Wegsleepverordening Nissewaard 2017

Geldend van 07-04-2017 t/m heden

Intitulé

Wegsleepverordening Nissewaard 2017

De raad van de gemeente Nissewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 2017;

gelet op artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Bestuur van 7 maart 2017;

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Wegsleepverordening Nissewaard 2017.

Artikel 1 Verwijdering van een voertuig waar dit noodzakelijk is

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een op een weg staand voertuig overbrengen en in bewaring stellen, indien met het voertuig een bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden, en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met

    • a.

      het belang van de veiligheid op de weg, of

    • b.

      het belang van de vrijheid van het verkeer, of

    • c.

      het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

  • 2. Aangewezen worden alle binnen de gemeente gelegen weggedeelten en wegen die weggedeelten en wegen zijn als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

Artikel 2 Plaats van bewaring van een voertuig

  • 1. De plaats waar het verwijderde voertuig in bewaring wordt gesteld, is het terrein van Steenhoven B.V., gelegen aan de Stationsweg 24 te Heenvliet.

  • 2. Indien het terrein, genoemd in het eerste lid, niet beschikbaar is, wordt het verwijderde voertuig in bewaring gesteld op het terrein van Steenhoven B.V., gelegen aan de Pastoriedijk 66 te Pernis.

Artikel 3 Kosten van overbrengen en bewaren van een voertuig

  • 1. De kosten van de voorbereiding van de overbrenging (voorrijkosten) bedragen € 50,00.

  • 2. De kosten van het overbrengen van een voertuig of een aanhangwagen bedragen € 50,00.

  • 3. In afwijking van het tweede lid bedragen de kosten van het overbrengen van een een vrachtauto of een door een vrachtauto voort te bewegen aanhangwagen of oplegger € 250,00.

  • 4. De kosten van het bewaren van een voertuig of een aanhangwagen bedragen € 2,50 per etmaal of een deel daarvan.

  • 5. In afwijking van het vierde lid bedragen de kosten van het bewaren van een een vrachtauto of een door een vrachtauto voort te bewegen aanhangwagen of oplegger € 25,00 per etmaal of een deel daarvan.

  • 6. De bedragen, genoemd in dit artikel, zijn exclusief BTW.

Artikel 4 Toepassing van deze verordening bij inbewaringstelling van een motorrijtuig

De artikelen 2 en 3 zijn van toepassing als een motorrijtuig in bewaring wordt gesteld omdat:

  • a.

    de bestuurder vermoedelijk niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van dat motorrijtuig, als bedoeld in artikel 130, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    een ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem of het bloed van de bestuurder hoger is dan wettelijk toegestane hoeveelheid, dan wel dat de bestuurder de maximumsnelheid heeft overtreden, als bedoeld in artikel 164, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    het kenteken niet behoorlijk zichtbaar op of aan het motorrijtuig aanwezig is, als bedoeld in artikel 174, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 5 Aanwijzing toezichthouders

Burgemeester en wethouders wijzen de personen aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van deze verordening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Nissewaard 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nissewaard van 22 maart 2017.
De griffier, De voorzitter,
S.J.M. Mackaij M. Salet

Toelichting op de Wegsleepverordening Nissewaard 2017 

Algemeen

 

In welke situaties mogen Burgemeester en wethouders gebruik maken van hun bevoegdheden die zij hebben op grond van de wegsleepverordening?

 

Op grond van artikel 170, eerste lid, Wegenverkeerswet 1994 (WVW) kunnen voertuigen worden weggesleept waarmee en een verkeersregel wordt overtreden en waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van: ·

A de veiligheid op de weg

B de vrijheid van het verkeer

C het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

 

A/B Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

 

Hierbij kan gedacht worden aan een voertuig wat tot stilstand is gebracht of geparkeerd staat op een kruispunt, rotonde, in een tunnel, bij een bushalte ed. Of een voertuig wat tot stilstand is gebracht met een bevel of aanwijzing gegeven door een daartoe bevoegd persoon.

 

C Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

 

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (art. 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW en artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen) kan noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is op een weg of weggedeelte waar:

 

  • a.

    een parkeerverbod geldt, hetzij aangegeven door een verkeersbord E1 of door middel van een gele onderbroken streep;

  • b.

    een stopverbod geldt, hetzij aangeven door verkeersbord (E10) E2 of door middel van een gele doorgetrokken streep;

  • c.

    op een parkeergelegenheid, aangeduid door verkeersbord E4 (al dan niet met onderbord);

  • d.

    op een taxistandplaats, aangeduid door verkeersbord E5;

  • e.

    op een gehandicaptenparkeerplaats, aangeduid door verkeersbord E6;

  • f.

    op laad- en losplaatsen, aangeduid met verkeersbord E7;

  • g.

    op een parkeerplaats, aangeduid met verkeersbord E8;

  • h.

    op een parkeerplaats, aangeduid met verkeersbord E9;

  • i.

    in een voetgangersgebied, aangeduid met verkeersbord G7 of C1;

 

D De in de verordening gebruikte begrippen

 

De WVW bepaalt in artikel 1 dat de in de wet gebruikte begrippen dezelfde betekenis hebben in de nadere regels die zijn gegrond op deze wet. Die begrippen hoeven dus in de verordening niet apart te worden gedefinieerd.

Het begrip voertuig, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Niet alleen motorvoertuigen vallen hieronder, maar ook (brom-)fietsen, invalidenvoertuigen en wagens. Al deze voertuigen vallen dan ook onder de wegsleepregeling.

Ook in de APV is een bepaling opgenomen over het verwijderen van fietsen, e.d. van de openbare weg. Die bepaling ziet meer op openbare orde en veiligheid en uiterlijk aanzien. De bepaling in de wegsleepregeling ziet meer op de openbare verkeerswetgeving, terwijl de bepalingen in de APV (= excessenregeling) deze regeling aanvullen.

Het begrip motorvoertuig is apart omschreven omdat artikel 4 van de wegsleepregeling alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Verwijdering van een voertuig waar dit noodzakelijk is op nader aan te wijzen wegen

 

Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c. en artikel 173, tweede lid, WVW bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen, e.d. het i.c. gaat. Het is aan de raad om wegen en weggedeelten in deze aan te wijzen. Er is gekozen voor de meest ruimte toepassing. In casu betreft de regeling alle wegen en weggedeelten.

Een parkeerovertreding kan niet zonder meer ook leiden tot wegslepen. Per geval zal beoordeeld moeten worden of het gaat om een wegsleepwaardige situatie. Indien een voertuig midden in de nacht op een laad- of loshaven geparkeerd staat, terwijl alle winkels gesloten zijn, dan kan normaal gesproken geen sprake zijn van wegslepen. Een dergelijk optreden is gezien de overtreding in het algemeen buiten proportie.

 

Artikel 2 Plaatsen van bewaring van een voertuig

 

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. De gemeenteraad moet op grond van artikel 173, tweede lid, WVW de bewaarplaats in de verordening aanwijzen. De rechthebbende moet geïnformeerd worden waar hij zijn voertuig weer kan ophalen, en daarnaast wat de kosten van overbrenging van zijn voertuig naar die plaats zijn. Deze kosten moet hij betalen voordat hij zijn voertuig meekrijgt. De bevoegdheid om de teruggave van het voertuig op te schorten totdat de kosten zijn voldaan, is geregeld in artikel 5:29, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Het is overigens denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheid ter handhaving van de openbare orde op enig moment ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

Daarnaast dient de bewaarplaats goed bereikbaar te zijn. In dit verband kan worde gedacht aan bereikbaarheid per openbaar vervoer. De gemeente wenst het overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen op te dragen aan Bergingsbedrijf Steenhoven B.V. te Heenvliet. Daartoe zal met dit bedrijf een wegsleep- en bewaarovereenkomst worden aangegaan.

 

De rechthebbende kan zijn voertuig te allen tijde ophalen bij Steenhoven B.V..

  

Artikel 3 Kosten van overbrengen en bewaren van een voertuig

 

In artikel 12 tot en met 14 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten, die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten, die direct verband houden met het wegslepen enz., maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet, vernietiging van voertuigen inclusief de taxatie van deze voertuigen, alsmede rente verlies, WA-verzekering ed. Om redenen van uitvoering is er voor gekozen om met vaste bedragen te werken, waarvan de verschillende deelkosten onderdeel uitmaken.

 

Artikel 4 Toepassing van deze verordening bij inbewaringstelling van een motorrijtuig

 

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW bedoelde gevallen zijn in de wet nog drie gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te stellen.

Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • de situatie dat een bestuurder niet verder mag rijden omdat hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke, dan wel dat zijn motorrijtuig in beslag wordt genomen omdat hij de maximumsnelheid met meer dan 50 km per uur heeft overtreden (zie artikel 130 en 164 WVW)

  • de situatie dat een motorvoertuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat voertuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan voertuigwrakken die geen kenteken hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.

 

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW, waarin de bestuurs-dwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen.

 

In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X Bestuursdwang van de WVW (artikel 170 ev) van overeenkomstige toepassing verklaard. De artikelen over de bewaarplaatsen van voertuigen en openingstijden en de kosten van het overbrengen en bewaren van voertuigen zijn in deze gevallen van overeenkomstige toepassing.

 

Artikelen 5 - 7 Restbepalingen

 

Deze bepaling spreken voor zich.