Drank- en Horecaverordening Nijkerk 2014

Geldend van 06-03-2014 t/m heden

Intitulé

Drank- en Horecaverordening Nijkerk 2014

Raadsbesluit nummer 2013-074

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 21 januari 2014;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 4, 25a, 25b, 25c, 25d en 26 van de Drank- en

Horecawet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Drank- en Horecaverordening Nijkerk 2014

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Drank- en Horecawet;

    • b.

      terras: het buiten de besloten ruimte gelegen deel van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dranken of spijzen voor gebruik ter plaatse mogen worden verstrekt;

    • c.

      vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • d.

      bezoeker: een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:

      • -

        leidinggevenden in de zin van de wet;

      • -

        personen die dienst doen in de inrichting;

      • -

        personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;

    • e.

      paracommerciële inrichting: een inrichting waarin een paracommerciële rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert.

    • f.

      dorpshuis: een dorpshuis (ook wel buurthuis, wijkcentrum of gemeenschapshuis genoemd) is een openbaar, mede met publiekelijke middelen gerealiseerd, gebouw in een wijk, stadsdeel of dorp dat zich richt op het bijdragen aan de integrale leefkwaliteit van de buurt of dorp.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

Paragraaf 2 Bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend

Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

Artikel 3 Prijsacties horeca

Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel 4 Toelatingsleeftijden tot alle horecalokaliteiten en terrassen

Gereserveerd.

Artikel 5 Toelatingsleeftijden tot horecalokaliteiten en terrassen die naar verhouding langer geopend zijn (nachthoreca)

Gereserveerd.

Paragraaf 3 Aanvullende bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend in bepaalde gebouwen

Artikel 6 Schenktijden en verbod verstrekken van sterke drank

  • 1. Het is verboden buiten onderstaande maximale schenktijden alcoholhoudende drank te verstrekken in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, niet zijnde een paracommerciële inrichting, welke:

    • a.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven aan leerlingen die merendeels de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, of

    • b.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties, of

    • c.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw of buurthuis, of

    • d.

      deel uitmaakt van een gebouw, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer sportorganisaties of –instellingen.

        De in de eerste volzin bedoelde maximale schenktijden zijn:

      • -

        maandag tot en met donderdag van 15.00 uur tot 24.00 uur

      • -

        vrijdag, zaterdag en zondag van 13.00 uur tot 22.00 uur

  • 2. Artikel 7 tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op horecabedrijven, zoals bedoeld in lid 1 onder c en d.

  • 3. In de in het eerste lid bedoelde inrichtingen is het verboden sterke drank te verstrekken.

  • 4. De verboden uit het eerste en tweede lid gelden niet voor horecabedrijven die op basis van het ter plaatse geldende bestemmingsplan of de vigerende beheersverordening zijn bestemd voor zelfstandige, volwaardige horeca.

Paragraaf 4 Aanvullende bepalingen voor paracommerciële inrichtingen

Artikel 7 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

  • 1. Het is verboden buiten onderstaande maximale schenktijden in paracommerciële inrichtingen alcoholhoudende drank te verstrekken.

      De in de eerste volzin bedoelde maximale schenktijden zijn:

    • -

      maandag tot en met donderdag van 15.00 uur tot 24.00 uur

    • -

      vrijdag, zaterdag en zondag van 13.00 uur tot 22.00 uur.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen andere schenktijden worden gekozen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      Het aantal uren dat per dag mag worden geschonken bedraagt maximaal 9 uren in ten hoogste drie blokken naar keuze

    • b.

      Binnen de periode van een week mogen maximaal twee verschillende dagelijkse schenktijden worden gekozen

  • 3. De houder van een inrichting, die gebruik maakt van een in het tweede lid genoemde keuzemogelijkheid, doet daarvan jaarlijks in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor ze gaan gelden, schriftelijk melding aan de burgemeester. Gedurende het jaar waarvoor de gekozen schenktijden gelden, kan aan de burgemeester eenmaal een aanpassing van de keuzen worden gemeld.

Artikel 8 Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 gelden voor verpleeg- en verzorgingstehuizen de maximale schenktijden van dagelijks 10:00 uur tot 22:00 uur.

Artikel 9 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken:

  • a.

    tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, of

  • b.

    tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

Artikel 10 Verbod verstrekken van sterke drank

Het is verboden in paracommerciële inrichtingen sterke drank te verstrekken.

Artikel 11 Aanvullende vragen aan paracommerciële rechtspersonen

Een paracommerciële rechtspersoon geeft bij de aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van het horecabedrijf nadere informatie over de doelstelling van de paracommerciële rechtspersoon en de doelgroep waarop de rechtspersoon zich richt.

Paragraaf 5 Bepalingen voor de detailhandel

Artikel 12 Prijsacties detailhandel

Gereserveerd.

Artikel 13 Voorschriften slijterijen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een slijtersbedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

Paragraaf 6 Tijdelijke verstrekkingsverboden

Artikel 14 Algeheel tijdelijk verstrekkingsverbod

Gereserveerd.

Artikel 15 Tijdelijk verstrekkingsverbod in een deel van de gemeente

Gereserveerd.

Artikel 16 Tijdelijk verstrekkingsverbod gedurende bepaalde uren

Gereserveerd.

Paragraaf 7 Ontheffingen

Artikel 17 Mandatoire ontheffingen

Gereserveerd.

Artikel 18 Facultatieve ontheffingen

  • 1. De burgemeester kan op aanvraag permanent, dan wel tijdelijk, ontheffing verlenen van de in artikelen 6, 7, 9 en 10 gestelde verboden. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. De burgemeester kan conform het bepaalde in artikel 4, vierde lid, van de wet, met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard op aanvraag voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de in artikel 7, 8 en 9 gestelde verboden en beperkingen.

  • 3. In afwijking van het in artikel 9 gestelde verbod mogen er jaarlijks ten hoogste 5 bijeenkomsten in een paracommerciële inrichting plaatsvinden onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de paracommerciële rechtspersoon uiterlijk 5 werkdagen vóór een bijeenkomst hiervan melding doet aan de burgemeester; en,

    • b.

      tijdens de genoemde bijeenkomst een op de drank- en horecavergunning of op het aanhangsel van de drank- en horecavergunning genoemde leidinggevende aanwezig is.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffingen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 19 Intrekkingsgronden ontheffing

De in artikel 17 en 18 bedoelde ontheffingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, of

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist, of

  • c.

    zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, of

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen, of

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn, of

  • f.

    indien de houder van de ontheffing dit verzoekt.

Paragraaf 8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Overgangsrecht

  • 1. Op 1 januari 2014 zijn voor paracommerciële inrichtingen vervallen:

    • a.

      de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld;

    • b.

      de ontheffingen die tot dat tijdstip door het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend;

    • c.

      de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2. Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld aan vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoelde inrichtingen, blijven van kracht.

  • 3. Ontheffingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet, behalve de in het eerste lid, onder c bedoelde ontheffingen, blijven 12 maanden na inwerkingtreding van deze verordening van kracht. Daarna komen deze ontheffingen te vervallen.

  • 4. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Drank- en Horecaverordening Nijkerk, vastgesteld bij besluit van 29 november 2001, wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de dag na uitgifte van het elektronisch gemeenteblad waarin het wordt bekendgemaakt.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Drank- en Horecaverordening Nijkerk 2014’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk
d.d. 27 februari 2014,
de griffier,
de voorzitter,
de heer O. van Kolck.
de heer mr. drs. G.D. Renkema.