Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent cameratoezicht Reglement heimelijk cameratoezicht Nissewaard

Geldend van 27-01-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Reglement heimelijk cameratoezicht Nissewaard

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

  • -

    gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van de rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel wordt opgedragen aan het college;

  • -

    gelet op artikel 125 Ambtenarenwet;

  • -

    gelet op het verhandelde in de vergadering van de bijzondere ondernemingsraad;

besluit vast te stellen:

het Reglement heimelijk cameratoezicht Nissewaard

Artikel 1 Begrippen en reikwijdte

In dit protocol wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet:Wet bescherming persoonsgegevens;

  • b.

    Heimelijk cameratoezicht:

    het vervaardigen van afbeeldingen van een of meerdere personen, gebruik makende van een verborgen camera bij de verantwoordelijke de werknemers vooraf op duidelijke wijze in kennis moet hebben gesteld van de mogelijkheid van heimelijk cameratoezicht op de werkvloer;

  • c.

    Incident: voorval dat lijkt te wijzen op strafbaar of ander laakbaar gedrag van medewerkers;

  • d.

    Beeldinformatie: de door de camera’s vastgelegde beelden;

  • e.

    Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;

  • f.

    Verantwoordelijke: het college van burgemeester en wethouders die het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt;

  • g.

    Bewerker: degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen;

  • h.

    Betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;

  • i.

    Medewerker: degene die werkzaam is binnen de organisatie van verantwoordelijke;

  • j.

    Beheerder: degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt en die aan zijn rechtstreeks gezag is onderworpen, met name het hoofd van de afdeling accommodaties.

  • k.

    Technische beheerder: door het hoofd van de afdeling accommodaties aangewezen medewerker van het team Facilitaire zaken & Exploitatie.

Artikel 2 Doel heimelijk cameratoezicht

Lid 1

Het doel van heimelijk cameratoezicht is om het begaan van strafbare feiten of ander ernstig laakbaar gedrag, waarbij het niet mogelijk is het bewijs voor deze onrechtmatigheden op een andere manier te verkrijgen, te beëindigen.

Lid 2

Van heimelijk cameratoezicht wordt als opsporingsmiddel gebruik gemaakt indien gedragingen van een of meerdere personen moet worden vastgelegd en/of om duidelijkheid te verkrijgen omtrent de identiteit van de vermoedelijke persoon of personen die strafbaar of anders ernstig laakbaar handelen.

Artikel 3 Incidenteel gebruik

Het gebruik van heimelijk cameratoezicht dient alleen op incidentele basis plaats te vinden.

Artikel 4 Onbevangen zichzelf zijn

Situaties waarin medewerkers de gerechtvaardigde verwachting hebben dat zij onbevangen zichzelf kunnen zijn, moeten worden ontzien.

Artikel 5 Gericht gebruik

Lid 1

Het heimelijk cameratoezicht dient zo gericht mogelijk te zijn.

Lid 2

De periode waarin het heimelijk cameratoezicht wordt gebruikt dient zo beperkt mogelijk te zijn, met een maximum van vier weken.

Lid 3

De beeldinformatie wordt maximaal vier weken bewaard, waarna de informatie wordt gewist. In het geval er onregelmatigheden zijn geregistreerd kan de beeldinformatie voor verdere bewijsvoering worden bewaard.

Artikel 6 Taken en verantwoordelijkheden

Lid 1

Het college van burgemeester en wethouders is ingevolge de Wet de verantwoordelijke.

Lid 2

De gemeentesecretaris is beslissingsbevoegd over de inzet van heimelijk cameratoezicht, voor zover dit cameratoezicht valt binnen de grenzen van dit protocol.

Lid 3

De beheerder heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid over de feitelijke inzet van heimelijk cameratoezicht.

Lid 4

De beheerder is bevoegd een gecertificeerd beveiligingsbedrijf in te schakelen voor de uitvoering en het technisch beheer van het heimelijk cameratoezicht.

Lid 5

Direct na afloop van het heimelijk cameratoezicht rapporteert de beheerder over het gebruik van het heimelijk cameratoezicht en de resultaten daarvan aan de gemeentesecretaris.

Artikel 7 Informeren Ondernemingsraad

Lid 1

De ondernemingsraad wordt door de gemeentesecretaris binnen twee weken na het afronden van het onderzoek zoals genoemd in artikel 5 lid 2 vertrouwelijk geïnformeerd over het gebruik van heimelijke cameratoezicht.

Lid 2

De gemeentesecretaris verstrekt de Ondernemingsraad binnen drie maanden een vertrouwelijk rapport waarin de aanleiding van het gebruik van camera’s en de toepassing van het reglement wordt geëvalueerd.

Lid 3

Op verzoek van de bestuurder en/of de Ondernemingsraad kan de rapportage in een besloten vergadering worden besproken.

Artikel 8 Vastlegging van gegevens

Door middel van beeldinformatie kunnen van betrokkenen de navolgende persoonsgegevens worden verwerkt:

  • a.

    Beeldinformatie;

  • b.

    Naam, adres, woonplaats en eventueel functiegegevens van een bij een incident betrokken persoon;

  • c.

    Incidentinformatie.

Artikel 9 Toegang tot het camerasysteem

Voor zover de toegang tot de gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak hebben de door de beheerder aangewezen personen van het team Facilitaire Zaken & Exploitatie of een gecertificeerd beveiligingsbedrijf rechtstreeks toegang tot de persoonsgegevens.

Artikel 10 Verstrekking van persoonsgegevens

Lid 1

De beheerder kan op andere wijze dan voorzien in artikel 10, persoonsgegevens verstrekken aan:

  • a.

    Degenen, waaronder begrepen derden, die belast zijn met of leiding geven aan de in artikel 2 bedoelde activiteiten of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken;

  • b.

    de politie, voor zover het de opsporing van strafbare feiten betreft;

  • c.

    anderen, in de gevallen bedoeld in artikel 8 en 9 van de Wet.

  • d.

    Gerechtelijke instanties

Lid 2

De in het eerste lid genoemde personen en instanties ontvangen ten hoogste de persoonsgegevens die zij nodig hebben voor de vervulling van hun taak.

Artikel 11 Beveiliging en geheimhouding

Lid 1

De beheerder draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen om de persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of om enige vorm van onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.

Lid 2

Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van techniek en de kosten van tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico’s die verwerking en de aard van te beschermen gegevens met zich meebrengen.

Lid 3

Ingeval een beveiligingsdienst is ingeschakeld, maakt de beheerder schriftelijke afspraken over de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de te verrichten verwerkingen en ziet toe op de naleving van die maatregelen.

Artikel 12 Documentatie

Lid 1

De beheerder documenteert iedere inzet van heimelijk cameratoezicht, ten behoeve van:

  • a.

    verantwoording aan het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    mogelijke toetsing door het College bescherming persoonsgegevens;

  • c.

    toetsing door gerechtelijke instanties of ambtenaren c.q. gemeentelijke organen, die ingevolge hun taak betrokken zijn bij eventuele sanctionering van betrokkenen.

Lid 2

De documentatie bevat een weergave van:

  • a.

    de gebeurtenissen die hebben geleid tot het vermoeden van strafbaar of ander laakbaar gedrag van betrokkene;

  • b.

    de maatregelen die zijn genomen om het gewraakte gedrag te stoppen, waaronder de mededeling aan medewerkers dat het schadelijke gedrag niet is toegestaan noch wordt getolereerd;

  • c.

    het zwaarwegende belang van de gemeente dat in het spel is;

  • d.

    de belangenafweging tussen gemeentelijk belang en het belang van de medewerkers;

  • e.

    de autorisaties voor de toegang tot de gegevens als bedoeld in artikel 10;

  • f.

    informatie over een eventueel ingeschakeld beveiligingsbedrijf en de hiermee gemaakte afspraken;

  • g.

    de ten behoeve van de gegevensverwerking genomen beveiligingsmaatregelen;

  • h.

    de al dan niet geconstateerde incidenten;

  • i.

    de informatie die is verstrekt aan betrokkenen na afloop van het cameratoezicht;

  • j.

    het moment en de wijze van informeren van medewerkers die zich schuldig hebben gemaakt aan schadelijk gedrag, met de mogelijkheden die hen zijn gegeven hun zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 13 Rechten van betrokkenen

Lid 1

Direct na afronding van het heimelijk cameratoezicht informeert de beheerder betrokkene(n) op hoofdlijnen over aanleiding, uitvoering en de voorlopige resultaten van het heimelijk cameratoezicht.

Lid 2

Na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde informatie heeft een betrokkene het recht de beheerder te verzoeken hem mede te delen of daarbij hem betreffende persoonsgegevens zijn verwerkt. De beheerder deelt de betrokkene binnen vier weken mee of dit het geval is en tevens welke informatie dit betreft.

Lid 3

Naar aanleiding van de in het derde lid bedoelde informatie kan betrokkene de beheerder verzoeken om de vastgelegde gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het hoofd van dienst reageert binnen vier weken op dit verzoek. Een weigering is met redenen omkleed.

Lid 4

Alvorens te besluiten op incidentinformatie stelt de beheerder de betrokkene(n) in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen.

Lid 5

De beheerder kan lid 1, 2, 3 en 4 buiten beschouwing laten voor zover dit noodzakelijk is voor de in artikel 43 van de Wet bescherming persoonsgegevens genoemde belangen. In dit geval worden betrokkenen altijd wel achteraf geïnformeerd over het feit dat er sprake is geweest van heimelijk cameratoezicht.

Artikel 14 Citeertitel

De regeling kan worden aangehaald als ’Reglement heimelijk cameratoezicht Nissewaard’.

Artikel 15 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard d.d. 2 januari 2015

de secretaris,
J. Pol
de burgemeester,
M. Salet