Utrecht trekken voor horecabezoek.

Evenementen in Nieuwegein

Nieuwegein beoogt meer en meer een evenementenstad te worden. De meest in het oog springende terugkerende evenementen zijn Koninginnedag, de braderieën in Vreeswijk en Jutphaas en Kaarslicht bij Vreeswijk. In 2011 zijn ruim 100 evenementenvergunningen verleend, en 51 meldingen voor kleine evenementen afgehandeld. Daarbij zijn 19 ontheffingen voor het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken op grond van artikel 35 van de huidige Drank- en Horecawet verleend.

Scholen in Nieuwegein

Nieuwegein heeft een regionale functie als het gaat om het voortgezet onderwijs, en kent drie voortgezet onderwijsinstellingen (Cals College, Oosterlicht college en Anna van Rijncollege). Hierdoor komen veel leerlingen van buitenaf binnen de gemeentegrenzen. Sinds 2009 geeft Stichting Voorkom in opdracht van de gemeente voorlichting over de gevaren van alcohol aan leerlingen in de hoogste klassen van het basisonderwijs en het voorgezet onderwijs. Daarnaast ondersteunt de gemeente in samenwerking met GGD Midden-Nederland scholen die met het programma ‘Gezonde school en genotmiddelen' aan de slag willen gaan. Inmiddels is er 1 gecertificeerde school in Nieuwegein (resp.de gezonde school is een programma waar de scholen een op maat programma maken tbv alcohol preventie & gezonde voeding). Ook wordt er vanuit het CJG informatie gegeven over preventieve voorlichting van genotsmiddelen aan ouders (en opvoeders). Op middelbare scholen worden wel eens feesten gegeven. Indien de school hierbij alcoholhoudende drank wil schenken moet men hiervoor een ontheffing op grond van artikel 35 DHW aanvragen. De laatste jaren hebben scholen geen ontheffing aangevraagd. Daarnaast kan worden nagedacht of het verlenen van zo’n ontheffing wenselijk is, indien ook personen jonger dan 16 jaar aanwezig is. In ontheffingenbeleid zou hierin een keuze kunnen worden gemaakt, indien weigering van ontheffing wenselijk wordt geacht. Op dit moment beschikken we niet over dergelijk beleid, en zijn er geen reden om ontheffingen hiervoor te weigeren. 

Sporten in Nieuwegein

In Nieuwegein bevinden de sportverenigingen zich met name in de wijk Galecop en in Park Oudegein. Daarnaast zijn er sportvelden in Hoogzandveld en bij Fort Jutphaas (tennis en hockey), een tennishal in Blokhoeve en nog enkele verenigingen verspreidt in de stad. In Nieuwegein wordt, uitgaande van verleende drank- en horecavergunningen, bij 21 sportverenigingen drank geschonken.

Detailhandel in Nieuwegein

Onderzoek wijst uit dat jongeren alcohol vooral thuis consumeren. De beschikbaarheid daarvan komt door aanschaf bij supermarkten en slijterijen. In Nieuwegein bevinden zich 12 supermarkten en 8 slijterijen. Nieuwegein kent één warenhuis met een levensmiddelenafdeling, de HEMA. Alle inrichtingen die alcoholhoudende drank verstrekken, dus ook supermarkten en slijterijen, hebben de plicht om bij verkoop op leeftijd te controleren. Uit landelijke onderzoeken blijkt dat naleving hiervan door met name supermarkten slecht is. Het Centraal Bureau voor Levensmiddelenhandel (CBL), de koepelvereniging van de supermarkten, heeft in een brief van augustus 2012 aan het college aangegeven de naleving van de leeftijdsgrenzen te willen verbeteren, en dat daartoe een Code verantwoorde alcoholverkoop in de supermarkt is opgesteld, waaraan alle leden van het CBL zich committeren. In deze Code staat beschreven hoe supermarktorganisaties invulling geven aan de wettelijke eisen en aan de regels die voortvloeien uit zelfregulering. Eén van de onderdelen daarvan is om iedereen onder de 20 jaar die alcohol koopt naar legitimatie te vragen. Daarbij beoogt de branche onder andere een cultuuromslag te bewerkstelligen, dat het normaal is dat naar legitimatie wordt gevraagd. Wanneer de klant weigert mee te werken aan de procedure, moet de kassamedewerker de leidinggevende of de eerst verantwoordelijke voor het kassagebied erbij kunnen roepen, die het gesprek dan overneemt. De leidinggevende is verantwoordelijk dat de kassamedewerker de juiste hulpmiddelen en training heeft gekregen om deze taak goed uit te voeren. In de Code is ook aandacht voor supermarkten met een slijterijafdeling. De Code zou ons volgens het CBL aanknopingspunten moeten bieden om met de supermarkten in Nieuwegein het gesprek aan te gaan en zou ons moeten kunnen helpen bij het opzetten en uitvoeren van ons handhavingsbeleid.

Eén slijter beschikt sinds 2011 over een zogenaamde “ageviewer”, waarbij beelden van een klant worden beoordeeld door een medewerker van de Hollandse Exploitatie Maatschappij in Breda op leeftijd van de klant. Bij twijfel vraagt het systeem om een identificatiebewijs te laten tonen.

Alcoholgerelateerde overlast en openbare ordeproblematiek in Nieuwegein

Nieuwegein houdt regelmatig elke twee jaar een inwonersenquête. In het najaar 2010 is gevraagd aan inwoners of men soms overlast ervaart van dronken mensen op straat. Hierop hebben 1504 inwoners geantwoord (Bron: inwonersenquête 2010, pagina 142: “dronken mensen op straat”). De antwoorden zijn, voor zover statistisch verantwoord, op wijkniveau gepresenteerd:

 

Percentage inwoners dat soms overlast van dronken mensen op straat ervaart

Stadscentrum

32%

Merwestein

13%

Jutphaas-Wijkersloot

25%

Zuilenstein, Huis de Geer, Blokhoeve

18%

Batau-Zuid

15%

Batau-Noord

11%

Doorslag

18%

Galecop

6%

Fokkesteeg

17%

(Hoog)Zandveld, Lekboulevard

13%

Vreeswijk

19%

 

In het Stadscentrum en Jutphaas/Wijkersloot ervaart ≥25% van de inwoners soms overlast van dronken mensen op straat. In Vreeswijk en Zandveld wordt de overlast lager ervaren, terwijl hier toch relatief veel horeca zit.

 

Van openbare ordeproblemen wordt door de politie niet bijgehouden of deze alcoholgerelateerd zijn. Een mogelijke maatstaf is aangiften van vernielingen van/in de openbare ruimte In 2011 was dat:

(Bron: Gemeente Nieuwegein, OO&V, gebaseerd op aantal aangiftes bij politie).

 

Aantal aangiften van vernielingen in 2011, per wijk

Stadscentrum

45

Jutphaas-Wijkersloot

75

Zuilenstein

65

Batau-Zuid

60

Batau-Noord

41

Doorslag

50

Huis de Geer

14

Blokhoeve

8

Galecop

48

Fokkesteeg

61

Hoogzandveld

21

Lekboulevard

9

Vreeswijk

17

Merwestein

13

Zandveld

30

 

Het aantal aangifte Geweldsmisdrijven/mishandeling is minder geschikt voor analyse van alcoholgerelateerde openbare ordeproblemen, omdat hieronder veel meer valt dan alleen openlijke geweldpleging.

Is tussen de ervaren overlast van dronken mensen op straat en het aantal aangiften van vernielingen een causaal verband te vinden? Daar lijkt het niet op. Ervan uitgaande dat het aantal aangiften van vernielingen niet gerelateerd is aan inwoneraantal per wijk, zou op basis van “overlast door dronken mensen op straat” de meeste aangiften van vernielingen te verwachten zijn in Stadscentrum en Jutphaas/Wijkersloot. Het aantal aangiften van vernielingen in Jutphaas/Wjjkersloot is hoog, maar in Stadscentrum niet. Het aantal aangiften van vernielingen in de wijken Zuilenstein, Batau-Zuid en Fokkesteeg liggen hoger. Deze zullen deels samenhangen met jongerenoverlast.

 

Op basis van bovenstaande verdienen met name Stadscentrum en Jutpaas/Wijkersloot aandacht als het om horeca-gerelateerde overlast gaat, en in mindere mate Vreeswijk en Zandveld.

Alcoholpreventiebeleid in Nieuwegein

 

Uit onderzoek blijkt dat alcoholgebruik op jonge leeftijd grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. De hersenen zijn pas met 23 jaar voltooid. Tot die tijd heeft alcohol een negatieve invloed op de hersenontwikkeling, onder andere leidend tot lagere schoolprestaties.

In 2011 bedraagt volgens de Factsheet Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011 (Bureau Intraval, in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mei 2012) het percentage jongeren (13-17 jaar) dat zegt wel eens alcohol te hebben gedronken 59%. In 2003 was dat 79%. Deze daling is bij de twee jongste leeftijdscategorieën (13 en 14/15-jarigen) geconstateerd, maar niet bij de 16/17-jarigen. In het kader van deze Monitor is in 2011 ook gevraagd waar de jongeren alcoholhoudende dranken kopen. De jongeren geven aan hun alcoholhoudende dranken met name te kopen bij levensmiddelenzaken (76%) en cafés/discotheken (46%) en nauwelijks in sportkantines (2%) en cafetaria’s (1%).

Het alcoholgebruik onder jongeren daalt dus wel, maar dat is geen reden om achterover te leunen. De gemeente Nieuwegein heeft in de ‘Nota gezondheidsbeleid 2008-2010 (2014) ‘alcoholgebruik bij de jeugd’ gekenmerkt als speerpunt voor de komende jaren. Hoofddoelstelling is het beperken van alcoholgebruik onder jongeren, althans bij jongeren het besef te laten ontstaan wat de gevolgen zijn bij alcoholgebruik (misbruik), zodat de jongeren hun alcoholgebruik matigen en in ieder geval hier bewuster mee omgaan.

Voorlichting in Nieuwegein

Concreet zal voorafgaand aan de inwerkingtreding van de verordening paracommercie en de nieuwe DHW een informatiecampagne opgezet gaan worden, waarbij de gemeente met name ondersteuning zal zoeken bij de partners die nu al betrokken zijn het alcoholpreventiebeleid. De preventielessen aan scholieren zullen worden vervolgd.

Vergunningverlening, toezicht en handhaving in Nieuwegein

Drank- en horecavergunningen

Nieuwegein telde op 1 mei 2012 103 geldende Drank- en Horecavergunningen. Daarvan zijn 38 vergunningen (37,5 %) met paracommerciële voorwaarden en 65 vergunningen (62,5 %) zonder paracommerciële voorwaarden.

Bij aanvragen om vergunning Drank- en Horecawet wordt onder andere getoetst aan het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Het besluit bevat (bouw)technische en gebruiksvoorschriften waaraan inrichtingen moeten voldoen. In de vergunningprocedure worden de relevante gegevens door afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid ter plaatse beoordeeld, aan de hand van de bij de aanvraag ingediende gegevens. De drankvergunning wordt niet verleend als hieraan niet is voldaan.

 

De verleende vergunningen met paracommerciële voorwaarden zijn onder te verdelen in:

 

Paracommercie

Aantal vergunningen

Sportverenigingen (kantines)

22

Sociaal-cultureel (buurthuizen, kerken, etc)

15

Restaurant (Fair’s, van SWN)

1

Totaal

38

 

In de praktijk zijn de volgende paracommerciële voorwaarden aan de vergunningen verbonden:

- verbod om bepaalde bijeenkomsten van persoonlijke aard te houden;

- verbod om openlijk bijeenkomsten van persoonlijke aard aan te prijzen;

- het tijdstip waarop alcoholhoudende drank mag worden verstrekt: 1 uur vóór tot 1 uur ná de hoofdactiviteit;

- verbod sterke drank te verstrekken (werd gehanteerd tot de intrekking van de Drank- en Horecaverordening 2004 in 2008. Het is nog niet bekend of dit verbod terugkomt in de op te stellen verordening).

 

De verleende vergunningen zonder paracommerciële voorwaarden zijn onder te verdelen in:

 

Commerciële drankverstrekking

Aantal vergunningen

Restaurants

34

Cafés

16

Slijterijen

8

Recreatieruimten

3

Partycentrum

2

Hotel

1

Cafetaria

1

Totaal

65

 

Aan deze vergunning worden geen aanvullende beperkingen of voorschriften opgelegd, anders dan het benoemen van de lokaliteiten en terrassen, inclusief oppervlakte en situering, en leidinggevenden.

 

Daarnaast kent de gemeente niet-vergunningplichtige drankverstrekkers. Dit zijn met name de supermarkten. Mogelijk verstrekken ook nog enkele snackbars en tabakszaken alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse. Er is een overzicht van snackbars/-wagens, maar daarvan is niet bekend of deze alcohol verkopen.

 

Niet-vergunningplichtige drankverstrekkers

Aantal

Supermarkten

12

Warenhuis

1

Cafetaria’s en snackwagens

3+2

Totaal

min. 13- max. 18

 

Tot slot wordt bij evenementen ook alcohol geschonken. Daartoe worden ontheffingen voor het verbod tot schenken van alcohol zonder vergunning verleend:

 

Ontheffing art. 35 DHW

Aantal per jaar

Evenementen

15-20

Horeca-exploitatievergunningen

De artikelen 2:27 t/m 2:34 Apv hebben betrekking op de horeca. De begripsbepaling “horecabedrijf” in de Apv is anders dan die van de DHW. Bij de DHW gaat het puur om verstrekking van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. Bij een horecabedrijf volgens de Apv gaat het ook om consumptie ter plaatse, maar van meer dan alleen alcoholhoudende drank. Ook bedrijven die logies verstrekken, spijzen, andere dranken of rookwaren bereiden of verstrekken vallen onder het begrip horecabedrijf van de Apv. Het terras behoort tot het horecabedrijf.

Op grond van artikel 2:28 Apv is een vergunning van burgemeester nodig voor het exploiteren van een horecabedrijf. Bij uitzondering is het college van burgemeester en wethouders bevoegd, namelijk met betrekking tot inrichtingen die niet onder artikel 174 van de Gemeentewet vallen. De burgemeester is op grond van dat artikel bevoegd met betrekking tot voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Het college is dus bevoegd voor niet voor het publiek toegankelijke horeca, zoals besloten sociëteiten. In Nieuwegein betreft het een bewonersvereniging met een gemeenschappelijke recreatieruimte aan de Bedumerschans, en de soos in drie verzorgingshuizen.

In 2010 is met het oog op aanpassing van de Apv en de wijziging in beleid om de vergunningverlening niet langer tot uitsluitend het terras te beperken horeca-exploitatiebeleid opgesteld. Er heeft nog geen projectmatige actualisatieslag plaatsgevonden van de bestaande terrasvergunningen. In onderstaand overzicht de situatie op peildatum 26 oktober 2012:

Horeca-exploitatie

Aantal vergunningen

Terrasvergunningen – oude stijl

40 (Van deze 40 zijn er 7 voor bepaalde tijd verleend. Deze vervallen in 2013. De overige 33 zijn voor onbepaalde tijd verleend.)

Horeca-exploitatievergunningen – nieuwe stijl

19

Zonder vergunning

85 (Omdat vóór 2010 alleen vergunningen werden verleend aan bedrijven die een terras hadden, heeft niet elk horecabedrijf een terrasvergunning – oude stijl of een horeca-exploitatievergunning - nieuwe stijl. Het genoemde aantal is slechts een schatting.)

Totaal

104

 

Aan de horeca-exploitatievergunning zijn voorschriften verbonden met betrekking tot plichten van vergunninghouder en leidinggevenden en afmetingen, openingstijden en inrichting van het terras(meubilair). Zo geldt bijvoorbeeld dat de vergunninghouder en leidinggevende verantwoordelijk zijn voor de goede gang van zaken in het horecabedrijf en de directe omgeving daarvan.

Aangewezen gebieden waar personen geen alcohol bij zich mogen hebben

Op grond van artikel 2:48 van de Apv heeft het college gebieden aangewezen waar het verboden is alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. In het Aanwijsbesluit Apv zijn daartoe de volgende gebieden aangewezen:

- Alle winkelcentra en winkelgebieden;

- Alle schoolcomplexen en de bijbehorende schoolpleinen;

- Alle speeltuinen;

- Alle parken;

- De bus- en tramstations en tramhaltes;

- Parkeergarage Orvelterdek en parkeergarage Graaf Anselmdek;

- Plein bij winkelcentrum Rapenburgerschans;

- De nabije omgeving van het complex aan de Parelduiker, begrensd door de Parelduiker, Bosruiter en Ooievaar.

Toezicht op de DHW en Apv

Het toezicht op de DHW en de drank- en horecavergunningen is tot nu toe uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Wij hebben de toezichtgegevens bij de NVWA opgevraagd. Wij hebben deze ontvangen over de jaren 2009 t/m 2011. De prioriteit lag voor de NVWA bij het uitvoeren van leeftijdsgrenzeninspecties. In de afgelopen drie jaar zijn door de NVWA 36 inspecties uitgevoerd. Daarvan betroffen 22 daadwerkelijke leeftijdsgrenzeninspecties, 13 “verkenningen” om te achterhalen op welke dagen en tijdstippen een leeftijdsgrenzeninspectie zinvol zou kunnen zijn, en één een controle op verkoopverbod (bv. bij tankstation, of op sterke drank vanuit supermarkt). In Nieuwegein heeft de NVWA géén controles gedaan op verleende vergunningen en daaraan gerelateerde voorschriften, zoals de aanwezigheid van een leidinggevende.

 

De gemeente Nieuwegein heeft de afgelopen jaren incidenteel bij milieucontroles gecontroleerd of bij de betreffende horecaonderneming een leidinggevende zoals vermeld op de drank- en horecavergunning aanwezig was. Hierop zijn geen signalen aan de NVWA doorgegeven.

Toezicht op drankverstrekking bij evenementen heeft niet plaatsgevonden.

 

Nieuwegein heeft sinds 2008 actief toezicht gehouden op terrassen. Dit betroffen controles van horeca-exploitatie-vergunningen op grond van de Algemene plaatselijke verordening. Hieruit is een actualisatie van het vergunningenbestand ontstaan, is input geleverd voor het horeca-exploitatiebeleid en is incidenteel handhavend opgetreden middels een last onder dwangsom tegen illegale of te grote terrassen.

In 2012 is door Stadstoezicht drie maal een bestuurlijke strafbeschikking opgelegd op het verbod alcohol bij zich te hebben in door het college aangewezen gebieden.

Regionale samenwerking

 Vanaf oktober 2012 wordt regionaal kennis en informatie uitgewisseld over de nieuwe Drank en Horecawet. Daarbij zijn betrokken de gemeenten De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Vianen en Woerden. In gezamenlijkheid streven we naar verdere samenwerking, bijvoorbeeld over invulling van de verordening en samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving. Men heeft daarin de intentie uitgesproken te willen komen tot een regiopool van toezichthouders. Zover is het echter nog niet. De fase waarin de implementatie van de Drank- en Horecawet zich bevindt verschilt sterk per gemeente. Zo beschikt IJsselstein over een ambtelijk vastgestelde verordening. De gemeenteraad heeft die echter in december 2012 nog niet vastgesteld. Nieuwegein wil in maart 2013 de verordening voorleggen aan de gemeenteraad. Overige gemeenten zijn nog niet zover. Qua toezicht en handhaving beschikt alleen Nieuwegein over een opgeleide toezichthouder. Deze heeft 21 december 2012 examen gedaan. Nieuwegein beschikt ook over een handhavingsbeleid, die ter vaststelling aan de burgemeester wordt voorgelegd. De overige gemeenten hebben hierin nog geen stappen gezet. Voor regionale samenwerking is eensluidend beleid wenselijk. Indien de samenwerking meer vorm krijgt, kan het zijn dat het Nieuwegeinse beleid hierop wordt bijgesteld.

  • 3.

    Risiscoanalyse, prioriteiten, doelen en instrumenten

In dit hoofdstuk worden de risico’s geïnventariseerd en geanalyseerd, en de daaruit te destilleren prioriteiten en doelen benoemd. Om deze doelen te bereiken worden vervolgens de instrumenten benoemd. Met andere woorden, in dit hoofdstuk geven we aan wat we gaan doen, en hoe we dat gaan doen (instrumenten).

Analyse naleefgedrag

Vanwege de gezondheidsrisico’s is het verbod op verkoop van drank aan jongeren onder de 16 respectievelijk 18 jaar een belangrijk speerpunt, ook voor Nieuwegein. Naast voorlichting en wetgeving is toezicht en handhaving op dit verbod een belangrijk instrument om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen.

Om het naleefgedrag te kunnen bepalen kan een mystery shopper-onderzoek worden uitgevoerd. Hierbij worden 14/15-jarigen (of 16/17-jarigen als het om verstrekking van sterke drank gaat) ingezet, die aankooppogingen doen. Daarbij wordt gekeken:

- Of naar legitimatie wordt gevraagd;

- Of de aankooppoging slaagt.

De gemeente Nieuwegein heeft zelf geen mystery shopper-onderzoek laten uitvoeren, om daarmee het naleefgedrag van drankverstrekkers in Nieuwegein te kunnen vastleggen. Dit omdat in den lande diverse andere gemeenten en landelijke onderzoeken zijn uitgevoerd, waaruit een ook voor Nieuwegein representatief naleefbeeld kan worden verkregen. Wij gaan hier uit van een landelijk representatief mystery shopper-onderzoek, dat recent door de Universiteit Twente (Alcoholverkoop aan jongeren. Een landelijk nalevingsonderzoek”, Universiteit Twente, 2011, i.o.v. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), is uitgevoerd. Bij dat onderzoek zijn in totaal 1338 aankooppogingen voor zwak-alcoholhoudende dranken uitgevoerd door jongeren onder de 16 jaar. De aankooppogingen zijn bij vijf typen verkooppunten uitgevoerd, te weten supermarkten, slijterijen, horeca, sportkantines en thuisbezorgkanalen. Daarnaast zijn 200 aankooppogingen van sterke drank in slijterijen uitgevoerd. De resultaten zijn als volgt:

 

Type verkooppunt

ID gevraagd

Aankooppoging niet geslaagd (naleving)

 

Supermarkten

61%

30%

Slijterijen (<16)

56%

40%

Slijterijen (<18)

66%

62%

Horeca

20%

11%

Cafetaria’s

29%

15%

Sportkantines

6%

4%

Thuisbezorgkanalen

0%

0%

Totaal

44%

28%

 

Uit het onderzoeksrapport:

“Dit onderzoek maakt duidelijk dat verkopers van alcoholhoudende drank in supermarkten, slijterijen, horeca, cafetaria’s, sportkantines en in het thuisbezorgkanaal artikel 20 van de Drank- en Horecawet onvolledig naleven:

- Van potentiële klanten die alcohol willen kopen - zelfs als zij duidelijk te jong zijn - wordt slechts in beperkte mate een aanzet gemaakt (vragen naar en bekijken van een identiteitsbewijs) om de leeftijd vast te stellen.

- Alcoholhoudende drank is, artikel 20 van de Drank- en Horecawet ten spijt, ruim beschikbaar. Minderjarigen hebben een slagingskans tussen 60% en 100% om zwakalcoholhoudende drank verkocht te krijgen en een kans van 38% om ook sterke drank verkocht te krijgen (in slijterijen).

- Het vragen naar en het bekijken van een ID bewijs is geen garantie dat vervolgens geen alcohol wordt verkocht. (Er is 580 keer naar een ID gevraagd (44%), maar dat dit maar 360 keer tot correcte naleving leidt.)

Ondanks het verbod op de verkoop van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de wettelijke leeftijdsgrens van 16 jaar, zoals is vastgelegd in de Drank- en Horecawet, blijkt alcohol in ruime mate beschikbaar voor te jonge mensen.”

Als we thuisbezorgkanalen buiten beschouwing laten, dan leven sportkantines het slechtst de leeftijdsgrenzen na, gevolgd door horeca, cafetaria’s, supermarkten en slijterijen.

 

In mei 2012 verscheen de Factsheet Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Deze monitor wordt 2-jaarlijks vanaf 1999 opgesteld door Bureau Intraval, in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uit deze laatste monitor van 2011 blijkt dat het aantal keer dat jongeren onder de 16 jaar zwak alcoholhoudende drank proberen te bestellen blijft dalen. Wel proberen jongeren van 16 en 17 jaar steeds vaker sterke drank te kopen in de horeca. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door 16/17-jarigen (23% in 2011, 9% in 2001), en niet door 13, 14 en 15-jarigen. Volgens deze monitor is de slaagkans dat een jongeren alcohol kan kopen onverminderd hoog. Bij horeca en levensmiddelenzaken ligt dit rond de 95%, bij slijterijen rond de 90%. Doordat de bestelpogingen afnemen, neemt het daadwerkelijk kopen daarmee, ondanks de hoge slaagkans, wel af.

 

De NVWA heeft in de jaren 2009-2011 in totaal 36 inspecties in Nieuwegein verricht, met name op de leeftijdsgrenzen. Hierop zijn geen boeterapporten, schriftelijke waarschuwingen of andere maatregelen uit voortgekomen. De momentopnames van dit toezicht geven dus een ander nalevingsbeeld dan die vanuit onderzoeken onder en met jeugd naar voren komen. Het toezicht is ook echt als zodanig als momentopname aan te duiden. Voor de risicoanalyse gaan wij hier uit van de resultaten van bovengenoemde onderzoeken.

 

Van evenementen zijn geen naleefgegevens bekend met betrekking tot verstrekking van alcohol.

 

Drankverstrekkers hebben dus een belangrijke rol om de beschikbaarheid van alcoholhoudende drank voor personen onder de 16 jaar te verkleinen. Natuurlijk is het mogelijk dat personen ouder dan 16 jaar de drank kopen, en vervolgens doorgeven aan personen jonger dan 16 jaar. Om dit tegen te gaan is het personen jonger dan 16 jaar verboden om alcoholhoudende drank bij zich te hebben op een voor publiek toegankelijke plaats. Zij kunnen hiertoe worden verbaliseerd.

Risicoanalyse en prioriteiten

De risicoanalyse vindt plaats aan de hand van de rekensom "risico = (negatief) effect x kans". Het is daarom van belang inzichtelijk te maken welke negatieve effecten kunnen optreden bij uitblijvend toezicht en hoe groot de kans is dat deze negatieve effecten optreden. De risico's zijn per bedrijfstype kwalitatief aangegeven.

Kans

De kans dat bij het uitblijven van toezicht het negatieve effect optreedt, door niet-naleving van de aan dit effect gerelateerde voorschriften.

Effecten

Voor de onderscheiden branches zijn de mogelijk optredende (negatieve) effecten van overtredingen als volgt benoemd, en voorzien van een weegfactor die aangeeft hoe zwaar we dit effect vinden wegen (Weegfactor 3 is toegekend waar gezondheid in het geding is. Weegfactor 2 is toegekend waar veiligheid in het geding is (relatie met openbare orde). Weegfactor 1 is toegekend waar dit niet in het geding is).(ten opzichte van de andere effecten:

 

  

G evaar voor de persoonlijke gezondheid

Weegfactor: 3

Schade voor de gezondheid kan optreden door het doorschenken van alcoholhoudende dranken aan personen die al dronken zijn en het schenken of verkopen van alcoholhoudende dranken aan jongeren. Letsel kan ook ontstaan door ongeregeldheden, zowel in als in de directe omgeving van een horecabedrijf.

Aantasting leefbaarheid/verstoring openbare orde

Weegfactor: 2

Aantasting leefbaarheid dat optreedt in de omgeving waar een probleem speelt. Daarbij valt in dit kader te denken aan wangedrag (geluidsoverlast door stemgeluid of toeterende auto’s, wildplassen, zwerfafval, vernielingen) van aan horecabedrijven gerelateerde personen (b.v. bezoekers en personeel). Verstoring van de openbare orde in horecapanden of in de directe omgeving daarvan door aan horecabedrijven gerelateerde personen (b.v. bezoekers en personeel). In veel gevallen zijn dit soort verstoringen alcoholgerelateerd. Bij criminaliteit kan het gaan om mishandeling of verboden handel in horeca-inrichtingen (m.n. drugs).

Verslechtering ruimtelijke kwaliteit

Weegfactor: 1

Aantasting van de ruimtelijke kwaliteit, welstand, historische waarden en natuurschoon. Hierbij gaat het veelal om illegaal gebruik of illegale uitbreiding van terras, en aard van terrasmeubilair.

 

Oneerlijke concurrentie

Weegfactor: 1

Ongelijke kansen kunnen ontstaan door niet toegestane activiteiten in horeca-inrichtingen die ten koste gaan van andere inrichtingen, dan wel niet toegestane horeca-activiteiten in paracommerciële inrichtingen die ten koste gaan van horeca-inrichtingen.

Risico’s (kans x effect)

 

Bedrijfstype

Risico’s

 

Gezond-heid

Leefb. /

Openb. orde

Ruimtelijke kwaliteit

Oneerlijke concurrentie

Totaal gewogen risico

Café’s/bars

+++

+++

+++

0

18

Restaurants, bistro’s, lunchrooms

+

0

+++

0

6

Snackbars, cafetaria’s, fastfood, grillrooms

+++

++

+

0

14

Partycentra

0

+

0

0

2

Supermarkten, warenhuizen

+++

0

0

0

9

Slijterijen

++

0

0

0

6

Sportverenigingen

+++

+

+

+++

15

Recreatieve ruimten (kerken, buurthuizen, ed.)

+

0

0

+++

6

Hotel

0

0

0

0

0

Evenementen

++

++

0

+

11

 

Toelichting op tabel:

+++ risico heel hoog

++ risico hoog

+ risico aanwezig

0 laag tot geen risico

 

Berekening “totaal gewogen risico”

Het totaal gewogen risico is een optelling van het aantal "+", inclusief de weegfactor. Het aantal "+" in de kolommen "Gezondheid"  en "Leefbaarheid en Openbare orde"  zijn daartoe vermenigvuldigd met de weegfactor. Maximaal mogelijke score is 21.

 

Kleurcodes in kolom “totaal gewogen Risico”:

≥ 14 punten: hoog risico → hoge prioriteit → Rood

≥ 7 punten: gemiddeld risico → gemiddelde prioriteit → Oranje

≤ 6 punten: laag risico → lage prioriteit → Groen

 

Effect Gezondheid

Uit het mystery shopper-onderzoek van de Universiteit Twente blijkt dat sportkantines de leeftijdsgrenzen het slechtst naleven. Deze krijgen daarom hier de hoogste score, gevolgd door cafetaria’s, café’s/bars en supermarkten. We geven hier een eigen interpretatie aan het begrip “horeca”. Wij verwachten dat het mystery shopper-onderzoek zich met name heeft gericht op café’s/bars, en dat het risico bij restaurants en dergelijke lager is, omdat hier minder jeugd zonder ouderlijk toezicht wordt uitgaat. Voor Partycentra en Hotel geldt dezelfde afweging. Voor recreatieve ruimten schatten we in dat een risico aanwezig is, maar lager dan die bij de andere branches. Voor evenementen schatten we in dat, in geval er drank wordt geschonken en daartoe ontheffing is verleend, er een risico is dat deze aan personen jonger dan 16 jaar wordt geschonken, dan wel ter hand wordt gesteld.

Effect Leefbaarheid en Openbare Orde

Zonder te beschikken over gegevens van de politie, in hoeverre in geval van openbare ordeproblemen dit alcoholgerelateerd is, is onze inschatting dat alcoholgerelateerde openbare orde en leefbaarheidsproblemen zich vooral voordoen vanuit café’s/bars en in mindere mate bij snackbars, partycentra en sportverenigingen. Bij evenementen zijn leefbaarheidsproblemen bekend. Deze zijn meestal gerelateerd aan geluidsoverlast, en in mindere mate alcoholgerelateerd.

 

Effect Ruimtelijke kwaliteit

Veel horeca bevindt zich in de wijken Vreeswijk, Hoogzandveld en Jutphaas. Dit betreffen oude dorpskernen met een historische waarde. Reden waarom horeca hier hoog scoort op risico, ook de restaurants. Deze inschatting komt mede voort uit klachten uit het verleden over het aangezicht in relatie tot terrassen in Vreeswijk.

 

Effect Oneerlijke concurrentie

Dit effect speelt alleen als risico bij de paracommerciële sector, zijnde de sportverenigingen en de recreatieve ruimten.

 

Uit de risicoanalyse volgt dat onze prioriteiten liggen bij:

- Café’s/bars

- Sportverenigingen

- Snackbars/cafetaria’s

en in mindere mate bij

- Supermarkten/warenhuizen

- Evenementen

Doelen en instrumenten

Aan de prioriteiten hangen we doelen. Wat willen we de komende jaren bereiken? Met betrekking tot alcohol en horeca-exploitatie zijn de beleidsdoelen:

  • 1.

    Het terugdringen van risico’s voor de volksgezondheid (overmatig) gebruik van alcohol, vooral door jongeren;

  • 2.

    Het terugdringen van aantasting van de openbare orde, zowel in de bedrijven als in de directe omgeving daarvan;

  • 3.

    Het verbeteren van het woon- en leefklimaat door het terugdringen van overlast en hinder als gevolg van geluid en wangedrag van aan horecabedrijven gerelateerde personen en niet toegestane of te grote terrassen;

  • 4.

    Het tegengaan van oneerlijke concurrentie door ongeoorloofd gebruik van paracommerciële bedrijven.

 

Toezicht en handhaving is geen doel op zich, maar levert een bijdrage aan bovenstaande doelen, door naleving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving te bevorderen. We kunnen niet elke regel op elk moment controleren; we moeten hierin keuzes maken. Met betrekking tot toezicht en handhaving benoemen we de volgende meetbare doelen, gericht op de in de vorige paragraaf benoemde prioriteiten.

 

  • 1.

    Doel toezicht en handhaving: voorkomen dat personen onder de 16 jaar alcohol kunnen aanschaffen en dat personen onder de 18 jaar sterke drank kunnen aanschaffen.

Meetbaar doel:

In 2016 wordt bij minimaal 70% van de leeftijdsgrenzeninspecties geen overtredingen geconstateerd.

 

Om dit doel te bereiken worden de volgende instrumenten ingezet:

  • 1.

    In 2013 wordt 3x een leeftijdsgrenzeninspectie uitgevoerd bij de branches café’s/bars, sportverenigingen, snackbars en supermarkten;

  • 2.

    In 2013 wordt 1x een leeftijdsgrenzeninspectie uitgevoerd bij slijterijen.

  • 3.

    In de jaren daarop wordt de controlefrequentie van deze leeftijdsgrenzeninspecties naar beneden toe bijgesteld, indien bij de leeftijdsgrenzeninspecties bij 60% of meer van de gecontroleerde branche niet overtreedt, tot minimaal 1x per jaar voor de branches café’s/bars, sportverenigingen, snackbars en supermarkten, en tot minimaal 1x per 2 jaar voor de slijterijen;

  • 4.

    Bij evenementen/schoolfeesten waar een ontheffing is verleend voor het schenken van drank wordt steekproefsgewijs gecontroleerd op het schenken aan personen jonger dan 16 jaar. Sowieso wordt in 2013 contact gezocht met scholen om na te gaan hoe scholen omgaan met alcohol in relatie tot schoolfeesten.

 

  • Doel toezicht en handhaving: voorkomen dat aangeschafte alcoholhoudende drank aan personen jonger dan 16 jaar ter hand wordt gesteld.

 

Om dit doel te bereiken wordt het volgende instrument ingezet:

  • 1.

    In 2013 vindt afstemming door de toezichthouder plaats met de wijkmanagers van de gemeente en politie om te inventariseren op welke locaties hangjongeren zich ophouden, waarvan tevens het vermoeden bestaat dat deze alcoholhoudende drank bij zich hebben. Op basis hiervan zullen gerichte controles in de openbare ruimte worden uitgevoerd.

  • 2.

    Bij het uitvoeren van leeftijdsgrenzeninspecties (zie onder 1 hierboven) in een voor publiek toegankelijke plaats wordt tevens gecontroleerd op het doorgeven van drank.

 

  • Doel toezicht en handhaving: voorkomen dat aan aangeschoten/dronken mensen wordt doorgeschonken.

Meetbaar doel:

In 2016 wordt bij 90% van de controles bij café’s/bars op aanwezigheid van een leidinggevende en het doorschenken aan beschonken personen geen overtredingen geconstateerd.

 

Om dit doel te bereiken wordt het volgende instrument ingezet:

Er wordt minimaal 1x per jaar bij café’s/bars in de avond-/nachturen gecontroleerd op de aanwezigheid van een leidinggevende, én of barpersoneel aan een reeds beschonken persoon wordt geschonken.

 

  • Doel toezicht en handhaving: terugdringen van hinder door horecabedrijven.

Meetbaar doel:

Een te formuleren doel zou betrekking kunnen hebben op de door bewoners gevoelde hinder en overlast door horeca, dan wel op een afname in de hoeveelheid klachten over geluid en wangedrag van aan horecabedrijven gerelateerde personen. Momenteel kunnen wij dergelijke doelen niet meten. Om die reden formuleren we geen doel, maar alleen de in te zetten instrumenten.

 

Op het terugdringen van hinder zetten we de volgende instrumenten in:

  • 1.

    Alle klachten over geluidhinder door aan horeca gerelateerde personen worden onderzocht.

  • 2.

    Alle klachten over niet toegestane of te grote terrassen worden onderzocht.

 

  • Doel toezicht en handhaving: zoveel mogelijk oneerlijke concurrentie door paracommerciële instellingen ten opzichte van reguliere horeca voorkomen.

Meetbaar doel:

Een te formuleren doel zou betrekking kunnen hebben op bijvoorbeeld afname van het aantal klachten/meldingen van derden over het niet-naleven van regels door de paracommerciële instellingen. Omdat we hiervan geen ervaringscijfers hebben kunnen we hierover geen doel formuleren.

 

De in te zetten instrumenten zijn:

  • 1.

    Er wordt 1x per 2 jaar een basiscontrole bij alle paracommerciële instellingen uitgevoerd op de regels van de Drank- en horecawet, de verordening, de drank- en horecavergunning en de horeca-exploitatievergunning.

  • 2.

    Klachten van reguliere horeca op vermeende overtreding door paracommerciële instellingen worden onderzocht.

 

Met het formuleren van bovenstaande doelen en instrumenten zouden niet alle drankverstrekkers in Nieuwegein worden gecontroleerd. Om dit te voorkomen geldt algemeen dat minimaal 1x per 5 jaar een basiscontrole wordt uitgevoerd bij alle alcoholverstrekkers op regels van de Drank- en Horecawet, Algemene plaatselijke verordening en op basis van deze wetgeving geldende vergunningen/ontheffingen.

 

  • 4.

    Toezicht-en sanctiestrategie

In dit hoofdstuk wordt beschreven welke vormen van toezicht te onderscheiden zijn en worden ingezet. De kern van dit hoofdstuk wordt gevormd door de sanctiestrategie. Hierin zijn onze uitgangspunten geformuleerd voor handhaving, en welke werkwijze we volgen in geval van geconstateerde overtredingen.

Toezichtstrategie

Zoals in paragraaf 3.3 verwoord is toezicht geen doel op zich, maar gericht op verhoging van het naleefgedrag. De eindverantwoordelijkheid voor naleving ligt bij de drankverstrekker zelf. Deze kan zelf ook hulpmiddelen inzetten, om met name de leeftijden van klanten zelf te kunnen controleren, zoals:

- Polsbandjes (bijvoorbeeld bij evenementen bij de entree om leeftijd vragen en bezoekers voorzien van polsbandjes op basis van leeftijd)

- kassasignaal met datumcheck

- kaarten/stickers met het 'kritieke' geboortejaar

- ID-swiper

- controle op afstand (Ageviewer).

 

Zoals ook uit onderzoeken naar naleving van leeftijdsgrenzen blijkt is het inzetten van dergelijke hulpmiddelen bij drankverstrekkers nog geen gemeengoed. Reden te meer om, naast bijvoorbeeld voorlichting, ook toezicht en handhaving als instrument in te zetten. De volgende vormen van toezicht, gericht op drankverstrekkers, worden toegepast.

 

Periodiek toezicht: controles van bedrijven/instellingen volgens vastgestelde frequenties. Daarin onderscheiden we voor toezicht op de Drank- en Horecawet, naar voorbeeld van de NVWA:

- Basiscontrole: de basiscontrole vindt plaats bij bedrijven die alcohol mogen verkopen met of zonder DHW-vergunning. Ook bij bedrijven waar een alcoholverkoopverbod geldt kan een basiscontrole uitgevoerd worden. - -De controle richt zich, afhankelijk van het soort bedrijf, op de vergunningsbepalingen of het alcoholverkoopverbod. Te onderscheiden zijn dus:

- controle vergunningplichtig bedrijf

- controle niet vergunningplichtig bedrijf

- controle verkoopverbod

De uitvoering van de basiscontrole kan worden uitgebreid met andere gemeentelijke controles, zoals de controle op de horeca-exploitatievergunning, of de periodieke milieucontrole.

- Leeftijdsgrenzencontrole: de leeftijdsgrenzencontrole richt zich op de naleving van artikel 20, eerste en tweede lid (drankverstrekking aan personen jonger dan 16 resp. 18 jaar). Deze controles zijn voornamelijk gericht op drankverstrekkers. Daarnaast geldt ook een verbod voor personen jonger dan 16 jaar om drank bij zich te hebben in een voor publiek toegankelijke plaats (art. 45 DHW). Ook hierop richten zich de leeftijdsgrenzencontroles bij drankverstrekkers.

- Bijzondere controle: controle van specifieke thema’s of aspecten, zoals de controle op (doorschenken aan) dronken personen, hokken en keten en de verkoop van alcohol via internet. Hokken en keten zijn binnen Nieuwegein niet bekend. Met betrekking tot controle op dronken personen: op basis van artikel 20, lid 6 en 7 van de nieuwe Drank- en Horecawet is het verboden dronken personen toe te laten in een lokaliteit en dronken werkzaam te zijn in een lokaliteit. De controle van dit verbod vindt met name 's avonds/'s nachts plaats en in de weekenden. De controle kan daarom gekoppeld worden aan de leeftijdsgrenzencontrole.

Overigens kan, indien naar aanleiding van het toezicht handhavend wordt opgetreden, ervoor worden gekozen dit bedrijf/deze instelling vaker te controleren op de begane overtreding dan de vastgestelde frequentie.

Toezicht op tijdelijke activiteiten, met name evenementen. Indien hierbij drank wordt geschonken zal hiertoe een ontheffing op grond van art. 35 DHW moeten zijn verleend. Deze controles gebeuren steekproefsgewijs, en zijn voornamelijk gericht op naleving van de leeftijdsgrenzen. Daarbij wordt vooraf ingeschat in hoeverre jeugd op een bepaald evenement afkomt. Hierbij kan gedacht worden aan schoolfeesten, voor zover daar alcohol wordt geschonken.

Passief toezicht: toezicht naar aanleiding van klachten, meldingen, handhavingsverzoeken. Deze kunnen de vorm van een basiscontrole of leeftijdsgrenzencontrole hebben.

Surveillances in de openbare ruimte: ter controle van het:

- verbod voor personen jonger dan 16 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben (art. 45 DHW);

- verbod op het bij zich hebben van alcohol in aangewezen gebieden (Aanwijsbesluit Apv).

Hercontroles: voor zover bij een controle een overtreding is geconstateerd, die te herstellen is. Bijvoorbeeld indien het terras te groot is, of geen vergunning daartoe is aangevraagd, maar bij aanvraag wel kan worden verleend. De ondernemer wordt de tijd gegund om dit te herstellen. Na afloop van de gestelde termijn vindt hierop een hercontrole plaats.

 

Voor de diverse branches zijn de controlefrequenties voor de periodieke controles als instrument benoemd in paragraaf 3.3. Deze controlefrequenties hangen samen met de prioriteiten.

 

Sanctiestrategie

Handhavingsbevoegdheid

De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht, met name in de artikelen 5:21 en 5:32.

In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Dit is het geval voor de Drank- en Horecawet en Apv. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d.

Uitgangspunten handhavend optreden

Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gesteld, dat er in beginsel altijd tegen overtredingen wordt opgetreden. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling dit toelaten.

 

Daarnaast worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Bij de te volgen stappen in het handhavingstraject is aansluiting gezocht bij de sanctiestrategie uit het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014, Deel II. Het gaat er daarbij om hoeveel stappen worden gezet, vóórdat de daadwerkelijke sanctie wordt opgelegd. Zie verder paragraaf 4.2.4.

- Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste sanctie wordt rekening gehouden met:

- de mogelijke gevolgen van die overtreding, en;

- de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan, en;

- de houding en het gedrag van de overtreder, en;

- de voorgeschiedenis, en;

- het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat de sanctie moet worden toegepast die het minst ingrijpend is en het beste past om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is. De toezichthouder moet in elke specifieke situatie bepalen welke sanctie de beste is. Daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend.

De basis voor de bepaling van de sanctie is neergelegd in een bij deze beleidsnota horende sanctietabel. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken.

Overzicht in te zetten sancties op grond van de DHW

De Algemene wet bestuursrecht en andere wetten (waaronder de Drank- en Horecawet, Apv) geven aan welke sancties het bevoegde gezag kan inzetten tegen het voorkomen of voortduren van overtredingen. Deze zijn:

- Tijdelijk stilleggen van de alcoholverkoop in detailhandel (“Three strikes out”; art. 19a DHW): winkels de bevoegdheid te ontzeggen zwak-alcoholische drank te verkopen, indien 3x in 12 maanden overtreding van de leeftijdsgrenzen is geconstateerd. De ontzegging kan door middel van bestuursdwang worden afgedwongen.

- Intrekken van de vergunning (ingevolge art. 31 DHW en/of 1:6 Apv)

- Schorsen van de Drank- en horecavergunning (art. 32 DHW)

- Ontzeggen van de toegang tot een ruimte indien in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt (art. 36 DHW)

- Opleggen van een bestuurlijke boete (art. 44a DHW)

- Opleggen van een last onder bestuursdwang,  waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en afd. 5.3 van de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder;

- (Tijdelijk) sluiten van de inrichting op grond van Apv (art. 2:30), DHW en/of art. 174 Gemeentewet

- Opleggen van last onder dwangsom, waarbij onder dreiging van het invorderen van een geldbedrag de overtreding ongedaan moet worden gemaakt en/of voortduring en herhaling moet worden voorkomen; de last kan ook preventief worden opgelegd (afd. 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht)

- Bestuurlijke strafbeschikking, op grond van het Besluit OM-afdoening is een aantal feiten benoemd gerelateerd aan de Apv, waarvoor een strafbeschikking kan worden opgelegd. Het gaat bijvoorbeeld om het, ongeacht de leeftijd, het verbod tot het bij zich hebben van drank in door de gemeente aangewezen gebieden.

 

Daarnaast kan op basis van een aantal artikelen in de Drank- en Horecawet (alleen) strafrechtelijk worden opgetreden door middel van het opmaken van een proces-verbaal.

 

In alle gevallen, met uitzondering van het strafrecht, is de burgemeester bevoegd tot opleggen van deze sancties. De bevoegdheid is gemandateerd aan het hoofd en de teamleider van de afdeling Toezicht, Veiligheid & Leefbaarheid.

Noot: bezwaar en beroep

Tegen alle bestuursrechtelijke maatregelen, die hierboven worden genoemd, staat bezwaar en beroep open. Indien de vergunninghouder bezwaar indient, schorst dit de werking van het genomen bestuursrechtelijke besluit niet. De vergunninghouder kan dit toch via de Rechtbank vragen, door een voorlopige voorziening in te dienen bij de Rechtbank. Dit betekent dat alle genomen besluiten van de burgemeester vernietigd kunnen worden. Bij met name schorsen en intrekken van de vergunning, de “three strikes out”, en toepassen van bestuursdwang kan dit leiden tot schadeclaims, indien uit de rechtsbeschermingsprocedures volgt dat de besluiten onrechtmatig zijn genomen en ten uitvoer zijn gebracht.

 

In Bijlage 2 is een overzicht opgenomen welke sanctie op welke overtreding van de Drank- en Horecawet is in te zetten, met een uitgebreide toelichting op de verschillende sancties.

Sanctiestrategie

In het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 – Deel II is een sanctiestrategie opgenomen voor overtredingen van het omgevingsrecht. Daarin is een stroomschema opgenomen dat als wijze van aanpak c.q. stappenplan goed bruikbaar is voor overtredingen van de Drank- en Horecawet en Apv. Het stroomschema deelt overtredingen grofweg op in 3 categorieën, met elk hun eigen aanpak. De categorieën zijn, van zwaar naar licht:

- Categorie 1 (spoedeisend):

Hierbij wordt direct de sanctie opgelegd. Bij categorie 1-overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen. Er is dan geen ruimte om eerst een zienswijze te vragen, vanwege de spoedeisendheid. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij verstoring van de openbare orde in relatie tot het schenken van alcohol. In dat geval kan het nodig zijn direct op te treden. De verwachting is dat het zelden nodig is direct in te grijpen.

- Categorie 2:

Categorie 2-overtredingen zijn ernstige overtredingen maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. In dit geval wordt eerst een voornemen kenbaar gemaakt tot het opleggen van een sanctie, om vervolgens (in de 2e stap) de sanctie zelf op te leggen. Een overtreding kan ook als categorie 2 worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn. Er zijn twee varianten binnen deze categorie:

Het voornemen heeft alleen tot doel een zienswijze te verkrijgen tegen de op te leggen handhavingsbeschikking. Hiervoor wordt meestal een termijn van 2 weken gesteld, maar hiervan kan worden afgeweken. Daarna wordt de sanctie definitief opgelegd. Deze variant is bijvoorbeeld van toepassing indien de wet zelf geen ruimte geeft om iets anders te doen. Zo is in de Drank- en Horecawet een aantal gronden benoemd, waarbij de burgemeester de vergunning moet intrekken. Ook bij overtredingen die niet te herstellen zijn worden op deze manier afgedaan. Bijvoorbeeld het verstrekken van drank aan personen kennelijk jonger dan 16 jaar. In dat geval wordt een bestuurlijke boete opgelegd, voorafgegaan door het voornemen ter verkrijging van een zienswijze.

Het voornemen geeft, naast het doel een zienswijze binnen 2 weken te verkrijgen, de overtreder de gelegenheid zelf de overtreding ongedaan te maken binnen een redelijke termijn. De last wordt pas opgelegd indien na het verstrijken van die redelijke termijn de overtreding nog steeds voortduurt.

- Categorie 3:

Categorie 3-overtredingen zijn de overige overtredingen. Deze overtredingen zijn in ernst geringer van aard. Daarbij valt te denken aan het niet ter plaatse kunnen tonen van een verstrekte vergunning, of een terras dat buiten de vergunde afmetingen is uitgestald. In dat geval wordt eerst een ambtelijke waarschuwing gegeven, dan in de 2e stap het voornemen tot opleggen van de sanctie, en pas in stap 3, bij volharding in de overtreding, volgt de sanctie.

In schema:

 

Overtreding

 

Acties

Categorie 1

Direct toepassen sanctie

Geen begunstigingstermijn

Categorie 2a

1. Bestuurlijke waarschuwing: termijn zienswijze bekend maken

2. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom/bestuursdwang/intrekking vergunning/boetebeschikking etc.

In geval van herstelsanctie, indien niet tijdig hersteld: 

3. Uitvoeren sanctie (verbeuren en innen dwangsom/uitvoering bestuursdwang)

Categorie 2b

1. Bestuurlijke waarschuwing

- voornemen met hersteltermijn (De lengte van de termijn wordt bepaald aan de hand van het soort overtredingen en de termijn waarbinnen deze overtredingen redelijkerwijs kunnen worden verholpen) bekend maken

- Termijn zienswijze bekend maken

Indien niet tijdig hersteld:

2. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom/bestuursdwang/schorsing vergunning/boetebeschikking etc.

In geval van herstelsanctie indien niet tijdig hersteld:

3. Uitvoeren sanctie (verbeuren en innen dwangsom/uitvoering bestuursdwang)

Categorie 3

1. Brief met hersteltermijn

Indien niet tijdig hersteld: 

2. Bestuurlijke waarschuwing

- Voornemen met hersteltermijn bekend maken;

-Termijn zienswijze bekend maken

Indien niet tijdighersteld:

3. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom/bestuursdwang/schorsen vergunning/opleggen boetebeschikking en boete innen etc.

In geval van herstelsanctie, indien niet tijdig hersteld:

4. Uitvoeren sanctie (verbeuren en innen dwangsom/uitvoering bestuursdwang)

 

 In de sanctietabel, een aparte excel-lijst behorend bij dit beleid, wordt per overtreding van de DHW en de Apv betreffende horeca-exploitatie aangegeven welk stappenplan (1, 2a, 2b of 3) wordt gevolgd en welke sancties worden ingezet als de stap tot het opleggen van een sanctie is bereikt. In Bijlage 1 is een toelichting op de sanctietabel opgenomen.

 

In de sanctietabel is, daar waar de last onder dwangsom de sanctie is, de minimale hoogte van het dwangsombedrag opgenomen. Er kan, afhankelijk van de omstandigheden/situatie, een hoger bedrag worden opgelegd. Hiervoor is gekozen, omdat we weinig ervaring hebben met welk bedrag een prikkel voor de overtreder vormt om de overtreding ongedaan te maken. Dit kan per onderneming en situatie verschillen. Reden om de hoogte van de dwangsom nu alleen met een minimum aan te geven. Daarmee geven we onszelf enige ruimte om het juiste bedrag vast te stellen. Het bedrag hoort in redelijke verhouding te staan tot de aard van de overtreding, en het herstel ervan. Voor de bestuurlijke boete geldt dat de hoogte wettelijk is vastgelegd in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Hiervan kan niet worden afgeweken.

 

Als de toezichthouder een overtreding constateert, past hij het handhavingstappenplan (zie paragraaf 4.2.3) en de sanctietabel (aparte bijlage, met toelichting daarop in bijlage 1) toe. Hiervan kan, gemotiveerd, worden afgeweken. Afwijken kan in geval van bijzondere omstandigheden gewenst zijn. Het doel is immers het komt tot (verbetering van) naleving van de regels. In sommige gevallen kan afwijking van het stappenplan leiden tot een beter resultaat. Dit kan betekenen dat een extra tussenstap of een andere sanctie wordt gekozen, afhankelijk van de urgentie en de daarop te maken belangenafweging.

 

Mogelijk in afwijking van het stappenplan wordt in 2013 bij de eerste controle van een bedrijf/instelling op naleving van de Drank- en Horecawet, en alleen dan, bij overtreding geen sanctie opgelegd, tenzij het een categorie 1-overtreding betreft. De regels rond de horeca-exploitatie zijn sinds 2010 bekend, reden om het gewone stappenplan te volgen. Dit geldt echter niet voor bedrijven die nog niet beschikken over een horeca-exploitatievergunning als gevolg van het feit dat deze bedrijven sinds de inwerkingtreding van het Beleid horeca-exploitatie 2010 nog niet door de gemeente zijn benaderd tot het doen van een aanvraag.

Recidive

In geval van herhaling van de overtreding binnen een bepaalde tijd wordt strenger opgetreden. Dit kan gelegen zijn in het volgen van minder stappen, maar ook in het opleggen van een andere/zwaardere sanctie. Algemeen geldt, voor zover in bijlage 1 niet anders is bepaald, dat indien een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker dezelfde overtreding binnen twee jaar na de laatste constatering begaat dit als recidive wordt beschouwd, ook als er toen geen sanctiebeschikking is opgelegd. Voor zover de periode van 2 jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker (exploitant) of alcoholgebruiker, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn (geweest), ligt het voor de hand in geval van recidive te kiezen voor een ander (effectief) sanctiemiddel.

Nalevingscommunicatie

Het effect van toezicht en handhaving kan toenemen door communicatie als extra instrument in te zetten. Planmatige communicatie gekoppeld aan toezicht en handhaving, om de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, wordt ook wel handhavingscommunicatie of nalevingscommunicatie genoemd. Het werkingsprincipe is gebaseerd op het vergroten van de subjectieve pakkans. Hoe hoog schat iemand die de regels overtreedt, de kans in dat hij bij een controle gepakt wordt? Deze subjectieve pakkans is medebepalend voor het uiteindelijke naleefgedrag.

 

Communicatie kan op verschillende momenten en manieren ingezet worden. Een voorbeeld is de 'zichtbare leeftijdsgrenzencontrole', waarbij de inspecteurs de controles in uniform uitvoeren. Dit heeft een preventieve werking. Ook kan gecommuniceerd worden over toezichtsplannen, resultaten van nalevingsonderzoek en handhavingsacties en best practices binnen de gemeente.

Eind 2012 heeft een informatiebijeenkomst voor de paracommerciële instellingen in Nieuwegein plaatsgevonden. Daarnaast zal begin 2013 een informerende brief over de wetswijziging aan alle drankverstrekkers worden gestuurd. De toezichtbezoeken zelf zullen in 2013 ook worden benut om ondernemers mondeling te informeren en uitleg te geven. Verdere invulling van communicatie vergt capaciteit en inzet, die vooralsnog niet voorhanden is. Mogelijk dat aan communicatie ook in regionale samenwerking verder invulling kan krijgen.

  • 5.

    Jaarprogramma 2013

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoeveel controles jaarlijks worden uitgevoerd, met een inschatting van de tijdsinzet. Uitgangspunt voor het bepalen van de aantallen is het huidige bestand aan verleende drankvergunningen en niet-vergunningplichtige drankverstrekkers, in combinatie met de doelen .

 

De instrumenten die worden ingezet zijn:

- In 2013 wordt 3x een leeftijdsgrenzeninspectie uitgevoerd bij de branches café’s/bars, sportverenigingen, snackbars en supermarkten;

- In 2013 wordt 1x een leeftijdsgrenzeninspectie uitgevoerd bij slijterijen.

- Er wordt minimaal 1x per jaar bij café’s/bars in de avond-/nachturen gecontroleerd op de aanwezigheid van een leidinggevende, én of barpersoneel aan een reeds beschonken persoon wordt geschonken;

- Er wordt 1x per 2 jaar een basiscontrole bij alle paracommerciële instellingen uitgevoerd op de regels van de Drank- en horecawet, de verordening, de drank- en horecavergunning en de horeca-exploitatievergunning.

- Er wordt minimaal 1x per 5 jaar een basiscontrole uitgevoerd bij alle alcoholverstrekkers op regels van de Drank- en Horecawet, Algemene plaatselijke verordening en op basis van deze wetgeving geldende vergunningen/ontheffingen.

 

Voor de tijdsinschatting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

Voor het uitvoeren van een controle is het kengetal van de NVWA gehanteerd. De kengetallen van de NVWA zijn:

- Leeftijdsgrenzeninspectie: 1,5 uur

- Basiscontrole: 0,5 uur

Dit kengetal is exclusief reistijd en administratie. Voor een reëel kengetal is daarom de controletijd van de NVWA vermeerderd met een half uur voor de reistijd, en een kwartier voor de registratie van de controle in het backofficesysteem.  Voor de avond/nachtcontroles bij café’s gaan we ervan uit dat deze niet in duo’s hoeven te worden afgelegd. Voor deze specifieke controle bestaat geen NVWA-kengetal en hebben die zelf bepaald.

 De Nieuwegeinse kengetallen voor toezicht komen daarmee op:

- Leeftijdsgrenzeninspectie: 2,25 uur

- Basiscontrole: 1,25 uur

- Avond/nachtcontrole: 1,5 uur

 

De aantallen en uren voor toezicht zijn in onderstaande tabel weergegeven:

 Branchetype

 

 Aantal

 

Leeftijdsgrenzen 

 

 Basiscontrole

 

Avond/nacht 

 

Totaal aantal controles

 

Uren totaal 

 

 Aantal controles

 uren

 Aantal controles

 uren

 Aantal controles

 uren

 Sportverenigingen (kantines)

 22

 66

 148,5

 11

 13,75

 0

 0

 77

 162,25

 Sociaal-cultureel (buurthuizen, kerken, etc.)

 15

 0

 0

 7

 8,75

 0

 0

 7

 8,75

 Restaurants

 35

 0

 0

 1

 1,25

 0

 0

 1

 1,25

 Cafes

 16

 48

 108

 3

 3,75

 16

 24

 67

 135,75

 Slijterijen

 8

 8

 18

 2

 2,5

 0

 0

 10

 20,5

 Recreatieruimten

 3

 0

 0

 

1

 

 

 1,25

 

 0

 0

 1

 1,25

 Partycentrum

 2

 0

 0

 0

 0

 0

 0

 Hotel

 1

 0

 0

 0

 0

 0

 0

 Cafetaria

 6

 18

 40,5

 1

 1,25

 0

 0

 19

 41,75

 Supermarkten/warenhuis

 13

 39

 88

 2

 2,5

 0

 0

 41

 90

 Ontheffingen art. 35 DHW evenementen

 20

 4

 9

 0

 0

 0

 0

 4

 9

Totaal

141

183

412

28

35

16

24

224

470,5

Bovenstaande gegeven betreffen uitsluitend de inzet op toezicht middels bovengenoemde instrumenten. Dit is exclusief toezicht naar aanleiding van klachten en toezicht op art. 45 DHW zinvol is (strafbaarstelling jeugd indien men alcohol bij zich heeft op/in publiek toegankelijk plaatsen). Voor dat laatste zal de toezichthouder afstemmen met de wijkmanagers en politie op welke locaties controles hierop zinvol zijn.

 

Indien overtredingen worden gesignaleerd in het kader van toezicht volgt handhaving. Hiervan kunnen we slechts een globale inschatting geven.

De NVWA kan niet aangeven hoe vaak een overtreding bij een controle wordt geconstateerd. Volgens de NVWA hangt dit percentage sterk af van een goede voorverkenning, waarbij duidelijk moet worden op welke dag, tijd en bij welke locatie een leeftijdsgrenzencontrole zinvol is. Verder zegt een landelijk overtredingspercentage niets over de lokale situatie. Het percentage bij een basiscontrole verschilt ook per gemeente volgens de NVWA. Daarnaast hangt de inzet op handhaving af van de sanctiestrategie van de gemeente, oftewel wanneer eerst wordt gewaarschuwd, dan wel meteen een sanctie wordt opgelegd.

Ten aanzien van de sanctie bestuurlijke boete hanteert de NVWA de volgende kengetallen:

- Opstellen boeterapport leeftijdsgrenzeninspectie: 2 uur

- Opstellen boeterapport basiscontrole: 1 uur

- Juridisch toets + opstellen boetebeschikking: 1,5 uur

- Administratieve verwerking per poststuk: 0,5 uur

 

Voor de inzet op handhaving doen we de volgende aannames:

- Bij 20% van de leeftijdsgrenzeninspecties verwachten we een overtreding te constateren. Deze aanname doen we omdat de pakkans tijdens een 1,5 uur durende leeftijdsgrenzeninspectie mogelijk niet zo groot is;

- Bij 50% van de basis- en avond-/nachtcontroles verwachten we een overtreding te constateren. Deze aanname doen we omdat we op voorhand niet de actualiteit van de drankvergunning met betrekking tot de daarop vermelde leidinggevenden kunnen inschatten.

In 2013 volgt bij de eerste controle, en alleen dan, hooguit een waarschuwing, geen sanctie. Indien bij volgende controles overtredingen worden geconstateerd, volgt:

Bij leeftijdsgrenzeninspecties een bestuurlijke boete;

Bij basiscontroles veelal een last onder dwangsom.

Indien geen overtredingen worden geconstateerd volgt altijd een afrondende brief.

De inzet op handhaving zou met deze aannames in 2013 komen op:

 

Aantal waarschuwingen

uren

Aantal bestuurlijke boetes

uren

Aantal afrondende brieven

uren

Totaal uren

Leeftijdsgrenzen

11,4

28,5

34,3

137

146

146

312

Basiscontrole

14,3

35

niet

0

14

14

49

Avond/nachtcontrole

8

20

niet

0

8

8

28

Totaal

33,7

83,5

34,3

137

166

166

389

 

De inzet op toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet in 2013 wordt hiermee geraamd op 862 uur, overeenkomend met 0,63 fte. Daarvan is 0,51 fte gemoeid met toezicht, en 0,12 fte met juridische en administratieve ondersteuning. Hierbij is geen rekening gehouden met controles naar aanleiding van klachten en handhavingsverzoeken.

 

Ondertekening

de burgemeester, 29 januari 2013.

Bijlage Handhavingsbeleid Drank-en Horecawet en horeca-exploitatie

Handhavingsbeleid DHW en horecaexploitatie

Bijlage 1 Toelichting op de sanctietabel

Toelichting op sanctietabel

Bijlage 2 Overzicht sanctiemogelijkheden per artikel van de Drank- en Horecawet

Overzicht sanctiemogelijkheden

Bijlage 3 Sanctietabel behorend bij Handhavingsbeleid DHW en horeca-exploitatie

sanctietabel