Verordening naamgeving en adressering

Geldend van 01-07-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening naamgeving en adressering

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 11 november 2008;

gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

besluit vast te stellen de volgende Verordening naamgeving en adressering

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    ligplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig;

  • d.

    nummeraanduiding: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats;

  • e.

    object: een benoemd gedeelte van de openbare ruimte, een verblijfsobject, standplaats of ligplaats;

  • f.

    openbare ruimte: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen;

  • g.

    pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

  • h.

    rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder;

  • i.

    standplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte;

  • j.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard;

  • k.

    verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen;

  • l.

    woonplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

Artikel 2 Woonplaatsen in de Gemeente Nijkerk

Het grondgebied van de gemeente wordt ingedeeld in de woonplaatsen Nijkerk, Hoevelaken en Nijkerkerveen.

Artikel 3 Adressering: naamgeving en nummering

  • 1. Het college is belast met de uitvoering van artikel 6, eerste lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met betrekking tot:

    • a.

      het vaststellen van de grenzen tussen de woonplaatsen,

    • b.

      het vaststellen en benoemen van de openbare ruimte,

    • c.

      het toekennen van nummeraanduidingen aan de op het grondgebied van de gemeente gelegen verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen,

      een en ander met inachtneming van het bepaalde in of bij de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

  • 2. Het college kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen en deze benoemen of nummeren.

Artikel 4 Standplaatsen en ligplaatsen

Het college stelt de standplaatsen en de ligplaatsen vast als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

Artikel 5 Afbakening

Het college stelt de afbakening vast van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen, als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

Artikel 6 Verbod op eigen namen of nummers

Het is een ieder verboden aan objecten namen of nummers toe te kennen.

Artikel 7 Namen en nummers aanbrengen

  • 1. De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. De door het college toegekende nummeraanduiding moet op een doeltreffende wijze aan of bij het object worden aangebracht.

Artikel 8 Gedoogplicht naamborden

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van openbare ruimtes en verwijsborden aan een bouwwerk worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 9 Nummerborden aanbrengen

  • 1. De rechthebbende is verplicht de nummeraanduiding die aan zijn object is toegekend, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2. Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht de in het eerste lid genoemde nummeraanduiding, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 10 is bepaald.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid wordt de nummeraanduiding binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4. Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 10 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere technische uitvoeringsvoorschriften vast te stellen voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

Artikel 11 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 7, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 8 en 9, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast.

Artikel 12 Intrekken oude verordening

De Verordening straatnaamgeving en huisnummering, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 juni 2000, wordt ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsbepaling

Namen en nummers, die door het college op grond van voorgaande voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het inwerking treden van deze verordening bestaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt gelijktijdig met de Wet basisregistraties adressen en gebouwen in werking.

  • 2. Het college maakt de inwerkingtreding op de gebruikelijke wijze bekend.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening naamgeving en adressering.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 18 december 2008,

de griffier, de voorzitter,

mr. F.E. CONTANT mr. drs. G.D. RENKEMA

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 18 december 2008,
de griffier, de voorzitter,
mr. F.E. CONTANT mr. drs. G.D. RENKEMA